• No results found

3. Methode

3.2. Variabelen

3.2.1. Uitkomstvariabele: CSR dimensies

Aan de hand van een contentanalyse van de mission statements van de Europese banken werden er scores gevonden voor de negentien verschillende CSR dimensies, dewelke in dit onderzoek gebruikt zullen worden. De contentanalyse bestond erin dat elke student uit dertig mission statements de woorden haalde die specifiek bij deze dimensies passen via een ‘coding sheet’, een voorbeeld hiervan staat in bijlage 1. Daarna werd dit door professor Desmidt toegepast op alle mission statements. Daaruit kwam een score voor elke dimensie. Een voorbeeld hiervan is een bank die een score ‘3’ krijgt op de CSR dimensie ‘stakeholder’. Dit wil zeggen dat er drie woorden in de mission statement van de bank staan die verband houden met de dimensie ‘stakeholder’. Zo wordt geanalyseerd welke banken meer inzetten op welke dimensie in hun mission statement.

De negentien CSR dimensies, dewelke tijdens de contentanalyse gebruikt werden, zijn: ‘gemeenschap’, ‘product’, ‘mensenrechten’, ‘beloning’, ‘diversiteit’, ‘training’, ‘energie’, ‘milieu’, ‘grondstoffenbeheer’, ‘bestuur’, ‘leiderschap’, ‘transparantie’, ‘economisch’, ‘overheid’, ‘organisatiebestuur’, ‘stakeholder’, ‘investeerder’, ‘klanten’, ‘werknemers’ en ‘samenleving’. Deze dimensies werden gevonden via de site van CSRHub zelf, het onderzoek van Liao, Xia, Wu, Zhang en Yeh (2017) en het onderzoek van Fifka et al. (2018). In deze paper zullen vier van de vijf dimensies van Dahlsrud (2008) worden gebruikt om CSR te onderzoeken in de mission statements van de Europese banken. Deze dimensies zijn: de stakeholder dimensie, de economische dimensie, de milieu dimensie en de sociale dimensie. De vijfde dimensie van Dahlsrud (2008), de vrijwillige dimensie, wordt niet onderzocht in deze paper. In tabel 3.1 staat welke dimensies uit de contentanalyse gebruikt zullen worden om de vier dimensies van Dahlsrud (2008) te onderzoeken. Deze vier dimensies van Dahlsrud (2008) worden opgeteld waardoor er tot een algemene score voor CSR wordt gekomen in de mission statements van deze banken.

Tabel 3.1: Onderverdeling CSR dimensies.

Dimensie Dahlsrud (2008) CSR dimensie onderzoek

Stakeholder dimensie Stakeholder + investeerder + klanten + werknemer

Economische dimensie Economisch

Milieu dimensie Milieu

3.2.2. Onafhankelijke variabele 1: Regio

Één van de predictoren die invloed kan uitoefenen op de CSR dimensies is de regio waarin de banken opereren. In deze paper is Europa verdeeld in vijf Europese regio’s, Noord-Europa, Zuid- Europa, West-Europa, Oost-Europa en de Angelsaksische landen. Deze regio’s werden ingedeeld volgens het geoschema van de Verenigde Naties (Verenigde Naties). In deze paper zijn de Angelsaksische landen een aparte regio, in tegenstelling tot het geoschema van de Verenigde Naties, omdat het CSR beleid daar anders is dan in Noord-Europa (Alberada et al., 2007; Jackson & Apostolakou, 2009). In bijlage 2 staan alle Europese landen gerangschikt volgens regio. In tabel 3.2 staan de vijf Europese regio’s met het aantal banken uit de verzamelde data die wel een mission statement hebben en het aantal banken die geen mission statement hebben. Deze informatie werd verzameld door op de website van de banken te kijken als er een mission statement aanwezig was of niet.

Tabel 3.2: Aantal Europese banken met een mission statement.

West- Europa Oost- Europa Noord- Europa Zuid- Europa Angelsaksische landen Wel mission statement 28 22 10 25 11 Geen mission statement 18 4 11 11 5 Totaal 46 26 21 36 16

