• No results found

TWEEDE BEDRIJF

In document SIGNATUUR MICROVORM: (pagina 35-63)

Dezelfde voorgalerij. De fraaie petroleum-lampen branden.

EERSTE TOONEEL.

Ha n s (zit links de tijdschriften te door-bladeren. Hij is blootshoofds, draagt geen sabel).

10

I a nt h e (zit rechts een boek te lezen, kijkt van haar boek op naar Hans, glimlacht, lacht daarna binnensmonds en gaat allengs over in een smakelijken lach).

Hans. Is uw boek zoo grappig 7

10 I a n th e. Nee, 0 nee, beste jongen' Ik dacht aan heel wat anders. Aan héél wat anders.

Hans. 7 7

lol a n t h e. Nu moet je eens goed zien hoe wij hier eigenlijk zitten. lij daar met de Graphic in je handen, rustig, vaderlijk,

64 Dolle Heus emotieloos knus.... enfin: thuis I En ik hier met' een romannetje van Brunings, veertig jaar geleden geschreven. Ik lees, jij leest en kijkt plaatjes; we zwijgen en voelen ons thuis. Is dat nou geen idylle 7

Ha n s. 'n Idylle is het wel, maar ik kan er toch niet om lachen.

10 I an t h e (lacht). Lieve jongen, wat is dat heerlijk naïef van je!

Hans. Wat.

lol a n t he. Dat je de situatie niet grappig vindt.

Ha n s. Is dat naïef!

'0

I a nt he. Natuurlijk I Want dan vindt je de situatie dus serieus I Hoe zal ik zeggen:

normaal! En dat is ze toch niet! Als iema nd hier binnenkwam en die zag ons hier zitten, die zou denken: 0, nou, getrouwde men-schent Dat zie je wel. Mekaar niets meer te vertellen. Uitgepraat.

Ha n S. "Uitgepraat I"

lolanthe. Dat zeg je daar op 'n toon van: "Wij hebben nog zóóveel op ons ,~art, dat we elkaar zouden willen zeggen I

Ha ns. En u spreekt op een toon, alsof we hier zitten zonder elkaars bijzijn te voelen.

Dolle Hans

65

lol a n th e. Och ja, natuurlijk wel. Maar intusschen zit ik toch verdiept in Brunings en jij in je tijdschrift. Er ontbreekt eigenlijk nog 'n zacht tikkende Friesche klok aan, en 'n pijp VOor jou, en 'n breikous VOor mij.

(Zij lacht.)

Ha n s (is opgestaan en de kamer op en neer gaan loopen). Ik kan alles van je ver-dragen, maar niet dien hoon.

lol a n th e. Hoon ik jou 7 Waarmee, als ik vragen mag 7

Ha n S. Ik wil niet uitgelachen worden I Dat heb ik aan niemand verdiend. Aan hem niet.... en aan jou niet.

lol a n th e. Kijk, dat is nu de

é~rste

maal in jaren tijd, dat je mij weer "jou"

noemt. Waarom moet dat nu juist in een driftbui. Kom, lach nou eens tegen mij en zeg eens: "Dag, lolanthe I"

Ha n S. Dat.... kàn ik niet.

'0

I a n t h e. Kun je dat niet 7

Ha n s (schudt ontkennend het hoofd).

lol a nt h e. Dan zijn er maar twee moge-lijkheden. Dan heb je 'n hekel aan mij ....

Ha n s (spotlachje).

66 Dolle Hans lolanthe ... of dan .... Nou7 Vul eens aan, Hans 7

Hans. Ik wil alleen, dat u me niet uitlacht 1

10

I a n th e. Maar jongen, ik hèb jou niet uitgelachen.

H a n s. Dat deedt u wèl.

lolanthe. Dat dee ik nietl - - "Dolle Hans I" Dat is een goeie naam voor je. Ie bent nu en dan wèrkelijk dol. Dat is geen drift meer; dat is dolzinnigheid! En waarom 1 Waarom! Wat is er gebeurd! Niets' Ie gaat op die manier je ongeluk tegemoet.

Het zou de eerste keer niet wezen, dat je redelooze drift je in ongelegenheid bracht.

H a n s. Neen, daar heeft de majoor wel voor gezorgd.

