• No results found

M i s d r ij v e n.

TITEL. Artikel.

I, Misdrijven tegen de

vei-ligheid van den staat ... 104—129 IL Misdrijven tegen de

ko-ninklijke waardigheid en

Inhoudsopgave. 187

TITEL. Artikel, tegen de waardigheid van

den Gouverneur-Generaal 130—139 III. Misdrijven tegen

hoof-den en

vertegenwoordi-gers van bevriende staten 140—145 IV. Misdrijven betreffende de

uitoefening van

staats-plichten en staatsrechten 146—153 V. Misdrijven tegen de

openbare orde 154—181 VI. Tweegevecht 182—186 VII. Misdrijven waardoor de

algemeene veiligheid van personen of goederen wordt in gevaar

ge-bracht 187—206 VIII. Misdrijven tegen het

openbaar gezag 207—241

IX. Meineed 242—243 X. Muntmisdrijven 244—252 XI. Valschheid in zegels en

merken 253—262 XII. Valschheid in geschriften 263—276

XIII. Misdrijven tegen den

burgerlijken staat 277—280 XIV. Misdrijven tegen de

ze-den 281—303 XV. . Verlating van

hulpbehoe-venden 304—309 XVI. Beleediging 310—321 XVII. Schending van geheimen. 322—323

XVIII. Misdrijven tegen de

per-soonlijke vrijheid 324—337 XIX. Misdrijven tegen het

le-ven gericht 338—350 XX. Mishandeling 351—358 XXI. Veroorzaken van den

dood of van lichamelijk

letsel door schuld 359—361

XXII. Diefstal 362—367

188 Inhoudsopgave.

Afpersing en afdreiging. 368—371

Verduistering 372—377

beschadi-ging van goederen ... 406—412

Ambtsmisdrijven 413—437 Scheepvaartmisdrijven .. 438—479

Begunstiging 480—485 Bepalingen over

herha-ling van misdrijf aan verschillende titels betreffen-de betreffen-de algemeene veilig-heid van personen en goederen en de

openba-re gezondheid 489—502 Overtredingen

betreffen-de betreffen-de openbare orbetreffen-de ... 503—520 Overtredingen

betreffen-de het openbaar gezag.. 521—528 Overtredingen

betreffen-de betreffen-den burgerlijken staat 529—530 Overtredingen

betreffen-de hulpbehoevenbetreffen-den ... 531 Overtredingen

betreffen-d e r e zebetreffen-den 532—547 Overtredingen

betreffen-de betreffen-de veldpolitie 548—551 Ambtsovertredingen 552—559

Scheepvaartovertredingen 560- -566

REGISTER.

De cijfers zijn, tenzij liet tegendeel blijkt, die der artikelen van liet strafwetboek.

Aanbod strafb. feiten te plegen. 162, 163.

Aan boord nemen van gevangenen. 476.

Aangifte bij vestiging enz. 515.

— van geboorte of overlijden. 529.

— Zie klachte.

Aanhitsen van een dier. 490.

Aannemen van gift of belofte d. e. ambte-naar. 418-420.

Aanranding v. d. koning enz. 131-133, 141,

— v. d. schipper enz. aan boord. 459.

Aanschouwelijke voorstellingen uit het volks-leven. 239.

Aanslag. 87, 104-108, 130, 140.

Aanzetten tot zelfmoord. 345.

Aanvaring. 564.

Aanzien. 55, 92, 93.

Accoord bij faillissement. 401.

Adellijke titel. 207.

Adviseur. 210 n°. 2, 420 n°. 2.

Afbeelding van een zaak van militair be-lang. 118, 120.

Afpersing en afdreiging. 368, 369.

Afdrijving. 90, 283, 299, 346-349, 535.

Afscheuren v. e. bekendmaking. 219.

Afschriften en uittreksels.

Afgifte van —. 552.

Onbevoegd nemen van —. 553.

Als boven van geheime stukken. 554.

Afstaan v. e. kind. 301.

Ambtelijk bevel. 51, 160.

190 Register.

Ambtenaren.

