• No results found

9. Kiosk in de buurt

9.2 In en uitsluiting bij de kiosk

Op dit moment is er meer sprake van bonding sociaal kapitaal bij Eminönü Balikcisi. De klantenkring bestaat voor het grootste deel uit Turkse Nederlanders. Kenmerk van de collectieve identiteit is het hebben van een Turkse achtergrond. Deze collectieve identiteit wordt versterkt door de Turkse uitstraling van de kiosk: Turkse naam, Turkse producten, Turkse muziek, Turkse ondernemer. De Turkse uitstraling trekt Turkse mensen aan en versterkt de interne cohesie. Deze nadruk op het Turks-zijn kan ervoor zorgen dat andere, niet-Turkse mensen zich niet welkom en buitengesloten kunnen voelen. Eminönü Balikcisi heeft, aldus familie Yildiz, tot doel om inclusief te zijn, een plek te zijn waar mensen met verschillende achtergronden met elkaar in contact kunnen komen wat aansluit bij bridging sociaal kapitaal. Misschien dat Eminönü Balikcisi in de toekomst inderdaad meer richting bridging sociaal kaptiaal verschuift en daarmee een meer open uitstraling verkrijgt, dat valt te bezien. Want een meer open uitstraling zal ten koste gaan van de Turkse uitstraling dat nu juist veel Turkse Nederlanders aantrekt. Ook het plan van Gülay om binnenkort een televisie op te hangen waarop Turks nieuws te zien zal zijn en het ombouwen van de stenen blokken rondom de kiosk tot kleine tafeltjes met kleine krukjes daaromheen net zoals in Istanbul, zal de transitie van bonding naar bridging sociaal kapitaal tegenwerken. Sociaal kapitaal valt niet toe te passen op Wrapalicious doordat het overgrote

deel van de klantenkring studenten zijn. Deze studenten hebben de kiosk niet nodig met betrekking tot bonding of bridging sociaal kapitaal, dit gebeurt namelijk al op school. School heeft meer invloed op bonding of bridging sociaal kapitaal dan de kiosk waar de studenten relatief weinig tijd doorbrengen. Dit neemt niet weg dat het nog steeds wel zo is dat studenten met verschillende achtergronden samen in de rij staan en soms met elkaar praten. Wrapalicious lijkt daarmee inclusief te zijn. Een kanttekening hierbij is dat hoewel mensen met verschillende (etnische) achtergronden welkom zijn bij Wrapalicious, ik heb gezien dat als de studenten samen naar de kiosk komen als groepje van twee of drie, het groepje meestal wel bestaat uit studenten met dezelfde etnische achtergrond. Dus hoewel iedereen welkom is, vindt er niet veel menging plaats.

De kiosk kan worden gezien als een ontmoetingsplek waar mensen elkaar kunnen ontmoeten en met elkaar kunnen praten. Zo bezien is de kiosk als

ontmoetingsplek meer relevant voor Eminönü Balikcisi aangezien zij een terras hebben wat het makkelijker maakt om elkaar met elkaar in gesprek te gaan terwijl men zit. Eminönü Balikcisi is een soort ontmoetingsplek geworden voor een aantal klanten met een Turkse achtergrond. Tijdens mijn onderzoek heb ik twee soorten groepen kunnen onderscheiden die gebruikmaken van de kiosk als ontmoetingsplek. Het is een plek waar de familie van Gülay met elkaar kan bijpraten onder het genot van een broodje en thee. ‘‘Ja maar kijk zoals je ziet het is meer om een beetje bij elkaar te zijn snap je? Niet echt om eh, nou gewoon meer om elkaar te zien’’ (Neef Ismet). Tijdens mijn onderzoek waren vaak verschillende familieleden van Gülay bij de kiosk te vinden: haar man, haar kinderen, aangetrouwde familie, neven, nichten, tantes. Zo kwam een neef een keer langs met zijn nieuwe vriendin met wie Gülay kennis moest maken. Zoon Ensar vertelt:

(…) Maar weet je wat het is, mijn moeder, (…) is een beetje de kern

van de familie. Mijn moeder is echt geliefd in mijn familie. (…) Mijn andere tante, zij is ook best wel geliefd, maar zij is in Turkije. (…) Dan komen ze allemaal bij mijn moeder terecht. En zij heeft altijd best wel leuke

gesprekken met iedereen.

