• No results found

juli 2005 is de uniforme openbare voorbereidingsprocedure (uov) in werking getreden door het van kracht worden van de Aanpassingswet uniforme openbare voorbereidingsprocedure Awb

In document Hogere grenswaarden en zonebeheer (pagina 30-33)

8 Handhaving van geluidsnormen

Op 1 juli 2005 is de uniforme openbare voorbereidingsprocedure (uov) in werking getreden door het van kracht worden van de Aanpassingswet uniforme openbare voorbereidingsprocedure Awb

Deze wetswijziging heeft gevolgen voor het nemen van besluiten op basis van allerlei andere wetten.

Zo veranderen veel artikelen in de Wet milieubeheer, de WRO, de Woningwet etc.

De uov is opgenomen in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht en is een algemene besluitvormingsprocedure die wordt toegepast onafhankelijk van het onderwerp van het besluit. De uov bevat slechts regels hoe het besluit tot stand komt en regelt niet de inhoud. De uov regelt dat alvorens een besluit wordt genomen de burger de gelegenheid krijgt tot inspraak. Hiertoe wordt een ontwerpbesluit opgesteld waarop de burger kan reageren. Dit wordt de zienswijze genoemd. Een zienswijze kan zowel mondeling als schriftelijk worden ingediend. Rekening houdend met de zienswijze wordt vervolgens het daadwerkelijke besluit genomen.

Het voordeel van deze procedure is dat burgers in een vroeg stadium van de besluitvorming worden betrokken en niet slechts achteraf kunnen reageren door bezwaar te maken. De uov biedt dan ook niet meerde mogelijkheid van het maken van bezwaar. Als men het niet eens is met het besluit staat rechtstreeks beroep bij de rechter open.

In het onderstaande worden de verschillende stappen uit de procedure op een rij gezet. Afhankelijk van de wet die de procedure van toepassing heeft verklaard zullen kleine afwijkingen mogelijk zijn als de betreffende wet dat voorschrijft. In dit geval is het vertrekpunt de nieuwe Wet geluidhinder op basis waarvan de bevoegdheid tot het nemen van besluiten voor een hogere grenswaarden aan het college van burgemeester en wethouders wordt toegedeeld. Onder de werking van de oude Wgh was deze bevoegdheid toegedeeld aan het college van gedeputeerde staten (provincie).

Ingevolge artikel 110c van de nieuwe Wet geluidhinder is afdeling 3.4 van de Algemene wet

bestuursrecht van toepassing op de vaststelling van een hogere-waardebesluit op grond van de Wet geluidhinder. Provincie en gemeente kunnen een dergelijk besluit nemen op aanvraag of op eigen initiatief.

In onderstaande beschrijving wordt uitgegaan van de situatie dat het besluit door B&Wwordt genomen op eigen initiatief ten behoeve van een bestemmingsplanprocedure of een zelfstandige projectprocedure (artikel 19 lid 1 WRO).

Beleid hogere grenswaarden en zonebeheer: vastgesteld 23 januari 2007 2 9

Procedure in het kort

1. Vaststellen noodzaak hogere-waardebesluit.

Bepalen dat een hogere waardebesluit nodig is. Om deze beoordeling te kunnen maken is het beleidsdocument hogere grenswaarden voor geluid vastgesteld.

2. Initiatief tot een besluit.

a. Op aanvraag.

Een aanvraag kan bijvoorbeeld worden gedaan door een bronbeheerder. De aanvraag wordt ingediend bij B en W. De beslissing vindt zo spoedig mogelijk plaats, doch uiterlijk zes maanden na ontvangst van de aanvraag (artikel 3:18 Awb)

b. Op eigen initiatief.

Dit zal in de praktijk meestal in het kader van een bestemmingsplanprocedure of een artikel 19 lid 1 WRO-procedure zijn. Afhankelijk van welke procedure wordt doorlopen kunnen stappen in de hogere waardeprocedure verschillen.

3. Het college van B&W stelt een ontwerpbesluit op en maken het ontwerpbesluit bekend.

Voorafgaand aan de ter inzagelegging geeft het bestuursorgaan in een of meer dag-, nieuws-, of huis-aan-huisbladen of op een andere geschikte wijze kennis van het ontwerp (art. 3:12 Awb).

Volstaan kan worden met het weergeven van de zakelijke inhoud.

In de kennisgeving wordt vermeld:

a. waar en wanneer de stukken ter inzage liggen.

b. wie in de gelegenheid worden gesteld om zienswijzen naar voren te brengen.

c. op welke wijze dit kan geschieden

Indien het besluit tot een of meer belanghebbenden zal zijn gericht, zendt het bestuursorgaan voorafgaand aan de terinzagelegging het ontwerp toe aan hen (art. 3:13 Awb)

4. Ter inzage legging van het ontwerpbesluit door bevoegd gezag.

Het college van B&W legt het ontwerp van het te nemen besluit, met de daarop betrekking hebbende stukken die redelijkerwijs nodig zijn voor een beoordeling van het ontwerp, ter inzage (art. 3:11 Awb). Indien er stukken zijn die op grond van de Wet openbaarheid van bestuur, niet ter inzage worden gelegd, wordt daarvan mededeling gedaan.

