• No results found

Vergelijking gemeenten 2014-2015

HOOFDSTUK 4 CONTEXT MIGRATIE

4.3 V LUCHTELINGENCRISIS 2015 IN E UROPA EN N EDERLAND

6.7.2 Vergelijking gemeenten 2014-2015

In Oranje, Steenbergen en Geldermalsen wordt er op gemeentelijk niveau gesproken over opvang van asielzoekers omdat er in Nederland veel asielzoekers zijn en er niet op elk moment genoeg opvangplekken waren. De commotie van de opvang in deze plaatsen, komt omdat er op landelijk niveau een te kort aan opvangplekken was. Dit landelijke ‘probleem’ leidt tot een lokaal ‘probleem’, de reikwijdte van de crisis is dus niet alleen op landelijk niveau, maar ook op lokaal niveau (Muller e.a., 2009:15). Het domein van de crisis is ook verschillend, op landelijk niveau zijn er niet zulke incidenten als er op lokaal niveau in Oranje, Steenbergen en Geldermalsen waren. De manier waarop er in deze plaatsen door het gemeentebestuur werd gereageerd op de komst van vluchtelingen is onderling verschillend. Het gemeentebestuur in Geldermalsen ‘framede’ de komst van asielzoekers in eerste instantie volgens het ‘technisch frame’. Zij probeerde hiermee een oplossing te bieden aan de grote instroom van asielzoekers op landelijk niveau en bekeken dit vooral vanuit een rationeel oogpunt. In Steenbergen werd de komst van asielzoekers geheel open gelaten er werd hier door het gemeentebestuur geen ‘frame’ gebruikt, omdat zij graag de verschillende mogelijkheden onder de bevolking wilde onderzoeken. De komst van asielzoekers naar Oranje, was voor het

afspraken hierover geschonden werden door Dijkhoff werd het voor het gemeentebestuur van Midden-Drenthe een probleem en werd er door hun gebruik gemaakt van het ‘dramatisch frame’ (Breeman e.a., 2011: 25).

Wanneer dorpen geen asielzoekers willen opvangen, verplaatst het ‘probleem’ zich naar andere plaatsen in Nederland, omdat daar nu extra asielzoekers opgevangen moeten worden. Er is immers een tekort aan opvangplaatsen in Nederland (Muller e.a., 2009: 15). In alle drie de dorpen waren ook mensen van de landelijke politiek betrokken in het incident. In Oranje kwam in 2014 eerst

staatssecretaris Teeven langs om met de inwoners te praten over de asielopvang in hun dorp. In 2015 legde staatssecretaris Dijkhoff vervolgens nog 700 extra asielzoekers op, aan het dorp. De staatssecretaris is toen ook langs geweest in Oranje en moest uitleg geven in de Tweede Kamer over zijn beslissing. Hiermee verplaatste de ‘crisissituatie’ zich ook voor een deel naar Den Haag, waar Dijkhoff uitleg moest komen geven (Muller, e.a., 2009: 15). In Geldermalsen reageerden minister Plasterk en staatssecretaris Dijkhoff op de situatie en in Steenbergen kwam Geert Wilders de tegenstanders van de mogelijke komst van asielzoekers ondersteunen. Ook in deze twee plaatsen was de ‘crisissituatie’ niet alleen meer een lokaal onderwerp, maar was er ook politieke bemoeienis/ politieke betrokkenheid van landelijk niveau (Muller, e.a., 2009: 15)

In alle drie de dorpen waren er incidenten die het gevolg waren van onenigheid met wat de machthebbers doen, dit val onder de crisistypologie conflict (Muller e.a., 2009: 15). In Steenbergen en Geldermalsen was een gedeelte van de bevolking het niet eens met het gemeentebestuur over de plannen om asielzoekers in hun gemeente op te vangen. In Oranje waren de inwoners het vooral oneens met het COA en staatssecretaris Dijkhoff, die besloot dat er toch extra asielzoekers werden opgevangen. Het gemeentebestuur van Midden-Drenthe was tegen de extra opvang van

asielzoekers, zoals door Dijkhoff aan Oranje werd opgedragen. Een jaar daarvoor was het

gemeentebestuur van Midden-Drenthe nog voor de opvang van asielzoekers en was de bevolking van Oranje het oneens met het gemeentebestuur.

