• No results found

Uitgangspunten geluidsberekeningen

In dit hoofdstuk worden de geluidsbronnen van de representatieve bedrijfssituatie van de Me-taalhandel Van de Graaf en het gebruikte rekenmodel van deze bedrijfssituatie omschreven.

Voor de hierna beschreven geluidsbronnen zijn in bijlage 1 ‘Gehanteerde geluidsbronnen’ de geluidsbronvermogens per geluidsbron weergegeven.

3.1. Omschrijving representatieve bedrijfssituatie

Door de eigenaar van de Metaalhandel Van de Graaf is geen toestemming gegeven om ge-luidsmetingen uit te voeren naar de geluidsbronvermogens van de relevante geluidsbronnen, zoals onder andere de rondrijdende dieselheftruck, het sorteren van het metaal, de het mecha-nische materieel. Daarnaast is de representatieve bedrijfssituatie ook niet besproken met de eigenaar.

Algemeen

Volgens het Barim mag het bedrijf een maximale geluidsbelasting produceren 50 dB(A) op de dichtstbijzijnde woning. Op basis van een conceptaanvraag van een milieuvergunning is de representatieve bedrijfsvoering bepaald.

In de conceptaanvraag van de milieuvergunning is aangegeven dat de Metaalhandel Van de Graaf de volgende werkzaamheden verricht: het inzamelen, sorteren, bewerken, opslaan en afvoeren van ferro en nonferro metalen en kabels. De werktijden van de metaalhandel is op werkdagen van 8.00 uur tot 17.30 uur en op een zaterdag van 8.00 uur tot 11.30 uur.

Dieselheftruck

Het sorteren van de ferro en nonferro metalen duurt gemiddeld 2 uur per dag. Het sorteren ge-beurt met de hand en/of met de beschikbare dieselheftruk. In de berekeningen is uitgegaan van een worst case situatie; de dieselheftruck is gedurende 2 uur bezig met het sorteren van de metalen. Omdat de dieselheftruck over het gehele terrein metalen sorteert, zijn acht puntbron-nen ingevoerd die elk 15 minuten in bedrijf zijn, waardoor de bedrijfsduurcorrectie (Cb) 16,81 dB(A) per bron bedraagt.

Verkeer van en naar de metaalhandel

De metalen worden door personen-, bestel- en vrachtauto’s naar de metaalhandel vervoerd. In tabel 2 zijn het aantal verkeersbewegingen per dag van en naar de metaalhandel weergegeven:

Tabel 2: Verkeersbewegingen van en naar de Metaalhandel Van de Graaf.

Dagperiode

Knipschaar en Kabelpelmachine

De Metaalhandel Van de Graaf maakt gebruik van de knipschaar type 3028 van het merk Bron-nenberg. De kabelpelmachine is eveneens van het merk Bronnenberg en is van het type Kap-90. Uit navraag bij Bronnenberg is aangegeven dat de beide apparaten nagenoeg geen lawaai maken op 1 meter afstand op 1 meter hoogte. Bronnenberg stelt dat het geluidsbronvermogen lager is dan een stationair draaiende personenauto. Hoogstwaarschijnlijk worden deze appara-ten inpandig bediend. Daardoor is het geluidsvermogen verwaarloosbaar en derhalve niet in het rekenmodel opgenomen.

3.2. Bronvermogen geluidsbronnen

Aangezien er geen geluidsmetingen konden worden uitgevoerd is op basis van kencijfers een aanname gemaakt van de geluidsbronvermogens van de hiervoor besproken geluidsbronnen.

Dit geldt zowel voor de langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus LAr,LT en de maximale geluids-niveaus LAmax. De geluidsbronvermogens voor de langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus LAr,LT zijn zo gekozen dat op de dichtstbijzijnde woning de geluidsbelasting niet hoger is dan 50 dB(A). In bijlage 3 is hiervan een kaart met geluidsbelastingen op de naastgelegen bestaande woningen opgenomen.

De volgende equivalente geluidsbronvermogens LAwr zijn gebruikt bij het berekenen van de langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus LAr,LT:

- dieselheftruck: LAwr = 101 dB(A);

- vrachtwagen: LAwr = 102 dB(A);

- bestelauto: LAwr = 99 dB(A);

- personenauto: LAwr = 88 dB(A).

