• No results found

AFVALSCHEIDING IN KG RESTAFVAL > 75% AFVALSCHEIDING. - scenario s - November 2016

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "AFVALSCHEIDING IN KG RESTAFVAL > 75% AFVALSCHEIDING. - scenario s - November 2016"

Copied!
22
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

AFVALSCHEIDING IN 2020

100 KG RESTAFVAL

> 75% AFVALSCHEIDING - scenario’s -

November 2016

(2)

SAMENVATTING ... 3

1 INLEIDING ... 5

1.1 Landelijke doelstelling / beleidskader ... 5

1.2 Gemeentelijk beleid ... 5

1.3 Doelstelling Gemeente Heemstede ... 6

2 HUIDIGE SITUATIE ... 7

2.1 Huidig scheidingspercentage ... 7

2.2 Sorteeranalyses restafval ... 7

2.3 Prognose 2020 – in geval van continuering van de huidige werkwijze ... 8

2.3.1 Nascheiding restafval vanaf 2018 zorgt voor een sprong in het scheidingspercentage... 8

3. UITGANGSPUNTEN ... 10

3.1 Focus op de stromen waar het meeste resultaat is te boeken ... 10

3.1.1 PMD: gescheiden inzameling van drankenkartons en blik toevoegen aan plastic ... 10

3.1.2 GFT: GF-scheiding in de keuken ... 10

3.1.3 Grofvuil: focus op de milieustraat ... 10

3.2 Focus op grondstoffen, niet op restafval... 10

3.3 De vervuiler betaalt ... 11

3.4 Houdt de afvalstoffenheffing laag ... 12

3.5 Zet in op communicatie: inwoners bepalen het succes ... 12

3.6 Volgen van nieuwe ontwikkelingen ... 12

3.7 Aandacht voor het straatbeeld ... 12

3.8 Afvalscheiding bij de hoogbouw vraagt om maatwerk ... 13

4. SCENARIO’S ... 14

4.1 Scenario Huidig+: Uitbreiding capaciteit brengvoorziening PMD ... 14

4.1.1 Scenario Huidig+ a: geleidelijke uitbreiding. ... 14

4.1.2 Scenario Huidig+ b: aantal locaties PMD containers gelijk aan glas en papier ... 14

4.2 Scenario 1: PMD aan huis, frequentieverlaging restafval... 14

4.2.1 PMD aan huis ophalen ... 15

4.2.2 Verlagen van de inzamelfrequentie restafval ... 15

4.2.3 Optie: Inzamelfrequentie van GFT variëren ... 15

4.2.4 Optie: Aanschaf grijze rolemmers door gemeente ... 15

4.2.5 Optie: Uitbreiden volume-diftar of invoeren van frequentie-diftar ... 15

4.2.6 Sub-scenario’s?... 16

4.3 Scenario 2 Omgekeerd inzamelen ... 16

4.3.1 Scenario 2a: omgekeerd inzamelen... 16

4.3.2 Scenario 2b: omgekeerd inzamelen met diftar op restafval ... 17

4.4 Vergelijking scenario’s ... 17

5. OVERIGE VERBETEROPTIES ... 19

5.1 Grofvuil en de milieustraat ... 19

5.2 Luiers en incontinentiemateriaal ... 19

6. FINANCIEN ... 20

7. COMMUNICATIE ... 21

7.1 Communicatieplan over nieuwe wijze van afvalinzameling ... 21

7.2 Specifieke benadering van de hoogbouw ... 21

7.3 Communicatieacties kunnen zorgen voor extra resultaat... 21

(3)

SAMENVATTING

In het landelijke programma VANG (Van Afval Naar Grondstof) en in het ontwerp-LAP3 (Landelijk Afvalbeheerplan 2017-2029) is de doelstelling opgenomen dat de hoeveelheid restafval in 2020 is gehalveerd. Dit komt neer op een gemiddelde hoeveelheid restafval van 100 kg per inwoner (met een verdere afname naar 30 kg in 2025) en een afvalscheiding van 75%. Heemstede heeft deze

doelstelling overgenomen in de Nota duurzaamheid 2016-2020.

Doelstelling Heemstede

De doelstellingen voor 2020 zijn:

- maximaal 100 kg restafval per inwoner - minimaal 75% afvalscheiding

Het behalen van de doelstelling in 2020 is niet het einddoel. Het doel is een zo hoog mogelijk milieuresultaat te realiseren en verder te bouwen aan de circulaire economie.

Uitgangspunten

Voor het behalen van de doelstelling wordt gebruik gemaakt van de volgende uitgangspunten:

1. Focus op de stromen waar het meeste resultaat is te boeken 2. Focus op grondstoffen, niet op restafval

3. De vervuiler betaalt

4. Houdt de afvalstoffenheffing laag 5. Zet in op communicatie

6. Volgen van nieuwe ontwikkelingen 7. Aandacht voor het straatbeeld

8. Afvalscheiding bij de hoogbouw vraagt om maatwerk Scenario’s

Op basis van succesvolle ervaringen in vergelijkbare gemeenten zijn drie verschillende scenario’s bepaald. Binnen deze scenario’s zijn meerdere sub-scenario’s denkbaar, waarvan er een paar zijn uitgewerkt.

Huidig+. Uitbreiding capaciteit brengvoorziening waardoor inzameling van PMD mogelijk wordt Scenario 1. PMD aan huis ophalen, frequentieverlaging restafval

Scenario 2. Omgekeerd inzamelen (zonder/met diftar)

- PMD is de afkorting voor plastic, metaal/blik en drankenkartons.

- Omgekeerd inzamelen draait de situatie om. De focus ligt op het inzamelen van recyclebare

materialen in plaats van op restafval. Waardevolle grondstoffen worden opgehaald, terwijl mensen zelf het restafval brengen naar containers in de buurt.

- Diftar staat voor gedifferentieerde tarieven waarbij per huishouden geregistreerd wordt hoeveel restafval aangeboden wordt. Hoe meer restafval men aanbiedt hoe hoger de afvalstoffenheffing zal zijn.

Resultaat

De effecten op het scheidingspercentage van de verschillende scenario’s zijn doorgerekend. De berekeningen zijn gebaseerd op een benchmark van vergelijkbare gemeenten. De resultaten (milieu en kosten) zijn op dit moment indicatief en nog sterk afhankelijk de uiteindelijke keuzes en

serviceniveau.

Met het optimaliseren van de huidige afvalinzameling (scenario Huidig+) wordt de

scheidingdoelstelling niet behaald. Met scenario 1 en 2 wordt de doelstelling waarschijnlijk wel gehaald.

Meer service op waardevolle grondstoffen én het wijzigen van de inzamelwijze van restafval is nodig om een trendbreuk te bewerkstelligen en de afvalscheiding naar een hoger plan te tillen.

(4)

huidige

situatie prognose

2015 2020 Huidig+ 1 2a 2b

% bronscheiding 57,8% 58,6% 60,2% 68,4% 69,7% 71,7%

nascheiding grofvuil 4,7% 5,4% 5,4% 5,3% 5,3% 5,3%

nascheiding restafval n.v.t. 3,9% 3,2% 2,0% 1,9% 1,7%

Totaal scheidingspercentage 62,5% 67,9% 68,8% 75,7% 77,0% 78,8%

Prognose (afgerond) 68% 69% 75% 77% 80%

scenario

0,0%

10,0%

20,0%

30,0%

40,0%

50,0%

60,0%

70,0%

80,0%

90,0%

2015 2020 Huidig+ 1 2a 2b

nascheiding restafval nascheiding grofvuil

% bronscheiding

Prognose van de hoeveelheid restafval per inwoner per jaar

huidige

situatie prognose

2015 2020 Huidig+ 1 2a 2b

restafval: kg/inw 200 193 172 135 129 119

scenario

0 50 100 150 200 250

2015 2020 Huidig+ 1 2a 2b

restafval: kg/inw

De doelstelling van 100 kg restafval per inwoner blijkt erg ambitieus. Toch is de verwachting dat (vooral bij scenario 2) het resultaat beter uit kan pakken dan deze prognose. De best scorende (vergelijkbare) gemeenten halen de doelstelling namelijk wel.