In alle drie de dorpen ‘framen’ de tegenstanders van de komst van asielzoekers naar hun dorp volgens het ‘dramatisch frame’. De tegenstanders proberen door middel van demonstraties, Facebookpagina’s, petities, et cetera de publieke opinie te beïnvloeden, mensen te mobiliseren om zich ook uit te spreken tegen de komst van asielzoekers en proberen hun mening te laten

doordringen in de politiek (Breeman, e.a., 2011: 25). De voorstanders van de komst van asielzoekers zijn niet in alle drie de incidenten even duidelijk terug te zien. In Steenbergen laten voorstanders van zich horen tijdens de beeldvormende bijeenkomst, op de informatiebijeenkomsten en in de media. In de andere twee plaatsen zijn weinig geluiden te horen van de voorstanders, maar dit betekend niet

dat er geen voorstanders zijn. Voorstanders kunnen bijvoorbeeld het niet nodig vinden om hun mening te geven, bang zijn om hun mening te geven of door te zwijgen in te stemmen met de komst van asielzoekers.

Het missen van draagvlak onder de bevolking is in Oranje een reden waarom er daar maar maximaal 700 asielzoekers opgevangen worden. Het dorp van 140 inwoners heeft volgens de inwoners niet de economische capaciteit voor het opvangen van meer dan 700 asielzoekers. In Geldermalsen wordt er door de gemeenteraad besloten dat er geen asielzoekers worden opgevangen in Geldermalsen, omdat het draagvlak onder de bevolking daarvoor mist. In Steenbergen wordt uiteindelijk besloten om geen asielzoekers op te vangen en in plaats daarvan 100 statushouders extra te huisvesten. De directe reden waarom de asielzoekers niet naar Steenbergen komen, wordt niet gegeven, maar het draagvlak onder een groot deel van de bevolking mist. Draagvlak onder de bevolking is hier dus een belangrijke reden om geen asielzoekers of geen extra asielzoekers op te vangen.

Boin,e.a. beschrijven in hun artikel een evaluatieschema waarin verschillende stappen staan, die gebruikt kunnen worden voor het evalueren van de leider tijdens een crisissituatie. Tijdens de analyse van de plaatsen Oranje, Steenbergen en Geldermalsen zijn niet alle stappen aan de orde gekomen, omdat ze niet allemaal relevant waren voor deze cases.

Stap één: ‘Early recognition’ komt in Steenbergen aan de orde, zij verwachten dat het debat over de mogelijke komst van asielzoekers beladen kan zijn en daarom wordt de benoeming van de nieuwe burgemeester uitgesteld tot na de beslissende raadsvergadering. Hiermee wordt op voorhand een mogelijke ‘crisissituatie’ herkend. In Geldermalsen komt deze stap deels aan de orde, er werd op voorhand tijdens de raadsvergadering rekening gehouden met onrust, maar niet dat de vergadering zo uit de hand zou lopen. Er was politie ingezet, maar als ze op voorhand het idee hadden gehad dat de situatie zo uit de hand zou kunnen lopen was er meer politie ingezet volgens de korpschef. Stap drie: ‘Making cricital decisions’ komt in Geldermalsen aan de orde. Burgemeester de Vries breekt de raadsvergadering van 16 december 2015 af, omdat vanwege heftige protesten buiten, de situatie in de raadszaal niet meer veilig was. Burgemeester de Vries heeft hier een belangrijke beslissing genomen, het debat over de komst van een AZC was op deze manier niet mogelijk. De beslissing is niet weloverwogen genomen, maar meer uit noodzaak, omdat de situatie in de raadszaal niet meer veilig was. Tijdens de informatiebijeenkomst in Steenbergen heeft de burgemeester overwogen om in te grijpen, omdat een voorstander werd uitgejoeld, toen zij insprak. De burgemeester heeft niet ingegrepen, als die dat wel had gedaan, dan was de bijeenkomst

waarschijnlijk heel anders verlopen. Deze actie van de burgemeester van Steenbergen kan gezien worden als ‘making critical decisions’.