10

I a n t he. Ie hebt je destijds onbehoor-lijk tegen den majoor gedragen; dat weet je heel goed.

Ha n s. Wie was de aanleiding.

lol a nt h e. Dat weet ik niet, want ik was toen nog niet getrouwd en ik kende den majoor dus nog niet. Maar ik wil aan-nemen, nu ik den majoor ken, dat hij niet heel welwillend voor je geweest is, want hij houdt niet van ....

Dolle Hans 67

Ha n s. Sienjo' s.

d lo I a n ~.~ e. Maar hij was je meerdere;

at had 'I' te bedenken.

~ a n s. Dat gaf hem geen recht om mis-brUl~ va~ zijn gezag te maken. Waarom kon Ik wel met mijn andere chefs overweg 7 Dat waren Voor 't meerendeel toch óók H.ollandsche officieren 7 Waarom konden dIe wel goeie kameraden voor ons Indo's wezen, en hij niet 7 Is Kees Witte geen H~lIandsc:~ of' cier 7 Waarom kunnen wij wel vrmden zl,n 7

d lol a n th e. G<?ed, dan komt het misschien oord at D.oes z n vader en jij mekaar nu eenmaal nIet goed kunnen verdragen.

I dH a ~ s. Is het mijn schuld, dat hij geen n 0 zIen kan 7

lol a n th e. Niet zien kan .... Ie overdrijft weer, Hans.

Ha n s. I.k o~erdrijf niet. Het is zoo. Hij kan. ons met zIen 1 Hij is trouwens niet de eenlge. Er loopen er meer tusschen.

lolanthe. Niet veel, Hans! Voor de meesten zijn totok en Indo precies gelijk.

Ha n s. Voor de méésten 7 Voor

verre-68

Dolle Hans wèg de meesten, mevrouw. Goddank. Maar de kleine minderheid, die er tusschen loopt, mevrouw! De kleine minderheid; die in héél Indië de "sienjo' s" vertrappen! Die jagen ons het bloed naar de huid 1 En als je dan getergd wordt, getergd met een verach~

ting en een ijskoude behandeling, die heviger kwetst dan de ruwste vloek, en je kunt ten slotte je drift niet meester blijven, dan noemen ze je "Dolle Hans" en dan heeft (hij wijst op zijn wang) dit vel het gedaan I

Jol a nt h e (zucht).

H a n s. Als je tegen die hartelooze men~

schen al je haat van halfbloed~oosterling

voelt opkomen, dan keeren ze je minachtend hun vervloekten rug toe en zeggen: "Nou ja; 't is 'n sienjo I" ~

Jol a nt h e. Ik

vr~'~g i;·:lv~r~e~i~g~

Hans.

Want ik heb ook wel eens .... zoo gedacht.

Ha n s (zacht). U moet niet meenen, dat ik dat niet.... gemerkt heb.

Jol a nt h e. Dus dáárom bleef je den laatsten tijd.... zoo vreemd tegenover mij en zoo.... op een afstand 7

Ha n s (verward).

Jolanthe. Was dát de reden, Hans7

Dolle Hans 69

H a n s. Toe, laten we er niet meer over praten.

Jol a n t h e (vriendelijk). Moeten we er over zwijgen 7

Ha n s (knikt toestemmend).

Jol a n t h e. Vraag dat dan eens vrien~

delijk aan .... Jolanthe. - - Dus 7 - - Laten we er niet meer over praten.... Nou 7 .

Ha n s (zacht) .... lolanthe.

Jolanthe. Zoo is 't goed. En nu blijft het J~~anthe, hoor. Anders denk ik dat jij (vrooIIJk) als "half.bloed~oosterling" nog wrok tegen mij koestert.

Ha ns. Zou je dat werkelijk denken ....

/olanthe 7

TWEEDE TOONEEL.

Doe s (op van den achtergrond. Con~

troleurspet op). Bonsoir.

Ha n s. Bonsoir.

Jolanthe. Dag, Does! Weet je wat Hans tegen me zegt 7

70 Dolle Hans

Doe s. Kindje, hoe kan ik nu weten wat Hans heeft gezegd.

Jol a n th e. Wat dacht je 7 Doe s. Ik weet het niet.

J ol a nthe. Jolanthe.

