5. Technisch ontwerp van het product
5.3. Opzet van systeemschakeling
5.3.1. Concepten en bepaling van systeemschakeling
Het technische ontwerp kan nu beginnen en er zal begonnen worden met het vaststellen van de schakeling
van het hele systeem. Hierbij wordt er in eenvoudige blokschema’s aangegeven hoe het hele systeem
opgebouwd kan worden en hoe de energie van de zonnecellen naar de op te laden producten terecht kan
komen. Er zullen hierbij verschillende mogelijkheden gepresenteerd worden die in aanmerking kunnen
komen.
De systeemschakelingen bevatten de volgende (elektronica) onderdelen:
de zonnecellen voor het produceren van elektrische energie;
de accu voor het opslaan van niet-gebruikte geproduceerde energie van de zonnecellen;
elektronische circuits als de laadregelaar en de DC–DC omzetter om de elektronica onderdelen en de
op te laden producten te beschermen tegen ongewenste situaties en om ze zo optimaal mogelijk te
kunnen opladen;
de op te laden interne accu van elektronische producten.
Er zijn drie mogelijke systeemschakelingen bedacht die hieronder zijn weergegeven, waarna hun voor- en
nadelen volgen. Uiteindelijk volgt de gemaakte keus voor een systeemschakeling.
Systeemschakeling 1
In het eerste systeem wordt de energie van de zonnemodule indirect via de accu geleid naar de
consumentenelektronica. Wanneer er geen producten zijn aangesloten, wordt de accu opgeladen (als de
zon voldoende schijnt). In geval er wel producten zijn aangesloten om op te laden, maar zonne-energie
niet voorhanden is, wordt de accu gebruikt.
Zonnemodule Consumentenelektronica
Accu
Elektronische circuits Figuur 5.7: Schema van
Voordelen Nadelen
De accu dient als centraal verzamelpunt van de
geproduceerde energie van de zonnecellen.
De geproduceerde energie wordt altijd door de accu
geleid en wordt gezien als een extra barrière
(elektrische weerstand).
Het geproduceerde vermogen dat de producten
bereikt, is meer gereguleerd van aard.
De accu wordt op een oneigenlijke manier gebruikt
als doorgeefluik, die de levensduur ervan sterk kan
aantasten.
De accu heeft altijd voldoende energie voor het
opladen van producten in donkere situaties.
De energie van de zonnecellen wordt in dit geval
passief gebruikt voor het opladen van elektronische
producten.
Systeemschakeling 2
In het tweede systeem worden de consumentenelektronica direct opgeladen van de zonnemodule, wanneer
zonne-energie beschikbaar is. Als er geen producten zijn aangesloten, wordt de accu opgeladen in geval de
capaciteit ervan niet vol is. Het opladen van producten kan hierbij ook met de accu gebeuren als de
zonnemodule niet voldoende energie levert.
Voordelen Nadelen
De accu wordt alleen gebruikt als opslagmedium
van elektrische energie.
De accu kan leeg zijn, wanneer men in een donkere
situatie toch producten wil opladen.
De energie van de zonnecellen kan direct gebruikt
worden voor het opladen van producten.
De elektronische circuits zijn ingewikkelder van
aard (t.o.v. systeemschakeling 1).
De geproduceerde energie kan volledig benut
worden voor ofwel het opladen van de accu ofwel
het opladen van producten.
Systeemschakeling 3
Het derde systeem verschilt van het vorige systeem doordat hierbij tegelijkertijd de accu als de producten
opgeladen kunnen worden met de zonnemodule, wanneer beide een lege of gedeeltelijk volle capaciteit
vertonen. In geval van donkere situaties worden de producten opgeladen met de accu.
Voordelen Nadelen
De accu wordt alleen gebruikt als opslagmedium
van elektrische energie.
De geproduceerde energie moet in sommige
gevallen gedeeltelijk benut worden voor het
opladen van zowel de accu als de producten.
De energie van de zonnecellen kan direct gebruikt
worden voor het opladen van producten.
De elektronische circuits zijn ingewikkelder van
aard (t.o.v. systeemschakeling 1).
De accu heeft altijd voldoende energie voor het
opladen van producten in donkere situaties.
Zonnemodule Consumentenelektronica
Accu
Elektronische circuits Figuur 5.9: Schema van
systeemschakeling 3.
