• No results found

Voor het behalen van de landelijke doelstelling zijn veel scenario’s denkbaar. Er zijn in Nederland inmiddels heel veel verschillende manieren van afvalinzameling. Het is uiteraard niet mogelijk om al deze inzamelsystemen voor Heemstede door te rekenen. Samenvattend kan worden gesteld dat de effectiefste (best practices met de laagste hoeveelheid restafval per inwoner) worden gekenmerkt door service, betrokkenheid van de inwoners en invloed op tarief.

Voor het behalen van de doelstelling wordt gebruik gemaakt van de volgende uitgangspunten:

1. Focus op de stromen waar het meeste resultaat is te boeken 2. Focus op grondstoffen, niet op restafval

3. De vervuiler betaalt

4. Houdt de afvalstoffenheffing laag 5. Zet in op communicatie

6. Volgen van nieuwe ontwikkelingen 7. Aandacht voor het straatbeeld

8. Afvalscheiding bij de hoogbouw vraagt om maatwerk

3.1 Focus op de stromen waar het meeste resultaat is te boeken

Het restafval bestaat voor het grootste gedeelte uit gft-afval en plastic. Daarnaast is ook bij het restafval en het grofvuil veel winst te halen.

3.1.1 PMD: gescheiden inzameling van drankenkartons en blik toevoegen aan plastic

Het toevoegen van drankenkartons en metalen verpakkingen (blik) aan de inzameling van plastic is zeer wenselijk. Dit is eigenlijk al standaard in Nederland; Heemstede loopt hierin achter. De huidige inzameling van plastic verpakkingen vindt plaats met verzamelcontainers. Toevoegen van

drankenkartons en blik is wegens capaciteitsproblemen echter niet zonder meer mogelijk. Er zijn vier hotspots (Sportparklaan, station Heemstede-Aerdenhout, Amstellaan en Eyckmanlaan) die moeten worden uitgebreid (perscontainers/tweede container), daarnaast is de inzameling nog niet volledig uitgerold, niet bij alle brenglocaties voor glas en papier zijn plastic containers geplaatst.

Er zijn twee opties onderzocht voor de invoering van de gecombineerde PMD -inzameling: uitbreiding van de inzamelcapaciteit (scenario Huidig+) of overstappen op het aan huis inzamelen (scenario 1 en 2). De huis-aan-huis-inzameling biedt het meeste perspectief met het oog op het behalen van de VANG-doelen in 2020.

3.1.2 GFT: GF-scheiding in de keuken

Het restafval bestaat gemiddeld voor 41% uit gft. Veruit het merendeel hiervan is groente- en fruitafval. Het belang van afvalscheiding in de keuken benadrukken we via communicatie. In het najaar van 2016 is een proef gestart met de kleine keukenafvalemmertjes.

3.1.3 Grofvuil: focus op de milieustraat

Uit de sorteeranalyses van de afgelopen jaren blijkt dat het restafval voor gemiddeld 12% bestaat uit grofvuil (5% kunststof-niet verpakkingen, 4% steenachtige materialen/bouwpuin en 3% hout). De grondstoffen kunnen op de milieustraat gescheiden worden ingeleverd.

Het grofvuil dat op de milieustraat wordt ingeleverd, wordt bij de verwerker gescheiden in herbruikbare grondstoffen. Hierdoor wordt 85% van het grofvuil hergebruikt. Slecht 15% wordt verbrand. Het grofvuil heeft hierdoor een grote invloed op het totale afvalscheidingspercentage.

3.2 Focus op grondstoffen, niet op restafval

Het belang van de scheiding tussen waardevolle grondstoffen en afval wordt benadrukt. We moeten meer service op waardevolle afvalstromen bieden, waardoor we zoveel mogelijk grondstoffen gaan inzamelen en steeds minder (rest)afval. Dit kan bereikt worden door bijvoorbeeld PMD aan huis op te halen middels een extra rolemmer. Ook kan de haalfrequentie van GFT (in de zomer) verhoogd worden.

De inwoners die goed scheiden zullen nog nauwelijks restafval overhouden. Een effectieve manier om de overige inwoners te stimuleren om afval te scheiden is de service op restafval te verlagen door dit

bijvoorbeeld eens per drie of vier weken op te halen in plaats van eens per twee weken of door dit helemaal niet meer aan huis op te halen (omgekeerd inzamelen).