Definitie. 92, 215.

Strafb. feiten gepleegd door — buiten N. I. 7.

Beleediging van —. 312, 316.

Ambtsmisdrijven. 413 v.

Ambtsovertredingen. 552 v.

— van den burgerl. stand. 456-559; zie ook 436 en 563.

Verhoogde strafbaarheid van—. 18(2), 30(5), 36, 52, 356.

Zedenmisdrijven van —. 294.

Amuletten. 546, 547.

Arbeid.

Verplichting tot —. 14, 19.

Regeling van den —. 29.

— binnen en buiten de muren van het gesticht. 24, 25 en 26.

Lichtere — voor de tot hechtenis veroor-deelden. 19.

Gebruik v. e. kind voor gevaarlijken —. 301 Authentieke akte. 264, 266.

Balans. 392.

Baldadigheid. 489.

Bankbreuk.

Eenvoudige —. 396.

Bedriegelijke —. 397.

Bedelarij. 301, 504.

Bedreiging. 336.

Bedriegelijke handeling.

— bij verkiezingen. 150, 152.

— bij de uitvoering van een werk of de levering van materialen. 387.

— bij leveranties voor leger en vloot. 127, 388.

Bedriegelijke verkorting der rechten van schuldeischers. 397, 399, 400, 402.

Bedrog.

Algemeen. 378 v.

— bij koop. 383, 384 y.

Register. 191 Begraafplaats. 178, 179.

Begunstiging. 480-482.

Bekendmaking v. telegr. en telef. berichten.

433.

— van den inhoud van brieven enz. 431.

— van regeeringbescheiden. 553, 554.

Bekentenis. 422.

Beleediging.

— van den Koning enz. 134, 135, 137.

— van den Gouv.-Gen. 136, 138.

— van een negeerend vorst. 142, 144.

— van een vertegenwoordiger eener bui-tenlandsche mogendheid. 143, 144.

— v. e. gestelde macht enz. 207, 208.

Smaad, smaadschrift. 310, 320, 321.

Laster. 311.

Bewijs der waarheid. 312 v.

Eenvoudige —. 315.

Lasterlijke aanklacht. 317.

Lasterlijke verdachtmaking. 318.

Belemmering van het verkeer. 492-494.

— eener lijkschouwing. 222.

— v. h. vooronderzoek in strafzaken. 216, 225.

Belofte. 242 (3).

Belooningen voor gevangenisarbeid. 29.

Beplanting. 548 v.

Beroep.

Ontzetting uit de uitoefening v. e. —. 35 n°. 6°, 128, 137, 138, 144, 155, 157, 161,

163, 208, 282, 292-300, 302, 321, 346 349, 361, 372-377, 378-395, 481.

Onbevoegde uitoefening v. e. —. 512.

Uitoefening van een beroep als reden tot strafverhooging als 113 (2), 282 (3) 295, 296, 299, 346-349, 361, 372-374.

Beschadiging. 406 v. Zie ook Vernieling.

Bescherming van spoorweg- en waterwer-ken. 408.

Beschimping van voorwerpen aan den eere-dienst gewijd. 177 no. 2.

192 Register.

Beslag. 231.

Bespotting van een bedienaar van den gods-dienst. 177 n°. 1.

Bestuurders van naaml. venn. enz. 59, 169 (3), 294 ii°. 3, 392, 398, 399, 401, 403, 520.

Beteekenis van uitdrukkingen. 86 v., 215, 216 (2), 302 (3), 351 (4), 386 (2), 543, (2 en 3).

Betreden van militair terrein. 117 n°. 2.

Bevloeiïngswerken. 521.

Bevolkingsgroep. 156, 157.

Bevrijding van gevangenen. 223, 426, 477.

Bewijsstukken. 233.

Bewusteloosheid. 89, 286, 290 n°. 1.

Bezigen van dwangmiddelen in een straf-zaak door een ambtenaar. 422.

Bezwaren enz. van grond, van een ander. 385.

Bigamie. 279.

Bondgenooten van den staat. 129.

Brandstichting. 187, 188, 382, 496.