Stap zes: ‘Meaning making’ komt in Oranje en Geldermalsen aan de orde. In 2014 zag het college van B en W van Midden-Drenthe de opvang van asielzoekers in het vakantiepark in Oranje in eerste instantie niet als ‘probleem’, het onderwerp werd dus door het college van B en W niet als crisis ‘geframed’. In 2015, toen er duidelijke afspraken lagen over het aantal asielzoekers dat maximaal in Oranje werd opgevangen, wilde staatssecretaris Dijkhoff extra asielzoekers opvangen in Oranje. Het college van B en W en de Commissaris van de Koning ‘frameden’ de situatie toen wel als crisis en probeerden in hun reacties de woede van de dorpsbewoners mee te nemen. Daarnaast gaf de burgemeester aan op zoek te gaan naar een oplossing, om zo snel mogelijk uit deze ‘crisissituatie’ te komen. In Geldermalsen is er de dag na de afgebroken raadsvergadering een persconferentie waarin de burgemeester een reactie geeft op de situatie. Burgemeester de Vries geeft aan dat ze ziet dat de bevolking is geschrokken van het idee van de komst van asielzoekers naar Geldermalsen en dat het haar taak is om de verdeeldheid onder de bevolking op te lossen. Door het erkennen van de situatie en de wil om het probleem op te lossen valt dit ook onder ‘meaning making’, echter dit komt pas na de uit de hand gelopen vergadering.

Stap acht: ‘Rendering accountability’ komt aan de orde in Oranje. Tijdens een ingelaste

raadsvergadering eind november 2014, geeft burgemeester Ton Baas van Midden-Drenthe toe dat de besluitvorming anders had gemoeten. Hij legt hier uit hoe de besluitvorming tot stand was gekomen en dat het niet de juiste manier van handelen was geweest. De situatie wordt hier ‘politiek gemaakt’ en er wordt besloten om een regiegroep in te stellen, die nader onderzoek doet naar het aantal op te vangen asielzoekers in Oranje. Burgemeester de Vries van Geldermalsen doet in het Algemeen Dagblad uitspraken over de uit de hand gelopen raadsvergadering. De burgemeester geeft aan dat zij een inschattingsfout heeft gemaakt met de plannen voor de komst van een groot AZC. De burgemeester erkent hier haar fouten, maar er wordt verder niet ingegaan wat er precies fout is gegaan en of dat politieke gevolgen heeft. Doordat zij ingaat op haar handelen, kan dit onder ‘rendering accountability’ worden geschaard. De politieke discussie wordt eind januari 2016 in de gemeenteraad gevoerd en de burgemeester neemt hier ook de schuld op zich. Zij overleefde een motie van wantrouwen, waardoor zij aan kan blijven als burgemeester.

Stap negen: ‘Learning’ komt in Geldermalsen aan de orde. Na de uit de hand gelopen

raadsvergadering wordt er door de betrokkenen partijen geëvalueerd, waarmee geprobeerd wordt om van deze situatie te leren. Ook andere gemeenten proberen na de rellen in Geldermalsen te leren van de situatie die zich in Geldermalsen heeft voorgedaan. Zij willen hiermee voorkomen dat in hun gemeenten de situatie niet zo uit de hand loopt. Ook in Steenbergen wordt er geleerd van de uit de hand gelopen bijeenkomst. Bij de twee raadsvergaderingen die hierna plaatsvinden, zijn er extra maatregelen en regels van kracht die moeten voorkomen dat de orde opnieuw verstoord wordt.

Ook aan Oranje werden ‘rituelen’ bezoeken gebracht, in 2014 eerst door staatssecretaris Teeven, die met de inwoners van Oranje kwam praten over de asielopvang in hun dorp. Hierna kwam in 2015 staatssecretaris Dijkhoff uitleg geven waarom er nog 700 extra asielzoekers opgevangen moesten worden in het dorp en voerde het gesprek met de inwoners (’t Hart, 1993: 43). De tegenstanders van de komst van asielzoekers in Geldermalsen, Steenbergen en Oranje ‘frameden’ de komst van

asielzoekers naar hun dorpen als een ‘crisissituatie’. Op deze manier probeerden zij aandacht te vragen in de media en van de lokale- en landelijke politiek (’t Hart, 1993: 42). In Oranje en

Geldermalsen werd door het gemeentebestuur de komst van asielzoekers redelijk afgezwakt en de situatie ging door voor de normaalste gang van zaken, ‘masking’ (’t Hart, 1993: 44-45). De

gemeentebesturen zagen in eerste instantie geen grote problemen in de opvang van asielzoekers in hun gemeenten. In Steenbergen wilde het gemeentebestuur peilen of er draagvlak onder de bevolking zou zijn, mocht het COA vragen of zij asielzoekers op wilde vangen.