Financiële gevolgen

De kosten van de verschillende scenario’s zijn indicatief doorgerekend in relatie tot de afvalstoffenheffing.

scenario Afvalstoffenheffing (excl. indexering) Huidig+ gelijk

1 - 2% tot 0%

2 0% tot + 5%

(5)

1 INLEIDING

Bij de behandeling van het concept Nota duurzaamheid 2016-2020 in de Commissie Ruimte op 14 januari 2016 is een onderzoek naar de mogelijkheden ter verbetering van de afvalinzameling en afvalscheiding in Heemstede toegezegd. De Nota duurzaamheid is op 29 september 2016 door de gemeenteraad vastgesteld.

Meerlanden adviseert proactief al haar deelnemende gemeenten over de mogelijkheden om de afvalscheiding naar een hoger niveau te brengen. Samen met Meerlanden zijn de mogelijke scenario’s onderzocht en indicatief doorgerekend.

1.1 Landelijke doelstelling / beleidskader

In 2014 is in het landelijke programma VANG (Van Afval Naar Grondstof) de ambitie opgenomen dat de hoeveelheid restafval in 2020 is gehalveerd. Dit komt neer op een gemiddelde hoeveelheid restafval van 100 kg/inwoner en een afvalscheiding van 75%. De gemeente Heemstede onderschrijft deze ambitie.

In het ‘Uitvoeringsprogramma VANG Huishoudelijk Afval’ en het ‘Publiek Kader Huishoudelijke Afval 2025’ wordt het wensbeeld 2025 beschreven: Door de grondstoffen-en materiaalketens die leiden tot huishoudelijk afval te sluiten produceert een gemiddelde Nederlander steeds minder restafval, in 2020 maximaal 100kg restafval per jaar (grof en fijn huishoudelijk afval, 75% gescheiden ingezameld), met een verdere afname naar maximaal 30kg in 2025. Materiaal wordt zo lang mogelijk in de keten gehouden waarbij de maatschappelijke lasten acceptabel zijn.

30kg is het materiaal in het huishoudelijk restafval wat niet meer kan worden (na)gescheiden en gerecycled. Verbranding is de meest voor de hand liggende toepassing voor dit materiaal.

Nederland hecht grote waarde aan de transitie naar een circulaire economie. Om vanuit het Rijk deze transitie te faciliteren, is op 14 september 2016 het Rijksbrede programma Circulaire Economie:

‘Nederland circulair in 2050’ (CE-programma) gepresenteerd. Dit programma bouwt mede voort het programma Van Afval Naar Grondstof (VANG).

Een citaat uit het CE-programma: Het kabinet wil het voor mensen gemakkelijker maken om een bijdrage te leveren aan de transitie en hen daarbij stimuleren langer te doen met producten en zorgvuldig om te gaan met af te danken producten en materialen, zowel thuis als op het werk, op school of onderweg. Dat is ook goed voor de portemonnee. Nu zijn er bijvoorbeeld verschillende inzamelsystemen voor huishoudelijk afval per gemeente met een wisselend effect op de reductie van restafval en het scheidingsgedrag van consumenten. De ene gemeente haalt plastic verpakkingsafval apart op, de andere doet het samen met blik en drankenkartons. Ook zijn de inzamelsystemen verschillend tussen huishoudens en bijvoorbeeld winkels, kantoren en sportverenigingen. Daarom heeft het kabinet de ambitie om samen met gemeenten te bevorderen dat innovatieve inzamel en retoursystemen, zoals ‘omgekeerd inzamelen’ en ‘diftar’, breed worden geïmplementeerd.

Kabinetsinzet is om de beste resultaten tot norm te verheffen (’als het elders kan, kan het hier ook’).

Overigens is ook nascheiding daarbij een mogelijk in te zetten systeem.

Op 26 september 2016 is het ontwerp Landelijk Afvalbeheerplan 2017-2029 ‘slimmer omgaan met grondstoffen’ (LAP-3) gepubliceerd Het ontwerp-LAP3 ligt van 26 september tot en met 7 november 2016 ter inzage. Het LAP is één van de instrumenten om de ambities en resultaten van het CE- programma en de uitvoeringsprogramma’s beleidsmatig vast te leggen, naar een brede praktijk te vertalen en af te dwingen. In het ontwerp LAP3 komt de relatie tussen het stimuleren van de circulaire economie en het afvalbeleid in meerdere onderdelen aan bod.

1.2 Gemeentelijk beleid

Het gemeentelijke beleid kan goed worden samengevat met behulp van de zogeheten afvaldriehoek. Deze driehoek geeft het verband tussen drie aspecten van de afvalinzameling: milieu, service en kosten. Het streven is een zo hoog mogelijk serviceniveau en milieuresultaat te realiseren, tegen zo laag mogelijke kosten.

Milieu

Grondstoffen worden schaars. In het huishoudelijk afval zitten veel bruikbare grondstoffen. De doelstelling op het gebied van milieu, richt zich op het inzamelen

van grondstoffen en het afnemen van de niet herbruikbare restfractie (van afval naar grondstof).

(6)

Service

Het serviceniveau gaat over het gemak waarmee inwoners hun afval gescheiden kunnen aanleveren.

Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen haalservice (afvalstromen die aan huis worden opgehaald) en brengservice (afvalstromen die de burger zelf weg moeten brengen). Het voordeel van een

haalvoorziening is dat inwoners niet met afval hoeven te slepen, waar rolemmers tegelijk een bewaarvoorziening aan huis bieden. Het voordeel van brengen is dat de inwoners het afval dagelijks kunnen aanbieden en niet gebonden zijn aan de ophaaldagen van de inzameldienst. In het algemeen worden bij de laagbouw haalsystemen toegepast en bij de hoogbouw brengsystemen. Aan het aan huis inzamelen van afval met rolemmers wordt doorgaans het hoogste serviceniveau toegekend.

Niet alleen de omvang en intensiteit van de dienstverlening is van belang, maar ook de perceptie van de burgers: hoe ervaren zij de dienstverlening.

Kosten

Gemeenten brengen de kosten van de inzameling en verwerking van huishoudelijk afval via de afvalstoffenheffing in rekening bij de inwoners. De afvalstoffenheffing is een gesloten systeem. Alle kosten voor inzameling en verwerking worden direct betaald door de afvalstoffenheffing. Het kostendekkingspercentage in Heemstede bedraagt 100%. Hoe hoger de dienstverlening, hoe hoger de kosten. Daartegenover staat: hoe beter afval wordt gescheiden, hoe lager de verwerkingskosten.

Afvalstoffenheffing 2015

Heemstede € 235 (*)

Gemiddeld Provincie Noord Holland € 275 Gemiddelde Nederland € 242

(*) dit is het gemiddelde tarief. Heemstede heeft een diftar (tarievendifferentiatie) systeem op basis van volume. Voor een kleine restafvalemmer wordt minder afvalstoffenheffing betaald dan voor een grote rolemmer. Ook voor de ondergrondse containers is een tariefdifferentiatie; men kan kiezen tussen 100 of 200 tikken per jaar.

1.3 Doelstelling Gemeente Heemstede

Het huidige afvalbeleid is vooral gefocust op afval en niet op grondstoffen. De gewenste situatie gaat uit van een verdienmodel, waarbij de afvalstoffen worden gezien als waardevolle grondstof. Meer service op waardevolle grondstoffen én het wijzingen van de inzamelwijze van restafval is nodig om een trendbreuk te bewerkstelligen en de afvalscheiding naar een hoger plan te tillen.

De doelstellingen van de gemeente Heemstede voor 2020 zijn:

- maximaal 100 kg restafval per inwoner - minimaal 75% afvalscheiding (*)

(*) dit is een combinatie van bronscheiding en nascheiding.