Brengen van een vaartuig in den macht van zeeroovers, strandroovers enz. 447.

Brieven. 234, 430-432, 434.

Buitenlandsche krijgsdienst. 123.

Burengerucht. 503.

Burgerlijke stand. 277 v., 436, 529 v., 556 v.

Circulatiebank. 4 n°. 3, 265, 272, 273.

Commissarissen van naaml. venn. enz. 59, 392, 398, 399, 401, 403, 520.

Contractkoelie. 329.

Credietverband. 385, 404.

Culpose misdrijven. 114, 188, 193, 195, 197, 199, 201, 203, 231 (4), 232 (3), 334, 359, 360, 409, 426 (2), 427 (2), 477 (2),

•Cultuurdiensten. 523.

Daderschap. 55, 61, 62, 483-485.

Dag. 27, 97.

Dagregister. 466, 562 n°. 1.

Deelname aan leveranties. 435.

Register. 193 Desertie. 124 (3) n°. 2, 126, n". 2, 165, 236,

454-457, 458.

Deskundigen. 224, 522.

Diefstal. 362 v., 432.

Dienstweigering. 462-465.

Dier. 302, 406 (2), 490, 540, 541.

Djimat. 546, n ' . 1, 547.

Doen zinken van een vaartuig. 198, 199, 382.

Dood van den verdachte.- 77.

— van den veroordeelde. 83.

— veroorzaakt door schuld. 359.

— der vrucht v. d. vrouw. 346-349.

Doodslag. 185, 186 (2), 338, 339, 341, 343.

Doodstraf.

— is hoofdstraf. 10a n°. 1.

Misdrijven waarop de — is.gesteld. 104.

105, 111 (2), 124 (3), 130 (3), 140 (3), 340, 365 (4), 368 (2), 444.

— op te leggen ter zake van feiten buiten N.-I. gepleegd. 6.

Geen — tegen een kind. 47 (2).

Wijze van uitvoering. 11.

Drinkwaterinrichting. 202, 203.

Dronkenschap. 300, 492, 536.

Droomuitleggen. 545.

Drukpers. 61, 62, 78, 84, 483-485. Zie Ver-spreidingsdelicten.

Dubbel huwelijk. 279, 436 (1).

Dwang. 211, 213-215, 335, 421 v.

j < . * * * . • ..

Eerbaarheid. 49, 281-283, 289, 336, 532.

Eereteeken. 507 n°. 1.

Eigendom van goederen. 274.

Elmoe. 546 n°. 2.

Erkenning van een kind. 278.

Failiet. Zie Weigering.

Faillissement. 396 v.

Feestelijkheden. 510, 511, 539.

Fondsen. 390.

Strafwetboek 13

194 Register.

Gebruik van eens anders goed. 513.

Gebruikmaking v. h. merk v. e. ander. 393.

— v. vervalschte voorwerpen. 79, n°. 2.

Oedruisch. 174, 176.

Geheim. 112-115, 119, 322, 323.

Geldboete.

Hoofdstraf. 10 a 4°.

Minste bedrag der —. 30 (1).

Termijn van betaling. 30 (2).

Vervangende hechtenis. 30 (2-6), 33, 34.

—n komen ten bate v. d. lande. 42.

Berekening der — bij samenloop. 66.

Vrijwillige betaling v. h. maximum. 82.

Geleidebiljet van vee. 241 n°. 2, 271.

Gemaal der Koningin. 130, 132, 135, 137.

Gemeengevaa/lijke misdrijven. 187 v.

Gemeentediensten. 523.

Geneeskundige. 186, 267, 294 n°. 3, 299 (2), 349.

Geneeskundige dienst. 508, 565.

Geneeskundige verklaring. 267, 260.

Gerechtelijke boedelafstand. 396, 397, 400, '402.

Gestichten tot het ondergaan van straf. 29.

Getuige. 224, 522.

Getuigschrift van goed gedrag enz. 269.

Gevaar voor het openbaar verkeer door stoomvermogen enz. 194, 195.

Gevaarlijke dieren. 490.

