• No results found

Vertaling

In document Dat kun je wel zeggen (pagina 39-42)

4. DENKEN OVER LIJNCOMMUNICATIE

4.3 Langs de lijn

4.3.2 Vertaling

In eerdere paragrafen zagen we al dat informatie vertaald wordt in de lijn. Er werd gesproken over een zeef, het doorgeven en afwegen. Wat is de betekenis die de lijnmanager zelf aan deze vertaling geeft? Respondent E vertelt in onderstaande fragment dat hij denkt dat ‘het grootste gedeelte’ van de managers in zijn organisatie zich wel bewust zijn van hun vertalingsfunctie. Toch blijkt uit zijn voorbeeld en de uitspraak ‘dus dan pakken ze die rol niet op’ dat de managers niet altijd handelen in vertalingsrol.

(27) I: En als je het over die vertalingsfunctie hebt zeg maar, denk je dat de managers hier

zich daarvan bewust zijn?

E: Ja, dat denk ik ook wel, dat zal ook een beetje variëren maar ik denk het grootste gedeelte

wel. Al was het alleen maar dat ze bij onduidelijkheden dat ze naar hun teamhoofd stappen, dus dan moeten die teamhoofden toch ook wel wat beseffen van hun rol daar in, dus ik denk het wel dat ze zich daarvan bewust zin. Maar wat ik hier ook wel eens zie is dat teamhoofden soms ook heel makkelijk met vragen van hun teamleden, zeggen ze gewoon van, of sturen ze een mail van dan moet je bij <regiodirecteur> zijn, dus dan pakken ze die rol niet op. En dat vind ik trouwens geen goede ontwikkeling. (interview 5, regel 164-173)

Lijnmanager F geeft aan dat hij inderdaad een vertaling maakt bij de doorgifte van informatie. Hij zegt ‘in beginsel zit ik er transparant in’, waarmee hij zegt dat hij in principe de boodschap zo door wil geven zoals die is. Maar hij geeft aan wel na te denken over hoe doelmatig het is om bepaalde informatie door te geven en of dat geen verwarring kan veroorzaken. Ook geeft de manager in onderstaande tekst aan dat er bij sommige informatie een bepaalde mate van vertrouwelijkheid speelt waardoor informatie niet verder kan worden doorgegeven.

(28) I: Maak je daar zelf ook al een vertaling in?

F: Ja, absoluut. Eeh, ik maak een bepaalde afweging op eeh…kijk in beginsel zit ik er

transparant in, dus eeh, ik ben niet van het achterhouden van informatie uit wat voor agenda dan ook. Maar de zeef die ik vaak wel aanbreng hoe doelmatig is het om

bepaalde informatie te brengen? Want het kan soms zodanig diffuus zijn dat het alleen maar tot meer verwarring leidt, dan dat het mensen iets brengt. En er zit altijd een kant van een bepaalde hoeveelheid vertrouwelijkheid achter, bepaalde dingen die gewoon niet naar een laag verder kunnen. Dus ik denk dat dat wel de twee belangrijkste zeven zijn. Het belangrijkste is dat het bijdraagt een bepaalde richting en dat mensen er iets mee kunnen.

(interview 6, regel 126-136)

Wanneer de vertaling goed wordt toegepast, zegt F dus eigenlijk, dan draagt het iets bij aan de kennis van mensen en dan kunnen ze er wat mee, met de informatie. Later in het interview, zoals te zien in onderstaande fragment, doet hij hierop een toevoeging. Hij legt uit dat hij probeert door ‘zijn eigen

woorden te gebruiken’ een ‘inkleuring’ te geven aan de informatie waardoor het voor de medewerkers tastbaarder wordt. Hij geeft zelf daarbij wel aan dat daarin ook een ‘gevaar’ schuilt omdat mensen het dan wel anders kunnen interpreteren, dus, zegt hij, probeert hij ‘zo dicht mogelijk’ bij de originele boodschap te blijven.

(29) F: Nee, ik pas het niet aan….ja, je past het altijd aan door je eigen woorden te gebruiken heb

je het altijd aangepast, maar dat is één. Maar ik blijf, ik doe in elk geval mijn best om zoals ik de boodschap ontvangen heb die ook als zodanig over te brengen en er wat inkleuring te geven om het voor hen ook wat tastbaarder te maken. Dat vind ik ook wel weer een risico, want ik heb ook gemerkt als je dat doet, dat het ook wel het langst blijft hangen en dat daarmee de oorspronkelijke boodschap ook zo één op één uitgelegd wordt, dus dat heeft ook wel een gevaar aan zit. Dus ik blijf zo dicht mogelijk bij de boodschap die te brengen is, ik ben ook niet van het type verzachting of een vergoelijking, dus ik probeer gewoon de boodschap te brengen en ik zit wel eens wat zelf de interpretatie in te vullen, maar nogmaals, dat is ook wel weer gevaarlijk, omdat mensen daar dan weer mee weg lopen.

(interview 6, regel 150-160)

(30) I: En eeh, heb je dan het gevoel dat je die boodschap verandert als jij hem zeg maar

even in je bezit hebt gehad en hem dan weer doorgeeft?

D: Ja, kijk, je probeert het niet, maar je doet altijd je persoonlijke inkleuring, daar

ontkom je niet aan.

