• No results found

Uitnodiging feedbackmoment

In document Opvoedingsondersteuning en kansengroepen (pagina 46-111)

Sanne Hillaert Leeuwstraat 8 9000 Gent

GSM: 0495/43.72.37

E-mail: sannehillaert@gmail.com

Gent, 1 mei 2011

Beste mevrouw, Beste meneer,

In april 2011 was u bereid om mee te werken aan mijn stageopdracht bij de Vlaamse Coördinatoren Opvoedingsondersteuning (Agentschap Jongerenwelzijn) van West-Vlaanderen. Deze stage kaderde binnen het Voorbereidingsprogramma tot Master in het Sociaal Werk aan de Universiteit Gent.

Het doel van de stageopdracht was een duidelijk zicht te krijgen op de inhoud van bestaande projecten, initiatieven of organisaties die bijzondere aandacht schenken aan het bereiken van kansengroepen (al dan niet in het kader van opvoedingsondersteuning). Via interviews met praktijkwerkers en sleutelfiguren wilde ik graag een aantal zaken te weten komen: vanuit welke visie benaderen deze projecten kansengroepen en hoe vertaalt dit zich in de praktijk en het concrete handelen? Welke methodieken worden gehanteerd om kansengroepen te bereiken, welke ervaringen heeft u daarmee en waar bevinden zich mogelijkheden en valkuilen? Het aanbod werd aldus bevraagd op effectiviteit, met als doel andere praktijkwerkers te stimuleren om gelijkaardige projecten op te zetten.

Ondertussen zijn er 17 interviews afgenomen en verwerkt. Zoals beloofd nodigen we u graag uit voor een debatlunch waarop de bevindingen uit deze opdracht worden toegelicht en er ruimte wordt geboden voor feedback en debat. Deze debatlunch zal plaatsvinden op maandag 27 juni 2011. U wordt verwacht van 11u30 tot 14u in lokaal 1.02, Agentschap Jongerenwelzijn, Gistelse Steenweg 300, 8200 Sint Andries Brugge. Een broodjeslunch wordt voorzien.

Om praktische redenen, vragen we dan ook om uw deelname te bevestigen tegen 20 juni 2011 op sannehillaert@gmail.com, met mededeling van het aantal personen waarmee uw organisatie aanwezig zal zijn.

We hopen alvast u allen te mogen verwelkomen.

Met vriendelijke groeten,

Sanne Hillaert John Decoene

Stagiaire VCO West-Vlaanderen Teamverantwoordelijke VCO West-Vlaanderen

Interviews

Straathoekwerk Oostende Algemene info

Hoe lang werkt u al bij Straathoekwerk?

Zes jaar.

Wat is uw functie binnen Straathoekwerk?

Ik ben wijkgericht straathoekwerker.

Kan je de werking van Straatwijs Opvoeden even kort toelichten?

Straatwijs Opvoeden is een samenwerking tussen Straathoekwerk en Jongerenwelzijn waarbinnen de werking van het opvoedingshuis in vraag wordt gesteld. Ze merkten dat het opvoedingshuis niet zo goed draaide, en hadden het idee dat Straathoekwerk een goede partner zou kunnen zijn om te werken rond opvoeding. Het is de bedoeling om via bevragingen bij de mensen na te gaan wat zij als goed ervaren en wat niet?

Met welke doelgroep werken jullie bij Straatwijs Opvoeden?

Met ouders: mama’s en papa’s uit alle soorten gezinnen. Op dit ogenblik werken wij minder met allochtone gezinnen.

Straatwijs Opvoeden is opgestart vanuit Straathoekwerk. Welke doelstellingen streven jullie na met Straathoekwerk?

Als straathoekwerker sta je tussen de mensen en de diensten, we zijn doorverwijzers. We werken vooral bij mensen die de weg niet meer vinden of slechte ervaringen hebben met hulpverlening. Het is niet evident om deze mensen te vinden.

Hebben jullie nog andere projecten lopen binnen Straathoekwerk?

We hebben de Belgian Homelesscup, dat is het grootste project dat momenteel loopt. Met dit project willen we mensen ondersteunen om hun leven opnieuw een positieve wending te geven, en we doen dit aan de hand van voetbal. Er loopt ook een project waarbij we een kookboek samenstellen. Elke straat in de wijk stelt een recept samen, dat gebundeld wordt in het kookboek.

Benoemen jullie je aanbod als opvoedingsondersteuning?

