• No results found

DERDE BEDRIJF

In document SIGNATUUR MICROVORM: (pagina 63-80)

(Een niet te klein vertrek in het arres~

tanten~lokaal ter standplaats van den krijgs~

raad. Witte muren, hier en daar beschreven door arrestanten. Het ameublement bestaat uit een vierkante tafel, waarop Hans' pet ligt, een hoogst eenvoudige stoel en een krib (zonder klamboe) met matras, kussen en laken en op het voeteneind een opge~

vouwen molton.deken. In het midden van den achtergrond een gesloten deur, zonder ~nop aan de binnenzijde, tusschen twee getraltede ramen zonder vensters. De zon valt hel van li~ks binnen, door een getralied raam, doch kan slechts in een deel van het ver~

trek een plek zonlicht werpen, omdat h~t licht buiten geweerd wordt door een schUin afdak. Achter den achterwand ziet men een schuin afdak en daar achter het felle zonlicht.)

118 Dolle Hans EERSTE TOONEEL.

H a n s (Alleen. In zwarte uniform, on-gewapend. Blootshoofds. Hij ligt op de krib op de elleboog geleund en het hoofd met de hand steunend, voor zich uit te staren.

Na eeni.ge oogenblikken staat hij op, kijkt het traItevenster aan den linkerwand uit.

Loopt een paar malen langs het venster op en neer.)

(Men hoort den sleutel van den buiten-kant in het slot steken en omdraaien.)

De Wa c h t - c 0 m man dan t (in ser-geants-uniform; gewapend; helmhoed op en met slobkousen aan. Op, gevolgd door:) Een F u s e I ier (gewapend, helmhoed op en met slobkousen aan. Hij draagt de sleutels en laat den sergeant het eerst binnen treden).

. Wa c h t-co m mand a nt (salueert. Meldt zIch:) Wacht-commandant, luit'nt

Ha n s. Goeienmiddag.

Wa c h t -c 0 m man dan t. Ik kom de ronde even doen: hebt u klachten, luit' nt 7

Ha n s. Dankje. (Met een kort binnens-mondsch lachje) Ik heb het hier best.

Dolle Hans 119

Wacht-commandant (tot fuselier).

Wacht mij maar even buiten.

F u s e I ier. Jawel, sergeant. (Af.)

Wa c h t -c 0 m man dan t. Als de luit' nt soms iets noodig heeft, waar ik den luit'nt aan kan helpen 7

Ha n s. Dank je wel, sergeant. Ik vind het heel aardig van je, hoor.

Wacht-commandant. Ik zie wel kans, om den luit'nt hier desnoods het een en ander te brengen.

Ha n s. Dank je wel. Je bent' n beste kerel.

Je bent hier nog nieuw, hè 7 Ik zie je voor 't eerst.

Wacht-commandant. Jawel, luit'nt.

Ha n s. Waar kom je vandaan 7

W ac h t-com ma nd ti n t. Van Batavia, luit'nt .

H a n s. N u pas.

Wacht-commandant. Jawel, luit'nt.

Eergisteren.

Ha n s. Er wordt in Batavia zeker nogal over mijn veroordeeling gesproken 7

Wa c h t -c 0 m man dan t. Ze zijn er vol van, luit'nt. De majoor De Weert moet er

120 Dolle Hans nogal van lusten, want ze kunnen den majoor om zoo te zeggen niet goed zetten.

Ha n s (hem met een handbeweging het zwijgen opleggend). Zoo.

Wa eh t - c 0 m man dan t. Over uw . ver-oordeeling maken ze zich in Batavia niet zoozeer ongerust, luit'nt, want ze gelooven allemaal wel, om zoo te zeggen dat daar toch niks van komp. '

Ha n s. Zijn ze er daar zoo zeker van, dat ik gratie krijg 7

W ach t - c 0 m man dan t. Ia, dat ge-looven ze daar allemaal, luit'nt. D'r is in geen jaren een doodvonnis voltrokken. Alleen de boeven natuurlijk zijn opgehangen. Maar de soldaten, die tot den kogel veroordeeld w~~den, zijn allemaal den dans ontsprongen, lUit nt.

Ha n s. Als ik den dans zal ontspringen, sergeant, begint het tijd te worden dat ik er iets van hoor. Ie weet dat het ....

morgen mijn laatste dag is 7

. W ach t - c 0 m man dan t (bijt zich op de lippen). Ik weet het, luit'nt. .

Ha n s. Heb jij soms al gehoord .... wáár ·t.

Dolle Hans 121

ik morgen gefusilleerd zal worden.. .. als géén gratie verleend wordt 7

Wacht-commandant. Neen luit'nt.