Does. 7 7

Jol a n t h e. Hij zegt Jolanthe tegen me.

Doe s (vroolijk tot Hans). Hoe durf jij zoo opeens!

Hans. Durven .... !

Jol a n t he. Ha·ha I Durven! Dat is een gevoelig plekje bij Hansje! Hè Hans 7

H a n s (verward).

Doe s (ziet onderzoekend van den een naar de ander). - - Is er nog wat gekomen, kindje 7

Jol a n th e. Een inlander. Hij zit buiten op je te wachten.

Doe s. Wat voor 'n inlander 7

Jol a n th e. ' n Heer op bloote voeten.

Doe s. Hier een van de plaats 7

Jol a n t h e. Neen, dat denk ik niet. Hij lijkt mij een man van buiten.

Dolle Hans

Doe s. Zoo, je excuseert me even 7 Ha n s. Natuurlijk.

71

Does (met nadruk). Ik wou je nog graag even spreken.

Ha n s. Ik zal op je wachten.

Doe s (af naar links).

DERDE TOONEEL.

Jol a n t h e. Jullie officieren hebben het toch maar makkelijk. Die man van mij heeft het altijd even druk. Dat Binnenlandsch Bestuur dat weet wat.

Ha n s. Maar àls wij wat te doen krijgen, gaat het ook zooveel warmer toe.

lol a n t h e. Dat lijkt mij prettiger dan die papieren.sleur.

Ha n s. Hebt u al gehoord van ....

lolanthe (de hand aan het oor). Wat zegt u 7

Ha n s. Heb je al gehoord van het ant·

woord van Buitenzorg op die geschiedenis van Indra Djati 7

72 Dolle Hans 10 I a n th e. Het antwoord van de Regee-ring op dien brief, die .... door Doe s geschreven is 7 Nee, daar heb ik nog niets van gehoord. /ij 7

Ha n s (glimlachend). Neen.

lolanthe. Waarom glimlach jij7

Hans (vroolijk). Als ik driftig ben, is het niet goed.... als ik glimlach is het niet goed ....

lol a nt he. Ga je zoo meteen even mee het kampement om 7

Ha n s. Ie gaat toch altijd met den majoor wandelen 7

lolanthe. Nu, wat zou dat7 Ga mee I Hij zal me wel dadelijk komen halen.

H a n s. Primo zou de majoor me dat moeten vragen .... 1

lolanthe. Als ik je dat vraag, heeft de majoor niets te vertellen.

Hans. Dank je. Ik ga niet mee. Over-morgen is het verlof van den majoor om.

Dan ben ik tot je dienst.

lol a n t h e. Nou ben jij het, die kopt.

Ha n s. Neen, lolanthe; met één goed woord van hem ben ik weer goed. Maar

Dolle Hans

73

je weet het toch: hij zie t me nauwelijks.

Die man haat mij. Waarom 7 Ik weet het niet.

lol a n t he (zucht). Ia. Waarom!

Ha n s. Ik weet niet, ik heb een gevoel alsof me wat boven m'n hoofd hangt. De majoor is hier met verlof, maar tegen mij doet hij soms alsof hij op inspectie is en ....

10 I a nt h e. En 7

Ha n s. En alsof die inspectie in mijn nadeel is afgeloopen.

I 0 1 a n t h e. Hoe kan dat nu!

Ha n s; Ach, allerlei kleinigheden. Hij zit den heelen dag bij luit'nt Witte, en ik ver-zeker je, als Kees Witte niet zoo' n goed kameraad was, dan ....

I 0 I a nt h e. Dan 7

Ha n s. Dan had ik in die ééne maand, die de majoor hier is, al 'n douw gehad.

lol a nt h e. "n Waandenkbeeld van jou, Hans. 'n Vermoeden van mij.

lol a nt he. Ia, hoe is het nu eigenlijk:

haat hij jou, of .... haat jij hem I Ik geloof bijna het laatste.

74

Dolle Hans VIERDE TOONEEL.

Ma j oor (op van rechts. Pet op. Badientje in de hand. Zonder sabel. Salueert non-chalant Hans).

Ha n s (korte correcte buiging).

Ma j oor. Klaar lolanthe? Of eh, ik stoor toch niet?

'0

I a n t h e. Maar absoluut niet, vader.