De kwaliteit van de grondstoffen is belangrijk

De focus op grondstoffen is vooral gericht op het inzamelen van meer grondstoffen; maar de kwaliteit is ook erg belangrijk. Sterk vervuilde grondstoffen kunnen namelijk niet gerecycled worden. Dit heeft bovendien invloed op de financiële opbrengst.

Bij invoering van omgekeerd inzamelen (wegbrengen van restafval) bestaat er een risico dat de grondstoffen die aan huis worden opgehaald meer vervuild raken met restafval. Er is altijd een deel van de inwoners die moeilijk te bewegen is het afval te scheiden. Zij zullen relatief dus ook nog veel restafval hebben. Als zij hiermee moeten gaan lopen is het risico dat zij (een deel van) het afval in een verkeerde rolemmer gooien, die wel aan huis wordt opgehaald.

Invoering van diftar kan de kwaliteit van de gescheiden ingezamelde stromen (extra) verslechteren, doordat men restafval bij gooit bij het andere afval om zo kosten te besparen. De verwachting is dat de vervuiling mee zal vallen in Heemstede; men is hier relatief netjes.

3.3 De vervuiler betaalt

94% van de gemeenten differentieert het tarief van de afvalstoffenheffing. Ruim de helft (52%) doet dit op basis van de grootte van het huishouden. Twee van de vijf gemeenten (41%) heeft een vorm van tariefdifferentiatie (diftar) ingevoerd om burgers financieel te prikkelen afval te voorkomen en meer afval te scheiden.

Diftar staat voor gedifferentieerde tarieven waarbij per huishouden geregistreerd wordt hoeveel restafval aangeboden wordt. Hoe meer restafval men aanbiedt hoe hoger de afvalstoffenheffing zal zijn. Heemstede heeft nu een beperkte vorm van diftar, namelijk op basis van volume (er zijn twee verschillende maten rolemmers in omloop). Meer vergaande vormen van diftar zijn op basis van frequentie (er wordt bijgehouden hoe vaak de rolemmer geleegd wordt) en/of gewicht (per lediging wordt bijgehouden hoe zwaar de rolemmer is).

Met diftar hebben inwoners invloed op het tarief dat zij betalen voor afvalinzameling, zij hebben de mogelijkheid door beter afval te scheiden hun afvaltarief te beïnvloeden. Dit betekent dat kosten eerlijker worden toegerekend, waardoor gebruikers bewuster worden van hun eigen gedrag. De vervuiler betaalt kan verder vorm worden gegeven door het invoeren van een verdergaande vorm het gedifferentieerd betalingssysteem. Dit systeem zegt alleen iets over de manier van betalen en niets over de manier van inzamelen van afval.

Op onderstaande kaarten is te zien welke gemeenten diftar hebben en welk type. Duidelijk is dat diftar voornamelijk voorkomt in gemeenten in het oosten en zuiden van Nederland.

3.4 Houdt de afvalstoffenheffing laag

De boodschap afval=grondstof betekent dat meer afvalscheiding in principe niet mag leiden tot hogere kosten voor de inwoners. Het uitgangspunt voor het college is dat een nieuwe manier van

afvalinzameling beperkte gevolgen mag hebben afvalstoffenheffing. Extra inzet moet zoveel mogelijk kostenneutraal (compenseren met verwerkingskosten /-opbrengst). De verwerking van papier en textiel levert geld op. Investeringen in deze grondstoffen/afvalstromen kunnen zichzelf terugverdienen.

Ook kunnen particuliere initiatieven en inzamelacties die kosteloos zijn voor de gemeente bijdragen aan het resultaat, zonder dat deze gevolgen hebben voor de afvalstoffenheffing.

3.5 Zet in op communicatie: inwoners bepalen het succes

De mate van afvalscheiding wordt bepaald door het afvalscheidingsgedrag van de bewoners. Bij de communicatie en voorlichting is het belangrijk te kijken naar de doelgroep en de wijze waarop de boodschap wordt gebracht. In hoofdstuk 7 wordt nader ingegaan op de communicatie.