3.2.3. Onafhankelijke variabele 2: Grootte van de bank

Een tweede predictor in deze masterproef is de grootte van de bank. De beste indicator om de grootte bij banken te meten is volgens de Deutsche Bank de omzet (Schildbach, 2017). Om de grootte van de bank te illustreren wordt in deze paper bijgevolg de jaarlijkse omzet gebruikt zoals in het onderzoek van Adams et al. (1998) en Patten (1991). Dit cijfer werd gevonden op de website van Reuters (Reuters). Alle omzetcijfers staan in de munteenheid van het land waarin deze bank opereert. Om deze cijfers vergelijkbaar te maken werden ze omgezet naareuro. Deze omzetting gebeurde met behulp van de dagkoers van 5 mei 2020 van wisselkoers.be (Wisselkoers). In deze paper worden de banken in vier klassen ingedeeld aan de hand van de kwartielen van de variabele omzet. Deze methode om ondernemingen in te delen in klassen via de kwartielen wordt ook gebruikt in de onderzoeken van Adams et al. (1998) en van Rossi (1998). In tabel 3.3 staat het aantal Europese banken per klasse, in totaal werd bij 92 van de 145 Europesebanken de omzet gevonden via de website van Reuters (Reuters). De kleine banken

zijn de 25 procent banken met de laagste omzet. De middelgrote banken zijn de banken die een omzet hebben hoger dan 25 procent van de banken in deze paper en onder de 50 procent hoogste omzet blijven. De banken in de groep van de grote banken hebben een omzet die hoger is dan 50 procent van de banken in deze paper en een omzet die onder 25 procent van de hoogste omzetten blijft. De hele grote banken bestaan uit banken die de 25 procent grootste omzet hebben in deze paper.

Tabel 3.3: Onderverdeling grootte van de bank.

Grootte Jaarlijkse omzet in euro in miljoenen

Aantal Europese banken

Kleine banken ≤ 164.3425 23

Middelgrote banken [164.3426 ; 550.5450] 23

Grote banken [550.5451 ; 2315.1050] 23

Heel groten banken ≥ 2315.1051 23

3.2.4. Onafhankelijke variabele 3: Rentabiliteit

De laatste predictor van CSR in mission statements bij Europese banken is de rentabiliteit. Rentabiliteit kan op twee verschillende manieren worden gemeten, via marktgebaseerde cijfers of boekhoudkundige cijfers (Reverte, 2009; McGuire et al., 1988). Het voordeel van cijfers gebaseerd op de markt is dat deze minder onderhevig zijn aan manipulatie van het management en ze focussen niet op het verleden van een bedrijf (McGuire et al., 1988). Een voorbeeld van een marktgebaseerd cijfer is de prijs van een aandeel van een bedrijf (McGuire et al., 1988). Toch wordt in deze paper boekhoudkundige cijfers gebruikt om het verband tussen rentabiliteit en CSR te onderzoeken omdat marktgebaseerde cijfers enkel inspelen op de noden van de investeerders en niet van de andere stakeholdergroepen (Ullmann, 1985). Om dit verband te onderzoeken wordt voor de rentabiliteit beroep gedaan op de ‘return on assets’ (verder afgekort als ROA) zoals in vele andere onderzoeken (Reverte, 2009; Bewley & Li, 2000; Brammer & Pavelin, 2008; Patten, 1991). De ROA van de banken is een jaarlijkse ROA die werd gevonden op de website van Reuters (Reuters). Er is bij 94 van de 145 Europese banken een ROA gevonden op deze website.

3.2.5. Controlevariabele

In deze paper wordt de controlevariabele stichtingsjaar toegevoegd aan de analyses met onafhankelijke variabelen grootte van de bank en rentabiliteit. Uit de literatuur blijkt dat de leeftijd van een bedrijf invloed heeft op het CSR beleid van een bedrijf (Roberts, 1992; Cochran & Wood, 1984; Hamid, 2004; Chakroun, Matoussi, & Mbirki, 2017). Volgens Hamid (2004) is dit een gevolg van de legitimiteitstheorie. De leeftijd van een bedrijf is verbonden aan zijn reputatie in de

samenleving en zijn geschiedenis van betrokkenheid bij CSR activiteiten (Hamid, 2004). Niet in elk onderzoek werd een significant en positief verband gevonden tussen de leeftijd van een onderneming en het communiceren van een CSR beleid. In het onderzoek van Rahman, Zain en Al-Haj (2011) is er bijvoorbeeld geen significant verband gevonden tussen de leeftijd van een bedrijf en het communiceren van een CSR beleid. Net als in de onderzoeken van El-Bannany (2007), Lestari (2013) en Wuttichindanon (2017). Éen van de redenen hiervoor zou kunnen zijn dat oudere banken geen behoefte hebben aan het verbeteren van hun publieke imago omdat deze banken al beter bekend zijn in de markt dan jonge banken (El-Bannany, 2007). De leeftijd van de bank zal worden berekend aan de hand van de variabele ‘stichtingsjaar’ en is betekend tot een het jaar 2020. Een bank die bijvoorbeeld als stichtingsjaar 2001 heeft zal in dit onderzoek een leeftijd van 19 jaar hebben. In deze paper is er bij 104 van de 145 Europese banken een stichtingsjaar gevonden op de website van de bank.