Zonnemodule Consumentenelektronica
Accu
Elektronische circuits Figuur 5.8: Schema van
De betekenis van de diverse gekleurde pijlen uit de schema’s van de drie systeemschakelingen is
hieronder in de legenda weergegeven.
Legenda van pijlen
Lege of gedeeltelijk volle accu opladen met zonne-energie.
Lege of gedeeltelijk volle interne accu van consumentenelektronica opladen met
accu, wanneer zonne-energie niet beschikbaar is.
Lege of gedeeltelijk volle interne accu van consumentenelektronica opladen met
zonne-energie.
Lege of gedeeltelijk volle accu en interne accu van consumentenelektronica
tegelijkertijd opladen met zonne-energie.
De keus gaat uit voor systeemschakeling 2, omdat deze schakeling de geproduceerde energie van de
zonnecellen volledig kan benutten voor ofwel het opladen van de accu ofwel voor het opladen van
elektronische producten. Het probleem dat men met een lege accu komt te zitten wanneer men in donkere
situaties een product dient op te laden, is vrij klein. Er is eerder uit de gebruiksaspecten al gebleken dat het
grootste deel van de tijd overdag, de energie van de zonnecellen niet wordt gebruikt voor het opladen van
elektronische producten en in die momenten wordt de accu opgeladen, indien die niet vol is.
De uitvallers zijn hierbij de schakelingen 1 en 3. Schakeling 1 is zeer ongeschikt en dit komt doordat de
accu in dit geval naast de functie als reserve elektriciteitsbron voor donkere situaties, ook als
doorvoerkanaal van elektrische energie wordt gebruikt. Dit belast de accu meer, waardoor de effectiviteit
ervan sterk kan worden aangetast.
Schakeling 3 daarentegen is bijna equivalent aan schakeling 2, maar er is niet voor deze schakeling
gekozen. Dit komt door de gedeeltelijke benutting van de energie van de zonnecellen in gevallen wanneer
zowel de accu als de elektronische producten opgeladen dienen te worden. Dit zorgt ervoor dat het
vermogen verdeeld wordt over meerdere producten, waardoor het ook langer duurt voordat ze opgeladen
worden. Hoewel de kans op deze situatie klein kan zijn, komt naar eigen inzicht deze situatie vaker voor
dan dat de accu leeg is in een donkere situatie (zie het nadeel van schakeling 2).
In navolging van de gemaakte keuze voor systeemschakeling 2 zal er hierbij bepaald worden om voor 1
elektronisch product per keer op te laden. Zoals al eerder is uitgelegd, is het opladen van meerdere
elektronische producten niet ideaal.
5.3.2. Elektriciteitsaspecten van systeemschakeling
Voor het opladen van producten dient er gelet te worden op de spanning die erover staat en de stroom die
door het product dient te lopen. Voor de oplaadspanning geldt er dat ze circa 1 à 2 Volt hoger ligt dan die
van de accu (van het op te laden product), zodat de stroom het product ingeleid kan worden. Voor de
oplaadstroom kan er op drie soorten manieren opgeladen worden, namelijk langzaam, snel en extra snel
opladen (respectievelijk in het Engels “slow”, “quick” en “fast charge”). Hiervoor kan er geen keuze
gemaakt worden voor een bepaalde manier, omdat de verkregen stroom van de zonnemodule varieert per
dag.
Benodigde spanningen
Voor de spanningen is vastgelegd dat er elektronische producten tot 3,6 Volt mee opgeladen worden. Om
deze producten te kunnen opladen met behulp van de zonnecellen, dienen de zonnecellen een optimale
spanning te kunnen genereren van minimaal 5 Volt bij het maximale vermogenspunt. Deze
spanningswaarde komt veelvuldig voor bij het opladen van (interne) accu’s van 3,6 Volt en is het meest
toepasbaar. Een probleem bij het gebruik van de spanningswaarde van 5 Volt is dat zonnecellen meestal
een andere spanningswaarde nemen voor het opladen. Dit probleem zal moeten worden opgevangen met
een Maximum Power Point Tracker (MPPT). Deze omzetter zal de gegenereerde spanning bij het
maximale vermogenspunt (V
MPP) laten liggen bij minimaal 5 Volt, waardoor er het meest efficiënt met de
geproduceerde energie kan worden omgegaan.
Daarnaast zal er ook voor deze spanningswaarde gekozen worden voor het opladen van de Li-ion accu,
waardoor de spanning ervan 3,6 Volt zal komen te bedragen. Hiervoor kan er gebruik gemaakt worden
van dezelfde MPPT.
