• No results found

veldwinnenden geest zijner eeuw, als profetisch dichter begaafd met een origineel scheppende verbeeldingskracht. Waardeering van Cats' poëzie behoeft niet

afhankelijk te zijn van sympathie met zijn ideëen, maar wel van de erkenning van

de litteraire genres die hij beoefende.

Cats werd niet alleen in eigen land, maar ook daarbuiten gelezen. Invloed had

hij vooral in Zuid-Nederland, met name op Adriaen Poirters. Verschillende werken

werden vertaald:Maeghdenplicht in het Duitsch, het Fransch en het Hongaarsch.

DeSinne- en Minnebeelden in het Engelsch, evenals Self-strijt. Trou-ringh in het

Duitsch en in het Latijn. In het Duitsch verscheen zelfs een vertaling van alle

werken

(32)

.

Eindnoten:

(1) Een uit de bronnen opgebouwde en samenvattende beschrijving van heel Cats' leven en al zijn werken, die aan moderne eischen voldoet, kwam nog niet tot stand. Het boek van GUSTAVE DERUDDER,Etude sur la vie et ses oeuvres (1889, Calais), ook verschenen onder den titel: Un poète néerlandais. Cats, sa vie et ses oeuvres, moet met de noodige voorzichtigheid en reserve gebruikt worden, toch vormt het een tegenwicht tegen veel onbillijke verguizing, die nawerkt in de tegenwoordige handboeken. Belangrijke perioden van Cats' leven worden behandeld door P.J. MEERTENS,Letterkundig leven in Zeeland, etc. Amsterdam, 1934, Utr. diss. over Cats' Zeeuwschen tijd, tot 1623, met veel biografische en bibliografische aanteekeningen. - en H. SMILDE,Jacob Cats in Dordrecht. Leven en Werken gedurende de jaren 1623-1636. (Groningen 1938, diss. V.U.). - Van de andere literatuur blijven vooral ook voor een inzicht in de wisseling der waardeering, interessant: E.J. POTGIETERinHet Rijksmuseum te Amsterdam (De Gids 1844, I, 394-400; daarna in Proza II, 126 vlg., Haarlem 1846) - CD. BUSKENHUET,Jacob Cats in Literarische Fantasiën en Kritieken I, 42-72. (Haarlem 1868) - A. KUYPER,Het Calvinisme en de kunst, 31-39 (Amsterdam 1888). - J.A.A.L.VANHEECKEREN,Vader Cats in Taal en Letteren, V, 73 vlg. (1895). - G. KALFF,Cats in: De Gids 1899, III, 387-434; IV 69-119; daarna afzonderlijk 1901, Haarlem, en samen met zijn andereStudiën over Nedl. dichters der 17eEeuw (1915).

HETTEMA,Een en ander over Jacob Cats in Taal en Letteren XIV, 438-461 (1904); hetzelfde als in inleiding op zijn bloemlezing uit Jacob Cats (Utrecht 1905). - J. POSTMUS,Jacob Cats in Calvinistische Vertoogen, 162-275 (Zwolle 1906). - H. JANSSENMARIJNEN,Jacob Cats, Een mislukt eerherstel, in: Studiën 74, 497 vlg (1910). Zie verder over de beoordeeling van Cats in den loop der tijden SMILDE, op. cit., hoofdstuk X. Verschenen na het zetten van dit opstel: ANTON VANDUINKERKENinHet Tweede Plan over Jacob Cats, bldz. 22-67 (A'dam 1945). Onjuist lijkt mij de beschouwing op bldz. 63, als zou Cats' persoonlijkheid niet ‘waarneembaar’ zijn in zijn dichtwerk.

(2) Zie daarover SMILDE, op. cit. 95 vlg.

(3) De kwestie werd uitvoerig besproken door SMILDE, op. cit. 36-55, waar ook de noodige literatuur is te vinden. Vergelijk VANDUINKERKEN, op. cit. blz. 54 vlg.

