• No results found

uurloon van vrouwen in loondienst in de

Uurloon hoogst in groothandel

In deze paragraaf worden verschillen in uurloon tussen de verschillende

bedrijfstakken in kaart gebracht. Zo laat grafiek 3.4.1 zien dat het mediane uurloon in het bedrijfsleven 17,40 euro bedroeg in 2016. Van de onderzochte bedrijfstakken is het uurloon het hoogst in de groothandel (bijna 20 euro) en een stuk lager in de detailhandel (krap 11 euro). Het mediane uurloon in de vervoer en opslag of in de andere bedrijfstakken benadert het uurloon in de groothandel.

Verschil uurloon vrouwen kleinst in groothandel

Dat vrouwen minder verdienen dan mannen is een bekend en goed

gedocumenteerd feit. Ook per uur is het loon van vrouwen lager dan dat van mannen. Dit fenomeen is bijvoorbeeld te verklaren door het verschil in type baan van mannen en vrouwen. Zo hebben mannen – vaker dan vrouwen – een

leidinggevende functie of meer werkervaring (CBS, 2016). Eind 2016 verdienden mannen in loondienst (in het bedrijfsleven) circa 19,30 euro per uur en vrouwen bijna 15 euro, laat figuur 3.4.1 zien. Dit loonverschil is ook te zien in de groothandel; zij het minder groot dan in de overige bedrijfstakken. Zo verdienen vrouwen in de groothandel circa 3 euro per uur minder dan mannen; in het hele bedrijfsleven is het uurloon van vrouwen circa 4,60 euro lager.

17,70 euro is het mediane

uurloon van vrouwen in loondienst in de

3.4.1 Mediaan uurloon naar bedrijfstak en geslacht, 2016

euro

Totaal Vrouwen Mannen

Detailhandel Groothandel Vervoer en opslag Overige bedrijfstakken Totaal bedrijfsleven 0 5 10 15 20 25

Uit vorige onderzoeken van het CBS blijkt dat medewerkers van internationaal actieve bedrijven meer verdienen dan medewerkers van bedrijven die alleen op de binnenlandse markt actief zijn. Verder betalen bedrijven die onder buitenlandse zeggenschap vallen en/of buitenlandse investeringen aanhouden vaker hogere lonen dan Nederlandse bedrijven en bedrijven die geen investeringen in het buitenland hebben (Jaarsma, 2013). Dit gegeven wordt hier ook specifiek voor de groothandel bevestigd. Zo verdienen medewerkers van groothandelaren die uitsluitend op de binnenlandse markt actief zijn gemiddeld 18 euro per uur, ten opzichte van 20 euro bij internationaal actieve groothandelaren. Verschillen in uurloon tussen mannen en vrouwen zijn ook binnen deze twee groepen terug te zien. Onder binnenlandse groothandelaren lijkt dit verschil echter groter te zijn dan onder internationaal actieve groothandelaren. Zo verdienen mannen bij

binnenlandse bedrijven per uur 4,10 euro meer dan vrouwelijke medewerkers, ten opzichte van 3 euro bij internationaal actieve bedrijven.

Figuur 3.4.2 laat zien dat er ook binnen de internationaal actieve bedrijven verschillen zijn in mediaan uurloon. Zo zijn uurlonen binnen de traditionele groothandel ruim 3 euro lager dan de full-service en transitobedrijven. Ook binnen de verschillende groepen internationaal actieve groothandelaren blijven de verschillen tussen mannen en vrouwen bestaan.

3.4.2 Mediaan uurloon naar typologie groothandel en geslacht, 2016

euro

Totaal Vrouwen Mannen

Binnenlandse groothandel Full-service groothandel Traditionele groothandel Transitobedrijven 0 5 10 15 20 25

3.5

Samenvatting en conclusie

Aan het einde van het derde kwartaal van 2016 telde het Nederlandse bedrijfsleven ruim 5 miljoen banen. Daarvan was de groothandel goed voor bijna 1 op de 10. Dat komt neer op circa 467 duizend banen in de groothandel eind 2016. Daarmee is de groothandel een grotere werkgever dan de vervoer en opslagbranche, maar een kleinere dan de detailhandel.

Van alle banen in het bedrijfsleven wordt 37 procent ingevuld door vrouwen. In de groothandel is dit ongeveer 30 procent en in de bedrijfstak vervoer en opslag 25 procent. Vrouwen zijn – vergeleken met mannen – veel vaker werkzaam in de detailhandel; hier is het aandeel banen ingevuld door vrouwen 62 procent. Binnen de bedrijfstak groothandel zijn vrouwen – vaker dan mannen – werkzaam in de groothandel in consumentenartikelen, zoals parfum, cosmetica, kleding, juwelen of farmaceutische producten. Mannen daarentegen zijn vaker werkzaam bij

groothandelaren in machines en apparaten, ICT-apparatuur en in de overige gespecialiseerde groothandel.

Werknemers in de groothandel zijn doorgaans wat ouder dan de gemiddelde werknemer in het bedrijfsleven. Zo werd eind 2016 bijna de helft van alle banen ingevuld door mensen van 40 tot en met 59 jaar, ten opzichte van 40 procent in het hele bedrijfsleven. Jongere werknemers van nog geen twintig jaar oud zijn niet sterk vertegenwoordigd in deze bedrijfstak. Deze groep is vooral werkzaam in de

kennen een groter aandeel banen ingevuld door zestigplussers dan de andere type groothandelaren. Binnen de internationaal actieve groothandel, traditionele groothandel, full-service bedrijven en transitobedrijven, is de baanverdeling naar leeftijdsgroepen sterk vergelijkbaar met het totale beeld van de hele bedrijfstak. Het mediane uurloon in het bedrijfsleven bedroeg 17,40 euro. Van de onderzochte bedrijfstakken is het uurloon het hoogst in de groothandel (bijna 20 euro) en een stuk lager in de detailhandel (krap 11 euro). Het mediane uurloon in de vervoer en opslag of in de andere bedrijfstakken benadert het uurloon in de groothandel. Vrouwen in de groothandel verdienden ruim 3 euro per uur minder dan mannen; in het hele bedrijfsleven is het uurloon van vrouwen circa 4,60 euro lager.

Werknemers van groothandelaren die uitsluitend op de binnenlandse markt actief zijn, verdienden gemiddeld 18 euro per uur, ten opzichte van 20 euro bij

internationaal actieve groothandelaren. Verschillen in uurloon tussen mannen en vrouwen zijn ook binnen deze twee groepen terug te zien. Onder binnenlandse groothandelaren lijkt dit verschil echter groter te zijn dan onder internationaal actieve groothandelaren.

3.6

Data en methoden

In dit hoofdstuk worden de werknemers in de groothandel vergeleken met werknemers buiten de groothandel. Om iets te kunnen zeggen over de

personeelsopbouw van de groothandel is er een koppeling gemaakt tussen het bedrijvenregister enerzijds – met daarin informatie over de activiteit en grootte van een bedrijf – en informatie uit de polisadministratie en gemeentelijke

basisadministratie anderzijds.