(hij bijt zich op de lippen.)

H a n s. Mocht je daar iets over vernemen, dan hou ik me aanbevolen. (Met een glim-lach). Ie begrijpt, sergeant, als je er zelf zoo nauw bij betrokken bent, dan stel je belang in die kleinigheden.

Wac h t-co m ma nd a n t (knikt toestem-mend). Kan ik gaan, luit'nt 7

Ha n s. Welzeker, je kunt gaan, sergeant.

Ik dank je.

(Men hoort buiten Marsch No. 2 slaan).

Ha n s (een seconde lang geïnteresseerd).

Waar gaat dat peleton heen 7

Wa c h t-co m mand an t. Naar het schijf-schietterrein, luit' nt.

Wa c h t - c 0 m man dan t (salueert in de houding).

F u s e I ier (opent de deur voor Witte.) (De trommelslag neemt meer en meer af en wordt tenslotte niet meer gehoord).

122 Dolle Hans TWEEDE TOONEEL.

Wit t e (op in witte uniform; onge-wapend). Wacht-commandant 7

W ac h t-com ma nd a nt (in de houding).

Jawel, luit'nt.

Witte. Ik wou wel even metdenluit'nt praten.

Wacht-commllndant. Jawel, luit'nt.

(Salueert. Af).

Wit tee n Ha n s. (Geven elkaar beide handen).

Ha n s. Iets nieuws 7 Witte. Nog niets.

Ha n s. Dat wachten, Kees, dat wachten is bijna niet uit te houden.

W i tt e. Ik ben nog altijd vol hoop, Hans!

Ha n s. Hoop jij nog, jongen 7 Waarachtig 7 (W i tt e. Ja zeker I). Of probeer jij mij den dag van vandaag een beetje lichter te maken door je luchthartig te toonen. Doe dat dan niet, Kees, want je bereikt er het tegendeel mee. Je maakt het me zwaarder. Ik zou bijna wenschen, dat gratie absoluut was uitgesloten, want vóór alles verlang ik naar

Dolle Hans 123

zekerheid; niets is verschrikkelijker dan die twijfel .... dan die vreeselijke twijfel.

Wi tt e. Hans, op mijn woord van eer: ik gelóóf niet aan een executie. Het request om gratie is door de allereerste menschen onderteekp.nd en er is een geweldige stemming tegen de executie van het vonnis.

H a n s. Ook onder de officieren.

Wit t e. Vooràl onder de officieren! Geloof me, elk oogenblik kan je gratie afkomen.

Niemand twijfelt er aan.

Ha n s (met een zucht). Dan maar weer wachten.

W i tt e. Nog even op de tanden bijten, ouwe jongen j dan ben je er doorheen.

Ha n s. Kerel, wat sta ik bij jou in de schuld I Wat heb jij je in den krijgsraad geweerd! En wat heb jij je de laatste dagen voor mij uitgesloofd!

Wit t e. Ja, hè 7

Ha n s. Dat schrijft warme artikelen, in de couranten en tijdschriften j dat zet den dominé en de kopstukken van de Euro-peesche maatschappij aan 't werk, en loopt zich het vuur uit de sloffen ....

124 Dolle Hans Wit t e. Ja, hè 7

Ha n s. Dat laat requesten inzenden en dat beroert de heele samenleving om ....

één vriend te redden.

Wit t e. Ja, hè 7 Hans. Wàt: ja hè7

Wit t e (bitter). Ik sta op 'n bedankje te wachten. Dat heb ik allemaal voor jou gedaan. Moet jij me nu daarvoor niet be-danken 7

Ha n s (glimlachend). Ga zitten. Het is de eenige stoet die ik je kan aanbieden.

Herinner jij je nog den dag, Kees, dat we allebei luitenant werden 7 Wat voelden we ons kranen, hè 7 Weet je nog hoe we in ons gloednieuwe pakean door Breda liepen met 'n gezicht van "wat kost de wereld 7"

Toen de boot van Amsterdam vertrok, dacht ik: "Nu naar Jolanthe, en de wereld is mijn!" Ik had niet bedacht, dat Jolanthe, in dit land, den Indo met andere oogen zou leeren zien.

Wit t e. Ik weet, hoe je daaronder geleden hebt, Hans.

Ha n s. Later ben ik voor haar weer de oude Hans geworden. Later.... toen het

Dolle Hans 125

te laat was. Toen ze.... getrouwd was.