Voor het behalen van de doelstelling van 75% wordt primair gekeken naar de grotere afvalstromen;

daarmee valt procentueel gezien de grootste scheidingswinst te behalen. Papier + GFT + PMD zijn meer dan de helft van het restafval, zowel in gewicht als in volume.

Dit laat onverlet dat in het totale afvalbeleid ook de andere stromen een belangrijk onderdeel vormen, niet in de laatste plaats vanwege de milieuaspecten die daarbij een belangrijke rol spelen.

De mate van afvalscheiding is afhankelijk van gedrag en gemak. De inwoners moeten het doen (gedrag) en door het hen makkelijk te maken gaan ze het afval beter scheiden (gemak). De focus wordt gelegd op de halvering van het restafval. Dit is het meest zichtbaar voor de inwoners.

(7)

2 HUIDIGE SITUATIE

De landelijke ambitie om 75% van het huishoudelijk afval te recyclen in 2020 is zeer ambitieus. De totale huishoudelijke afvalscheiding in de gemeente Heemstede bedraagt op dit moment ca. 63%.

2.1 Huidig scheidingspercentage

Kijkend naar de afvalcijfers van de laatste jaren, dan is in hoofdlijnen sprake van een vrijwel gelijkblijvend, stabiel beeld. Het percentage bronscheiding zit al jaren op een gelijk niveau van ca.

58%. Op onderdelen zijn kleine veranderingen zichtbaar. Zo zijn de hoeveelheden restafval en papier/karton iets afgenomen.

Naast de bronscheiding vindt er ook nog een deel nascheiding plaats van het grof huishoudelijk restafval. Minimaal 85% van het grofvuil wordt achteraf gescheiden. Wanneer dit wordt meegerekend neemt het scheidingspercentage in Heemstede toe met bijna 5%. Het grofvuil heeft hierdoor een grote invloed op het totale scheidings-/recyclepercentage.

Sinds 2011 wordt een tarief in rekening gebracht voor het ophalen van grof vuil. Ook mag er per huishouden nog maximaal 3m³ per jaar gratis naar de milieustraat worden gebracht. Direct na de invoering daalde de totale hoeveel grofvuil aanzienlijk. Dit heeft gevolgen gehad voor het totale afvalscheidingspercentage.

Stromen die niet meegeteld worden

Buiten de gemeentelijke inzameling wordt er nog meer afval gescheiden; zoals statiegeldflessen, kratjes en/of flesjes bier en bij winkeliers ingeleverde elektrische apparaten. Daarnaast wordt ook metaal bij de vuilverbrandingsinstallatie in Amsterdam achteraf gescheiden. Van deze vormen van (na)scheiding zijn geen hoeveelheden voor Heemstede te achterhalen en mede daarom niet in de percentages opgenomen.

2.2 Sorteeranalyses restafval

Jaarlijks voeren de gemeente Heemstede en Meerlanden onderzoek uit naar de samenstelling van het restafval in de gemeente Heemstede. Zo wordt inzicht verkregen welk afval Heemstedenaren goed scheiden en wat beter kan. Het onderzoek is steekproefsgewijs uitgevoerd met restafval afkomstig van boven- en ondergrondse containers en rolemmers.

Voor deze notitie is gekeken naar de meest recente analyses van het huishoudelijk restafval

(uitgevoerd 2014, 2015 en 2016). Overigens dient bij de analyses de kanttekening te worden gemaakt dat het steekproeven betreft. De getallen kunnen een onzekerheidsmarge hebben van + of – 2%.

Sorteeranalyse 2014 2015 2016 gemiddeld

GFT 43 % 39 % 40 % 41%

papier en karton 10 % 9 % 9 % 9%

PMD 13 % 15 % 12 % 13%

glas 3 % 3 % 2 % 3%

textiel 2 % 3 % 4 % 3%

(8)

Er blijken – kijkend naar de gewichtsprocenten – drie stromen te zijn die veelvuldig in het restafval worden aangetroffen. Dit zijn GFT, papier/karton en PMD (plastic verpakkingsafval 8%, metaal/blik 2%

en drankenkartons 3%).

De 75% doelstelling gaat uit van gewicht-procenten. Daarnaast is het interessant om te kijken hoe het zit met de volumeprocenten. Hieruit blijkt dat de restafvalemmer voor bijna de helft gevuld is met PMD (plastic 41%, metaal/blik 1% en drankenkartons 6%).

2.3 Prognose 2020 – in geval van continuering van de huidige werkwijze

Het afvalscheidingspercentage stijgt de afgelopen jaren zeer geleidelijk, onder andere door de gescheiden inzameling van plastic verpakkingen. Het restafval neemt de afgelopen jaren geleidelijk iets af. De verwachting is dat, met inzet van communicatie maar zonder grootschalige veranderingen, deze trend ook de komende jaren zal doorzetten.

2.3.1 Nascheiding restafval vanaf 2018 zorgt voor een sprong in het scheidingspercentage

Deelname aan de nascheiding van het restafval draagt bij aan het afvalscheidingspercentage, maar is onvoldoende voor het behalen van de doelstellingen. De afvalverwerker AEB heeft waarschijnlijk eind 2017 een afvalscheidingsinstallatie operationeel. Hier worden plastic, drankenkartons, papier en metalen gescheiden. Het restafval van Heemstede zal ook worden nagescheiden.

In deze installatie worden zoveel mogelijk de grondstoffen uit het restafval gescheiden. AEB streeft naar een scheidingsresultaat van:

- minimaal 50% van het kunststof verpakkingsafval en drankenkartons - minimaal 70% van de metalen

- minimaal 50% van het papier/karton

In de huidige situatie bekent dit dat ongeveer 11% van het restafval wordt gerecycled in plaats van verbrand. Hierdoor stijgt het totale afvalscheidingspercentage met ongeveer 4%

(9)

nascheiding versus bronscheiding

Het scheiden van afval gebeurt bij voorkeur aan de bron. Bij bronscheiding is de kwaliteit van de grondstoffen beter dan bij nascheiding. Dit komt doordat de grondstoffen niet vervuilt raken door het mengen met natte fracties. Vooral de kwaliteit (en dus ook de opbrengst) van het papier/karton en textiel is een stuk lager.

Een ander nadeel van nascheiding is dat er een verkeerd signaal naar inwoners wordt gegeven: “Alles is afval, in plaats van grondstof”. Bronscheiding is een belangrijk sturingselement in de communicatie.

Het draagt bij aan bewustwording van inwoners over de waarde van grondstoffen en het belang van afvalscheiding. Bronscheiding van PMD maakt het voor inwoners zichtbaar dat restafval slechts een heel klein deel is van het totaal. Als dit besef er is, zal men meer geneigd zijn waardevolle

grondstoffen apart te houden en komt het bereiken van de doelstelling dichterbij.

In de overeenkomst met AEB is afgesproken dat de gemeente de bronscheiding van PMD mag uitbreiden. In dat geval zitten er uiteraard minder grondstoffen in het restafval en daalt het rendement van de nascheiding.

(10)

3. UITGANGSPUNTEN

Voor het behalen van de landelijke doelstelling zijn veel scenario’s denkbaar. Er zijn in Nederland inmiddels heel veel verschillende manieren van afvalinzameling. Het is uiteraard niet mogelijk om al deze inzamelsystemen voor Heemstede door te rekenen. Samenvattend kan worden gesteld dat de effectiefste (best practices met de laagste hoeveelheid restafval per inwoner) worden gekenmerkt door service, betrokkenheid van de inwoners en invloed op tarief.