Ik heb al op u gewacht. Ga je ook mee, Hans ? (Tot den majoor.) U hebt er toch geen bezwaar tegen dat we met z'n drieën gaan?

Majoor. Ce que femme veut ....

lolanthe. En jij, Hans?

Ha n s (in de houding). Als u het wenscht, majoor?

Ma j oor (scherp). Het is geen dienst, meneer.

lol a nt h e (Gaat vlug tusschen de beide mannen in staan. Slaat haar arm door dien van den majoor. Tot Hans:) 't Is waar ook:

je hebt conferentie met Dóes. Daar dacht ik niet aan. (Knikt vriendelijk Hans toe en wandelt met den majoor naar buiten. Achter-grond af).

Dolle Hans 75

Ha n s (alleen, gaat naar de boekenkast.

Neemt er een boek uit en leest, terwijl hij voor de kast blijft staan).

VIJFDE TOONEEL.

Doe s (nu blootshoofds. Op van links).

Waar is lolanthe?

Ha n s (legt het boek weg). Die is het kampement om.

Does. Met m'n vader?

Ha n s (knikt toestemmend).

Doe s. Ik wou je wat vertellen, maar .... eerst een vraag.

Ha n s (nadert hem).

Doe s. Hou jij van mijn vrouw?

Ha n s (aarzelt even. Dan kort): la.

Does. - - Zoo. - - - Ga eens even zitten.

Bei den (nemen plaats).

Doe s. Ik heb het al heel lang gedacht.

'e verwarde houding van daar straks gaf me bijna zekerheid.

76 Dolle Hans H a n s. Die zekerheid heb je nu.

Doe s. Waarom heb je haar dat vroeger niet gezegd 7

Ha n s. In Holland wou ik wachten tot ik of' cier was.

Doe s. En in Indië 7 Vóór ik met haar getrouwd was I Want.... dàt is het onbe·

grijplijke voor me.

H a n s. Toen heb ik gevoeld, dat ze den Indo in mij zag.1

(Zwijgen).

Doe s. En nu 7 Heb je een of ander plan 7 Ha n s. Ik heb géén plan. Vandaag of morgen tegen een vijandelijken kogel op·

loopen. Als je dat een plan noemt.

Doe s. Tja, dat kan natuurlijk zoo niet blijven.

H a n s. Dat zal wel moeten.

Doe s. Dat hou jij niet vol.

Ha ns. Dan ken je .... 'n Indo niet.

Doe s (doet een paar passen op en neer).

Dus wij kunnen als eerlijke mannen op elkaar rekenen 7

Ha n s. Heb ik jou of haar ooit reden tot twijfel gegeven 7

Dolle Hans

77

r f

Doe s (reikt hem de hand). Neen.

Ha n s. Ik heb je nu antwoord gegeven op je vraag. Maar nu heb ik 'n verzoek.

Doe s. En dat is 7

f1 :-H a n s. We hebben er nu over gesproken.

Voor de eerste maal. Laat het ook de laatste maal zijn.

Does. Je bedoelt: ook niet met haar er over spreken 7

Ha n s. Geen woord. Beloof me dat. Als ze 't wist, zou ik hier in huis onmogelijk zijn.

Doe s. Ik beloof het je. - - Tja, nu zal je hoofd wel niet staan naar andere dingen.

Ha n s (haalt de schouders op). Daar ben ik al zoo aan gewend.

Does. Je herinnert je, dat ik een maand geleden aan de Regeering heb voorgesteld om Indra Djati de Korte Verklaring n iet te laten teekenen 7

Ha n s (ironisch). Ik meen dat ik daar zelfs een min of meer werkzaam aandeel in heb gehad.

Doe s. Juist. Nou, hij moet toch teekenen.

De Regeering heeft haar zin doorgedreven.

78 Dolle Hans Ha n s. En wat heb jij gedaan 7

Doe s. Wat kon ik doen I Wat kon ik anders doen dan gehoorzamen 7

Ha n s (neemt zijn sigarettendoos). Neen, dat is ook zoo.

Doe s. Wacht even, ik heb hier siga-retten. (Haalt sigaretten).