Hoe weinig dachten we toen, dat haar man en ik zoo zouden eindigen. Hij op patrouille met een kris overhoop gestoken, terwijl hij den vrede stond te prediken aan dien Indra Djati, dien we.... (Hij balt de vuisten), god beter 't, éérst tot opstand hadden gedwongen.... En ik.... (hij wijst met een handgebaar op zijn gevangenis).

Witte. Ja.

H a n s. Het is met dien opstand weer gegaan als met alle opstanden in Neder-landsch-Indië: hij had voo r k ó men kunnen worden, hij breekt uit, hij word gedempt, en de slachtoffers zijn gevallen. Voor de zooveelste maal heeft weer eens een goed ambtenaar het loodje gelegd. - - Jolanthe ....

weduwe. Wie had dat een paar maanden geleden gedacht' - - (In vervoering als tot zich-zelf). Jolanthe'

W i tt e. Ik voel, dat het je gelukkig kan maken, Hans, en daarom wil ik het je zeggen: die vrouw heeft van jou gehouden ....

van dien ongeluksavond af.

Ha n s. Heeft ze jou dat gezegd 7 Wit t e. Neen. Dat heb ik gevoeld.

126 Dolle Hans Ha n s. Toe, Kees, vertel me alles wat je weet. Ik snak naar elke bizonderheid.

Wit t e. Toen de majoor dien nacht plotseling bij mij kwam logeeren, begreep ik, dat er daar een scène was voorgevallen.

Ha n s. Natuurlijk.

Witte Toen ik 's nachts om drie uur den controleur afhaalde, zat zij nog in de binnengalerij, en hij is meegegaan zonder een enkelen groet aan zijn eigen vrou~.

Toen ik haar dien nacht de hand tot afscheId gaf, was haar laatste woord .... voor jou.

Ha n s. Wat heeft ze gezegd.

Wit t e. Red hem, meneer Witte, als u als getuige" wordt opgeroepen!"

H a n s. Jij hebt gedaan wat je kon.

Wit t e· Zelfs toen ik haar een week later den dood van haar man kwam melden, - ja, toen heeft ze gehuild; dat i~. waar;

maar haar eerste woord tegen mIJ was:

Weet je dat Hij nog getracht heeft om Does thuis te houden 7" "Hij!" 0, Hans, als je haar dat eene woord had hooren zeggen ....

Ha n s (sluit de oogen).

Dolle Hans 127

DERDE TOONEEL.

Wacht-commandant (op. Salueert).

Luit'nt I de majoor De Weert vraagt of de majoor even bij u kan komen.

H a n s en Wit t e (zien elkaar aan).

Ha n s. Zeg aan den majoor, dat ik hem wacht.

Wa c h t-co mm a nd a n t. Jawel, luit'nt, (Salueert. Af.)

W i tt e. Wat komt die hier doen I Ha n s. 'n Dooien leeuw trappen, denk ik.

Wit t e. Dat geloof ik niet. Hij mag wezen wie hij wil, maar dat doet ie niet. Hij zal toch niet! 7

Hans. Wat.

Wit te. Het bericht van gratie brengen 7

VIERDE TOONEEL.

M a jo 0 r (op door de deur, welke hem door den wacht-commandant wordt ge-opend).

Ha n s. U wenscht mij te spreken, majoor 7 Ik luister.

128 Dolle Hans M ti j oor (ziet Witte aan).

W i tt e (de bedoeling verkeerd begrijpend).

Komt u het bericht van gratie brengen, majoor 7

Majoor. Neen. Die gratie wordt alge-meen nog van middag verwacht, ook door mij' maar ik kom ze niet brengen. Ik zou me~eer Hartmann graag even alleen willen spreken.

Wit t e. 0, pardon, majoor. (Salueert. Af.)

VIJFDE TOONEEL.

H a n s. Wat kunt

u

mij te zeggen hebben, majoor.

M a j oor. U ~.ebt gehoord, dat .... mijn zoon gevallen is 7

H a n s. Ja. Dat heb i k vernomen. Dat heeft de luit'nt Witte me natuurlijk verteld, toen hij hier werd geroepen als getuige in . . .. uw aanklacht tegen mij.

Ma j oor. Is u iets bekend van wat er in het huis van mijn zoon is voorgevallen nadat u.... dien avond.... is wegge-bracht7

Dolle Hans

Ha n s. Heel weinig, majoor.

Majoor. Wat is u bekend.

129

Ha n s. Daar wensch ik niet op te ant-woorden.

Ma jo 0 r. Dan zal ik u zeggen wat er gebeurd is. De echtgenoote van mijn zoon heeft dien avond een bekentenis afgelegd, die tot een publiek schandaal had kunnen leiden, als er iemand anders bij geweest was dan mijn zoon en ik.

