• No results found

Verblijf zorgaanbieder deeltijd Pedagogisch

In document ZORGMODULES BJ BRABANT (pagina 15-18)

Zorgvorm: Verblijf accommodatie zorgaanbieder deeltijd

Agrarisch zorgbedrijf “D’n Hof”.

II Inhoud van de module II.1 Visie

De hulpverlening van alle jongeren die binnen BJ Brabant worden opgenomen in de residentiële voorziening, is gericht op de zogenoemde drie leefgebieden. Dit betekent dat de functies wonen, scholing, vrijetijdsbesteding en begeleiding van de thuissituatie vaste onderdelen zijn van één hulpverleningsplan.

Thuisbegeleiding en individuele- of groepstrainingen worden evenals trainingen verzorgd op basis van een indicatiebesluit jeugdhulp. Vrijetijdsbesteding is onderdeel van het woonaanbod.

Voor alle residentieel geplaatste jongeren wordt een scholings- of dagbestedingprogramma aangeboden. Normaliter wordt hiervoor gebruik gemaakt van scholen voor regulier of speciaal onderwijs. Jongeren maken soms gebruik van deeltijdonderwijs (BBL) en/of hebben een reguliere baan.

Binnen het vakinternaat Vreekwijk wordt in samenwerking met de ZMOK school op het terrein gewerkt met een integraal onderwijs- en hulpverleningsplan, (één kind één plan). Volgens het systeem van de z.g. plaatsbekostiging wordt het onderwijstraject van de jongere naadloos afgestemd met het hulpverleningsplan binnen de leefgroep/begeleiding van de thuissituatie.

Voor een beperkte groep jongeren zijn de gedragsproblemen/stoornissen echter van dien aard dat zij (tijdelijk) niet in staat zijn om onderwijs te volgen. Deze jongeren worden als het ware zo in beslag genomen door hun problematiek dat zij “(even) niet aan leren toe zijn”. Soms ook is hun schoolcarrière zo problematisch verlopen dat het volgen van onderwijs definitief niet meer tot de mogelijkheden behoort. Deze jongeren zijn aangewezen op een arbeidstrainigs- en

arbeidstoeleidingsprogramma om daarna de overstap naar werk of onderwijs te kunnen maken.

Binnen het agrarisch zorgbedrijf wordt jongeren vaardigheiden bijgebracht om later binnen een arbeidsverhouding en/of een onderwijssituatie te kunnen functioneren.

Jongeren leren basale vaardigheden zoals opdrachten accepteren, zich aan werktijden houden, samenwerken en een gezagsverhouding accepteren. Het betreft eenvoudige werkzaamheden binnen de agrarische sector, zoals verbouwen van groenten, het verrichten van

bosbouwwerkzaamheden en het verzorgen van dieren. Naast het hervinden van een dagroutine is er voldoende aandacht voor het aanleren van schoolse, sociale en algemene vaardigheden.

Door de werkzaamheden zo veel mogelijk aan te passen aan de belangstelling van de jongere wordt geprobeerd om de jongeren succeservaringen te laten opdoen en een appèl te doen op het verantwoordelijkheidsgevoel van de jongere.

Een plaatsing op het agrarisch zorgbedrijf moet (afhankelijk van de mogelijkheden van de betreffende jongere) uiteindelijk leiden tot een terugplaatsing binnen het onderwijs of

rechtstreeks toeleiden naar de arbeidsmarkt. Tijdens het verblijf binnen het agrarisch zorgbedrijf kan er worden gezocht naar een geschikte onderwijsvorm of naar een geschikte stage of

werkplek voor de jongere. De werkmeester helpt jongeren een passende route te vinden.