Voor het behalen van de doelstelling wordt gebruik gemaakt van de volgende uitgangspunten:

1. Focus op de stromen waar het meeste resultaat is te boeken 2. Focus op grondstoffen, niet op restafval

3. De vervuiler betaalt

4. Houdt de afvalstoffenheffing laag 5. Zet in op communicatie

6. Volgen van nieuwe ontwikkelingen 7. Aandacht voor het straatbeeld

8. Afvalscheiding bij de hoogbouw vraagt om maatwerk

3.1 Focus op de stromen waar het meeste resultaat is te boeken

Het restafval bestaat voor het grootste gedeelte uit gft-afval en plastic. Daarnaast is ook bij het restafval en het grofvuil veel winst te halen.

3.1.1 PMD: gescheiden inzameling van drankenkartons en blik toevoegen aan plastic

Het toevoegen van drankenkartons en metalen verpakkingen (blik) aan de inzameling van plastic is zeer wenselijk. Dit is eigenlijk al standaard in Nederland; Heemstede loopt hierin achter. De huidige inzameling van plastic verpakkingen vindt plaats met verzamelcontainers. Toevoegen van

drankenkartons en blik is wegens capaciteitsproblemen echter niet zonder meer mogelijk. Er zijn vier hotspots (Sportparklaan, station Heemstede-Aerdenhout, Amstellaan en Eyckmanlaan) die moeten worden uitgebreid (perscontainers/tweede container), daarnaast is de inzameling nog niet volledig uitgerold, niet bij alle brenglocaties voor glas en papier zijn plastic containers geplaatst.

Er zijn twee opties onderzocht voor de invoering van de gecombineerde PMD -inzameling: uitbreiding van de inzamelcapaciteit (scenario Huidig+) of overstappen op het aan huis inzamelen (scenario 1 en 2). De huis-aan-huis-inzameling biedt het meeste perspectief met het oog op het behalen van de VANG-doelen in 2020.

3.1.2 GFT: GF-scheiding in de keuken

Het restafval bestaat gemiddeld voor 41% uit gft. Veruit het merendeel hiervan is groente- en fruitafval. Het belang van afvalscheiding in de keuken benadrukken we via communicatie. In het najaar van 2016 is een proef gestart met de kleine keukenafvalemmertjes.

3.1.3 Grofvuil: focus op de milieustraat

Uit de sorteeranalyses van de afgelopen jaren blijkt dat het restafval voor gemiddeld 12% bestaat uit grofvuil (5% kunststof-niet verpakkingen, 4% steenachtige materialen/bouwpuin en 3% hout). De grondstoffen kunnen op de milieustraat gescheiden worden ingeleverd.

Het grofvuil dat op de milieustraat wordt ingeleverd, wordt bij de verwerker gescheiden in herbruikbare grondstoffen. Hierdoor wordt 85% van het grofvuil hergebruikt. Slecht 15% wordt verbrand. Het grofvuil heeft hierdoor een grote invloed op het totale afvalscheidingspercentage.

3.2 Focus op grondstoffen, niet op restafval

Het belang van de scheiding tussen waardevolle grondstoffen en afval wordt benadrukt. We moeten meer service op waardevolle afvalstromen bieden, waardoor we zoveel mogelijk grondstoffen gaan inzamelen en steeds minder (rest)afval. Dit kan bereikt worden door bijvoorbeeld PMD aan huis op te halen middels een extra rolemmer. Ook kan de haalfrequentie van GFT (in de zomer) verhoogd worden.

De inwoners die goed scheiden zullen nog nauwelijks restafval overhouden. Een effectieve manier om de overige inwoners te stimuleren om afval te scheiden is de service op restafval te verlagen door dit

(11)

bijvoorbeeld eens per drie of vier weken op te halen in plaats van eens per twee weken of door dit helemaal niet meer aan huis op te halen (omgekeerd inzamelen).

De kwaliteit van de grondstoffen is belangrijk

De focus op grondstoffen is vooral gericht op het inzamelen van meer grondstoffen; maar de kwaliteit is ook erg belangrijk. Sterk vervuilde grondstoffen kunnen namelijk niet gerecycled worden. Dit heeft bovendien invloed op de financiële opbrengst.

Bij invoering van omgekeerd inzamelen (wegbrengen van restafval) bestaat er een risico dat de grondstoffen die aan huis worden opgehaald meer vervuild raken met restafval. Er is altijd een deel van de inwoners die moeilijk te bewegen is het afval te scheiden. Zij zullen relatief dus ook nog veel restafval hebben. Als zij hiermee moeten gaan lopen is het risico dat zij (een deel van) het afval in een verkeerde rolemmer gooien, die wel aan huis wordt opgehaald.

Invoering van diftar kan de kwaliteit van de gescheiden ingezamelde stromen (extra) verslechteren, doordat men restafval bij gooit bij het andere afval om zo kosten te besparen. De verwachting is dat de vervuiling mee zal vallen in Heemstede; men is hier relatief netjes.

3.3 De vervuiler betaalt

94% van de gemeenten differentieert het tarief van de afvalstoffenheffing. Ruim de helft (52%) doet dit op basis van de grootte van het huishouden. Twee van de vijf gemeenten (41%) heeft een vorm van tariefdifferentiatie (diftar) ingevoerd om burgers financieel te prikkelen afval te voorkomen en meer afval te scheiden.

Diftar staat voor gedifferentieerde tarieven waarbij per huishouden geregistreerd wordt hoeveel restafval aangeboden wordt. Hoe meer restafval men aanbiedt hoe hoger de afvalstoffenheffing zal zijn. Heemstede heeft nu een beperkte vorm van diftar, namelijk op basis van volume (er zijn twee verschillende maten rolemmers in omloop). Meer vergaande vormen van diftar zijn op basis van frequentie (er wordt bijgehouden hoe vaak de rolemmer geleegd wordt) en/of gewicht (per lediging wordt bijgehouden hoe zwaar de rolemmer is).

Met diftar hebben inwoners invloed op het tarief dat zij betalen voor afvalinzameling, zij hebben de mogelijkheid door beter afval te scheiden hun afvaltarief te beïnvloeden. Dit betekent dat kosten eerlijker worden toegerekend, waardoor gebruikers bewuster worden van hun eigen gedrag. De vervuiler betaalt kan verder vorm worden gegeven door het invoeren van een verdergaande vorm het gedifferentieerd betalingssysteem. Dit systeem zegt alleen iets over de manier van betalen en niets over de manier van inzamelen van afval.

Op onderstaande kaarten is te zien welke gemeenten diftar hebben en welk type. Duidelijk is dat diftar voornamelijk voorkomt in gemeenten in het oosten en zuiden van Nederland.

(12)

3.4 Houdt de afvalstoffenheffing laag

De boodschap afval=grondstof betekent dat meer afvalscheiding in principe niet mag leiden tot hogere kosten voor de inwoners. Het uitgangspunt voor het college is dat een nieuwe manier van

afvalinzameling beperkte gevolgen mag hebben afvalstoffenheffing. Extra inzet moet zoveel mogelijk kostenneutraal (compenseren met verwerkingskosten /-opbrengst). De verwerking van papier en textiel levert geld op. Investeringen in deze grondstoffen/afvalstromen kunnen zichzelf terugverdienen.

Ook kunnen particuliere initiatieven en inzamelacties die kosteloos zijn voor de gemeente bijdragen aan het resultaat, zonder dat deze gevolgen hebben voor de afvalstoffenheffing.

3.5 Zet in op communicatie: inwoners bepalen het succes

De mate van afvalscheiding wordt bepaald door het afvalscheidingsgedrag van de bewoners. Bij de communicatie en voorlichting is het belangrijk te kijken naar de doelgroep en de wijze waarop de boodschap wordt gebracht. In hoofdstuk 7 wordt nader ingegaan op de communicatie.

Ook de kleinere afvalstromen verdienen aandacht, vooral vanwege milieuaspecten. Hierbij wordt onder andere gekeken naar: klein chemisch afval (kca) en batterijen, frituurvet, elektrische apparaten en spaarlampen.

3.6 Volgen van nieuwe ontwikkelingen

Mogelijk dat in de toekomst ook andere afvalstoffen gescheiden ingezameld gaan worden.