Ha n s. Ik begrijp u niet.

Ma jo 0 r. Die vrouw heeft bekend, dat zij van u hield.

Ha n s (geëmotioneerd).

M a i oor. Dat zijn de laatste woorden geweest, die mijn zoon van haar gehoord heeft. Met die bekentenis van haar is hij ....

den dood ingegaan.

Ha n s. Waarom vertelt u me dat.

Ma jo 0 r. Om een beroep te doen op uw ridderlijkheid van officier.

Hans. 77

Ma j 0 or. U.... verwacht natuurlijk net zoomin als iemand anders de executie van uw vonnis. Het spreekt gelukkig van zelf,

130 Dolle Hans

dat dat, als altijd, door 'n maand of wat detentie wordt vervangen.

Ha n s. U schijnt wel heel zeker van uw zaak.

Ma j oor. Niemand gelooft aan een exe-cutie. Daar is trouwens in de laatste jaren geen voorbeeld meer van. Er volgt strijk en zet gratie op; dat weet u.

Ha n s. Ja, dat weet ik. (Bitter ironisch).

Maar als je tusschen muren als deze op zoo'n bericht wàcht, dan ben je er toch niet zóó gerust op. Menschen, die daar zoo heel zeker van zijn, raad ik aan om hier eens in mijn plaats te gaan zitten wáchten.

Ma j oor. Nou ja, dat begrijp ik.

H a n s. U wou een beroep doen op ....

Ma j oor. Ja. - - - De echtgenoote van mijn zoon is hier op de plaats en ik hoor, dat zij u wenscht te spreken.

Ha n s. Jolanthe hier 7

M a j oor. Toen zij uw veroordeeling ver-nam, is zij naar hier gereisd om u op te zoeken. Is u het niet met mij eens, dat we haar dat bezoek moeten beletten 7

Dolle Hans 131

Hans. Waarom7

Ma j oor. Om de reden, die ik u zooeven noemde: die vrouw houdt van u.

H a n s. Noemt u dat 'n reden om mij niet te bezoeken 7

Ma j Oor. Ja. Want daaruit zou toch nog het schandaal kunnen ontstaan, dat wij dien avond zoo zorgvuldig hebben voorkomen.

H a n s. D,us u wenscht van mij, dat ik Jolanthe weiger te ontvangen 7

Ma j oor. Dien familiaren voornaam wil ik lieve~ vermijden. Ik merk u op, dat hier sprake IS van de weduwe van mijn zoon.

Ha n s. En van mijn vriendin. De vrouw van mijn overleden vriend.

. Ma j oor. Zoo zal de wereld het niet uitleggen.

H a n s. Hoe zal "de wereld" het dan wèl uitleggen, majoor.

Ma j oor. Die zal zeggen, dat die vrouw .. "

%ooals u het zoo j u is t noemde: uw vrien-din" is geweest. "

(Zwijgen).

Ha n s. Wil u.... aan de weduwe van uw zoon zeggen, dat ik .... geen meerdere

bezoeken kan ontvangen7

132 Dolle Hans

Ma j oor. Ik geloof niet dat zij mij zal willen ontvangen. Ik zie dus geen kans om haar terug te houden van haar plan om hier te komen. Er is maar één menseh, die haar daarvan kan terughouden.

Ha n s. Dan zal ik dat zijn. hij een "pigment-vreter". De luit'nt Witte heeft dien man willen pardonneeren, om wat u mij in die dagen hebt doen lijden. I k heb dien fuselier gestraft, majoor!

Ma j oor. Laten wij elkaar goed verstaan. van mijn moeder was een Javaansche vrouw.

Meent u dat het geestig is, majoor, om mij daarom te bespotten 7 U hebt in Breda de academie doorloopen. Daar hebt u, toen u

134 Dolle Hans

jong was, het een en ander moeten leeren van de Geschiedenis der Hollanders op Java. In die geschiedenis vindt u eindelooze reeksen opstanden waarbij Hollandsche het scheldwoord "pigment-vreter" voor kennen I