Daarnaast is Eminönü Balikcisi een ontmoetingsplek geworden voor Turks-

Nederlandse vrouwen. Tijdens mijn onderzoek heb ik vaker dezelfde vrouwen gezien die naar de kiosk komen om met elkaar en met Gülay en Nurcan bij te praten in het Turks. Deze vrouwen drinken altijd thee, roken een sigaret, maar kopen niet altijd een

broodje. Opvallend is dat het de Turks-Nederlandse vrouwen zijn die bij Eminönü Balikcisi op deze manier contacten komen onderhouden. In de meeste Turkse koffiehuizen komen namelijk juist vooral Turks-Nederlandse mannen thee drinken, Turkse wedstrijden kijken, rummikub spelen, backgammon spelen of kaarten. ‘‘De mannen daar willen helemaal niet dat [vrouwen] er komen. Laat staan hun eigen vrouw of vriendin. Dat hoort niet bij hun cultuur, zeggen ze dan’’ (Manschot, 2001). Misschien spreekt de kiosk meer vrouwen en minder mannen aan omdat zij gerund wordt door vrouwen. In een recensie over de kiosk op Facebook schrijft een ontevreden klant: ‘‘En bovendien leek het geheel meer een bijeenkomst van turkse huisvrouwen…’’ (Efe, 2016).

Tijdens deze ontmoetingen met familie of met de vrouwen komt Gülay ook weleens buiten zitten op het terras, thee drinken, roken, en praten als het niet te druk is. De ondernemers menen dat iedereen welkom is bij de kiosk, maar blijkbaar ervaart niet iedereen dat zo. De Turkse gezelligheid kan ertoe leiden dat anderen zich

10. Conclusie

Uit het bovenstaande komt naar voren dat migrantenondernemers van kiosken in een Amsterdamse multiculturele buurt hun etnische achtergrond op verschillende

manieren gebruiken. Met betrekking tot uiterlijk en presentatie zien we een sterk contrast tussen Eminönü Balikcisi en Wrapalicous. Eminönü Balikcisi zet sterk in op de etnische achtergrond (Turkse naam, Turks uiterlijk, Turks concept, Turkse muziek, gebruik Turkse taal op Facebook) terwijl de etnische achtergrond bij Wrapalicious helemaal niet aan de orde komt (neutraal uiterlijk en concept, Engelse naam, uitsluitend gebruik van de Nederlandse taal op het internet). Als we kijken naar de typen markten waarop de kiosken actief zijn, zien we dat Eminönü Balikcisi vooral actief is op de etnische markt en Wrapalicious op de middleman en mainstream

markt.

Opvallend is dat er bij beide kiosken Turks wordt gesproken zodra de klant ook van Turkse komaf is. Er is sneller sprake van amicaliteit tussen verkoper en klant als de klant een Turkse achtergrond heeft. Dit komt waarschijnlijk doordat het

makkelijker is voor de ondernemers om amicaliteit te ontwikkelen als zij de eigen moedertaal kunnen spreken. Bij Eminönü Balikcisi is er meer sprake van bonding sociaal kapitaal met betrekking tot de Turkse klanten. De Turkse achtergrond wordt bij Eminönü Balikcisi versterkt wat op zijn beurt weer leidt tot versterking van de interne cohesie. Eminönü Balikcisi is daarmee ook een soort ontmoetingsplek geworden voor voornamelijk vrouwen met een Turkse achtergrond en voor familie. Eminönü Balikcisi maakt dus veel gebruik van de Turkse etnische achtergrond en Wrapalicious maakt de Turkse achtergrond meestal juist niet relevant.