H a n s. Mijn eigen merk 7

Doe s. Je eigen merk. Ik heb jou over het antwoord van Buitenzorg maar niet ge-sproken, want ik dacht bij mezelf: als ik hem dat laat zien, dan is hij in staat om me opnieuw op te stoken.

Ha n s (neemt een sigarette). Donk je ....

Heb je er spijt van, dat ik je heb .... op-gestookt7

Doe s. Nou, 't is gelukkig nog goed af-geloopen. De Regeering heeft heel droogjes geschreven, dat mijn gewaardeerde op-merking geen verandering had gebracht in haar zienswijze. Ik heb opnieuw opdracht gekregen om den vorst van Poeloe Manik te onderwerpen aan ons gezag. Ik heb geen uitbrander gekregen.

H a n s. Hoe dankbaar is mijn kleine hond ....

Dolle Hans 79

Doe s. Ja, kerel, ons temperoment loopt een beetje uiteen.

H a n s. Ia, een beetje wel.

Doe s. Een land kan nu eenmaal niet met drift geregeerd worden.

Ha n s. Toch wel met goede trouw 7 En met kennis van zaken 7

Doe s. We zullen er niet over twisten.

Ik heb mijn plicht gedaon, ik heb mijn be-zwaar ingebracht. Aan de Regeering nu de beslissing.

Ha n s. Weet Indra Djati al wot hem te wochten staat 7

Does. Ik heb het hem laten weten en ....

Ha n s (rustig rookend). En 7 Doe s. Hij maakt kapsies.

H a n s. Wat wonder I Als dat zijn dank is.

. Doe s. Ik kreeg vanmorgen een spion, dIe me bericht kwam brengen, dat een bende kwaadwilligen de grenskampongs wil af/oopen. En daarnet kwam er'n tweede spion met hetzelfde bericht. Dat was die inlander waarvan Jolanthe zooeven sprak.

Ha n s (in zijn sigarette verdiept). Dus dat gaat straks hard tegen hard.

80 Dolle Hans

Doe s. Ja, je zult er met je mannetjes op af moeten.

H a n s. Dan gaan we er op af.

Doe s. Ik heb vanmorgen dadelijk den assistent-resident getelegrafeerd. Ik ver-wacht elk oogenblik antwoord, en Witte zal dan wel order van den .militairen com-mandant krijgen om uit te rukken. Maar ik wou het jou eerst even zeggen, omdat jij (vroolijk) het voorspel van dit dramatje hebt meegemaakt.

Hans. Ik ben je verplicht voor je mede-deeling. Jolanthe weet er nog niets van, he 7

Doe s. Neen. Ik heb haar niet ingelicht.

Ha n s. Als het bevel tot uitrukken komt, zul je haar toch moeten inlichten.

Doe s. Natuurlijk. - Denk er tegenover Witte om: jij weet van mij niets, hoor.

Ha n s. Ik weet absoluut niets en ik wacht mijn orders. (Hij stopt zijn sigarette in een pijpje. Uit heel zijn rust en al zijn vragen blijkt hoeveel meer dan de Hollandsche controleur hij, de Indo, zich meester gevoelt van het terrein: kennis van de inlandsche bevolking). Weet je .... zeker, dat alléén Indra Djati spektakel maakt 7

Dolle Hans 81

Doe s. Voor zoo ver ik uit de spionnen kon wijs worden, ja.

Ha n s. De drie andere sultans houden zich rustig 7

Doe s. Voor zoover ik weet. ja. Daar heb ik geen berichten over gekregen.

H a n s. Wat is die spion, die er nu is, voor 'n landsman 7

Doe s. Hij brengt bericht van de boven-rivier.

Ha n s. Ik bedoel: in welke kampong hoort hij zelf thuis 7

Doe s. Dat weet ik niet. Daar heb ik hem niet naar gevraagd.

Ha n s. Waar is ie op het oogenblik 7 Doe s. Hij zit daar achter m'n kantoor.

Ha n s. Mag ik eens even met hem praten 7

Doe s. Ga je gang, als je er lust in hebt.

Ha n s (Gaat naar de deur links).

Doe s. (Wil hem volgen).

H a n s. Liever.... praat ik alléén even met hem.

82

Dolle Hans Does (vroolijk, verwonderd). Zooals je wilt!

Ha n s (af naar links).

