Verdeling van de kosten van domotica

In voorgaande paragrafen is gesproken over zorgdomotica. Dit doet vermoeden dat er meerdere groepen domotica zijn. In dit rapport wordt de domotica opgedeeld in drie groepen. Dit zijn de groepen: veiligheid, welzijn en zorg. Deze verdeling is ontstaan aan de hand van gesprekken met zorgverleners en externe betrokkenen.

Onder veiligheid worden de voorzieningen verstaan die bewoners veiligheid en/of zelfstandigheid kunnen verschaffen. Onder welzijn worden de voorzieningen verstaan welke de bewoners een zekere luxe en gevoel van welzijn verschaffen. Onder zorg

worden de voorzieningen verstaan die de zorg ondersteunden met het signaleren van een eventuele noodsituatie of welke hun werk efficiënter kan maken.

Aan de hand van het aanbevolen pakket in hoofdstuk 4, kunnen de voorzieningen als in tabel 5.1 worden ingedeeld.

Tabel 5.1

Hierdoor zou verwacht kunnen worden dat iedere belanghebbende een deel van de kosten op zich zou moeten nemen. Leyakkers zou de veiligheidsdomotica voor zich kunnen nemen, omdat het hier woninggebonden apparatuur betreft welke bijdraagt aan de veiligheid en/of zelfstandigheid van de bewoner. De zorgdomotica behoort betaald te worden door de zorginstelling, omdat deze voorzieningen hen ondersteunen. Tenslotte zou de welzijnsdomotica voor de rekening van de bewoner komen. Het betreft hier namelijk voorzieningen welke vooral voorzien in comfort en welzijn en niet in veiligheid en zorg.

Maar door verschillende financiële regelingen, gaat dit patroon niet op.

In 2006 is een „Lijst Financiering technologische voorzieningen behorend bij Beleidsregel Zorginfrastructuur NZa‟ opgesteld. De lijst dient vooral ter afbakening van de grenzen tussen financiering door de AWBZ, Zorgverzekeringswet, gemeente of

woningaanbieder/bewoner en is terug te vinden in bijlage 8.

Voor het einde van 2010 doet ActiZ voorstellen aan Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) en het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) omtrent de opname van zorg op afstand in de AWBZ. In 2011 beoordeelt de NZa de voorstellen, zodat vanaf 1 januari 2012 zorg op afstand structureel binnen de AWBZ wordt bekostigd.10

Uit deze lijst valt op te maken dat de zorginstelling dus niet alleen voor de zorgdomotica, maar ook voor voorzieningen uit de veiligheid- en welzijnsdomotica een vergoeding kan krijgen. Belangrijke voorwaarde is dat het moet gaan om systemen in een wooncomplex dat is bestemd

10_{ActiZ, 9 april 2010}

Veiligheidsdomotica Welzijnsdomotica Zorgdomotica

Deurvideo Automatische zonwering Actieve personenalarmering Brandalarmering Automatische gordijnen Uitluistersysteem

Elektronisch slot

(alarmstand) Automatische verwarming Druksensor/bewegingsmelder Aan-/uitschakelen keuken Diensten oproepen Deurstandsignalering

Automatische verlichting Beeldcommunicatie Passieve personenalarmering Automatische

voordeuropener

Zorg op afstand Inbraakalarmering

voor cliënten met een extramurale AWBZ-indicatie voor persoonlijke verzorging, verpleging of ondersteunende begeleiding met onplanbare zorg.

In de praktijk zijn er inmiddels meerdere voorbeelden dat ook verplaatsbare technologie (met name de verplaatsbare videocommunicatiesystemen van de thuiszorg) wordt vergoed.

Daarnaast kunnen bewoners een vergoeding aanvragen bij de WMO omtrent

automatische gordijnen. Een automatische deuropener zal wellicht door veel gemeenten via de WMO gefinancierd worden, maar dit verschilt per gemeente. Anders ligt dat vooralsnog voor de beeldcommunicatie. Hoewel die duidelijk en steeds meer op het welzijnsvlak komt te liggen, willen gemeenten dit vooralsnog niet financieren uit de WMO. Wat wel gebeurt en op relatief grote schaal dat de betreffende apparatuur uit de beleidsregel zorginfrastructuur wordt betaald, mits het cliënten betreft met een AWBZ- indicatie.

Uitgaande vanuit de lijst in bijlage 8, zou de kostenverdeling er uitzien als in tabel 5.2. Tabel 5.2

In de praktijk blijkt echter dat de vergoeding van de beleidsregel zorginfrastructuur niet voldoende is om alles te realiseren. Vaak springt de woningcorporatie dan ook bij. Opvallend aan bovenstaand schema is dat de voorzieningen automatische zonwering en inbraakalarmering van plaats zijn verwisseld. Reden hiervoor is het feit dat de

automatische zonwering standaard in het pakket zit. Een bewoner kan er dus niet voor kiezen om deze voorziening wel of niet te nemen. Het zou dus niet logisch zijn dat zij zelf voor de aanschaf moeten betalen. De aanschafkosten van de automatische zonwering behoren dus niet bij de bewoner, maar bij de woningcorporatie.

De inbraakalarmering is bij de bewoner geplaatst omdat er in het complex al voldoende veiligheidsmaatregelen zijn getroffen. De complexen zijn gesloten (waar geen receptie aanwezig is) en het complex is voorzien van deurvideo. Daarnaast zijn de voordeuren van ieder appartement stevige deuren die niet eenvoudig te forceren zijn. Wanneer een bewoner zich nog niet veilig voelt, kan deze er voor kiezen om inbraakalarmering zelf aan te schaffen.

Woningcorporatie Bewoner

Zorginstelling

Voorbereidende

infrastructuur Automatische gordijnen Actieve personenalarmering Automatische zonwering Automatische verwarming Uitluistersysteem

Deurvideo Inbraakalarmering Druksensor/bewegingsmelder Automatische voordeuropener Deurstandsignalering Passieve personenalarmering Zorg op afstand Elektronisch slot Aan-/uitschakelen keuken Automatische verlichting Zorg op afstand Beeldcommunicatie Diensten oproepen Brandalarmering

Ondanks dat de bekostiging van domotica uit verschillende potjes en door verschillende partijen gedragen zou moeten worden, is het van belang dat het een geïntegreerd systeem is. Dit ongeacht welke en hoeveel voorzieningen er op aangesloten gaan worden. De verschillende oplossingen kunnen niet los van elkaar gezien worden.

Het beheer van de oplossingen zou bij voorkeur door één partij gedaan moeten worden. Voordeel hiervan is dat er één centraal aanspreekpunt voor alle partijen is en dat het overzicht beter behouden kan worden.

Er kan hier gekozen worden voor een externe partij. Deze partij beheert de voorzieningen en eventueel zou deze zelfs kunnen exploiteren. Wanneer bijv. de

zorginstelling of een bewoner een voorziening in de woning wil hebben, wordt dit door de externe partij geregeld en kan de zorginstelling of bewoner deze voorziening huren. Het kan ook zijn dat de woningcorporatie in de gehele domotica investeert en dat de bewoner en zorginstelling voorzieningen van hen kunnen huren.

Ieder project is weer anders en iedere zorginstelling prefereert wat anders. Waar ook voor gekozen wordt, het is van groot belang dat van tevoren duidelijke afspraken worden gemaakt en dat er één aanspreekpunt is.