Ik meen dat we de term etnisch ondernemerschap kritisch moeten bezien. Etnische ondernemingen, oftewel migrantenondernemingen, zijn heel verschillend van aard. Migrantenondernemingen kunnen we niet op een hoop onder de term etnisch ondernemerschap scharen. Niet alle ondernemingen met een

migrantenondernemer zijn ook daadwerkelijk actief op een etnische markt waarop etnische producten aan de eigen achterban worden verkocht. Ik meen dat we migrantenondernemingen die niet actief zijn op een etnische markt, niet zouden moeten scharen onder de term etnisch ondernemerschap aangezien die term de focus legt op het etnische aspect terwijl dat etnische aspect niet noodzakelijk relevant wordt

gemaakt door de migrantenondernemer. Natuurlijk is het wel zo dat de ondernemer een etnische achtergrond heeft, maar dit betekent niet automatisch dat hij/zij etnische producten verkoopt aan een etnisch publiek. Als we kijken naar de typologie van Rušinović (2008) dan meen ik dat we alleen de ondernemingen actief op een etnische

markt etnische ondernemingen kunnen noemen waarbij het etnische aspect duidelijk

van belang is. Daartegenover zou ik migrantenondernemingen actief op een

mainstream markt geen etnische ondernemingen noemen. Zo bezien is Wrapalicious

geen etnische onderneming en Eminönü Balikcisi wel met haar uitgesproken Turkse profiel.

Inmiddels is het decennia geleden dat de eerste grote groepen immigranten naar Nederland kwamen en spreken we tegenwoordig niet alleen van eerste- maar ook van tweede- en derdegeneratieallochtonen. Ook als we de verloop van tijd in

beschouwing nemen, komt naar voren dat het etnische aspect van etnisch ondernemerschap steeds minder relevant wordt. Migranten raken steeds meer geïntegreerd in de samenleving. Met de jaren zijn migrantenondernemingen steeds meer mainstream geworden. Wat staande blijft is het familieaspect, gezien het feit dat vele migrantenondernemingen familiebedrijven zijn. Wrapalicious is een goed

voorbeeld van een mainstream familiebedrijf: een familiebedrijf dat etnische en niet- etnische producten verkoopt aan een algemene klantenkring. In plaats van deze

mainstream ondernemingen te scharen onder de term etnisch ondernemerschap is het

wellicht relevanter om het bij dit soort ondernemingen te hebben over

familiebedrijven. Familie is minstens zo’n, of misschien wel een belangrijker kenmerk, als de migratie achtergrond. Sommige kenmerken die aan etnische

ondernemingen worden toegeschreven horen misschien wel meer bij familiebedrijven. Denk aan de inbedding in informele sociale netwerken en het inzetten van

familieleden als arbeidskrachten. Met betrekking tot migrantenondernemingen actief op de mainstream markt is het passender om de focus te leggen op het familieaspect in plaats van op het etnische aspect. Dit soort ondernemingen maken de etnische achtergrond namelijk weinig of niet relevant, maar zijn vaak wel familiebedrijven. Mijn onderzoek is maatschappelijk relevant omdat ik heb gekeken naar diversiteit in een Amsterdamse multiculturele buurt door in te zoomen op twee kiosken met een migrantenondernemer. Is diversiteit een probleem voor integratie? Putnam (2007) meent van wel en Zukin, Kasinitz en Chen (2015) menen van niet. Zijn kiosken met een migrantenondernemer inclusief en egalitair ten opzichte van alle

verschillende etnische groepen in een Amsterdamse multiculturele buurt? Of zorgen kiosken met migrantenondernemer voor minder vertrouwen zowel tussen als binnen etnische groepen?

Eminönü Balikcisi en Wrapalicious zeggen dat openheid en inclusiviteit hun doel is. Toch zien we bij Eminönü Balikcisi processen van in- en uitsluiting. De ondernemers van Eminönü Balikcisi presenteren de kiosk als een stukje Istanbul in Amsterdam. Dit maakt de kiosk voor sommige mensen aantrekkelijk en de klanten komen soms van ver. Keerzijde is dat de presentatie van de kiosk als klein stukje Istanbul in Amsterdam anderen weer afstoot. Dit dilemma speelt bij Wrapalicious niet omdat zij een minder uitgesproken profiel hebben.

Tegenwoordig heerst onder sommigen in de samenleving het idee dat het slecht gaat met de sociale cohesie onder andere doordat bijvoorbeeld immigranten niet goed genoeg geïntegreerd zijn in de samenleving. Diversiteit wordt gezien als een probleem. Er is minder binding tussen mensen en hierdoor ligt de focus op het

verbeteren van de sociale cohesie. Maar sterke sociale cohesie kan ook uitsluiting betekenen en disfunctioneel zijn voor de samenleving in zijn geheel. Hoe dichter netwerken worden met meer interne sociale cohesie, hoe meer ze verliezen aan openheid (Schnabel, Bijl & De Hart, 2008, pp. 13-16).