(interview 4, regel 74-78)

Die ‘persoonlijke inkleuring’ is iets dat eigenlijk alle managers aangeven. Zelfs onbewust verkleuren ze de boodschap die ze doorgeven. ‘Daar ontkom je niet aan’ zoals wordt gezegd in fragment 30 . Het gevolg is dat de boodschap soms compleet verdraaid door komt en dat medewerkers een heel ander beeld krijgen dan de managers voor ogen hadden. De vraag is echter of dit alleen aan de managers ligt. Een lijnmanagers geeft in fragment 31 aan dat het zowel aan de de interpretatie van de medewerkers áls aan de uitleg van de manager. Hij zegt ook dat er verschil optreedt door interesse en achtergrond van het teamhoofd, namelijk dat het waarschijnlijk is dat er twee verschillende verhalen komen door de inkleuring van twee verschillende managers.

(31) I: En ligt dat aan de vertaling of aan de interpretatie van de medewerkers

B: Allebei, ja als je daar niet, over het algemeen moet je daar wel zorgvuldig in zijn, kijk als

in informatie geef aan mijn medewerkers en ik vertel drie dingen en ik vind één het belangrijkst en persoonlijk vind ik twee en drie minder belangrijk dan zal ik één iets meer de nadruk op leggen dan twee of drie. Maar als een collega teamhoofd twee

belangrijker vind zal hij daar meer nadruk op leggen dus daar besteden we niet zoveel aandacht aan in het hoofdenoverleg, eigenlijk hebben we daar het bijna nooit over

In hetzelfde fragment verklaart B ook dat er ‘niet zo veel aandacht’ voor is in het hoofdenoverleg. Onderstaande tekst uit interview 9 heeft ook betrekking op het hoofdenoverleg:

(32) J: …En over bepaalde zaken nemen we dan een standpunt in, of worden er

werkzaamheden weggezet of worden er zaken met ons gedeeld of worden ons

zaken medegedeeld. En dat is dan waar wij het maar mee moeten doen en daar

moeten wij dan weer mee naar onze teams, en eeh, daar kunnen wij dan weer roepen

wat wij menen gehoord te hebben in dat hoofdenoverleg.

I: En je zegt nu bewust van ‘wat we menen gehoord te hebben’ dus daar zit een stuk

eigen interpretatie in?

J: Ja, daar zit een interpretatie in, want wij hebben het niet uitgebreid over wat

communiceren we en hoe communiceren we het. We hebben het wel gehad maar dat is volgens mij een beetje verwaterd, van wat communiceren we nu naar de teams en welke dingen niet en daar hebben we het, bij vertrouwelijke zaken wordt dat wel specifiek genoemd dat we dat niet doen, en over het algemeen is het zo dat de teamhoofden, met zijn eigen bril op en zijn eigen filter kan hij de gegevens filteren en doorgeven wat hij of zij op die manier belangrijk vind om te vertellen, met een lading die er ook vanuit de hoofden zelf aan gegeven kan worden… (interview 9, regel 78-92)

(33) I: Heb jij ook het gevoel dat jij die informatie moet aanpassen als je dat weer vanaf

bovenaf doorgeeft aan je medewerkers?

C: Ik vertel het op een manier dat, kijk je moet wel proberen om in de huid van die

medewerker te kruipen, kijk dat wil niet zeggen dat het altijd lukt hoor (interview 3, regel 73-76)

(34) I: Stel je zit in hoofdenoverleg en het gaat over iets gevoeligs, zoals het onderzoek naar

staf en ondersteuning, als je dat aan je medewerkers gaat vertellen hoe doe je dat? Wordt dat afgesproken of bedenk je dat zelf?

B: Nee, over het algemeen wordt dat niet afgesproken, ik heb ook wel voorbeelden dat ik

eehm waarbij we zeg maar medewerkers overgeplaatst worden van het ene team naar het andere team. En het ene teamhoofd heeft dan het team of de projectleiders al lang geïnformeerd en dat het zeg maar lekt in de organisatie terwijl ik nog met de

desbetreffende medewerker om tafel moet, zoals dat ook afgesproken is en dan sta je ook wel een beetje met je kloten voor het blok – excusez mijn taalgebruik –

(intveriew 2, regel 106-114)

Uit de toelichting van J en B blijkt dat er in het hoofdenoverleg niet besproken wordt hóe, wát en wanneer door wie wordt gecommuniceerd, enkel wanneer daar een aanleiding voor is in verband met vertrouwelijke informatie. Dat zorgt er voor dat ieder teamhoofd de gegevens kan ‘filteren en

doorgeven’ op zijn eigen manier. Hieruit kan afgeleid worden dat er geen eenduidige lijn wordt uitgezet voor het communiceren van besluiten vanuit het management.

Opvallend in deze paragraaf is dat het concept vertaling zo’n grote variëteit aan betekenissen krijgt tijdens de interviews. Dat informatie door lijnmanagers vertaald wordt staat vast, wat die vertaling dan precies inhoud is veel onduidelijker. Al in fragment 3 (paragraaf 4.1) wordt gesproken over ‘vertalen of doorgeven’, deze uitspraak impliceert dat de informatie of vertaald of gewoon doorgegeven kan worden. In het laatste geval volgt het dus een route maar in het eerste geval moet de eigenaar er ook nog iets mee doen, namelijk ‘vertalen’. Vertalen van informatie in de enge zin van het woord betekent ‘van de ene taal in de andere overbrengen. Toch geeft de Dikke van Dale (2011) ook de volgende vertalingen: ‘in een andere, veelal duidelijkere vorm weergeven’ en ‘bruikbaar maken’. Dit bruikbaar maken wordt ook de theorie genoemd als belangrijke reden voor vertalen (link naar hoofdstuk 2) de middenmanagers moeten immers de abstracte, strategische informatie van het management vertalen naar duidelijke werkinstructies en achtergrondinformatie voor hun medewerkers.

In document Dat kun je wel zeggen (pagina 39-42)