We werken opvoedingsondersteunend, maar dat concept is moeilijk te vatten. We geven wel opvoedingstips en stellen ouders gerust over verschillende zaken. Soms maak ik de vergelijking met mijn eigen kinderen, waardoor ouders zien dat niet enkel zij met problemen kampen.

Ik vind het moeilijk om opvoedingsondersteuning in een vakje te steken. We zijn met zodanig veel zaken bezig en werken niet enkel probleemgericht.

Wat is het aanbod van Straathoekwerk naar kansengroepen toe?

We bieden onszelf aan. Het belangrijkste is dat we onszelf blijven en de sociale kaart kennen. Eerst en vooral moeten we een vertrouwensrelatie opbouwen. De meeste mensen zijn afwachtend, anderen willen meteen hun levensverhaal vertellen. Sommige mensen zijn al vaak tegen de muur gelopen, bij hen moet je veel verder gaan om hen mee te krijgen.

Soms zijn wij ook de enigen die nog bij hen binnen geraken.

Visie met betrekking tot kansengroepen

Uit welke noden is Straatwijs Opvoeden ontstaan?

We merken dat de hulpverlening niet honderd procent is. De mensen die moeten bereikt worden met opvoedingsondersteuning, worden niet bereikt.

Vanuit welke visie op kansengroepen werken jullie?

Als Straathoekwerker heb je oog voor iedereen, maar je wil iets meer aandacht geven aan de mensen die het nodig hebben.

Mensen die uit de boot vallen, willen we terug binnenkrijgen binnen de hulpverlening. We willen ook weer een netwerk opbouwen rond hen. Veel mensen zijn dat netwerk door hun problemen kwijt gespeeld.

Hoe helpen jullie bij het uitbouwen van dat netwerk?

Door niet alleen professioneel te werken, maar ook hun vriend te zijn. Door met de mensen te praten. Ze zijn vaak blij dat het niet enkel over hun problemen moet gaan, maar dat ze ook leuke dingen kunnen doen met ons. We gaan ook niemand forceren om hulp te zoeken. Een drugsgebruiker bijvoorbeeld, ga ik nooit pushen om er iets aan te doen. Je moet het thema bespreekbaar maken en samen op zoek gaan naar een oplossing. Maar door iemand te forceren, duw je hen net verder weg.

Waarom beschouw je je doelgroep als een kansengroep?

Wij zijn bij velen de enigen die nog met hen werken en hen op een positieve manier ervaren. Wij vragen niets van de mensen terug en werken onvoorwaardelijk.

Worden kansengroepen bereikt in het reguliere aanbod? Waarom wel/niet?

Neen. Door in je bureau te wachten tot de mensen naar je toe komen, bereik je enkel de mensen die de weg vinden. Veel mensen durven, willen of kunnen de weg niet vinden. Als zij niemand uit het veld hebben die hen doorverwijst, is die toegang heel moeilijk.

Je moet dus naar de mensen toe stappen?

Zeer zeker. Ik werk momenteel binnen appartementsblokken, en daar is het heel moeilijk om contacten te leggen. Diegene die buiten komen en naar ontmoetingscentra komen, dienen we niet meer te bereiken. Het zijn de mensen die binnen blijven, die we moeten aansporen.

Waarom hechten jullie zoveel belang aan het bereiken van kansengroepen?

Ten eerste omdat dat onze job is, en ten tweede omdat ook die mensen moeten geholpen worden. Het is veel beter om één stap vooruit te gaan, dan drie stappen meer in de miserie terecht te komen. We moeten proberen om mensen vertrouwen te laten hebben in je, dan kan je ook meer zeggen tegen die mensen. Op het eerste moment kan dat kwetsend overkomen, maar uiteindelijk zullen ze beseffen dat je gelijk hebt. Dat is als bij echte vrienden.

Het betrekken van kansengroepen: wat werkt en wat niet?

Wie heeft bijgedragen tot de opstart en uitwerking van Straatwijs Opvoeden?

Het Vlaams Agentschap Jongerenwelzijn en Straathoekwerk.

Hoe maken jullie je aanbod bekend naar kansengroepen toe?

We hebben een ontmoetingscentrum met een plaatselijk krantje. Daarin sta ik met wat uitleg en een foto. Elke inwoner van de wijk krijgt dat krantje en ik kreeg daar wel wat reacties op. We willen ook een folder maken dat de wijkagent aan alle nieuwe inwoners bezorgt. Het nadeel is dat ik geen bureau heb, waardoor mensen niet echt naar mij kunnen komen.