Mogelijkheden voor inzameling en recycling van luiers en incontinentiemateriaal worden landelijk onderzocht.

3.7 Aandacht voor het straatbeeld

Verzamelcontainers in principe ondergronds

Bovengrondse afvalcontainers zijn minder wenselijk in het straatbeeld. Deze kunnen ook het zicht voor verkeersgebruikers belemmeren.

De kwaliteit van de grondstoffen kunnen reden zijn om hiervan af te wijken. Dit ts het geval bij de inzameling van textiel. Wegens optrekkend vocht is ondergrondse inzameling op dit moment nog geen goede optie voor textiel.

Bij hoogbouw wordt veelal gebruik gemaakt van verzamelcontainers die inpandig worden opgeslagen of in de openbare ruimte staan. Het is wenselijk de bovengrondse containers in de openbare ruimte te vervangen worden door ondergrondse containers. De gebruikers krijgen een pasje voor het gebruik van de container. De capaciteit van ondergrondse containers is groter, waardoor er minder containers nodig zijn.

Geen inzameling met zakken

Er zijn een aantal locaties waar het restafval wordt ingezameld met gele huisvuilzakken. Hier is geen ruimte voor rolemmers en is geen verzamelcontainers binnen een straal van 125 meter van de woning. Het is wenselijk het aantal van deze uitzonderingen te beperken, omdat gescheiden afvalinzameling hier niet mogelijk is. Ook veroorzaken de vuilniszakken overlast door vogels en ongedierte.

Plastic (of PMD) wordt in veel gemeenten ingezameld met zakken. Ook in enkele Meerlanden- gemeenten, waaronder Bloemendaal. Heemstede vind het niet wenselijk. Dit past niet in het straatbeeld en geeft veel zwerfafval door wegwaaien. PMD neemt veel ruimte in beslag. In de brengcontainers kan het PMD dagelijks worden weggebracht. Een andere optie is om hier rolcontainers voor in te zetten.

Rolemmers in de openbare ruimte beperken

Het is verboden om afvalbakken op of langs de openbare weg te plaatsen staan. Toch staan er zeker meer dan 1000 bakken buiten de poorten op een trottoir of een openbaar achterpad. Hierop

handhaven is heel erg lastig. Je moet als gemeente wel goed kunnen uitleggen waarom je nergens containers buiten wilt hebben staan. Vanuit bewoners gezien is de plaatsing in een achterafhoekje of nis vrijwel nooit geen probleem. Daarom wordt dit gedoogd, tenzij er daadwerkelijk overlast door wordt veroorzaakt. Wanneer wordt gekozen voor een derde (of zelfs vierde) rolemmer zullen er dus nog meer rolemmers in de openbare ruimte geplaatst worden. Dit kan een aanleiding zijn hier wel strenger tegen op te treden.

(13)

3.8 Afvalscheiding bij de hoogbouw vraagt om maatwerk

In het conceptprogramma VANG is de richtlijn van maximaal 100 kg per inwoner gedifferentieerd op basis van percentage hoogbouw. Dit is destijds gedaan omdat afvalscheiding bij hoogbouw vaak lastiger blijkt dan bij laagbouw. Daarom ligt het scheidingspercentage in de grote steden vaak ook lager en kiezen zij vaker voor nascheiding. Deze differentiatie is nooit officieel vastgesteld. De richtlijn van 100 kg geldt dan ook voor alle gemeenten.

Uit landelijke onderzoeken blijkt dat bewoners in de hoogbouw minder afval scheiden dan in de laagbouw. Dit blijkt echter niet uit de sorteeranalyses die de afgelopen jaren in Heemstede zijn uitgevoerd.

Om de afvalscheiding bij hoogbouw te verbeteren moet maatwerk geleverd worden. Vooral gericht op meer service op de waardevolle grondstoffen. Er moeten dan ook voldoende containers voor pmd, papier en gft in de nabijheid van het complex zijn.

(14)

4. SCENARIO’S

Op basis van de gemeentelijk uitgangspunten zijn drie verschillende scenario’s bepaald ter

verbetering van het afvalscheidingspercentage. Binnen deze scenario’s zijn meerdere sub-scenario’s denkbaar, waarvan er een paar zijn uitgewerkt.

Deze scenario’s zijn samen met Meerlanden onderzocht. Het is voor Meerlanden mogelijk alle verschillende varianten uit te voeren.

Uiteraard zijn er nog vele meer varianten en scenario’s mogelijk .Er worden in Nederland momenteel veel verschillende pilots uitgevoerd; ook in de gemeenten van Meerlanden. Dit zijn echter de meest gangbare scenario’s.

Scenario Huidig+. Uitbreiding capaciteit brengvoorziening, waardoor PMD inzameling mogelijk wordt Scenario 1. PMD aan huis, frequentieverlaging restafval

Scenario 2. Omgekeerd inzamelen

- 2a: omgekeerd inzamelen zonder diftar

- 2b: omgekeerd inzamelen met diftar op restafval

4.1 Scenario Huidig+: Uitbreiding capaciteit brengvoorziening PMD

Dit scenario is eigenlijk een optimalisatie van de huidige situatie. Het plusje in dit scenario staat voor het toevoegen van de gescheiden inzameling van drankenkartons en blik. Gescheiden inzameling van PMD (plastic, metaal/blik en drankenkartons) is inmiddels vrijwel overal in Nederland en de

omliggende gemeentes ingevoerd. Hierin loopt Heemstede dus achter. Dit is nog niet ingevoerd, omdat de huidige capaciteit van de containers net voldoende is. De eenvoudigste manier is het plaatsen van extra (ondergrondse) (pers)containers.

Op dit moment wordt er op 17 locaties plastic (kunststof verpakkingsafval) ingezameld. Er staan op 25 locatie containers voor glas en papier. Om de inzamelcapaciteit uit te breiden kunnen extra containers worden geplaatst. Qua locaties wordt aansluiting gezocht worden bij de containerlocaties voor glas en papier. Er kan gekozen worden voor een geleidelijke uitbreiding (Huidig+ a) of een grootschalige uitbreiding (Huidig+ b). Voor ondergrondse inzameling van PMD kan gebruik worden gemaakt van

‘gewone’ of perscontainers. De kapitaallasten van de perscontainers zijn hoger dan voor de gewone containers, doch de inzamelkosten zijn daarentegen lager. De containers hoeven immers minder vaak te worden geleegd, hetgeen ook een positief milieueffect heeft.

4.1.1 Scenario Huidig+ a: geleidelijke uitbreiding.

In dit scenario worden in eerste instantie vier nieuwe inzamellocaties gerealiseerd. Hierdoor zijn de investeringskosten beperkt. De locaties van de vier bovengrondse containers zijn effectief gebleken.

Deze worden vervangen door ondergrondse containers. De ondergrondse containers op de vier knelpuntlocaties (Sportparklaan, station Heemstede-Aerdenhout, Amstellaan en Eyckmanlaan) worden vervangen door perscontainers. De vier bovengrondse stalen containers worden op andere locaties geplaatst. Mogelijk worden deze later vervangen door ondergrondse containers.

4.1.2 Scenario Huidig+ b: aantal locaties PMD containers gelijk aan glas en papier

Dit betekent dat er ten opzichte van scenario Huidig+ a op acht extra locaties containers geplaatst moeten worden. De ondergrondse containers op de vier knelpuntlocaties worden vervangen door perscontainers. De vier bovengrondse containers worden vervangen door een ondergrondse container. Daarnaast worden er acht nieuwe ondergrondse containers geplaatst.

Voor de berekening van het effect van dit scenario is uitgegaan van scenario b, omdat dit het hoogste milieurendement oplevert.