Doe s (lacht binnensmonds om de situatie:

hij buiten zijn eigen kantoor gehouden I) Een st e m van b u i ten. Soerat kawat.

Doe s (luistert).

Des tem. Soerat kawat 1

Doe s (gaat naar de voorgalerij, komt terug met een telegram, dat hij haastig opent en doorleest. Tegelijkertijd komt:)

Wit te (zonder sabel op van den achter-grond).

ZESDE TOONEEL.

Wit t e. Bonsoir, controleur.

Doe s. Bonsoir, meneer Witte. U komt . als geroepen.

Witte. Wat is er dan?

Doe s. U zult wel dadelijk van den mili-tairen commandant order krijgen om uit te rukken.

Wit t e. Waar naar toe ? Wat is er aan de hand?

Dolle Hans 83

Does. Dit telegram krijg ik daarnet van den assistent-resident. (Hij leest voor): "Post-commandant ontvangt nog heden van mili-tairen commandant opdracht tot verleenen van militairen bijstand. Zend nogmaals ijl-bode met hernieuwde waarschuwing aan vorst van Poeloe Manik".

Wit t e. Wat wil dat potentaat je ? Doe s. Hij heeft geen zin in de Korte Verklaring.

Wit t e. Wil hij niet teekenen ? Does. Neen.

Wit t e (vroolijk). Dan zullen wij het voor hem doen; met de punt van de bdjonet.

Doe s. Ik ga natuurlijk mee.

Witte. Dat begrijp ik. Tja, als ik van den militairen commandant het telegram heb, zullen we er van avond wel dadelijk op af moeten.

Doe s. Natuurlijk.

Witte. Hoe laat wil u gaan?

Doe s. Wanneer is u klaar?

Wit t e. Een kwartier nadat ik de order van mijn commandant heb. Ik heb alleen

84 Dolle Hons maor even 'n ander pak aan te schieten, en de troep is binnen een kwartier aan-getreden.

Doe s. Ik zal toch liever wachten, tot de maan onder is. Dan kunnen we stilletjes vertrekken.

W i tt e. Dat is dan vannacht om 'n uur of drie.

Doe s. Dat kan wel.

Wit t e. Willen we zeggen: om drie uur klaar 7

ZEVENDE TOONEEL.

Majoor en lolanthe (op van den achter-grond).

Doe s. Dat is goed: om drie uur.

Majoor. Bonsoir.

Wit t e (salueert). Majoor! Dag, mevrouw!

I

0 I a nt h e. Wat komt u morgenmiddag om drie uur doen, meneer Witte 7

W i tt e (vroolijk). Pardon, vannàcht om drie uur, mevrouw I

lol a nth e. Vonnàcht7 Witte. Jawel.

Dolle Hans 85

Doe s. De troep rukt vannacht uit, kindje.

lol a nt h e. Zoo!

Does. En ik ga mee.

lol a nt h e. Ga jij mee 7 !

Doe s {laat haar het telegram zien).

Asjeblieft.

M a j oor (tot Witte). Is er hommeles 7 Witte. Ik denk, 'n kleinigheid, majoor.

I

0 I a n t he (heeft het telegram gelezen.

Geeft het den majoor). Wat is er gebeurd, Does 7

Doe s. 'n Klein opstandje, kindje. Het heeft niets te beteekenen.

Jol a nt h e (nadenkend). Dus toch!

Majoor (tot Does). Wanneer rukken jullie uit7

Doe s. Meneer Witte wacht op order van den militairen commandant, vader. Als het telegram vanavond komt, dan gaan we vannacht om drie uur.

Wit te. De controleur wou wachten tot de moan onder is.

Ma j oor. Als mijn verlof overmorgen niet om was, had ik wellust om mee te gaon.

86 Dolle Han"s

Jol a n th e. Gaat.... Hans ook mee 7 Wit t e. Natuurlijk, we gaan allebei r (Vroolijk). Trouwens als hij thuis moest blijven zou ik hem die boodschap niet graag brengen r

10 I a n th e. Zeg u eens eerlijk: kan die sultan een groot gevaar worden 7

10 I a n th e. Zeg u eens eerlijk: kan die sultan een groot gevaar worden 7

In document SIGNATUUR MICROVORM: (pagina 35-63)

GERELATEERDE DOCUMENTEN