5. Technisch ontwerp van het product
5.5. User Interface ontwerp
De technische aspecten van het ontwerp is grotendeels gereed en in deze sectie zal er nog ingegaan
worden op een aantal gebruikersvriendelijke aspecten hieraan. Er zal dan vooral gekeken worden naar
bepaalde terugkoppelingsaspecten die aan te pas kunnen komen bij het gebruik van de zonnemodule en de
bijbehorende elektronicamodule.
Voor het ontwerp van de User Interface is het van belang om op een rij te krijgen welke functies die dient
te bevatten en die is als volgt:
aangeven of de zonnemodule genoeg vermogen produceert;
aangeven hoe vol de accucapaciteit is;
aangeven of de accu zich aan het ontladen, opladen of in de rusttoestand bevindt;
aangeven of er elektronische producten opgeladen worden;
de mogelijkheid om de elektronicamodule aan of uit te zetten.
De User Interface zal bestaan uit vijf LED lampjes die boven elkaar zijn geplaatst,
waarnaast er in symbolen is aangegeven wat ze voorstellen (zie figuur 5.22). Het
bovenste gele lampje dient om aan te geven of de zonnemodule wel of (bijna) geen
stroom levert. De middelste drie lampjes geven de capaciteit van de accu weer, waarbij
de kleuraanduidingen van de lampjes drie verschillende standen van de accucapaciteit
aangeven. Het onderste blauwe lampje wordt gebruikt om aan te geven of er
elektronische producten opgeladen worden.
Naast deze lampjes worden er nog twee knoppen aan toegevoegd:
een aan/uit schakelaar, waarmee de elektronicamodule in- of uitgeschakeld kan
worden, zodat de energie van de zonnemodule of de accu gebruikt kan worden;
een power knop, die bij een ingeschakelde elektronicamodule in bepaalde situaties
de accucapaciteit kan aantonen (waarover later meer).
Accustroom van 0,5 A Accuspanning
<2,8 V?
Afvoer accustroom stoppen Ja
Nee
Uitgang Verkregen spanning
verhogen naar 5 V
Accustroom toevoeren aan elektronisch product
Accustroom van 0,5 A Accuspanning
<2,8 V?
Afvoer accustroom stoppen Ja
Nee
Uitgang Verkregen spanning
verhogen naar 5 V
Accustroom toevoeren aan elektronisch product
Figuur 5.21: Stroomschema van de methode “Elektronisch product opladen met accu”.
Figuur 5.22:
LED lampjes
met de
bijbehorende
symbolen.
De aan/uit schakelaar is bedoeld om de schakeling compleet of incompleet te maken. Als de
elektronicamodule eenmaal is aangezet via de aan/uit schakelaar, zal de hele schakeling actief zijn.
Wanneer er voor bepaalde momenten hiervan niet gebruik gemaakt wordt, zal die zich automatisch na een
korte tijd uitzetten (waarbij de schakeling als het ware standby wordt gezet, zonder dat de accu wordt
gebruikt of leegloopt). Dit doet zich voor als de zonnemodule niet genoeg energie produceert en als er
verder geen producten zijn aangesloten.
Wanneer de elektronicamodule is ingeschakeld, kunnen de lampjes in verschillende configuraties gaan
oplichten. De oplichting van de verschillende LED lampjes is in tabel 5.11 weergegeven. In dit geval gaat
het om de situatie wanneer de zonnemodule genoeg vermogen levert (aangegeven met een constant
brandende geel lampje) en er geen of wel elektronische producten zijn aangesloten (respectievelijk
aangeduid met een niet brandende of wel brandende blauw lampje).
Geel
lampje
Accu lampjes Blauw
lampje
Aanduiding
Rood lampje Geel lampje Groen lampje
Aan Aan Aan Knipperend Uit Accucapaciteit is bijna vol en is bezig
met opladen.
Aan Aan Knipperend Uit Uit Accucapaciteit is gemiddeld vol en is
bezig met opladen.
Aan Knipperend Uit Uit Uit Accucapaciteit is (nagenoeg) leeg en
is bezig met opladen.
Aan Uit Uit Uit Uit Accucapaciteit is vol en om energie
te sparen, staan de accu lampjes uit.
Aan Uit Uit Uit Aan Producten worden opgeladen.
Tabel 5.11: Overzicht van lampcoderingen in geval de zonnemodule werkzaam is.
Als de elektronicamodule net wordt aangezet met de aan/uit schakelaar, kunnen de voorgaande situaties
zich voordoen, behalve de vierde situatie. In de praktijk zal dit niet kunnen plaatsvinden, omdat er bij de
inschakeling van een elektronicamodule met een volle accu er altijd wel even wordt opgeladen, waarbij in
dit geval de timer ervoor zorgt dat het opladen wordt beëindigd. Hierna kan de vierde situatie zich gaan
voordoen. Verder valt er op dat de accu lampjes niet worden gebruikt wanneer er producten zijn
aangesloten en worden opgeladen met zonlicht. Dit om aan te geven dat de accu hier niet bij betrokken is.