4.2 Scenario 1: PMD aan huis, frequentieverlaging restafval

Uitgangspunt van dit scenario is: meer service op het waardevolle en volumineuze PMD. Het restafval bestaat qua volume voor bijna de helft uit PMD. Wanneer dit goed gescheiden wordt zal de grijze rolemmer dus nog maar half zo vol zijn. Een verlaging van de frequentie van het restafval is dan ook te rechtvaardigen. Dit is ook noodzakelijk om deze optie financieel haalbaar te maken.

(15)

4.2.1 PMD aan huis ophalen

In veel gemeenten in Nederland wordt plastic (PMD) aan huis opgehaald, zodat de inwoners niet met deze zeer volumineuze afvalstroom hoeven te slepen. Dit gebeurt vaak met zakken, omdat de investeringskosten hiervan laag zijn. Inzameling met zakken wordt niet wenselijk geacht in

Heemstede. Steeds meer gemeenten stappen over op het gebruik van rolemmers. Dit betekent wel dat de bewoners van de laagbouw een derde rolemmer krijgen. Ondanks dat dit inmiddels steeds gebruikelijker wordt in Nederland kan dit op weerstand stuiten i.v.m. ruimtegebrek in de tuin.

4.2.2 Verlagen van de inzamelfrequentie restafval

Restafval wordt nu eens per twee weken opgehaald. Het verlagen hiervan naar bijvoorbeeld eens per drie of zelfs vier weken leidt indirect ook tot een verdere scheiding van de deelstromen (verdere scheiding levert immers ‘ruimte’ op in de rolemmer voor het restafval) én tot een verlaging van de aangeboden hoeveelheid restafval. Volume diftar (verschil in de afvalstoffenheffing tussen grote en kleine rolemmer) kan blijven gehandhaafd.

Minder vaak restafval ophalen kan worden gezien als een verlaging van het serviceniveau en ligt misschien gevoelig. Dit is wel een effectieve manier om inwoners te stimuleren (dwingen) om afval te scheiden. Deze serviceverlaging kan gecompenseerd worden door meer service op waardevolle afvalstromen en bijvoorbeeld plastic, drankenkartons en blik wel aan huis op te halen middels een extra rolemmer. Ook het aanpassen van de frequentie van gft kan worden gezien als meer service.

4.2.3 Optie: Inzamelfrequentie van GFT variëren

Onderzocht kan worden om de inzameling van gft te laten variëren afhankelijk van het seizoen. Dit wordt al in meerdere gemeenten in Nederland succesvol toegepast. Uitgangspunt is dat het totaal aantal inzamelingen ongeveer gelijk blijft, waardoor het vrijwel geen gevolgen heeft voor de inzamelkosten. Er zijn meerdere varianten denkbaar:

- Standaard 1x/3 weken, maar in de zomermaanden wekelijks. Het rottingsproces in de rolemmer, kan leiden tot stankoverlast waardoor men sneller het gft bij het restafval gooit.

- Een andere mogelijkheid is een verhoogde inzamelfrequentie te koppelen aan bijvoorbeeld de periode waarin burgers veel werkzaamheden uitvoeren in de tuin. Dit zijn enkele weken in het voor- en najaar.

Samen met een communicatiecampagne en het uitreiken van GF-afvalemmertje voor in de keuken zou dit moeten resulteren in significant meer gescheiden gft. Naast een verwachte extra

inzamelrespons, betekent dit ook een service verhogende maatregel.

Een verschillende inzamelfrequentie kan voor inwoners lastig zijn. Het gebruik van een digitale afvalkalender is hiervoor de eenvoudigste oplossing. Dit moet heel goed gecommuniceerd worden.

4.2.4 Optie: Aanschaf grijze rolemmers door gemeente

In de gemeente Heemstede zijn de rolemmers voor het restafval eigendom zijn van de bewoners.

Hierin is Heemstede waarschijnlijk uniek. Deze situatie maakt het doorvoeren van wijzigingen lastiger.

Het is dan ook wenselijk het eigendom over te nemen. Bijkomend voordeel is dat de nieuwe rolemmers kunnen worden voorzien van een registratiechip. Via de chip worden nagegaan over de afvalstoffenheffing is betaald. Er hoeven dan dus niet meer jaarlijks stickers te worden verspreid.

Ook de bovengrondse verzamelcontainers bij hoogbouw zijn eigendom van de bewoners. Wanneer de bovengrondse containers worden vervangen door ondergrondse containers gaan deze in eigendom over naar de gemeente.

4.2.5 Optie: Uitbreiden volume-diftar of invoeren van frequentie-diftar

Wanneer wordt gekozen voor het invoeren van nieuwe grijze rolemmers is het mogelijk meer variatie\volume-diftar in te voeren door ook een 80 liter rolemmer voor restafval aan te bieden. Dus bijvoorbeeld 3 opties voor de inwoners (80, 140, 240 liter)

Huidige situatie

frequentie 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 totaal

restafval 1x /2 weken 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 26

gft 1x /2 weken 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 26

Nieuwe situatie??

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 totaal

restafval 1x /3 weken 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 18

gft varieert 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 30

pmd 1x /3 weken 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 17

(16)

Ook kan besloten worden alleen kleine rolemmers (140 of 180 liter) te leveren. Wie het afval goed scheidt heeft minder restafval en vaak voldoende aan een kleine rolemmer. Dit betekent wel een einde aan de volume-diftar. Om het principe van ‘de vervuiler betaalt’ te behouden kan frequentie- diftar ingevoerd worden. Meerlanden komt iedere twee weken langs. Wie de rolemmers aan de weg zet betaalt. Hiervoor is het dus wel noodzakelijk om de rolemmers te voorzien van een chip. Een alternatief zou zijn verschillende kleuren stickers in te voeren; waarbij men kan kiezen voor 2- wekelijkse lediging of 4-wekelijkse lediging.

4.2.6 Sub-scenario’s?

- 1a Minimale variant: extra rolemmer voor PMD

- 1b: extra rolemmer voor PMD + nieuwe rolemmer voor restafval - 1b+: als 2b, maar met invoering van frequentie-diftar

- 1c: extra rolemmer voor PMD + nieuwe rolemmers voor restafval en gft

- 1d: vierde rolemmer voor papier als optie aanbieden. Restafvalemmer niet verplicht.

Als wordt gekozen voor het uitzetten van drie nieuwe rolemmers per huishouden kan gekozen worden voor 180 liter rolemmers. Deze zijn net zo smal als een 140 liter rolemmer.

Afmeting rolemmers

breedte (mm) diepte (mm) hoogte (mm)

140 liter 505 555 1100

180 liter 505 755 1100

240 liter 580 755 1100

4.3 Scenario 2 Omgekeerd inzamelen

4.3.1 Scenario 2a: omgekeerd inzamelen

De focus ligt op het inzamelen van recyclebare materialen in plaats van op restafval. Omgekeerd inzamelen draait de situatie om. Herbruikbare stromen worden bij huishoudens opgehaald, terwijl mensen zelf de reststroom brengen naar containers in de buurt

Een dergelijke vorm van inzameling betekent een trendbreuk in de wijze van inzamelen van het afval en vergt – zeker in de laagbouw – een aanzienlijke aanpassing van het bestaande logistieke systeem.

Dit scenario gaat een stap verder dan scenario 1. De rolemmer voor restafval vervalt. In plaatst hiervan worden er ondergrondse verzamelcontainers op een afstand van maximaal 250 meter van de woning. Dit zal de nodige reacties oproepen. Vooral voor ouderen die minder mobiel zijn is het lastig het afval weg te moeten brengen. Hier kan bij de plaatsing van de ondergrondse containers rekening mee gehouden worden.

PMD wordt aan huis opgehaald met rolemmers. Enkele ondergrondse verzamelcontainers zijn nodig voor bij hoogbouwlocaties. De overige plastic containers kunnen worden omgebouwd naar restafval containers.

Uitbreiding

Een mogelijkheid is om een rolemmers voor papier in te zetten. Dit maakt een groot deel uit van het afval. Bovendien kunnen de verzamelcontainers voor papier worden omgebouwd naar

restafvalcontainers.