Bekendmaking doe je vooral door zelf veel aanwezig te zijn en mensen aan te spreken. Ook via mond aan mond wordt mijn aanbod bekend gemaakt.

Op welke manier geraken jullie betrokken in de leefwereld van kansengroepen? Welke houding is belangrijk?

Eerlijkheid, jezelf zijn, het tempo van de cliënt volgen,… Je mag ook niet veroordelen. Als je als mens niets te maken wil hebben met een gedrag van een cliënt, moet je hem als hulpverlener toch kansen blijven geven. Dat wil niet zeggen dat je alle gedrag moet goedkeuren. Je moet het gedrag wel bespreekbaar maken. En dat kan pas als je al een vertrouwensband hebt opgebouwd.

Hoe probeer je zo een vertrouwensband op te bouwen?

Door veel aanwezig te zijn in de wijk en bij de mensen. Het belangrijkste voor de mensen is dat ze merken dat je eerlijk bent en onvoorwaardelijk werkt. De mensen zien ons als een vriend, dus je moet die eigenschappen tot uiting brengen.

Hebben de mensen die jullie bereiken andere noden dan andere doelgroepen?

Ik denk het wel. Mensen uit bijvoorbeeld de middenklasse hebben waarschijnlijk een groter netwerk, en dat is heel belangrijk bij het aanpakken van problemen. Het is echter niet omdat je in een groot huis woont, dat je geen problemen hebt. Ook daar kunnen kinderen ADHD hebben. Maar daar worden problemen soms meer weggestoken.

Vaak is er sprake van generatiearmoede. Die ouders hebben nooit anders geweten, waardoor het niet gemakkelijk is om uit die problemen te geraken.

Hebben kansengroepen nood aan een doelgroepgerichte benadering of kunnen zij aansluiten bij het reguliere aanbod?

Het zou ideaal zijn moesten ze kunnen aansluiten bij het reguliere aanbod, maar we merken dat dat niet altijd lukt. Alle mensen zijn anders en hebben andere noden, er bestaat geen hulpverlening die werkt voor iedereen. Ik denk dat je zowat een middenweg moet zoeken.

Welk aandeel heeft de doelgroep in de werking van Straathoekwerk? Op welk niveau participeren ze?

Echt participeren, doen ze niet. Wij werken ook eerder individueel en organiseren dus geen grote activiteiten.

Welke elementen zijn belangrijk in het werken met kansengroepen?

Eerlijk zijn en jezelf zijn. Ook moet je heel goed de sociale kaart kennen. Dat zijn de voornaamste dingen.

Wat vind je de belangrijkste realisatie van Straathoekwerk?

Dat we blijven bestaan. We hebben steeds meer een goede verstandhouding met de stad Oostende. Je bereikt vooral individueel dingen. Je moet blij zijn met de dingen die je bereikt met je gasten apart. Als je merkt dat zij vooruit gaan, dankzij de hulp van Straathoekwerk, is dat zeer belangrijk. We kregen vorig jaar een nieuwe collega, wat volgens mij ook mag tellen als een soort appreciatie.

Wat wil je nog graag bereiken met Straathoekwerk?

Ik probeer om rond de feestdagen dingen te organiseren, zodat de mensen binnen de wijk contact kunnen zoeken met elkaar. Ook dit gebeurt zonder voorwaarden.

Krijgt jullie doelgroep de kans om jullie werking te evalueren? Of gebeurt dit meer op een informele manier?

Op informele manier hoor je af en toe wat klachten, maar ook zeker appreciatie. Sommige mensen zeggen je dat je de enige bent die hen nog helpt, dus dat is wel positief. Veel mensen zijn heel dankbaar, anderen beschouwen het eerder als vanzelfsprekend.

Link met opvoedingsondersteuning

Wat betekent opvoeden voor jullie doelgroep?

Zij willen het beste geven voor hun kinderen. Dat wordt natuurlijk gekleurd door dingen die je zelf hebt meegemaakt.

Sommige dingen uit de eigen opvoeding worden doorgegeven terwijl men andere zaken liever achterwege laat. Het is niet omdat sommige mensen kansarm zijn, dat zij niet het beste willen voor hun kinderen.

Worden jullie vaak geconfronteerd met opvoedingsvragen?

Op informele wijze wel, maar niet zo heel vaak. Die vragen komen vaak aan bod binnen andere verhalen. Ik werk meer met jongeren of met oudere mensen, waardoor opvoeding niet zo veel aan bod komt. Maar als deze vragen aan bod komen, geef ik hen wel wat tips.