(4) De eerste aanleg voor een bibliographie gaf W.C.M.DEJONGE VANELLEMEET:Museum Catsianum ('s Gravenhage 1887). Zijn verzameling is thans in het bezit van de Maatsch. van Nedl. Ltk. -Zie verder SMILDE, op. cit. passim. en MEERTENS, op. cit. 380, aant. 194; 3g2, aant. 439. De eerste uitgave van ‘Alle de wercken’, so ouden als nieuwe, van de Heer Jacob Cats, Ridder, oudt Raedtpensionaris van Hollandt, etc. 't Amsterdam, Bij Jan Jacobsz. Schipper. gedateerd 1655. In de latere drukken werden gaandeweg de daarna geschreven gedichten opgenomen: 1658-1665 en eerst volledig in 1700 (fol.) Zie voor deze en allerlei latere drukkenMus. Cats., nr I-24. - Bekend is de uitgave van J.VANVLOTEN:Alle de wercken van Jacob Cats, Zwolle. De Erven J.J. Tijl 1862, zdln. - De platen van Van de Venne zijn hier vervangen door ruim 400 platen, op staal gedrukt door J.W. Kaiser.

(5) SMILDE, op. cit. 134 vlg. - Vgl.Mus. Cats 139.

(6) Het is met andere gedichten van Cats opgenomen in de Zeeuwsche Nachtegaal (1623). Zie dit deel der Gesch. v.d. Lettk. 44 vlg.

(7) Alle de Wercken (1700): I 473, (8) Alle de Wercken (1700): I 459 vlg.

(9) Klagende Maeghden en Raetvoorde Selve. Alle Maeghden van Hollandt door de Maecht van Dordrecht gunstelijck toegeeygent. Tot Dordrecht, Ghedruckt in 't hof, in de Druckrij van de Maeght van Dordrecht voor Matthijs Havius. Anno 1633. - (Havius, die voor Cats de uitgave bezorgde, was zijn secretaris) - Voor latere drukkenMus. Cats. nr. 140-151. - SMILDE, op. cit. 184 vlg.

(10) Voor de ontwikkeling der emblemata-literatuur: A.G.C.DEVRIES,Nederlandsche emblemata. -Voor Cats speciaal J. KOOPMANS, op. cit.

(11) Silenus Alcibiadis, sive Proteus, Vitae humanae ideam, Emblemate trifariam variato, oculis subjiciens. Deus nobis haec otia fecit. Middelburgi, Ex officina Typographica Johannis Hellenij. Anno M. DC. XVIII Cum Privilegio. -Mus. Cats. 27-53 noemt vele latere drukken. Verklaring van den titel: SMILDE, op. cit. 120. vlg., MEERTENS, op. cit. 255-256.

(12) Voor Maeghdenplicht, zie aant. 15. - Voor de Emblemata moralia en Aeconomica (1627) vgl. SMILDE, op. cit. 128, vlg.

(13) Spiegel van den Ouden en Nieuwen Tijdt, Bestaende uyt Spreeck-woorden ende Sinspreucken, ontleent van de voorige ende jegenwoordige Eeuwe, verlustigt door menigte van Sinnebeelden, met Gedichten en Prenten daer op passende; Dienstig tot bericht van alle gedeelten des levens; beginnende van de Kintsheyt ende eyndigende met het eynde van alle vleesch. Door J. Cats. -Elck spiegle hem selven - In 's Graven-Hage; bij Isaac Burchoorn Boeckdrukker CICICCXXXII. -Mus. Cats. 152-170. - SMILDE, op. cit. 184 vlg.

(14) Vgl. aant. 4.

(15) Maechden-plicht ofte ampt der Jonck-vrouwen, in eerbaer liefde, aen-ghewesen door

Sinne-beelden. Officium Puellarum, in castis Amoribus, Emblemate expressum. Tot Middelburgh, Ghedruckt bij Hans vander Hellen, wonende op de Merct inde fransche Galeye. Anno M.DC. XVIII. -Mus. Cats. nr. 54-71. -DEVRIES, op. cit. 85-87; 100-109. - SMILDE, op. cit. 127; MEERTENS, op. cit. 385.

(16) Self-stryt, dat is Crachtighe beweginghe van Vlees en Gheest, poëtischer wyse verthoont in den persoon ende uytte ghelegentheyt van Joseph, ten tijde hy by Potiphars huysvrouwe wiert versocht tot overspel. Mitsgaders Schrifmatighe beschrijvinghe van de heyme-nisse ende eygenschap des Christelijcken Self-Strijts met corte verclaringhe op de selve. Door J. Cats. Tot Middelburgh. Ghedrukt bij Hans vander Hellen, voor Jan Pietersz. van de Venne, woonende op den houck vande nieuwe Beurse, in de Schildery-winckel. Anno 1620. -Mus. Cats. nr. 72-96.