Zukin, Kasinitz en Chen (2015) menen juist dat veel diversiteit, superdiversiteit, publieke ruimtes niet alleen divers maken maar daardoor ook inclusief en egalitair. Hoe meer diversiteit, hoe beter lijkt het. Als er immers veel diversiteit is in een publieke ruimte zijn er geen etnische groeperingen die de publieke ruimte domineren en vinden er minder duidelijke processen van in- en uitsluiting plaats.

De discussie rondom diversiteit is nog lang niet ten einde. Processen van in- en uitsluiting zullen altijd in meerdere mate, zoals op dit moment bij Eminönü Balikcisi, of in mindere mate, zoals op dit moment bij Wrapalicious, blijven plaatsvinden.

Bibliografie

Abascal, M. & Baldassarri, D. (2015). ‘Love Thy Neighbor? Ethnoracial Diversity and Trust Reexamined’. American Journal of Sociology, 121 (3), pp. 722-782.

Andriessen, I., Ent, B. van der, Linden, M. van der, Dekker, G. (2015). Op afkomst

afgewezen. Onderzoek naar discriminatie op de Haagse arbeidsmarkt. Den Haag:

Sociaal en Cultureel Planbureau.

Andriessen, I., Nievers, E., Dagevos, J. & Faulk, L. (2012). ‘Ethnic Discrimination in the Dutch Labor Market: Its Relationship With Job Characteristics and Multiple Group Membership’. Work and Occupations, 39 (3), pp. 237-269.

Beckers, P. & Blumberg, B. F. (2013). ‘Immigrant entrepreneurship on the move: a longitudinal analysis of first- and second-generation immigrant entrepreneurship in the Netherlands’. Entrepreneurship & Regional Development, 25 (7-8), pp. 654-691.

Blokland, T. (2009). Oog voor elkaar. Veiligheidsbeleving en sociale controle in de

grote stad. Amsterdam: Amsterdam University Press.

Bryman, A. (2012). Social Research Methods (4th edition). Oxford: Oxford University Press.

Dolfing, M. & Tubergen, F. van (2005). ‘Bensaidi of Veenstra? Een experimenteel onderzoek naar discriminatie van Marokkanen in Nederland’. Sociologie, 1 (4), pp. 407-422.

Duyvendak, J. W. & Wekker, F. (2015). ‘Thuis in de stad? Over het verschil tussen vriendschap en amicaliteit’. In V. Mamadouh & A. van Wageningen (Red.),

EU@Amsterdam. Een stedelijke raad. (pp. 23-30). Amsterdam: Amsterdam

University Press.

Jacobs, J. (1961) The Death and Life of Great American Cities. New York: Vintage books.

Kloosterman, R., Leun, J. van der & Rath, J. (1998). ‘Across the border: Immigrants’ economic opportunities, social capital and informal business activities’. Journal of

Ethnic and Migration Studies, 24 (2), pp. 249-268.

Kloosterman, R., Leun, J. van der & Rath, J. (1999). ‘Mixed Embeddedness: (In)formal Economic Activities and Immigrant Businesses in the Netherlands’.

International Journal of Urban and Regional Research, 23 (2), pp. 252-266.

Lancee, B. & Dronkers, J. (2008) ‘Ethnic diversity in neighborhoods and individual trust of immigrants and natives: A replication of Putnam (2007) in a West-European country’. European University Institute, pp. 1-29.

Lofland, L. (1973). A World of Strangers. Order and Action in Urban Public Space. New York: Basic Books.

Müller, T. & Fischer, T. (2012) ‘Veiligheidsbeleving op een multicultureel plein. Het perspectief van autochtone bewoners’. Mens & Maatschappij, 87 (3), pp. 219-244. Putnam, R. D. (2007). ‘E Pluribus Unum: Diversity and Community in the Twenty- first Century. The 2006 Johan Skytte Prize Lecture’. Scandinavian Political Studies, 30 (2), pp. 137-174.