Verwijs je de ouders dan door, of geef je hen zelf raad?

Meestal geef ik hen zelf tips. Vaak worden deze mensen al begeleid door bijvoorbeeld Kind en Gezin. Dan kunnen zij al bij die diensten terecht. Niet alle ouders voelen zich bij die diensten begrepen.

Vinden de ouders zelf de weg naar projecten?

Meestal worden zij doorverwezen door hulpverleners of andere mama’s.

Sluit het aanbod van opvoedingsondersteuning aan bij de noden van de doelgroep?

Soms is de begeleiding te kort of krijgen de ouders geen antwoord op hun vragen. Ouders met een verslavingsproblematiek, worden soms doorverwezen omdat de problematiek te zwaar is.

Ondernemen jullie zelf zaken om het aanbod van opvoedingsondersteuning bekend te maken?

Als het nodig is, verwijzen wij door. Veel mensen met kleinere kinderen vinden de weg naar het aanbod wel en zijn er tevreden over. Bij de stad zijn we nu op zoek naar een kinderopvang voor onregelmatige uren. Dan kunnen ouders met hun kinderen daar terecht als ze even alleen willen zijn of naar de kapper moeten of zo. Ik kan goed begrijpen dat ouders daar soms nood aan hebben en er even tussenuit moeten.

Slot

Hoe denk je dat een onderzoek naar het werken met kansengroepen best gevoerd wordt?

Door de mensen zelf aan bod te laten komen op een manier die niet confronterend is. Bij sommige mensen die ik nu interview binnen Straatwijs Opvoeden, merk ik dat het moeilijk is om hun verhaal te vertellen. Je moet ervoor zorgen dat ze alleen zijn, en hun partner of kinderen niet in de buurt zijn. Zo kunnen zij vertellen zonder zich te moeten inhouden en zonder verdere verplichtingen. Als mensen het gevoel hebben dat je iets aan hun situatie kan veranderen, gaan ze ook makkelijker vertellen.

Zijn er nog dingen die je wil vermelden die belangrijk zijn binnen Straathoekwerk?

Niet direct, ik denk dat het belangrijkste al aan bod is gekomen. Het is belangrijk om zelf naar de mensen toe te stappen en hen te laten vertellen in hun eigen vertrouwde omgeving. Zo zie je ook dat er heel veel verschillen zijn tussen de mensen en leer je hen beter kennen.

Samenlevingsopbouw over ‘Ouders als Onderzoekers’

Algemene info

Hoe lang werk je al bij Samenlevingsopbouw?

10 jaar.

Wat is je functie bij Samenlevingsopbouw?

Ik ben opbouwwerker. Dat betekent dat ik projectwerk doe. Met samenlevingsopbouw willen we werken aan leefbaarheid binnen wijken en buurten. Hiervoor werken we vooral binnen wijken waar de leefbaarheid onder druk staat door verschillende factoren, zoals bijvoorbeeld te weinig dienstverlening, een concentratie van kansengroepen, verkeersonveiligheid,… We werken samen met bewoners van de wijk aan de leefbaarheid en bevragen wat er aan de hand is. Daarna maken we samen met de bewoners een plan op en gaan we op zoek naar andere partners om mee samen te werken. Wat ook belangrijk is, is dat we nooit individueel maar steeds met groepen werken.

Ook ondersteunen we groepen mensen in het uitoefenen van hun grondrechten. Als het recht van wonen bijvoorbeeld onder druk staat bij een bepaalde groep, gaan we met die groep aan de slag om een structurele oplossing te zoeken.

Momenteel werken er bijvoorbeeld collega’s met bewoners van het platteland rond energiezuinig wonen.

In de Nieuwe Stad werken we rond leefbaarheid van de kwetsbare wijk. Deze wijk bleef jarenlang uit het gezichtsveld van het beleid. Er was weinig groenaanleg, geen dienstverlening of ontmoetingsruimte en een concentratie aan kansengroepen.

Hierdoor stond de leefbaarheid onder zware druk. Daarnaast werken we rond het recht op wonen. De Nieuwe Stad bestaat uit allemaal sociale huurwoningen. Wij vinden dat een goede sociale huisvesting gebouwd is op een goede samenwerking en relatie tussen huurders en verhuurders. Via bewonersvergaderingen en dergelijke proberen we deze relatie op te bouwen en willen we de stem van de bewoners laten horen aan de bouwmaatschappij.