Het bestuursorgaan kan een afschrift verstrekken van de stukken (tegen vergoeding van ten hoogste de kosten)

De stukken liggen gedurende een termijn van zes weken ter inzage (artikel 3:16 Awb), tenzij bij wettelijk voorschrift een andere termijn is bepaald. De termijn vangt aan met ingang van de dag waarop het ontwerp ter inzage is gelegd.

Het dossier dat ter inzage ligt moet actueel worden gehouden. Alle nieuwe stukken moeten worden toegevoegd. Dit geldt ook voor ingebrachte zienswijzen (art. 3:14 Awb).

Het ontwerp van het hogere waarde besluit moet gelijktijdig ter inzage worden gelegd met het ontwerp-bestemmingplan waarvoor het wordt genomen of met het ontwerpbesluit artikel 19 lid 1 WRO.

5. Indienen van zienswijzen.

Belanghebbenden kunnen bij tiet bestuursorgaan naar keuze schriftelijk of mondeling hun zienswijze over het ontwerp naar voren brengen (art 3:15 lid 1 Awb).

Bij wettelijk voorschrift of door het bestuursorgaan kan worden bepaald dat ook aan anderen de gelegenheid moet worden geboden hun zienswijze naar voren te brengen (art 3:15 lid 2 Awb).

6. Behandeling zienswijzen.

Zienswijze behandelen (motivering) 7. Definitief Besluit

Na behandeling van de zienswijzen neemt het college een definitief besluit (het ontwerpbesluit wordt besluit).

Indien er geen zienswijzen naar voren zijn gebracht moet het besluit genomen worden binnen vier weken nadat de termijn voor het indienen van zienswijzen is verstreken (3:18 lid 4 Awb).

Indien er wel zienswijzen zijn ingediend en het betreft een besluit op aanvraag dan neemt het bestuursorgaan het besluit binnen zes maanden na ontvangt van de aanvraag (3:18 lid 2 Awb).

Beleid hogere grenswaarden en zonebeheer: vastgesteld 23 januari 2007 3 0

8. Bekendmaking besluit.

Het besluit treedt niet eerder in werking dan dat het bekend is gemaakt (3:40 Awb)

De bekendmaking van besluiten die tot een of meer belanghebbenden zijn gericht, geschiedt door toezending of uitreiking aan hen, onder wie begrepen de aanvrager (art 3:41 Awb).

De bekendmaking van besluiten die niet tot een of meer belanghebbenden zijn gericht geschiedt door kennisgeving van het besluit of van de zakelijk inhoud ervan in en van overheidswege uitgegeven blad of een dag-, nieuws-, of huis-aan-huis-blad (3:42 Awb).

In de bekendmaking moet worden vermeld dat beroep mogelijk is tegen het besluit.

9. Ter inzagelegging definitief besluit.

Indien in de bekendmaking alleen van de zakelijke inhoud wordt kennisgegeven, wordt het besluit tegelijkertijd ter inzage gelegd (3:42 lid 3 Awb)

10. Beroep.

Nieuw is dat geen bezwaar kan worden gemaakt (art. 7.1 Awb). De gang van zaken rondom het beroep is geregeld in 6:8 van de Awb en in artikel 145 van de Wgh. De hoofdregel is dat de termijn gaat lopen op de dag nadat het besluit bekend gemaakt is. De termijn bedraagt zes weken (art. 6:7 Awb).

11.Gelijktijdige bekendmaking, terinzagelegging en beroep

In de Wgh is bepaald dat de beroepstermijn voor het hogere waardebesluit gelijk loopt met het besluit tot vaststelling, wijziging of herziening van het corresponderende bestemmingsplan, in tegenstelling tot het bepaalde in artikel 6:8 van de Awb.

Indien m.b.t. het bestemmingsplan niet binnen de daarvoor geldende termijn (art 28 WRO) is beslist dan vangt de beroepstermijn voor het Hogere waarde besluit aan met ingang van de dag na die waarop de WRO termijn is verstreken.

12.Inschrijving in de openbare registers van het Kadaster.

Een bestuursorgaan moet een door hem genomen onherroepelijk geworden besluit, houdende een beslissing tot het vaststellen van een hogere waarde dan de bij of krachtens deze wet genoemde waarden, zo spoedig mogelijk inschrijven in de openbare registers (zie Burgerlijk Wetboek afdeling 2, titel 1, boek 3) (artikel 110i Wgh).

Hierboven is een algemene procedure beschreven. Deze zal moeten worden ingebed in bestaande procedurebeschrijvingen. Daarin wordt onderscheid gemaakt tussen bestemmingsplannen,

bestemmingsplanwijzigingen en vrijstellingen. De wet geeft voorde verschillende procedures ook verschillende terinzagetermijnen.

Procedure huidige WRO Bestemmingsplanprocedure Wijzigingsprocedure art 19/2 Vrijstellingsprocedure art 15 of 17 Procedure nieuwe WRO

Algemene openbare voorbereidingsprocedure Algemene wet bestuursrecht. Inzagetermijn 2 weken

Algemene openbare voorbereidingsprocedure Algemene wet bestuursrecht

Beleid hogere grenswaarden en zonebeheer: vastgesteld 23 januari 2007 31

Bijlage 2. Factsheet 3: Invoering Lden voor lawaai van weg- en

In document Hogere grenswaarden en zonebeheer (pagina 30-33)