Rušinović, K. (2006). Dynamic Entrepreneurship. First and second-generation

immigrant entrepreneurs in Dutch cities. Amsterdam: Amsterdam University Press.

Rušinović, K. (2008). ‘Moving between markets? Immigrant entrepreneurs in

different markets’. International Journal of Entrepreneurial Behavior & Research, 14 (6), pp. 440-454.

Schnabel, P., Bijl, R. & Hart, J. de (2008). Betrekkelijke betrokkenheid. Studies in

sociale cohesie. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.

afwijzende en loyale groepen bij stedelijke vernieuwing. Amsterdam: Off-page.

Zukin, S., Kasinitz, P. & Chen, X. (Eds.) (2015). Global Cities, Local Streets:

Everyday Diversity from New York to Shanghai. New York/London: Routledge.

Waldinger, R., Aldrich, H. & Ward, R. (1990). Ethnic Entrepreneurs. Immigrant

Business in Industrial Societies. Newbury Park/London/New Delhi: Sage

Bronnen

ANP (2009, 20 februari). Honderden miljoenen voor Vogelaarwijken Amsterdam. Geraadpleegd op 26 mei, 2016, via http://www.nu.nl/economie/1920921/honderden- miljoenen-voor-vogelaarwijken-amsterdam.html

Baveko (2014) Kiosken/city service point. Geraadpleegd op 20 mei, 2016, via http://www.baveko.nl/ontwikkeling.html

De Gezonde Stad (2016) Duurzame kiosken in Amsterdam-West. Geraadpleegd op 21 juni, 2016, via http://www.degezondestad.org/projecten/duurzame-kiosken-

amsterdam-west_17/

EIM (2004) Monitor Etnisch Ondernemerschap 2004. Zoetermeer: Ministerie van Economische Zaken.

Efe, S. (2016, 4 april). Recensie op Facebook. Geraadpleegd op 25 mei, 2016, via https://www.facebook.com/Eminonubalikcisi020/reviews/

Gemeente Amsterdam (2015) Kiosken in West. Geraadpleegd op 20 mei, 2016, via https://www.amsterdam.nl/gemeente/bestuurscommissies/bestuurscommissie/kiosken -west/

Gemeente Amsterdam (2016) Gebiedsanalyse 2016 Bos en Lommer Stadsdeel West. Amsterdam: Onderzoek, Informatie en Statistiek.

insidder (2015, 6 november). Turkish fish in Amsterdam. Geraadpleegd op 24 mei, 2016, via https://www.tripadvisor.com/Restaurant_Review-g188590-d8778853- Reviews-Eminonu_Balikcisi-Amsterdam_North_Holland_Province.html

Lacryma S (2016, 9 januari). Excellent place. Geraadpleegd op 24 mei, 2016, via https://www.tripadvisor.com/Restaurant_Review-g188590-d8778853-Reviews- Eminonu_Balikcisi-Amsterdam_North_Holland_Province.html

Manschot, A. (2001, 1 april) ‘Vrouwen zijn hoofdpijn’. Opzij. Geraadpleegd op 20 juni, 2016, via http://www.opzij.nl/nl/artikel/35388/vrouwen-zijn-hoofdpijn.html

MIK Amsterdam (2015) Geraadpleegd op 20 mei, 2016, via http://www.mikamsterdam.nl

Witteman, J. (2015, 21 maart) ‘Allochtoon erg slecht af op Nederlandse arbeidsmarkt’. De Volkskrant.

Afbeeldingen

Afbeelding voorblad:

Facebookpagina van Amsterdam Eminönü balikcisi & köfte. Geraadpleegd op 19 juni, 2016, via

https://www.facebook.com/Eminonubalikcisi020/photos/a.1670626019874478.10737 41829.1664109693859444/1682450208692059/?type=3&theater

Afbeelding 6:

Eminönü balikcisi grill. Geraadpleegd op 21 juni, 2016, via

https://www.facebook.com/Eminonubalikcisi020/photos/a.1670626019874478.10737 41829.1664109693859444/1690481091222304/?type=3&theater

Afbeelding 8:

Postcodekaart Amsterdam. Geraadpleegd op 19 juni, 2016, via

Bijlagen

Bijlage 1. Vragenlijst aan klanten.