Nu zal er nog aangegeven worden wat er gebeurt wanneer de zonnemodule niet genoeg of geen vermogen
levert, wanneer er wel elektronische producten zijn aangesloten. Al deze gevallen zullen zich wel kunnen
voordoen direct na het inschakelen van de elektronicamodule.
Geel
lampje
Accu lampjes Blauw
lampje
Aanduiding
Rood lampje Geel lampje Groen lampje
Uit Aan Aan Aan Aan Producten worden opgeladen met een
volle accu.
Uit Aan Aan Uit Aan Producten worden opgeladen met een
gemiddeld volle accu.
Uit Aan Uit Uit Aan Producten worden opgeladen met een
bijna lege accu.
Uit Knipperend Uit Uit Aan Producten worden opgeladen, maar
de accucapaciteit is bijna leeg en het
opladen stopt na 30 seconden.
Tabel 5.12: Overzicht van lampcoderingen in geval de zonnemodule niet voldoende of geen vermogen
levert.
In bepaalde situaties kan men de stand van de accucapaciteit laten zien door op de power knop te drukken,
waarbij dit alleen kan gebeuren in de volgende drie gevallen:
wanneer de zonnemodule genoeg vermogen levert & er elektronische producten zijn aangesloten om
opgeladen te worden (bovenste gele en onderste blauwe lampje branden);
wanneer de accu helemaal vol is (alleen bovenste gele lampje brandt);
wanneer de zonnemodule niet genoeg of geen vermogen levert & er geen elektronische producten zijn
aangesloten (alle lampjes branden niet).
In deze gevallen wordt de accucapaciteit voor een tijdsperiode van ongeveer 30 seconden weergegeven,
waarna ze automatisch weer uitgezet worden. De diverse coderingen zijn hieronder aangegeven.
Accu lampjes Aanduiding
Rood lampje Geel lampje Groen lampje
Aan Aan Aan De accucapaciteit is (nagenoeg) vol.
Aan Aan Uit De accucapaciteit is gemiddeld vol.
Aan Uit Uit De accucapaciteit is laag, maar nog niet leeg.
Uit Uit Uit De accucapaciteit is zo goed als leeg.
Tabel 5.13: Overzicht van lampcoderingen om de stand van de accu weer te geven.
Verder is er nog een situatie die nadere uitleg nodig heeft, namelijk het geval wanneer alle vijf de lampjes
niet branden, terwijl de elektronicamodule wel is ingeschakeld. Een van deze gevallen die hierboven al is
aangegeven, is dat de accu leeg is in donkere situaties. Andere mogelijkheden zijn:
kortsluiting, waarbij een zekering is doorgebrand;
een fout in de elektronische circuits.
Om te controleren of er echt een defect is, dient de zonnemodule verlicht te worden door de zon of een
andere heldere lichtbron, waarbij er gecontroleerd kan worden of het bovenste gele lampje wel brandt. Als
dit niet het geval is, is de tas niet (goed) meer bruikbaar om elektronische producten mee op te laden en
dient de tas teruggebracht te worden naar de winkel of de fabrikant.
Alle vijf de lampjes en de twee knoppen zullen geplaatst
worden op de elektronicamodule, waarbij de plaatsing ervan
in de figuur hiernaast is afgebeeld. Bovenop de
elektronicamodule komt er nog een label (witte strook) die
in het kort een aantal waarschuwingen aangeeft bij het
gebruik van de elektronicamodule.
Om de lampjes op de elektronicamodule zichtbaar te maken
vanaf de buitenkant, zal er een doorzichtig kunststof
gebruikt worden op de tas, waardoorheen de lampjes met de
symbolen zichtbaar zullen zijn. Van belang is hierbij dat de
elektronicamodule met de lampjes naar het doorzichtige
kunststof is gericht. Hierdoor kan de gebruiker in een oog
opslag zien hoe vol de accu is en in welke laadstand die
verkeert. Bovendien hoeft de gebruiker in dit geval niet in
het compartiment te kijken, dat vrij onhandig is doordat de
elektronicamodule bijgedraaid en de bovenste flap
omgeklapt dient te worden. Door de lampjes aan de
buitenkant zichtbaar te maken, kan deze situatie vermeden
worden.
ON OFF
Figuur 5.23: Vooraanzicht van de
elektronicamodule met de User Interface
In document
Integratie van zonnecellen op een tas
(pagina 76-79)