• No results found

Verdeling van tijd over verschillende activiteiten als politiek ambtsdrager

2. Tijdsbesteding van politieke ambtsdragers

2.3 Verdeling van tijd over verschillende activiteiten als politiek ambtsdrager

Een substantieel deel van de tijd die politieke ambtsdragers aan hun werkzaamheden besteden gaat op aan vergaderen. Dit geldt al helemaal voor de PS-leden en AB-leden. Het voorbereiden en bijwonen van Staten- of AB-vergaderingen en fractievergaderingen kost bij elkaar meer dan de helft van de tijd die zij aan hun ambt besteden (gemiddeld respectievelijk 59% en 61%). Activiteiten die te maken hebben met hun volksvertegenwoordigende rol, zoals contacten met individuele inwoners en maatschappelijke organisaties, nemen bij elkaar opgeteld zo’n vijfde deel in beslag van de tijd die deze ambtsdragers aan hun functie besteden.

De resterende tijd wordt verdeeld over activiteiten in de regio, q.q.-functies, contacten met het ambtelijk apparaat, andere overheden en activiteiten in de eigen politieke partij.

Het aantal uren dat GS-leden en DB-leden spenderen aan het voorbereiden en bijwonen van de vergaderingen van PS of AB is net iets lager dan voor de volksvertegenwoordigers. Maar in relatie tot de totale tijdsbesteding is deze voorbereidingstijd voor zowel de provinciale bestuurders (13%) en de waterschapbestuurders (14%) tamelijk beperkt in vergelijking met de tijd die leden van PS en AB besteden aan de voorbereiding van deze vergaderingen. Meer tijd (zowel in uren en als in aandeel in de totale tijdsbesteding) besteden de GS-leden (15%) en de DB-leden (20%) wekelijks aan de vergaderingen van hun bestuurscollege. Bij elkaar opgeteld besteden de provinciale bestuurders dus ruim een kwart van hun werktijd aan PS- en GS-vergaderingen. De DB-leden van de waterschappen besteden nog net iets meer tijd aan de vergaderingen van AB en DB.

Contacten met het ambtelijk apparaat vormen voor GS-leden in provincies het meest tijdrovende onderdeel van het ambt (20%) en voor DB-leden in waterschappen is het met 19% de op een na meest tijdsintensieve activiteit. Daarnaast vragen ook activiteiten in regionale samenwerkingsverbanden en gemeenschappelijke regelingen een substantiële tijdsinzet. De relatieve tijdsbesteding aan contacten met verschillende maatschappelijke organisaties en bedrijven door volksvertegenwoordigers en dagelijks bestuurders ontlopen elkaar zowel bij provincies als waterschappen veelal niet veel, maar in absolute uren besteden de dagelijks bestuurders daar meer tijd aan dan volksvertegenwoordigers.

Basismonitor Politieke Ambtsdragers 2020 | 24

Tabel 2.2: Tijdsverdeling over activiteiten in uren (en als percentage van de totale tijdsbesteding)

Provincies Waterschappen

* Het aantal uren besteedt aan de verschillende activiteiten is door afrondingen bij elkaar meer dan het gemiddelde aantal uur dat politieke ambtsdragers aan hun ambt besteden.

Opvallend is wel het verschil in de relatieve tijdsbesteding tussen de volksvertegenwoordigers en de bestuurders als het gaat om de contacten met individuele en groepen inwoners. Verhoudingsgewijs zijn volksvertegenwoordigers daar actiever in dan de bestuurders, zowel bij provincies en waterschappen. Wellicht dat dit verband houdt met de opvatting die PS-leden en AB-leden hebben over hun rol als gekozen volksvertegenwoordigers. Daarnaast valt op dat GS-leden, meer dan DB-leden contact onderhouden met verschillende groepen in de samenleving.

2.3.1. Tijdsverdeling van ambtsdragers naar persoonlijke achtergrond

We zijn we ook nagegaan in hoeverre er in de tijdsbesteding op functieonderdelen verschillen bestaan naar de persoonlijke achtergrond van PS- en AB-leden. In het bijzonder keken we daarbij naar eventuele verschillen in relatie tot leeftijd, geslacht en opleidingsniveau.6

Tussen oudere en jongere PS-leden en AB-leden bestaan geen grote verschillen in de uren die ze besteden aan de verschillende activiteiten: de verschillen die er op onderdelen zijn, bedragen nimmer meer dan 45 minuten per week. Naar opleidingsniveau zijn de verschillen af en toe wel wat groter, maar evenmin statistisch significant. Meer verschillen zijn zichtbaar tussen mannen en vrouwen. Zo zien we dat vrouwelijke PS-leden gemiddeld 9,8 uur in de week besteden aan PS-vergaderingen, ten opzichte van 8,7 uur per week door mannelijke PS-leden. Bij AB-leden zien we dat vrouwen meer tijd (4,1 uur per week) besteden aan q.q.

nevenwerkzaamheden dan mannen (1,4 uur). Kleinere, maar wel statistisch significante verschillen, bestaan er verder in contacten met inwoners en andere overheden. Ook hierbij ligt de tijdsbesteding van vrouwen hoger, gemiddeld zo’n 20 minuten per week.