(17)

4.3.2 Scenario 2b: omgekeerd inzamelen met diftar op restafval

Dit scenario wordt ook wel ‘scenario Lisse’ genoemd. Deze gemeente heeft er in 2015 voor gekozen om in één keer over te stappen van reguliere inzameling naar omgekeerd inzameling én in voering van diftar. In 2016 is hard gewerkt aan de voorbereidingen en per 1-1-2017 wordt het nieuwe systeem ingevoerd.

4.4 Vergelijking scenario’s

HUISHOUDELIJK AFVAL 2015 2020 Huidig+ 1 2a 2b

restafval 200 193 185 141 134 123

GFT 110 111 115 153 153 157

papier 54 54 55 60 68 72

glas 35 35 35 35 35 35

plastic 8,5 8,5 11,5 17,0 17,0 19,0

drankenkartons en blik 3,0 3,0 3,4 3,9

textiel 6,1 6,1 6,1 6,1 6,1 6,1

kca 1,6 1,6 2,0 2,0 2,0 2,0

TOTAAL 415 409 413 417 419 418

GROF HUISHOUDELIJK AFVAL

ongescheiden 30 35 35 35 35 35

gescheiden 100 105 105 105 105 105

totaal 131 140 140 140 140 140

BRONSCHEIDING HUISHOUDELIJK AFVAL

ongescheiden 230 227 220 176 169 158

gescheiden 316 322 333 381 390 400

TOTAAL 546 549 553 557 559 558

% bronscheiding 57,8% 58,6% 60,2% 68,4% 69,7% 71,7%

NASCHEIDING GROFVUIL

ongescheiden 5 5 5 5 5 5

gescheiden 126 134 135 135 135 135

Totaal GHA 131 140 140 140 140 140

INCLUSIEF NASCHEIDING GROFVUIL

ongescheiden 205 198 190 146 139 128

gescheiden 341 351 362 411 419 430

TOTAAL 546 549 553 557 559 558

% bronscheiding 62,5% 64,0% 65,6% 73,7% 75,1% 77,0%

NASCHEIDING RESTAFVAL

ongescheiden nvt 171 167 130 123 113

gescheiden 22 18 11 11 10

Totaal restafval 193 185 141 134 123

% nascheiding 11,2% 10% 8% 8% 8%

INCLUSIEF NASCHEIDING RESTAFVAL ingezamelde tonnages

ongescheiden nvt 176 172 135 129 119

gescheiden 373 380 422 430 439

TOTAAL 549 553 557 559 558

% bronscheiding 67,9% 68,8% 75,7% 77,0% 78,8%

(18)

Afvalscheidingspercentage in 2020

Met het optimaliseren van de huidige afvalinzameling (Huidig +) wordt de scheidingdoelstelling niet behaald. Met scenario 1 en 2 wordt de doelstelling waarschijnlijk wel gehaald.

huidige

situatie prognose

2015 2020 Huidig+ 1 2a 2b

% bronscheiding 57,8% 58,6% 60,2% 68,4% 69,7% 71,7%

nascheiding grofvuil 4,7% 5,4% 5,4% 5,3% 5,3% 5,3%

nascheiding restafval n.v.t. 3,9% 3,2% 2,0% 1,9% 1,7%

Totaal scheidingspercentage 62,5% 67,9% 68,8% 75,7% 77,0% 78,8%

Prognose (afgerond) 68% 69% 75% 77% 80%

scenario

0,0%

10,0%

20,0%

30,0%

40,0%

50,0%

60,0%

70,0%

80,0%

90,0%

2015 2020 Huidig+ 1 2a 2b

nascheiding restafval nascheiding grofvuil

% bronscheiding

Hoeveelheid restafval per inwoner per jaar

huidige

situatie prognose

2015 2020 Huidig+ 1 2a 2b

restafval: kg/inw 200 193 172 135 129 119

scenario

0 50 100 150 200 250

2015 2020 Huidig+ 1 2a 2b

restafval: kg/inw

De doelstelling van 100 kg restafval per inwoner blijkt erg ambitieus. De berekeningen zijn gebaseerd op een benchmark van vergelijkbare gemeenten. Hieruit lijkt de doelstelling met geen van de

scenario’s haalbaar. Toch is de verwachting dat vooral bij scenario 2 het resultaat nog wel beter uit kan pakken dan deze prognose. De best scorende (vergelijkbare) gemeenten halen de doelstelling namelijk wel. De afvalscheiding in Heemstede gaat nu al behoorlijk goed, ondanks dat de service nog vrij beperkt is. Hieruit blijkt dat de motivatie bij de inwoners behoorlijk groot is.

(19)

5. OVERIGE VERBETEROPTIES

Deze verbeteringen staan los van de verschillende scenario’s, maar kunnen wel degelijk bijdragen aan het behalen van de doelstelling.

5.1 Grofvuil en de milieustraat

Uit de sorteeranalyses van de afgelopen jaren blijkt dat het restafval voor gemiddeld 12% bestaat uit grofvuil (5% kunststof-niet verpakkingen, 4% steenachtige materialen/bouwpuin en 3% hout).

Sinds 2011 wordt een tarief in rekening gebracht voor het ophalen van grof vuil. Ook mag er per huishouden nog maximaal 3m³ per jaar gratis naar de milieustraat worden gebracht. Direct na de invoering daalde de totale hoeveel grofvuil enorm; sindsdien neemt de hoeveelheid langzaam weer toe. Uit de sorteeranalyses en de hoeveelheden restafval blijkt niet dat er (veel) meer grofvuil in het restafval verdwijnt.

In 2012 zijn er twee kringloopwinkels geopend in Heemstede. Wellicht hebben deze winkels een positieve invloed en wordt een deel van het grofvuil eerst aangeboden aan de kringloopwinkels in plaats van gestort.

Het grofvuil wordt bij de verwerker gescheiden in herbruikbare grondstoffen. Hierdoor wordt 85% van het grofvuil hergebruikt. Slecht 15% wordt verbrand. Het grofvuil heeft hierdoor een grote invloed op het totale scheidings-/recyclepercentage.

5.2 Luiers en incontinentiemateriaal

Uit sorteeranalyse van de afgelopen jaren blijkt dat het restafval voor ca. 11% bestaat uit sanitair papier. Op dit moment is er nog geen afvalverwerker voor wegwerp (incontinentie)luiers. Initiatieven uit het verleden zijn gestrand op de financiële haalbaarheid. Ook is onzeker of de milieubelasting van het gescheiden inzamelen opweegt tegen de milieuwinst

In MRA (Metropool Regio Amsterdam) verband wordt onderzocht of verwerken haalbaar is in de regio.

De verwachting is dat dit niet voor 2020 gerealiseerd zal zijn. Deze afvalstroom is dan ook niet meegenomen in de scenario’s.

(20)

6. FINANCIEN

De kosten van de verschillende scenario’s zijn indicatief doorgerekend in relatie tot de

afvalstoffenheffing. Er worden in dit stadium bewust nog geen bedragen genoemd, omdat dit nog verder uitgewerkt moet worden en afhankelijk is van de uiteindelijke keuze en het gewenste

serviceniveau. Binnen de scenario’s zijn nog diverse keuzemogelijkheden die van invloed zijn op de kosten.

De afvalstoffenheffing is een gesloten systeem. Alle kosten van de inzameling en verwerking van huishoudelijk afval wordt via de afvalstoffenheffing in rekening gebracht bij de inwoners. Hoe hoger de dienstverlening, hoe hoger de kosten. Daartegenover staat: hoe beter afval wordt gescheiden, hoe lager de verwerkingskosten.

De afvalstoffenheffing in Heemstede zit onder het provinciaal en landelijk gemiddelde. Dit hebben we bereikt door een efficiënte afvalinzameling, maar vooral ook door de inzet van de inwoners van Heemstede.

