• No results found

Alvorens het profiel te gaan beschrijven kan het handig zijn foto’s te maken van het geprepareerde profiel en eventuele details, als documentatie bij de beschrijving. Foto’s van het landschap en de vegetatie zijn daarbij ook zeer bruikbaar vanwege de context van het humusprofiel. Om de profielbeschrijving vast te leggen maken we gebruik van een profielbeschrijvingsformulier. Op de website van Alterra is zo’n formulier te downloaden. Het formulier is in verkleinde vorm in Appendix 2 opgenomen. Bij de profielbeschrijving wordt aandacht besteed aan kenmerken van het profiel (laaginformatie), maar ook aan andere standplaatskenmerken en samenvattende profiel- informatie (kopinformatie). Zowel bij de kopinformatie als bij de laaginformatie zijn een aantal verplichte kenmerken opgenomen. De verplichte kenmerken zijn nodig om de humusvorm te kunnen bepalen en voor administratieve

doeleinden. Dit is het zogenaamde ‘minimumpakket’ dat altijd opgenomen zou moeten worden. De overige informatie is voor dit doel niet persé noodzakelijk, maar kan relevant zijn, afhankelijk van het doel waarvoor een beschrijving gemaakt wordt. Voor het vergelijken van punten of vlakken binnen een terrein kan het zijn dat we minder informatie nodig hebben dan wanneer we de processen op een locatie willen beschrijven en verklaren. In het eerste geval kan een beperkte beschrijving volstaan, waaruit de humusvorm kan worden afgeleid, in het tweede geval zullen we behoefte hebben aan

31

Prepareren

Voordat we het profiel kunnen gaan beschrijven moet het geprepareerd worden. Dit houdt in dat met een (plamuur)mes ongerechtigheden die van andere lagen afkomstig zijn verwijderd worden. De structuur van verschillende lagen kan door het steken wat vervormd zijn, hetgeen bij het prepareren weer enigszins hersteld wordt. Ook de dichtheid en verdeling van wortels kan door prepareren beter in beeld gebracht worden.

Vastleggen profielkenmerken

Alvorens het profiel te gaan beschrijven kan het handig zijn foto’s te maken van het geprepareerde profiel en eventuele details, als documentatie bij de beschrijving. Foto’s van het landschap en de vegetatie zijn daarbij ook zeer bruikbaar vanwege de context van het humusprofiel. Om de profielbeschrijving vast te leggen maken we gebruik van een profielbeschrijvingsformulier. Op de website van Alterra is zo’n formulier te downloaden. Het formulier is in verkleinde vorm in Appendix 2 opgenomen. Bij de profielbeschrijving wordt aandacht besteed aan kenmerken van het profiel (laaginformatie), maar ook aan andere standplaatskenmerken en samenvattende profiel- informatie (kopinformatie). Zowel bij de kopinformatie als bij de laaginformatie zijn een aantal verplichte kenmerken opgenomen. De verplichte kenmerken zijn nodig om de humusvorm te kunnen bepalen en voor administratieve

doeleinden. Dit is het zogenaamde ‘minimumpakket’ dat altijd opgenomen zou moeten worden. De overige informatie is voor dit doel niet persé noodzakelijk, maar kan relevant zijn, afhankelijk van het doel waarvoor een beschrijving gemaakt wordt. Voor het vergelijken van punten of vlakken binnen een terrein kan het zijn dat we minder informatie nodig hebben dan wanneer we de processen op een locatie willen beschrijven en verklaren. In het eerste geval kan een beperkte beschrijving volstaan, waaruit de humusvorm kan worden afgeleid, in het tweede geval zullen we behoefte hebben aan

32

uitgebreidere informatie. Het volledig beschrijven van een profiel kan, zeker voor minder ervaren personen, wat meer tijd (=geld) kosten, maar we moeten ons hierbij wel bedenken dat het opnemen van te weinig informatie achteraf tot teleurstellende resultaten kan leiden of tot hogere kosten als de informatie alsnog verzameld moet worden.