De volgende equivalente geluidsbronvermogens LAwr zijn gebruikt bij het berekenen van de maximale geluidsniveaus LAmax:

- sorteren van metalen (metaal op metaal): LAwr = 120 dB(A);

- dieselheftruck: LAwr = 108 dB(A).

- ontluchten vrachtwagen: LAwr = 108 dB(A);

- dichtslaan portier vrachtwagen, bestelauto of personenauto: LAwr = 100 dB(A).

In bijlage 1 ‘Overzicht geluidsemissies ingevoerde geluidsbronnen’ zijn van de hiervoor ge-noemde geluidsbronnen de geluidsemissies per octaafband weergegeven.

3.3. Rekenmodel

De geluidsbelastingen ten gevolg van de metaalhandel zijn berekend met een computermodel.

Deze berekeningen zijn uitgevoerd volgens de ‘Handleiding Meten en Rekenen Industrielawaai’

(1999). Er is gebruik gemaakt van het computerprogramma van DGMR, Geomilieu versie 2.14.

In bijlage 2 zijn kaarten opgenomen waarop de rekenmodellen zijn afgebeeld die zijn worden besproken.

De volgende rekenmodellen zijn opgesteld:

- Model langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus LAr,LT voor de representatieve bedrijfssituatie van de Metaalhandel Van de Graaf;

- Model maximale geluidsniveaus LAmax voor de representatieve (bedrijfs)situatie van de Me-taalhandel Van de Graaf;

Hieronder zijn de meest belangrijke items waaruit een akoestisch rekenmodel is opgebouwd kort uitgelegd.

Ondergrond en bodemgebieden

In het rekenmodel kan worden gekozen de akoestisch harde of akoestisch zachte gebieden te modelleren. In dit rekenmodel is ervoor gekozen de akoestisch harde gebieden te modelleren. Dit betekent dat bijvoorbeeld de wegen en watergangen zijn opgenomen in het rekenmodel. Alle overige niet in het model gedefinieerde gebieden zijn akoestisch zacht (absorberend).

Gebouwen

Woningen, kantoren en andere (grote) objecten worden gemodelleerd met het item ‘gebouwen’.

Voor de hoogte van de ingevoerde nieuwe woningen is uitgegaan dat woningen worden ge-bouwd in drie lagen. De hoogte van de omliggende (bestaande) gebouwen is bepaald op basis van de streetviewfunctie van Google Earth en is gemeten van het plaatselijke maaiveld.

Geluidsbronnen

Activiteiten, installaties en verkeersbewegingen zijn gemodelleerd door middel van punt- en mobiele geluidsbronnen. De bedrijfsduur waarover een geluidsbron daadwerkelijk geluid geeft, is vervat in de bedrijfsduurcorrectieterm Cb. Voor een overzicht van de ingevoerde geluidsbron-nen wordt verwezen naar bijlage 1 ‘Overzicht geluidsemissies ingevoerde geluidsbrongeluidsbron-nen’.

Hoogtelijnen

Het hoogteverloop van het maaiveld binnen het aandachtsgebied van het rekenmodel kan in de berekening worden betrokken door het invoeren van zogenoemde hoogtelijnen. Het basis van het hoogtelijnenmodel is gebaseerd op de hoogteligging van het bouwplan, te weten 1,3 meter onder NAP (zie hieronder).

Specifiek kan hier worden gewezen dat de hoogteligging van de Buitendams op ongeveer 3,9 meter boven NAP is gelegen. Dit betekent dat de Buitendams 5,2 meter hoger ligt dan het plaat-selijke maaiveld van het nieuwe woonzorgcomplex.

Toetspunten

Ter plaatse van het nieuwe woonzorgcomplex zijn toetspunten ingevoerd in het rekenmodel. Op de toetspunten worden de geluidsniveaus berekend die de gemodelleerde geluidsbronnen ver-oorzaken onder invloed van onder andere afschermingen en reflecties van objecten, luchtab-sorptie en bodemreflecties. Berekend wordt het ‘invallende’ geluidsniveau in dB(A).

Het nieuwe woonzorgcomplex bestaan uit twee bouwlagen. De toetshoogte voor de begane