• No results found

Verschillende inkomensprofielen

In document Doorsneesystematiek (pagina 43-48)

3.5 Pensioenfonds niveau

3.5.2 Verschillende inkomensprofielen

Vervolgens is gekeken wat voor effect het stijgende carri`ere verloop van mannen kan hebben op vrouwen die geen carri`ere maken. Vrouwen bouwen in deze situatie hetzelfde pensioen op, maar gaan wel meer voor dit pensioen betalen omdat de actuarieel be- nodigde premie voor mannen toeneemt. In het bijzonder is er gekeken naar een vrouw van de leeftijd rond het gemiddelde omslagpunt van circa 46 jaar. In dit geval is de carri`erestaffel voor mannen steil en voor vrouwen vlak (zie bijlageA).

In figuur3.10is de doorsneepremie weergegeven waarbij mannen en vrouwen een vlak in- komensprofiel hebben (geel). Vervolgens is gekeken naar wat er gebeurt met de doorsneepremie als mannen carri`ere gaan maken (rood). Verder is de actuarieel benodigde premie weer- gegeven voor een mannelijke en vrouwelijke deelnemer van een leeftijd rond het omslag- punt.

36 Mireille Kroon — Doorsneesystematiek

(a) Groen deelnemersbestand (b) Gemiddeld deelnemersbestand

(c) Grijs deelnemersbestand

Figuur 3.10: Effect van verschillende inkomensprofiel voor mannen en vrouwen op de doorsneepremie.

Groen deelnemersbestand

In het geval van een vlak inkomensprofiel voor mannen en vrouwen betalen mannen en vrouwen van (ongeveer) 46-jarige leeftijd minder premie dan zij uiteindelijk nodig hebben. Dit betekent dat zij het omslagpunt al bereikt hebben; zij profiteren op deze leeftijd van de doorsneesystematiek. Opmerkelijk is dat als de aanname gemaakt wordt dat mannen carri`ere maken en vrouwen niet, dat vrouwen ineens meer betalen dan zij actuarieel gezien benodigd hebben. Hierdoor betalen de deelnemers die weinig tot geen carri`ere maken mee aan degene die wel carri`ere maken binnen een pensioenregeling. De desbetreffende vrouw lijkt na zeven jaar pas weer te profiteren van het systeem. Gemiddeld/ Grijs deelnemersbestand

Het verschil van het groene deelnemersbestand ten opzichte van de gemiddelde en grijze deelnemersbestanden is met name dat vrouwen met een leeftijd rond het omslagpunt nog niet profiteren van het doorsneesysteem. In het grijze deelnemersbestand betaalt een 46-jarige meer premie dan actuarieel benodigd. Een 46 jarige deelnemer is een rela- tief jonge deelnemer in dit bestand. De jonge deelnemers draaien op voor de premie die benodigd is voor de financiering van de ouderen in een pensioenregeling.

Kortom, de samenstelling van het deelnemersbestand met betrekking tot het verschil in salaris is van invloed op de mate van herverdeling naar lager gesalieerden. Iemand met een laag salaris betaalt voor deelnemers met een hoog salaris.

De hoeveelheid pensioenpremie die de circa 46-jarige vrouw te veel of te weinig heeft betaald in het geval van een steil inkomensprofiel voor mannen is opgenomen in bijlage

3.5.3

Omslagpunt

Het omslagpunt is de leeftijd waarbij de deelnemers profiteren van de doorsneesystema- tiek. Uit figuur 3.10is te zien dat het omslagpunt voor de drie fondsen verschillend is. De vrouw van (ongeveer) 46 jaar profiteert in het jonge bestand van de doorsneepremie, terwijl een vrouw van dezelfde leeftijd in een gemiddeld en/of oud deelnemersbestand meer betaalt dan actuarieel benodigd. In onderstaande tabel zijn bijbehorende omslag- punten weergegeven voor een steil en een vlak inkomensprofiel.

Vlak inkomensprofiel Steil inkomensprofiel

Groen 40 48

Gemiddeld 50 54

Grijs 57 59

Tabel 3.4: Gemiddelde omslagpunt in deelnemersbestanden

Hieruit volgt dat de samenstelling van het deelnemersbestand een belangrijke factor is. Het profiteren van de doorsneepremie wordt uitgesteld als er veel oudere deelnemers aan een pensioenregeling deelnemen. Deze deelnemers zijn namelijk duur, zij hebben actuarieel gezien een grote hoeveelheid premie nodig waar de jongeren deelnemers voor moeten betalen. Als de jongeren deelnemers vervolgens in de minderheid zijn, moeten zij langere tijd meer betalen voor de oudere deelnemers.

Gekeken naar de omslagpunten in het geval dat mannen carri`ere maken kan worden geconcludeerd dat het omslagpunt verschuift. De doorsneepremie voor de gegeven pen- sioenregeling stijgt. Hierdoor moeten deelnemers een langere periode meer betalen dan actuarieel benodigd. Het feit dat de toename van het omslagpunt in het groene deel- nemersbestand hoog is, is waarschijnlijk vanwege het feit dat in dit bestand weinig deelnemers pensioneren.