Inde Druckerye van Jan Pietersz vande Venne, in zijn leven Kunst en Boeckdrucker, op den houck vande nieuwe Beurse inde nieuwe Druckery. Anno 1625. -Mus. Cats. 112-138. (21) Den oorspronkelijken tekst vindt men in Silenus Alcibiadis. etc. achterdeel II, zie aant. 11. De

prent gaf eerst spelende kinderen op de binnenplaats v.d. Middelburgsche abdij. (22) Zie blz. 87 vlg.

(23) Vgl. JOHANNABREEVOORT,Vader Cats en de Vrouw. 1915). - SMILDE, op. cit. 97-98 - Ook MEERTENS, op. cit. 285-286. Diens laatste zinsnede ‘Hem (=Cats) treft dan ook meer het verwijt van een te groote openhartigheid dan van onwaarheid’, is me niet duidelijk. Cats baseert zijn overtuiging op Bijbel-uitspraken die voor geen misverstand vatbaar zijn en gelden voor alle tijden. Daarvoor verdient hij geen enkel verwijt.

(24) J. Cats. Ouderdom, Buytenleven en Hofgedachten, op Sorgh-vliet, t' Amsterdam, Bij Jan Jacobsz Schipper, 1655. -Mus. Cats. nr. 204-216.

(25) De Tachtig-jarighe Bedenkingen werden gevoegd achter den tweeden druk vanAlle de Wercken in 1658. -Mus. Cats. nr 2.

(26) Deze verschenen posthuum: Ghedachten op Slapeloose nachten, waer-inne De Deughden van Herbergh-saemheyt ende Mededeelsaemheyt aande Nootdruftighe, wijt-lustigh vertoont, ende de Vruchten der selver naer 't Leven af-ghemaelt werden. Noyt voor desen, ende nu maer eerst ghedruckt naer het eyghen Gheschrifte van den Heere Cats door syn Secretaris J. Buys ghesonden aen d' Heer Jan Lambrechts binnen Brugghe den 7 September 1661. Tot een ghedachtenisse volghens den Brief, en originele Copye van dit Boecx ken, beyde noch bij hem te vinden. Tot Brugghe. Ghedruckt bij Pieter van Pee Boeck-drucker woonende inde

Philips-Stock-straete. 1689. -Mus. Cats. 223-235. (27) Alle de Wercken (1700) II 372.

(28) Alle de Wercken (1700) II 531; voor het laatste geschrift en het bijvoegsel: zie de uitgave van 1700, in deel II, blz. 67.

(29) 's Werelts begin, midden, eynde, besloten in den trou-ringh, met den proefsteen van den selven. Door I. Cats. Tot Dordrecht, Voor Matthias Havius, Ghedruckt bij Hendrick van Esch,

Boeckdrucker, woonende in't Hof in de Druckerije van de Maeght van Dordrecht. Anno 1637 -Mus. Cats. nr. 171-203.

(30) Over de bronnen van den Trou-ringh: J.A. WORPin Noord en Zuid XX, 39-66. - Over enkele verhalen gaf A.S. KOKeen beschouwing:Jacob Cats, bijdrage tot de geschiedenis der verdichting, in: Van Dichters en Schrijvers I, 83 vlg. - Uitvoerig is de Trou-ringh besproken door SMILDE, op. cit., hoofdstuk VII en IX. Daar meer litt. over details en belangrijke aanwijzingen over oorsprong der verhalen en verwerking door Cats. Een bevredigende stilistische analyse geeft hij echter niet.

(31) Dit verhaal van Cats werd alsSpaens Heydinnetie afzonderlijk uitgegeven in Zwolsche herdrukken No 1. door F. Buitenrust Hettema. 1921. (5edr. herzien door A.J. Luyt 1933 met inleiding, aant. en glossarium).

(32) Voor invloed op Zuidnedl. zie MR. PR.VANDUYSE,Cats' invloed op de Vlaamsche letterkdnde (1861) en vooral E. ROMBOUTS,Leven en werken van Pater Adrianus Poirters, 41 vlg.; 186 vlg. - Voor de vertalingenMus. Cats. nr. 14, 53, 67-71, 96, 138, 199-203; de Hongaarsche vertaling vermeldt MEERTENS, op. cit. 385, aant. 268. - Voor Barlaeus' vertaling in het Latijn zie SMILDE, op. cit. hoofdstuk IX. - Voor invloed in Duitschland: S. SCHRIETER,Jacob Cats' Beziehungen zur Deutsche Litteratur. Heidelberg 1905.

115