Het enige dat nog rest, is het opladen van elektronische producten met deze accu van 3,6 Volt. Als men de
producten rechtstreeks van deze accu zou opladen, dan zullen ze niet helemaal opgeladen kunnen worden,
omdat de spanning (bijna) gelijk kan zijn aan die van de elektronische producten. Om dit probleem op te
vangen zal er tussen de accu en de producten een boost converter (step-up converter) geplaatst worden, die
de spanning van 3,6 Volt omzet naar 5 Volt.
Benodigde stromen
Voor de stroomsterktes is er als eis een maximumwaarde van 0,8 Ampère gesteld. Hiermee ligt de
maximaal gegenereerde stroom van de zonnecellen vast. Er dient hierbij opgemerkt te worden dat deze
waarde alleen bereikt zal worden bij ideale verlichtingscondities, waarbij een instraling van 1000 W/m
2op
aarde valt. In geval voor Nederland wordt deze waarde alleen bereikt op een klaarlichte dag in de
zomermaanden.
Zonnecellen genereren al stroom wanneer er licht op valt, dus het werkbereik ligt ongeveer tussen 0 en
800 milliampère. In uitzonderlijke gevallen kunnen er hogere stroomsterktes bereikt worden, maar die
duren meestal voor vrij korte tijd.
Voor het opladen van de Li-ion accu en de elektronische producten is er wel een minimale waarde van de
stroomsterkte vereist. Opladen met een te kleine stroom kan in principe wel, maar is ongewenst. Aan de
ene kant duurt het vrij lang voordat een accu opgeladen wordt en dit is niet ideaal als het product dagelijks
gebruikt wordt. Aan de andere kant is het langdurig opladen onder een kleine stroomsterkte niet goed voor
NiMh en Li-ion accu’s. In zulke situaties kunnen de laadcircuits meestal niet goed detecteren wanneer de
temperatuur sterk toeneemt, zodat ze kunnen ingrijpen. Ook als het maximale spanningsniveau is bereikt,
gaat het opladen nog door, zodat de hele stroomcapaciteit benut wordt. Dit levert echter als gevolg op dat
er langer wordt opgeladen dan gebruikelijk is, waardoor ongewenste chemische reacties kunnen optreden.
Als minimumwaarde van de stroomsterkte is er al een eis gesteld van 0,05C van de maximaal haalbare
stroomsterkte van 800 milliampère, oftewel 40 milliampère.
Uiteindelijk dient er nog bepaald te worden hoe groot de stroom is die uit de Li-ion accu loopt als er
hiermee elektronische producten wordt opgeladen. Een accu levert in tegenstelling tot een zonnemodule
een meer constante en gereguleerde stroomsterkte op. Er dient hier wel opgelet te worden dat de stroom
die door de interne accu’s van de producten wordt gestuurd, niet te hoog mag zijn waardoor ze beschadigd
kunnen raken. Ook dient er rekening gehouden te worden dat er hierbij voor NiMh of Li-ion accu’s
opgeladen kan worden. NiMh accu’s en Li-ion accu’s worden in verschillende fasen opgeladen, maar ze
verschillen door de chemische samenstelling ervan (waarbij dit afkomstig is van een ingenieursartikel van
Dearborn (Microchip Technology Inc., 2004) en een deel van het boek “Nickel Metal Hydride” (Battery
Technology Handbook, Quest Batteries; 2004). Beide typen accu’s hebben een oplaadfase waarin er een
constante stroom gebruikt kan worden en in principe kunnen ze hierbij ook met 1,0C opgeladen worden
(in geval van een accu met een stroomcapaciteit van 0,8 ampère-uur). Dit wordt echter niet geadviseerd,
omdat hierbij de chemische reacties in de accu erg snel kunnen verlopen, waardoor de temperatuur snel
kan toenemen. Opladen met stroomwaarden tussen 0,5 en 1,0C is hierbij geschikt voor snel opladen en
hier zal er gekozen worden voor een leverbare stroomsterkte van 500 milliampère uit de Li-ion accu,
omdat hiermee de producten met de laagste stroomcapaciteit niet benadeeld worden.
De toegepaste spanningen en stromen in het hele systeem is op de volgende pagina samengevat in de
gekozen systeemschakeling.
In document
Integratie van zonnecellen op een tas
(pagina 60-64)