• No results found

V. RESULTATEN

5.7 Verdieping door middel van een groepsgesprek

In de avond van 5 oktober 2015 vond in het kantoor van Talis een groepsgesprek plaats. Een viertal huurders; één man en drie vrouwen namen deel aan een bijeenkomst die diende ter verdieping van de resultaten uit het survey. Naast de deelnemers waren Prof. Dr. Ira Helsloot, Judith Vlagsma en ondergetekende aanwezig. Als laatste verzorgde manager John Pijnappels de inleiding vanuit Talis. Deze paragraaf zal in grote lijnen de structuur aanhouden die ook de rest van het hoofdstuk kenmerkt. Ten eerste wordt de risicoperceptie en het verschil tussen de perceptie in de rol van huurder versus

bestuurder uitgewerkt. Daarna volgen de resultaten rondom de informatievoorziening. Vervolgens wordt het onderwerp keuzevrijheid beschreven, om af te sluiten met het algemene beeld dat de avond

opleverde.

In de eerste ronde vertellen de deelnemers over hun eigen ervaringen met asbest. Men schetst ontzag te hebben voor het risico dat asbest vormt en heeft alle vier wel een ervaring met het materiaal. De één heeft meegemaakt dat er bij bouwwerkzaamheden leiplaatjes loskwamen, de ander vertelt over de asbestinventarisatie bij hen thuis. De huurders vertellen dus over het ontzag dat ze hebben voor het risico, maar weten tevens dat de kans dat men daadwerkelijk zal overlijden als gevolg van

asbestblootstelling klein tot zeer klein is. Eén van de deelneemsters vult dit beeld aan door te stellen dat ze weet dat de statistische kansen haar bekend zijn, maar dat de ‘persoonlijke beleving’ bij het risico ook een grote rol speelt in de perceptie. De deelnemers blijken het lastig te vinden om keuzes te maken tussen prioritering van vormen van veiligheid. Gevraagd naar een keuze tussen veiligheid,

energiezuinigheid of een nieuwe keuken of badkamer kiest drie van de vier voor veiligheid en één deelneemster voor energiezuinigheid; ‘vanuit maatschappelijk oogpunt’. Als gezegd blijkt het maken van keuze binnen het veiligheidsdomein lastig. De deelnemers vinden dat het de verantwoordelijkheid is van Talis om de veiligheid als geheel te waarborgen. Tevens stelt men dat men ‘als bestuurder’ geen

wezenlijk andere keuzes zou maken dan als huurder. Ze herkennen echter de extra aandacht die ‘als bestuurder’ voor constructieve veiligheid die uit het survey naar voren komt.

Wat betreft de informatievoorziening en communicatie over risico’s is er volgens de deelnemers bij Talis nog ruimte voor verbetering. In de inleidende ronde komt gelijk naar voren dat slechts één van de vier deelnemers een asbestkaart van Talis heeft ontvangen, terwijl de doelstelling was dat ze allemaal een kaart hadden moeten ontvangen. De deelnemers wonen namelijk allemaal in woningen met een bouwjaar van voor 1994. Daarnaast vertellen de deelnemers over de algemene informatievoorziening en communicatie vanuit Talis. Deze laat in sommige gevallen, wat hen betreft, te wensen over. Een

deelneemster vertelt over een bijeenkomst in haar buurt waar volgens haar uit bleek dat enkele medewerkers van Talis te weinig kennis hadden van de buurt. Men stelt verder niet veel te weten van asbest, wat het doet, waar het voor gebruikt wordt en wat de risico’s zijn. Volgens de deelnemers zouden ze als ze hierover meer worden geïnformeerd ook beter in staat zijn om desgevraagd een keuze te maken als Talis die voorlegt. De deelnemers geven namelijk alle vier aan dat mits ze genoeg

61 maken. Desgevraagd vinden ze het daarom ook acceptabel om een huurder te vragen of hij of zij in hun woning het asbest wil laten verwijderen of een nieuwe keuken zou willen. De informatievoorziening vanuit Talis en onafhankelijke deskundigen is daarvoor echter een onmisbare factor. Daarnaast zijn de deelnemers het met elkaar eens dat ze vertrouwen hebben in Talis als het gaat om beleidsvorming rondom het asbestrisico. Ze voelen dan ook geen behoefte om te worden betrokken en denken dat Talis genoeg mensen met kennis en kunde in huis heeft om dit zelf te doen.

Samenvattend blijkt het groepsgesprek een waardevolle verdieping te bieden om de uitkomsten van het survey in perspectief te plaatsen. De deelnemers blijken een realistisch beeld te hebben van de risico’s van asbest. Men stelt dat de gevolgen van asbestblootstelling groot kunnen zijn en hebben er door de beleving van het risico ontzag voor. Anderzijds ziet men ook dat de kans dat je daadwerkelijk overlijdt aan asbest klein is. Verder moet meer nadruk worden gelegd op de informatievoorziening en communicatie. Deze laat wat de deelnemers betreft soms te wensen over. Als de informatievoorziening op peil is zijn huurders best in staat om zelf afwegingen te maken rondom risico’s en kun je het daarom keuzes voorleggen. Het gevolg van open, eerlijke en empathische communicatie is volgens de

deelnemers tevens dat het vertrouwen in Talis als woningcorporatie zal toenemen.

5.8 Resumé en conclusies

In dit hoofdstuk komen de resultaten van de dataverzameling samen. De data wordt aan de hand van de theorie logisch geordend en gestructureerd. Door deze werkwijze kan het hierna volgende

analysehoofdstuk gemakkelijk worden gekomen tot een gestructureerde analyse en conclusies. De gestructureerde data biedt inzicht in de risicoperceptie van de huurder, de verschillende meningen van de respondent ‘als huurder’ en ‘als bestuurder’ en de data omtrent de informatievoorziening en betrokkenheid van de huurder. Vervolgens wordt de data gepresenteerd die keuzes voorlegt aan de huurder, om daarna in te gaan op de invloed van de kenmerken van de steekproef op de risicoperceptie. Dit laatste wordt gedaan aan de hand van statistische toetsen. De laatste paragraaf biedt inzicht in de resultaten van het groepsgesprek.

62