Met welke doelgroep werken jullie bij ‘Ouders als Onderzoekers’?

‘Ouders als Onderzoekers’ past binnen het project rond de leefbaarheid van de wijk. Er is een groep binnen de wijk die steeds uit het beeld van het beleid bleven, namelijk jonge gezinnen. Zij uitten hun nood aan ontmoeting, activiteiten voor de kinderen,… We werken met alle gezinnen met kinderen tussen nul en achttien jaar binnen de Nieuwe Stad. De mama’s die het project aansturen zijn vooral alleenstaande mama’s (zowel allochtoon als van Belgische origine) van onze wijk. Zij zitten dus in een kwetsbare situatie en sleuren een zware rugzak mee.

Kan je de doelstelling van ‘Ouders als Onderzoekers’ even kort toelichten?

De doelstelling van het project is om beleidsaandacht te krijgen voor jonge gezinnen met kinderen en dat er ook werkelijk iets gebeurt voor hen. Voor senioren en jongeren is er al een aanbod binnen de wijk, maar de groep van gezinnen met jonge kinderen wordt vaak vergeten.

Tegelijkertijd kunnen de mama’s die het project aansturen, uitpakken met een onderzoek en daar voldoening uit halen. Op die manier tonen we aan het beleid dat de vraag die de doelgroep stelt legitiem is en dat er een heel onderzoek aan vooraf ging.

Hoe proberen jullie die doelstellingen te bereiken?

Door met een sterk signaal - dat voortkomt uit de wijk - naar het beleid te trekken en rechtstreeks het gesprek aan te gaan.

De bereidheid bij de beleidsmakers is er om iets te veranderen voor de doelgroep.

De mama’s proberen we zoveel mogelijk te ondersteunen en te volgen bij het voeren van het onderzoek, maar tegelijkertijd geven we hen ook heel veel verantwoordelijkheid. We willen dat het onderzoek echt iets van hen zelf is, zij zijn eigenaar van het onderzoek.

Benoemen jullie je aanbod als opvoedingsondersteuning? Waarom wel/niet?

Neen. ‘Ouders als Onderzoekers’ moest eigenlijk over een thema handelen dat te maken heeft met opvoeding. Voor mij was het echter zeer duidelijk dat het thema door de bewoners van de wijk zelf moest gekozen worden. Ik wilde iets doen rond opvoeden, maar dat moest wijkgebonden zijn. Een thema als ‘slechte eetgewoonten’ was niet echt interessant voor dit onderzoek. Al snel kwamen we met de bewoners bij het thema ‘opgroeien in de Nieuwe Stad’. Op het einde van de rit heeft dit thema dus wel met opvoeden te maken. De gebreken van de wijk maken het moeilijker om hun kinderen op een goede manier op te voeden, dus door de wijk leefbaarder te maken vergemakkelijk je het opvoedingsproces. Opvoeden

Visie met betrekking tot kansengroepen

Vanuit welke noden is ‘Ouders als Onderzoekers’ ontstaan?

In de Nieuwe Stad was er geen aandacht voor ontmoeting, activiteiten,… voor jonge gezinnen. We vonden snel mama’s die wilden meewerken aan het project, waaruit blijkt dat zij echt aan het wachten waren op een verandering.

Vanuit welke visie op kansengroepen hebben jullie ‘Ouders als Onderzoekers’ uitgewerkt?

Bij de opstart van het project, viseerden we ons niet op kansengroepen. De mama’s horen die term ook niet graag, zij willen niet ‘arm’ genoemd worden. ‘Kansarm’ horen zij ook niet graag. Ze zeggen zelf dat ze kansarm zijn omdat hun kinderen in de wijk kansen missen op vlak van ontmoeting, ondersteuning,… Zij zijn dus kansarm omdat de wijk het niet toelaat hun kinderen op een goede manier op te voeden.

Bij de opstart van het project, viseerden we ons niet op kansengroepen. De mama’s horen die term ook niet graag, zij willen niet ‘arm’ genoemd worden. ‘Kansarm’ horen zij ook niet graag. Ze zeggen zelf dat ze kansarm zijn omdat hun kinderen in de wijk kansen missen op vlak van ontmoeting, ondersteuning,… Zij zijn dus kansarm omdat de wijk het niet toelaat hun kinderen op een goede manier op te voeden.

In document Opvoedingsondersteuning en kansengroepen (pagina 46-111)