• No results found

Verschillen startende en meer ervaren schoolleiders

In de bovenstaande vier paragrafen werd steeds per onderwerp het onderscheid tussen de startende en meer ervaren schoolleiders genoemd. Over het algemeenheid zijn er geen grote verschillen op te merken tussen de startende en meer ervaren schoolleiders in het belang dat zij hechten aan de condities voor professionele ontwikkeling in hun school. In deze paragraaf worden de punten waarop zei wel verschilden samengevat en toegelicht.

Structuur

Opvallend is dat ongeveer de helft van de startende schoolleiders in de interviews meer gericht is op een bepaalde structuur in de school en een duidelijk plan voor professionele ontwikkeling dan de meer

ervaren schoolleiders. Dit is vooral herkenbaar in de accenten die de startende schoolleiders tijdens de interviews hebben gelegd en minder in bovenstaande analyses. Zo is één van de startend schoolleiders gefocust op de cirkel die zij met het team gedurende het jaar doorloopt om de school te verbeteren. Zij wijst gedurende het interview steeds aan waar ze op dit moment staan en hoe ze daar naar toe gaan. Een andere startende schoolleider heeft gesolliciteerd om adjunct-directeur te worden omdat ze vond dat de structuur rond om personeel en professionele ontwikkeling niet goed geregeld was. Ze is nu bezig dit opnieuw op te zetten en vast te leggen in een plan. Een derde startende schoolleider benadert professionele ontwikkeling volledig uit een model dat hij geleerd heeft in zijn studie, waarin hij de volgende stap wil zetten. Op de scholen waar startende schoolleiders werken is in verhouding vaker een plan voor professionele ontwikkeling aanwezig, al geldt dit niet voor alle scholen. De startende schoolleiders zien dergelijke plannen als een houvast, om niet alleen bezig te zijn met de waan van de dag, maar om echt verandering teweeg te brengen. Eén van de startende schoolleiders is schoolleider geworden om verandering met betrekking tot professionele ontwikkeling te realiseren en is nu bezig hier een plan over te schrijven.

Van de meer ervaren schoolleiders geven er vijf aan de culturele condities belangrijker te vinden (tegenover één startende schoolleider), omdat alleen dan tot leren gekomen kan worden, vanuit veiligheid en vertrouwen. Een van de schoolleiders die al langer als schoolleider werkt, maar nieuw is op haar school verwoordt het als volgt: ‘’ Toen ben ik de eerste week heel erg geschrokken van de cultuur. En ik moest de eerste week een presentatie houden voor collega-directeuren en ik zei: Ik kan hier niet werken als de cultuur niet veranderd. En op mijn andere school, duurde het bijna drie jaar voor die cultuur echt veranderde. Maar hier is het, nja, ik heb het in het begin ook wel geforceerd, dat zeggen mensen ook: we vonden je echt niet leuk, maar nu wel. Er moest echt een knop om, dat we zwak waren omdat er niet goed genoeg lesgegeven werd, en niet omdat we hier in ons directie of IB kantoortje het niet goed deden. Dat was een shock. Dat we hier met z’n allen voor moeten staan om de leerlingen beter les te geven, want iedere leerling mag leren. En niet: onze leerlingen zijn nu eenmaal zo, dat slachtofferige moest er echt uit. Je moet het echt samen hebben, cultuur maar ook natuurlijk structuur. ‘’Benadrukt dient te worden dat het hier om een klein verschil gaat. Enkele startende (twee) én ervaren (drie) schoolleiders benadrukken juist de combinatie van de structurele en culturele condities.

Daarnaast dienen hier de ‘ervaren schoolleiders op een nieuwe school’ als aparte groep te worden beschouwd. In de rest van het onderzoek werden geen opvallende verschillen gevonden ten opzichte van de overige startende schoolleiders, maar op dit punt wel. Voor beide schoolleiders gold dat zij op scholen zijn komen werken omdat er bepaalde zaken op de school niet goed gingen. Ze proberen daarom echt het roer om te gooien of de rust te herstellen in de school. Ze hebben zich daarbij beide gericht op zowel de structuur als de cultuur, maar gaven aan dat de cultuur misschien wel het belangrijkste is. Een van de schoolleiders vertelt daarbij dat hij dit uit ervaring zegt, maar er zelf niet altijd achterstaat: ‘’Ik vind inhoud soms nog wel belangrijker dan meer in zijn algemeenheid

gedacht wordt in het onderwijs, maar ik weet uit ervaring dat cultuur echt belangrijker is.’’ Als argument hiervoor noemen de schoolleiders argumenten die eerder ook genoemd zijn. Alleen wanneer de cultuur goed is, kan tot leren en schoolverbetering gekomen worden.

Zoals in het theoretisch kader werd verondersteld, is hier dus inderdaad een (zeer klein) verschil op te merken tussen de meer ervaren en startende schoolleiders.

Tijdens werktijd

Zoals genoemd bij ‘tijd’, zijn vrijwel alle startende schoolleiders van mening dat professionele ontwikkeling ook buiten werktijd plaats mag vinden. De meer ervaren schoolleiders vinden het beter als het in de werkweek valt. Als argument geven de startende schoolleiders bijvoorbeeld dat professionele ontwikkeling ook een investering in jezelf is.

Collegialiteit& Werkklimaat

Enkele startende schoolleiders zijn komen werken in een school waar het werkklimaat niet in orde was. Zij benadrukken dat men echt op een professionele, collegiale manier met elkaar om moet gaan omdat anders niet tot professionele ontwikkeling gekomen kan worden. Naar alle waarschijnlijkheid is te wijten aan het feit dat zij nieuw zijn komen werken op de school en niet aan het feit dat zij startende schoolleiders zijn.

Collectieve besluitvorming

Wat betreft collectieve besluitvorming zijn zoals genoemd kleine verschillen op te merken tussen de ervaren en startende schoolleiders. De startende schoolleiders zien iets minder vaak de mogelijkheid tot collectieve besluitvorming en vinden het ook iets minder nodig. Wanneer iemand bijvoorbeeld extra ondersteuning krijgt hoeft niet iedereen dit te weten en sommige dingen moeten gewoon besloten even besloten worden, daar hoeft niet iedereen over mee te beslissen Ook hier kan opgemerkt worden dat het om een klein verschil gaat. Van de startende schoolleiders geven vier schoolleiders aan dat collectieve besluitvorming niet altijd wenselijk of mogelijk is, maar van de ervaren schoolleiders beargumenteren ook twee schoolleiders dit.

5. Conclusie