II.2 Functie II.3 Doelen:

 De jongere heeft een dagritme en houdt zich aan werktijden (gedrag)

 De jongere kan samenwerken (gedrag)

 De jongere voelt zich verantwoordelijk voor uitgevoerde werkzaamheden waaronder de verzorging van dieren. (persoonlijkheid)

 De jongere is gemotiveerd voor vervolgstap richting onderwijs en/of een dienstverband. (persoonlijkheid)

 Het zelfvertrouwen van de jongere is toegenomen. (persoonlijkheid)

 De jongere kan een gezagsverhouding accepteren. (gedrag)

 Praktische vaardigheden m.b.t. agrarische werkzaamheden zijn verhoogd. (cognitie)

 De jongere ervaart plezier aan de door hem/haar uitgevoerde werkzaamheden.

(emotie) II.4 Activiteiten:

Het (in een groep van 6 à 7 jongeren) verrichten van agrarische activiteiten waaronder:

 Grondbewerking en bemesting

 Aanleg van paden en het bouwen van afrasteringen en dierenverblijven

 Het telen van groenten en bloemen

 Het stekken en verpotten van planten

 Verzorgen van dieren

 Snoei- en onderhoudswerkzaamheden in de bosbouw

 Verwerken en eventueel verkopen van producten

 Verrichten van overige diverse agrarische activiteiten.

II.5 Locatie:

De werkzaamheden worden verricht op of vanuit het agrarisch zorgbedrijf “D‟n Hof” dat is gevestigd op het terrein van vakinternaat Vreekwijk.

Vervolgprogramma‟s kunnen bij wijze van stage worden verricht elders op het terrein van het vakinternaat of bij bedrijven in de omgeving.

II.6 Frequentie:

Maximaal 5 dagen per week voor minimaal 5,5 uur per dag.

II.7 Duur:

De duur is afhankelijk van de mogelijkheden/vorderingen van de betreffende jongere en kan variëren van enkele weken tot maximaal 12 maanden.

III De betrokken cliënten; de doelgroep

Jongeren van 14 tot 19 jaar die door een tekort aan (sociale) vaardigheden en/of ernstig onaangepast gedrag/stoornissen (tijdelijk) niet te motiveren zijn om deel te nemen aan een regulier onderwijsprogramma of een arbeidssituatie.

III.1 Indicaties Hulpvraag:

Jongeren (jongens en meisjes) die hulp nodig hebben bij het aanleren van dagritme,

dagbesteding en het verwerven van vaardigheden die nodig zijn om onderwijs te kunnen volgen en/of te kunnen voldoen aan de eisen van een arbeidsrelatie.

Problematiek:

Jongeren die vanwege psychosociale problemen, stoornissen en/of ernstige gedragsproblemen (tijdelijk) niet in staat zijn om onderwijs te volgen of te voldoen aan basale eisen binnen een arbeidsrelatie.

Intelligentie:

In aanleg normaal begaafd.

Woonplaats:

Provincie Noord-Brabant voor jongeren uit de open leefgroepen. De provincies Noord-Brabant, Zeeland of Limburg voor jongeren uit de gesloten leefgroepen.

IV Organisatorische en financiële aspecten IV.1 Betrokken disciplines

Direct uitvoerend: werkmeester (MBO)

Indirect betrokken: pedagogisch medewerker(MBO), behandelcoördinator (VO), en psychiater (VO).

IV.2 Voortgangsbewaking Instrumenten

 Registratie in IJza

 Doelrealisatie

Evaluatiemomenten c.q. periodieke besprekingen

Voor evaluatiemomenten wordt het ritme van periodieke besprekingen binnen de leefgroep aangehouden;

 Evaluatie na 20 weken, 10 maanden en bij zorgafsluiting.

Wijze van betrokkenheid van de cliënt

 Hulpverleningsplan i.s.m. de cliënt

 Klanttevredenheidsonderzoek d.m.v. C-toets.

 Doelrealisatie

IV.3 Combinatie van zorgmodules

 Jeugdhulp thuis

 Jeugdhulp accommodatie zorgaanbieder

 Verblijf 24 uur

In document ZORGMODULES BJ BRABANT (pagina 15-18)