6 Deze analyses zijn niet in de vorm van een tabel of grafiek, maar alleen in de tekst gepresenteerd.

Basismonitor Politieke Ambtsdragers 2020 | 25

Bij GS-leden en DB-leden zijn er enige statistisch significante verschillen naar leeftijd en geslacht. Zo besteden jongere GS-leden minder tijd aan activiteiten van bestuurlijke samenwerkingsverbanden en aan q.q.

nevenfuncties dan hun oudere collega’s. Met name bij de q.q. functies is het verschil groot: 1,9 uur per week tegenover 4,1 uur per week. Jongere GS-leden besteden daarentegen meer tijd dan hun oudere ambtgenoten aan contacten met andere overheden (8,5 uur ten opzichte van 7,5 uur). In de waterschappen besteden oudere DB-leden meer tijd dan jongere DB-leden aan DB-vergaderingen (8,5 uur ten opzichte van 7,4 uur). Andersom besteden jongere waterschapbestuurders meer tijd dan hun oudere ambtgenoten aan contact met het ambtelijk apparaat (9,3 uur tegenover 7,2 uur) en contact met andere overheden (7,2 uur tegenover 3,7 uur).

Verder valt op dat vrouwelijke GS- en DB-leden meer dan mannen tijd besteden aan het voorbereiden van PS- en AB-vergaderingen. Daarnaast besteden vrouwelijke GS-leden meer tijd aan samenwerkingsverbanden en gemeenschappelijke regelingen dan hun mannelijke collega’s. Daarentegen besteden mannelijke GS-leden meer dan hun vrouwelijke ambtgenoten tijd aan contact met andere overheden (8,5 uur tegenover 6,2 uur).

Dat geldt ook voor waterschapbestuurders, maar in mindere mate (4,8 uur tegenover 4,0 uur). Mannelijke waterschapbestuurders besteden daarnaast meer tijd dan hun vrouwelijke collega’s aan het voorbereiden van DB-vergaderingen, q.q. nevenfuncties en contact met het ambtelijk apparaat. Dit laatste is opvallend omdat onder provinciebestuurders het juist vrouwen zijn die meer tijd besteden aan contact met het ambtelijk apparaat. De bovenstaande verschillen betekenen dat er geen duidelijk patroon in tijdsbesteding tussen mannen en vrouwen te ontdekken is. Het is bijvoorbeeld niet zo dat een van hen meer tijd besteedt aan activiteiten binnen het provincie- of waterschapshuis of juist aan contacten met inwoners, organisaties en bedrijven.

2.3.2. Tijdsverdeling van PS- en AB-leden in relatie tot omvang van de provincie en het waterschap

Net als eerder bij het totale tijdsbeslag (zie tabel 2.1) stellen we ook de vraag of de tijd die ambtsdragers uittrekken voor onderdelen van hun functie verschilt naar de omvang van hun provincie of waterschap.7 Vanwege de beperkte aantallen respondenten kan deze vraag alleen worden beantwoord voor PS-leden en AB-leden.

Bij PS-leden zien we slechts beperkte verschillen in de tijdsbesteding aan activiteiten in relatie tot provinciegrootte, zowel in absolute als in relatieve zin. Zo besteden PS-leden – in absolute zin – ongeveer evenveel uur per week aan contacten met individuele of groepen inwoners en met maatschappelijke organisaties, ongeacht de provinciegrootte. Dat betekent echter dat deze activiteiten van PS-leden in grotere provincies een relatief grotere tijdsinvestering vragen dan in kleinere provincies. PS-leden in kleinere provincies besteden immers in totaal meer uren per week aan hun ambt, dan hun ambtsgenoten in grotere provincies.

Verder zien we dat PS-leden uit grotere provincies gemiddeld een uur per week minder besteden aan het voorbereiden en bijwonen van PS-vergaderingen dan PS-leden uit kleinere provincies. Desondanks blijft het relatieve tijdsaandeel voor deze activiteit voor PS-leden in de grootste provincies gelijk aan die voor PS-leden in kleinere provincies, zeker in provincies tot 1 miljoen inwoners (circa 40%).

Ook bij de AB-leden verschilt de tijdsverdeling over de functieonderdelen niet in grotere en kleinere waterschappen. De grootste verschillen zijn zichtbaar bij het voorbereiden en bijwonen van AB-vergaderingen en de tijdsbesteding aan q.q. nevenfuncties. Waar AB-leden uit de grootste waterschappen gemiddeld 5,8 uur in de week besteden aan AB-vergaderingen, is dat in de kleinere waterschappen ruim één uur per week minder.

AB-leden uit middelgrote waterschappen besteden daarnaast ongeveer één uur per week meer aan q.q.

nevenfuncties (2,1 uur) dan hun ambtgenoten in grotere en kleinere waterschappen.

7 Zoals ook eerder hanteren we bij de bepaling van de omvang van provincies en waterschappen (in termen van het aantal inwoners) telkens een driedeling. Klein staat bij provincies voor < 1.000.000 inwoners en bij waterschappen voor <

500.000 inwoners. Midden staat bij provincies voor 1.000.000 tot 2.000.000 inwoners en bij de waterschappen voor 500.000 tot 1.000.000 inwoners. Groot staat bij de provincies voor 2.000.000 of meer inwoners en bij de waterschappen voor 1.000.000 of meer inwoners.

Basismonitor Politieke Ambtsdragers 2020 | 26

In relatieve zin zien we enige verschillen. Zo kost het voorbereiden en bijwonen van fractievergaderingen en activiteiten van politieke partijen AB-leden uit de kleinste waterschappen relatief meer tijd dan AB-leden uit de grotere waterschappen. Hetzelfde geldt voor het onderhouden van contact met individuele inwoners, groepen inwoners en maatschappelijke organisaties.