Gevangenisstraf. Zie ook Arbeid.

Duur der —. 12, 27.

Afzonderlijke afdeeling. 28.

Ingang der —. 32.

Kosten der —. 42.

Preventieve hechtenis als — toegerekend.

33.

Schorsing der — bij ontvluchting. 34.

Verdeeling in klassen. 13.

Verplichting tot arbeid 14, 24-26.

Regeling v. d. uitvoering van — 29.

Gewapende macht. 35 n°. 2, 92, 413, 414.

Register. 195

Geweld. 89, 146 v. 170, 173, 211, 212, 285, 289, 293, 300 (1), n". 3, 335, 336, 365 (1), 368, 438 v., 444, 459.

Geweldpleging tegen personen of goederen.

170.

Gezag. 109.

Gewoontemisdrijven. 282, 295, 296, 299, 282 481.

Godsdienstleraar. 294 n°. 1° 530.

Godsdienstoefeningen van gevangenen. 29.

Godsdienstplechtigheid. 175, 176, 530.

Goederen van veroordeelden. 518.

Gouverneur-Generaal. 105, 133, 136, 138.

Graf schending. 179.

Grensteekenen, 389.

Grondgebied van den staat. 106.

Handteekening. 253, 257.

Hanengevecht. 544.

Hazardspel. 303, 542.

Hechtenis. Zie ook arbeid.

— is een hoofdstraf. 10 a 3°.

Duur der —. 18, 27, 70.

Ingang der —. 32.

Afzonderlijke afdeeling. 28,

Huisvesting der tot — veroordeelden. 29.

In mindering brengen van prev. h. 33.

Kosten der —. 42.

Lotsverbetering op eigen kosten. 23.

Plaats waar — wordt ondergaan. 21-26.

Verplichting tot arbeid. 19.

Vervangende hechtenis. 30 (2-6), 41, 68 (1).

Schorsing in geval van ontvluchting. 34.

Vrijheid buiten den werktijd. 20.

Heerendiensten. 523.

Heling. 480 n°. 1.

Herhaling. 12 (2), 18 (2), 30 (5), 82 (3), 137, 138, 133, 155, 157, 161, 163, 208, 216, 282, 302, 321, 393, 486-488, 489, 492, 495, 498, 499, 501, 512, 516, 517, 527, 530, 536, 540, 541, 542, 544, 545, 562.

196 Register.

Herroeping v. voorw. invrijheidstelling. 15 (2 v.), 16 (2 en 4).

Hinderlijk volgen. 493.

Hindoe-otidheden. 528.

Hoofden van bevriende staten. 140 v.

Huisvredebreuk. 167, 168, 429 (1).

Huiszoeking. 429 (2).

Hulpverleening.

— aan een schip. 479, 566.

— bij levensgevaar. 531.

— aan den vijand. 124.

Hulpbetoon op vordering der openbare macht. 525.

Huwbaar. 287, 288, 290.

Huwelijk. 279, 280, 436, 530.

Hypothekair verbaid. 404 n°. 2.

Inbeslagneming van brieven enz. 430.

Inbreuk op den industrieelen eigendom. 393.

Indienstneming v. gedesert. schepelingen. 458.

Ingezetene. 5.

Inheemsche rechters. 76 (1).

Inklimming. 99, 167. 168, 363 (1) h°. 5, 305 (2) n-. 3.

Inlandsen ambtenaar. 274.

Inl. gebruiksrechten, 385, 404, 425 n°. 3.

Inroepen der gewapende macht tegen de uit-voering van wettelijke voorschriften. 414.

Insubordinatie. 460.

Inschrijving v. geb. en sterfgevallen op sche-pen. 563.

Jacht in 's lands boschen. 502.

Kaapvaart. 450, 451.

Kennisgeving v. te plegen misdrijven. 164.

165.

Kerkelijk huwelijk. 530.

Kiesrecht. 148 v., 158, 159.

Kind. 91 (4), 295 (1) n°. 1, 300 (I) n°. 2, 301, 304, 356 no. 1, 491 no, 2, 538,