Ook de kleinere afvalstromen verdienen aandacht, vooral vanwege milieuaspecten. Hierbij wordt onder andere gekeken naar: klein chemisch afval (kca) en batterijen, frituurvet, elektrische apparaten en spaarlampen.

3.6 Volgen van nieuwe ontwikkelingen

Mogelijk dat in de toekomst ook andere afvalstoffen gescheiden ingezameld gaan worden.

Mogelijkheden voor inzameling en recycling van luiers en incontinentiemateriaal worden landelijk onderzocht.

3.7 Aandacht voor het straatbeeld

Verzamelcontainers in principe ondergronds

Bovengrondse afvalcontainers zijn minder wenselijk in het straatbeeld. Deze kunnen ook het zicht voor verkeersgebruikers belemmeren.

De kwaliteit van de grondstoffen kunnen reden zijn om hiervan af te wijken. Dit ts het geval bij de inzameling van textiel. Wegens optrekkend vocht is ondergrondse inzameling op dit moment nog geen goede optie voor textiel.

Bij hoogbouw wordt veelal gebruik gemaakt van verzamelcontainers die inpandig worden opgeslagen of in de openbare ruimte staan. Het is wenselijk de bovengrondse containers in de openbare ruimte te vervangen worden door ondergrondse containers. De gebruikers krijgen een pasje voor het gebruik van de container. De capaciteit van ondergrondse containers is groter, waardoor er minder containers nodig zijn.

Geen inzameling met zakken

Er zijn een aantal locaties waar het restafval wordt ingezameld met gele huisvuilzakken. Hier is geen ruimte voor rolemmers en is geen verzamelcontainers binnen een straal van 125 meter van de woning. Het is wenselijk het aantal van deze uitzonderingen te beperken, omdat gescheiden afvalinzameling hier niet mogelijk is. Ook veroorzaken de vuilniszakken overlast door vogels en ongedierte.

Plastic (of PMD) wordt in veel gemeenten ingezameld met zakken. Ook in enkele Meerlanden-gemeenten, waaronder Bloemendaal. Heemstede vind het niet wenselijk. Dit past niet in het straatbeeld en geeft veel zwerfafval door wegwaaien. PMD neemt veel ruimte in beslag. In de brengcontainers kan het PMD dagelijks worden weggebracht. Een andere optie is om hier rolcontainers voor in te zetten.

Rolemmers in de openbare ruimte beperken

Het is verboden om afvalbakken op of langs de openbare weg te plaatsen staan. Toch staan er zeker meer dan 1000 bakken buiten de poorten op een trottoir of een openbaar achterpad. Hierop

handhaven is heel erg lastig. Je moet als gemeente wel goed kunnen uitleggen waarom je nergens containers buiten wilt hebben staan. Vanuit bewoners gezien is de plaatsing in een achterafhoekje of nis vrijwel nooit geen probleem. Daarom wordt dit gedoogd, tenzij er daadwerkelijk overlast door wordt veroorzaakt. Wanneer wordt gekozen voor een derde (of zelfs vierde) rolemmer zullen er dus nog meer rolemmers in de openbare ruimte geplaatst worden. Dit kan een aanleiding zijn hier wel strenger tegen op te treden.

3.8 Afvalscheiding bij de hoogbouw vraagt om maatwerk

In het conceptprogramma VANG is de richtlijn van maximaal 100 kg per inwoner gedifferentieerd op basis van percentage hoogbouw. Dit is destijds gedaan omdat afvalscheiding bij hoogbouw vaak lastiger blijkt dan bij laagbouw. Daarom ligt het scheidingspercentage in de grote steden vaak ook lager en kiezen zij vaker voor nascheiding. Deze differentiatie is nooit officieel vastgesteld. De richtlijn van 100 kg geldt dan ook voor alle gemeenten.

Uit landelijke onderzoeken blijkt dat bewoners in de hoogbouw minder afval scheiden dan in de laagbouw. Dit blijkt echter niet uit de sorteeranalyses die de afgelopen jaren in Heemstede zijn uitgevoerd.

Om de afvalscheiding bij hoogbouw te verbeteren moet maatwerk geleverd worden. Vooral gericht op meer service op de waardevolle grondstoffen. Er moeten dan ook voldoende containers voor pmd, papier en gft in de nabijheid van het complex zijn.

GERELATEERDE DOCUMENTEN