Bij de profielbeschrijving wordt een deel van de informatie

in beschrijvende zin vastgelegd, zoals opmerkingen over de locatie of over de laag. Voor de meeste kenmerken gebruiken we echter vaste indelingen en coderingen die gebaseerd zijn op bestaande indelingen en coderingen zoals deze gebruikelijk zijn in bodemprofielbeschrijvingen (ten Cate, et al., 1995), en humusprofielbeschrijvingen (van Delft, 2001). Deze kenmerken worden ingevuld op het veldformulier (Appendix 2). In appendix 3 geven we een toelichting op de velden die in het formulier moeten worden ingevuld.

En verder…

Een goede profielbeschrijving, waarbij voldoende infor- matie is opgenomen, is een waardevol instrument om de relatie tussen humusprofiel, standplaats en vegetatie te begrijpen. Soms is het ook zinvol om doormiddel van micromorfologisch onderzoek, bodemchemische analyses of chemische analyse van grondwatermonsters aanvul- lende informatie te verkrijgen.

Micromorfologie

Door het bestuderen van slijpplaten kan bijvoorbeeld de verdeling van verschillende fracties van organische stof in een profiel worden geanalyseerd. Hiermee kan inzicht verkregen worden over de belangrijkste bodemorga- nismen die actief zijn bij de afbraak van organische stof en daarmee over de toestand van de bodem. Ook menselijk invloed (verstoring, verdichting) is in slijpplaten goed te

Detail van een OM-horizont waarop de verschillende fracties organische stof goed herkenbaar zijn. 1: wortelresten, 2: droppings van mijten, 3: zandkorrels. (formaat 5,6 x 4,0 mm).

32

uitgebreidere informatie. Het volledig beschrijven van een profiel kan, zeker voor minder ervaren personen, wat meer tijd (=geld) kosten, maar we moeten ons hierbij wel bedenken dat het opnemen van te weinig informatie achteraf tot teleurstellende resultaten kan leiden of tot hogere kosten als de informatie alsnog verzameld moet worden.

Bij de profielbeschrijving wordt een deel van de informatie

in beschrijvende zin vastgelegd, zoals opmerkingen over de locatie of over de laag. Voor de meeste kenmerken gebruiken we echter vaste indelingen en coderingen die gebaseerd zijn op bestaande indelingen en coderingen zoals deze gebruikelijk zijn in bodemprofielbeschrijvingen (ten Cate, et al., 1995), en humusprofielbeschrijvingen (van Delft, 2001). Deze kenmerken worden ingevuld op het veldformulier (Appendix 2). In appendix 3 geven we een toelichting op de velden die in het formulier moeten worden ingevuld.

En verder…

Een goede profielbeschrijving, waarbij voldoende infor- matie is opgenomen, is een waardevol instrument om de relatie tussen humusprofiel, standplaats en vegetatie te begrijpen. Soms is het ook zinvol om doormiddel van micromorfologisch onderzoek, bodemchemische analyses of chemische analyse van grondwatermonsters aanvul- lende informatie te verkrijgen.

Micromorfologie

Door het bestuderen van slijpplaten kan bijvoorbeeld de verdeling van verschillende fracties van organische stof in een profiel worden geanalyseerd. Hiermee kan inzicht verkregen worden over de belangrijkste bodemorga- nismen die actief zijn bij de afbraak van organische stof en daarmee over de toestand van de bodem. Ook menselijk invloed (verstoring, verdichting) is in slijpplaten goed te

Detail van een OM-horizont waarop de verschillende fracties organische stof goed herkenbaar zijn. 1: wortelresten, 2: droppings van mijten, 3: zandkorrels. (formaat 5,6 x 4,0 mm).

33

besturen. In slijpplaten kan ook de vorming van mineralen herkend worden die van belang zijn in de standplaatsontwikkeling, zoals calciet en pyriet.