Er is een egalisatievoorziening afvalstoffen. Deze is bestemd om tegenvallers in de exploitatie op te vangen. Meevallers worden toegevoegd. Op dit moment (okt. 2016) zit hier € 583.000 in. Dit kan deels worden gebruikt om (eenmalige) investeringen te dekken en hierdoor te voorkomen dat de

afvalstoffenheffing stijgt door de investeringen. De investeringskosten mogen niet in één keer worden afgeschreven maar de jaarlijkse kapitaallasten kunnen hieruit worden gedekt.

Investeringen worden in principe gedekt door de afvalstoffenheffing. De kapitaallasten van de investeringen worden over meerdere jaren afgeschreven.

Afhankelijk van de definitieve keuze wordt er een voorbereidingskrediet aangevraagd voor projectbegeleiding en communicatie.

Gevolgen afvalstoffenheffing per scenario (exclusief jaarlijkse indexering)

scenario afvalstoffenheffing Huidig+ gelijk

1(*) - 2% tot 0%

2a 0% tot + 5%

2b 0% tot + 5%

(*)voor scenario 1 zijn meerdere varianten (sub-scenario’s) beschreven. De kosten zijn niet voor alle opties doorgerekend en zijn dan ook nu nog lastig in te schatten.

(21)

7. COMMUNICATIE

Uit wetenschappelijk onderzoek is duidelijk geworden dat communicatie mensen nauwelijks bereikt in het geval zij ‘vastzitten’ in hun routine. Daarom is de focus op ‘afval’ zeer hardnekkig en dienen we deze focus op vernieuwende wijze te verleggen naar ‘grondstoffen’.

Om een hoger rendement van afvalscheiding voor huishoudelijk afval te kunnen behalen, is onder andere gedragsverandering bij de burger noodzakelijk. Het is belangrijk inwoners te blijven wijzen op het belang van het goed scheiden van het huishoudelijk afval. Het informeren over de bereikte resultaten en de mogelijke financiële consequenties is minstens zo belangrijk. Hiermee kan men nog meer worden gestimuleerd om het gewenste gedrag te gaan uitvoeren.

In het kader van het landelinke programma VANG-HHA wordt een aanpak ontwikkeld voor duurzame consumptiepatronen gebaseerd op gedragskennis. Daarnaast worden burgers gestimuleerd om afval meer en beter te scheiden in hun directe woon-, reis- en consumeeromgeving. Hiervoor worden tools en tips verstrekt en beter onder de aandacht van burgers gebracht. Het gaat dan om concrete acties zoals voor het gescheiden inzamelen van kunststofverpakkingen (Plastic Heroes), glas, zwerfafval (Nederland Schoon), textiel, batterijen, elektrische apparaten (WeCycle) en een recylce-app die mensen helpt bij het scheiden van hun afval.

7.1 Communicatieplan over nieuwe wijze van afvalinzameling

Afvalinzameling is een onderwerp dat alle inwoners direct raakt. Het betrekken van de inwoners bij de keuze is erg belangrijk, omdat zij uiteindelijk degene zijn die het resultaat bepalen. Hierbij wordt nu gedacht aan een campagne in het eerste kwartaal van 2017, waarbij inwoners worden uitgenodigd via een enquête hun voorkeur aan te geven. Ook worden informatiebijeenkomsten gehouden. Bepaalde groepen, zoals de Adviesgroep Duurzaamheid en ouderenbond(en) worden actief betrokken.

Via een enquête is het eenvoudig voor inwoners om hun voorkeur kenbaar te maken en wordt participatie gestimuleerd. De uitslag van de enquête is belangrijk voor de uiteindelijke keuze.

7.2 Specifieke benadering van de hoogbouw

In het kader van het landelijke programma VANG is een literatuurstudie uitgevoerd om inzicht te krijgen in de gedragsbepalende factoren voor afvalscheiding, wanneer welke factoren van belang zijn, en welke interventies gemeenten succesvol kunnen toepassen om meer huishoudelijk afval als grondstof in te zamelen bij stedelijke hoogbouw. De conclusies maken duidelijk dat meer inzicht gewenst is in hoeverre het effect van interventies beïnvloed wordt door kenmerken van de hoogbouwdoelgroep, zowel in psychologisch en sociaal als ruimtelijk/technisch opzicht. Hiervoor wordt een aantal vervolgtrajecten gestart die moeten leiden tot een aanpak om de afvalscheiding gemakkelijker en aantrekkelijker te maken voor bewoners van hoogbouw. De resultaten van zullen de komende jaren worden toegepast in Heemstede

7.3 Communicatieacties kunnen zorgen voor extra resultaat

De mate van afvalscheiding wordt in sterke mate bepaald door het gedrag van de bewoners, waarbij motivatie en kennis van belang is.

In de keuken gebeurt het

Het merendeel van het restafval ontstaat in de keuken. Denk aan verpakkingen (glas, kunststof, blik, karton) en groente en fruitafval, maar ook aan elektrische (keuken)apparaten en textiel (thee-, handdoek, tafellaken etc.). Vaak wordt de eerste scheidingshandeling (of juist niet!) in de keuken verricht.

(22)

Actie GF-bakje

In september 2016 is een communicatiecampagne gestart om de scheiding van gft te verbeteren. Er zijn 300 huishoudens van de Geleerdenwijk aangeschreven om mee te doen aan een pilot.. Er zijn drie type bakjes uitgedeeld voor op het aanrecht. Hierin kunnen inwoners het overige organische afval apart houden van het restafval. Het keukenafvalbakje kan dan later worden geleegd in de GFT- rolemmer of GFT-verzamelcontainer.

Enerzijds is het een proef om meer inzicht te krijgen in het scheidingsgedrag van inwoners, anderzijds hopen we dat inwoners zich bewuster worden van het belang van het scheiden van organisch

keukenafval. De resultaten van de proef worden begin december verwacht.

Grofvuil en de milieustraat

Regelmatige communicatie en voorlichting hierover blijft belangrijk. Uit de sorteeranalyses en uit ervaring van Meerlanden blijkt dat (ook gratis) grofvuilstromen, zoals apparaten, kca en grof tuinafval in de restafvalcontainer verdwijnen. Door te blijven communiceren dat deze stromen niet onder de 3 m³ regeling vallen kan hier mogelijk nog winst behaald worden.

Overige communicatieacties

Ook de kleinere afvalstromen verdienen aandacht, vooral vanwege milieuaspecten. Hierbij wordt onder andere gekeken naar: klein chemisch afval (kca) en batterijen, frituurvet, elektrische apparaten en spaarlampen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Door hogere emissiewaardes voor deze overige stromen, komt de totale uitstoot voor afvalverwerking in het nieuwe proces op ,91 ton CO 2. Figuur 6: Afvalscheiding,

Voor de bepaling van het tarief dat de gemeente aan de scholen in rekening brengt, is het van belang of het gebod uit de Wet Markt en Overheid tot het in rekening brengen van de

• Kosten voor deelnemende gemeenten en daarmee voor inwoners zoveel mogelijk kostenneutraal houden. Let op: de markt is sterk

Het afvalbeleid op maat moet er voor zorgen dat bewoners per wijk de mogelijkheden krijgen die aansluiten bij hun wensen en behoeften, zodat zij in staat zijn het gewenste

Op basis van de uitkomsten van het onderzoek naar de gemiddelde samenstelling van een huishouden kan met de gegevens uit de analyse van de ondergrondse containers een

Restafval van bedrijven valt onder categorie 109A of 109B van bijlage 11 Arm 4 : overig afval dat niet gestort mag worden volgens het Besluit stortplaatsen en

Omdat we hier te maken hebben met bewoners die al niet heel bewust bezig zijn met hun afval, zou het goed zijn de containers voor waardevolle grondstoffen opvallender te

De totale hoeveelheid huishoudelijk restafval die uiteindelijk verbrand moet worden in Nederlandse afvalenergiecentrales in 2019 is ten opzichte van 2014, het jaar voorafgaand aan