• No results found

Tweede les: Waaruit bestaat een goed antwoord op bronvragen?

Het schrijven van een antwoord op een bronvraag moet aan een aantal voorwaarden voldoen. We noemen dit taaleisen.

Je gaat in deze les onderzoeken wat de taaleisen voor een bronvraag zijn.

OPDRACHT 2

Lees de volgende vraag: Gebruik bron 2

Volgens Kershaw verwees Hitler in de jaren twintig naar een interne vijand. 1. Leg met behulp van de bron uit welke vijand hier bedoeld wordt en waar deze

volgens Hitler verantwoordelijk voor kon worden gesteld. Hieronder staan vier antwoorden van 3 havoleerlingen. Antwoord A

In deze bron bedoelt Hitler met de vijand de communisten. Volgens Hitler is de vijand verantwoordelijk voor het verlies van de Eerste Wereldoorlog.

Antwoord B

Hitler verwees volgens Kershaw naar de interne vijand. In de bron staat dat Hitler ‘de Duitse schandvlek van 1918’ wilde herstellen. Dat gaat hij doen door de interne en externe vijanden uit te schakelen. Interne vijanden waren volgens Hitler de

communisten en de joden. Zij hadden de vrede van 1918 getekend die voor Duitsland zeer slecht en vernederend was. Dit heet ook wel de Dolkstootlegende. Dus de interne vijand waren de communisten en de socialisten die door Hitler (en anderen) de schuld van het verliezen van de Eerste Wereldoorlog kregen.

Antwoord C

Volgens Kershaw verwees Hitler in de jaren twintig naar interne vijanden. Dit waren de communisten. Hitler was zelf rechts-extremist en had een hekel aan de

communisten. Dit was zo, omdat zij de wapenstilstand van de Eerste Wereldoorlog hadden getekend, waardoor Duitsland zat opgescheept met hele hoge

herstelbetalingen en veel gebied had moeten afstaan en een klein leger mocht hebben.

Antwoord D

2

De vijand van Hitler zijn de communisten, want het voelde alsof de communisten Duitsland een mes in de rug stak. Dit wordt ook wel de Dolkstootlegende genoemd. Hitler wilde dat al die mensen Duitsland uitgingen, opgepakt werden of vermoord werden.

Welk antwoord vind je het best, welke twee iets minder en welke het minst goed? Zet de letter van het beste antwoord op de eerste plek zet en de letter van het minst goede antwoord op de vierde plek.

1=

2=

3=

4=

Geef nu aan waarom je kiest voor deze plek. Met andere woorden, geef met één of meer argumenten aan waarom je dit een goed of minder goed antwoord vindt.

1= …vind ik het beste antwoord, omdat…..

2=….vind ik goed, omdat....

3=….vind ik goed en minder goed, omdat……

4=….vind ik het minst goed, omdat…

2

2

OPDRACHT 3

Lees de onderstaande vraag: Gebruik bron 3

2. Waarom is deze bron een goed voorbeeld is van het begrip nationalisme? Verwijs in je antwoord naar de bron.

Hieronder staan weer vier antwoorden van 3 havoleerlingen.

Antwoord A

Een voorbeeld van nationalisme in de bron is: “We wilden direct naar Berlijn gaan en met bajonetten, zwaarden en lansen achter die Duitsers aan. De oorlog, zo dachten we, zou twee maanden duren, hooguit drie.’ Hieruit blijkt dat de Fransen wilden vechten voor hun land. In die tijd waren veel mensen erg trots op hun land en wilden ze daarvoor oorlog voeren.

Antwoord B

Een voorbeeld van nationalisme wat terug te vinden is in de bron is dat er wordt gesproken dat ze de ‘geannexeerde provincies’ terug wilden hebben. Als ze terugdachten aan de verloren provincies voelden het alsof ze in rouw waren en dachten ze eraan met een ‘brandend gevoel.’ Heel erg trots zijn op je land is een kenmerk van nationalisme. Dus als je verloren provincies heel graag terug wilt zelfs door oorlog dan is dat een voorbeeld van nationalisme.

Antwoord C

Een voorbeeld uit de bron voor nationalisme is dat er wordt gepraat dat er veel provincies verloren waren en dat ze die graag terug wilde hebben. Dat lees ik in “Wanneer we met elkaar spraken (……..) erg graag terug krijgen.” Rond 1900 waren er in landen als Frankrijk, Duitsland en Engeland veel nationalistische gevoelens. Mensen waren extreem trots op hun land en vonden dat hun land het beste was van alle andere landen. Dit was uiteindelijk een van de oorzaken voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog.

Antwoord D

Deze bron is een voorbeeld van nationalisme, want in de bron staat: ‘Tijdens de eerste dagen van de mobilisatie was er natuurlijk heel veel enthousiasme. Iedereen juichte om naar het front te gaan.’

2

Onderstreep in alle antwoorden met rood de zinnen die te maken hebben met het opbouw van het antwoord. Let op, de opbouw kan ook ontbreken. Noteer de zinnen daarna hieronder.

Onderstreep met groen de verwijzingen naar de bron. Let op, een verwijzing kan ontbrekend. Noteer deze zin(nen) daarna hieronder.

Onderstreep met geel waar een historische gebeurtenis (politiek, economisch of sociaal-cultureel) wordt uitgelegd. Let op, dit kan ontbreken. Noteer de zin(nen) daarna hieronder.

Onderstreep met blauw waar de bron waar iets wordt uitgelegd of beargumenteerd. Let op, ook hier kan dit ontbreken in een antwoord. Noteer de zin(nen) daarna hieronder.

2

Vat nu met behulp van de twee vorige opdrachten in een schema samen, waaraan een goed antwoord op bronvragen moet voldoen. We noemen dit taaleisen.

TAALEISEN BRONVRAGEN

TAALEIS OMSCHRIJVING

Herhaling van de vraag

Het antwoord begint met een korte herhaling van de kern van de vraag.

2

Derde les: Hoe formuleer ik een goed antwoord op een bronvraag?