3.5.4

Samenvatting

De volgende onderzoeksvragen zijn voor het tweede deel van het onderzoek onderzocht: • Wat is het verschil in hoogte van de doorsneepremie voor een groen, gemiddeld

en grijs fonds?

• Wat is de invloed van onvolledige carri`eres in een groen, gemiddeld en grijs op de doorsneepremie?

• Wat is het effect van verschillende inkomensprofielen binnen een pensioenregeling voor een groen grijs en gemiddeld fonds op de doorsneepremie?

• Hoe ontwikkelt het omslagpunt zich in een pensioenfonds met een groen, grijs en gemiddeld deelnemersbestand?

Groen deelnemersbestand

Met betrekking tot het groene deelnemersbestand kan het volgende worden geconclu- deerd:

• onvolledige carri´eres door bijvoorbeeld het wisselen van werkgever of het beginnen als ZZP’er heeft geen invloed op de doorsneepremie

38 Mireille Kroon — Doorsneesystematiek

• de doorsneepremie is relatief laag

• het omslagpunt ligt gemiddeld lager dan circa 46 jaar

• door een hoger inkomensprofiel voor mannen betaalt een vrouwelijke deelnemer van rond 46 jaar meer premie dan actuarieel benodigd. Terwijl in het geval van een vlak inkomensprofiel voor mannen en vrouwen, een vrouwelijke deelnemer van ongeveer 46 jaar profiteert van de doorsneesystematiek.

Gemiddeld deelnemersbestand

Uit de resultaten voor een gemiddeld deelnemersbestand volgt het volgende: • onvolledige loopbanen leiden tot een lagere doorsneepremie

• het omslagpunt ligt iets hoger dan het gemiddelde van circa 46 jaar. Grijs deelnemersbestand

In het grijze deelnemersbestand zijn de volgende punten geconcludeerd: • de doorsneepremie is hoog

• onvolledige loopbanen leiden tot een hogere doorsneepremie • het omslagpunt ligt hoger dan het gemiddelde van circa 46 jaar.

Kortom, de invloed van onvolledige loopbanen en verschillende inkomensprofielen op de doorsneepremie is erg afhankelijk van de samenstelling van het deelnemersbestand. Ook is het omslagpunt voor deelnemers in een pensioenfonds afhankelijk van de gemiddelde leeftijd van het bestand en de carri`erepatronen van deelnemers.

Overige onderwerpen

doorsneesystematiek

Naast de samenstelling van het deelnemersbestand en de pensioenregeling is ook de rente belangrijk voor de hoogte van de premie. In de eerste paragraaf wordt de wijziging van de UFR-methodiek toegelicht. Verder wordt in het rapport van het Centraal Planbureau [6] ook op internationaal niveau gekeken naar de doorsneesystematiek. Ook wordt in het CPB rapport een inschatting van de mogelijke overgangskosten beschreven.Tot slot wordt ingegaan op de Macro Economische Verkenning 2015.

4.1

Wijziging UFR-methodiek

De hoogte van de rentetermijnstructuur is een belangrijke factor bij het bepalen van de kostendekkende premie. De discussie rondom de wijze van het vaststellen van de rente- termijnstructuur voor pensioenfondsen is ook nog niet ten einde. In oktober 2013 is een voorstel voor de wijziging van de UFR gedaan, dit leidt tot een lagere rente. De UFR wordt namelijk niet langer gefixeerd op 4, 2 % maar wordt gelijk aan het 120-maands voortschrijdend gemiddelde van de 20-jaars forward voor ´e´en jaar. Bovendien valt de driemaandsmiddeling weg. De curve wordt geconstrueerd door voor looptijden tot 20 jaar de swaprentes uit de markt te hanteren. Na 20 jaar groeien de rentes naar het nieuwe UFR-niveau.

Figuur 4.1: Invloed van de driemaandsmiddeling, UFR en de Commisie UFR op de premie en verplichtingen van een gemiddeld fonds [34].

In bovenstaande tabel zijn de effecten op de verplichtingen en de premie voor een ge- 39

40 Mireille Kroon — Doorsneesystematiek

middeld fonds laten zien. Hierbij wordt rekening gehouden met de driemaandsmiddeling en zonder. Ook wordt de rentetermijnstructuur zonder driemaandsmiddeling ´en zonder UFR gehanteerd. Daarna wordt de invloed van de wijziging van UFR-methodiek op de premie en de verplichtingen weergegeven. Vervolgens worden ook de toename van de verplichtingen en premie tot aan 31 december 2014 weergegeven. Waarbij wordt aange- nomen dat de marktrente ongewijzigd blijft.

In tabel4.1is te zien dat het niveau van de UFR daalt naar 3,5% op 31 december 2014 [34]. Deze daling van de rente zal voor een toename leiden van de verplichtingen en de premie.

In document Doorsneesystematiek (pagina 43-48)