M a j oor (driftig). U vergeet, hoeveel er-gernis ik in mijn leven al gehad heb om een indolentie, die bij de meeste Indo's zoo treiterend is, dat ze een Hollander het bloed naar de slapen jaagt. De soldaten mogen dan een scheldwoord voor de Indo-vijanden hebben uitgevonden, dat woord "indolentie"

is ook een schimp, die niet ontstaan zou

136 Dolle Hans

onder dien boom zat een jonger broertje van me te spelen. Een poes en een paar kippen hielden hem gezelschap. Opeens be-gonnen de kippen hevig te kakelen en inlanders riepen: andjing gila I 'n Dolle hond I Ik zag mijn vader overeind vliegen, naar het geweer grijpen en naar het raam snellen. Ik zag ook naar buiten en daar stond Ketjil, onze tuinman, met mijn broertje hoog boven zijn hoofd, en liet zich met al de "indolentie" waarover een inlander be-schikt door een dollen hond kalm de kuiten verscheuren. Een schot klonk, en de hond was dood. (Met tranen in zijn stem.) Begrijpt u nu, majoor, wat voor mij de "indolentie"

van den inlander is 7

ZESDE TOONEEL.

Wit t e (geëmotioneerd op).

(Een lang, pijnlijk zwijgen).

H a n s. Wat is het, Kees 7

Wi tt e. De gouverneur-generaal heeft ...

op het gratie' request ....

Ha n s. Afwijzend beschikt 7 Wit te (knikt toestemmend).

Dolle Hans

Ma j oor (verslagen).

(Zwijgen.)

137

Ha n s (tot Witte.) Ik dank je, Kees. Ik ben blij, dat ik eindelijk zekerheid heb.

Ma jo 0 r (verslagen.) Dat is ... onmogelijk.

H a n s. En.... wanneer 7 Heb je dat ook gehoord 7

Wit t e. Morgenochtend.

Hans. Hoe laat7 Wit t e. Om zeven uur.

H a n s. U hoort het, majoor! Morgenochtend om zeven uur word ik gefusilleerd, in Naam der Koningin I Die zaak moet dus wel vol-komen in orde wezen. U kunt gerust zijn, majoor. Ik ben te goed officier om mij niet strafschuldig te voelen. Ik heb mijn straf verdiend. . .. voor wat ik u gedaan heb, goddank I U ziet: ik ben, rustig. Ik heb die rust te danken aan wat ik u gedaan heb.

W i tt e (verslagen af.)

Hans. Nu kunt u, als u met pensioen gaat, op de golven spuwen en zeggen:

"vèrrèk, sienjo's I" Maar u kunt eerst nog iets anders doen. Als ik morgenochtend even over zevenen languit op het grasveld

138 Dolle Hans lig, als een neergeschoten hond, loop dan even langs mijn lijk en zeg: "daar ligt 'n sienjo I"~ Dan houdt u een verschen indruk van iets leelijks, en dan kunt u later, als u naar Den Haag gaat, in de Witte Societeit vertellen: Indië is een mooi land, maar er moesten geen sienjo' s wezen."

M a jo 0 r. Ik vraag u vergiffenis.

Ha n s. Als u dat ernst is, majoor, probeer dan in het leven, dat u rest, aan de Indo's te vergoeden wat u nog kunt. Als u dat voor mijn broeders doen wilt, dan hebt u hier mijn hand.

Ma j oor (grijpt de toegestoken hand met beide handen.)

Ha n s. Komaan, we zijn soldaat, majoor' Ga nu maar heen. Ik heb .... geen wrok meer.

M a j oor (gebroken af.)

W ac ht-commandant (tegelijkertijd op).

ZEVENDE TOONEEL.

Hans. Waar is de luit'nt Witte, sergeant7 W ac h t-comma ndant. Die is wegge-loopen, luit'nt.

Dolle Hans 139

Ha n s. Heeft de luit' nt niet gezegd, dat hij terug zou komen 7

Wacht-commandant. De luit'nt wou iets zeggen, luit' nt; maar hij kon niet.

(Zwijgen.)

W ach t-c 0 m ma nd a nt. De sergeant Tiemersma is er, om u te spreken, luit'nt.

Ha n s. Komt die voor mij 7

Wacht-commandant. Jawel,luit'nt.

Hij vraagt verlof, om even bij u te komen.

Ha n s. Laat hem hier komen.

Wacht-commandant. Jawel,luit'nt.

(Salueert. Af.) Ha n s. (Alleen.)

ACHTSTE TOONEEL.

Tie m e rs m a. (Helmhoed op, ongewapend, zonder slobkousen. Salueert.)

Ha n s. Zoo, ouwe jongen. Kom jij ook nog eens even naar me kijken 7 Mijn dienst zit er nu gauw op, hè 7

Tiemersma. Luit'nt! is dat waar7 Ik hoor daar aan de wacht, dat ....

140 Dolle Hans

Kom-kom-kom, ouwe dienstklopper, zoo erg is het per slot van rekening niet. Jij hebt mij heeft zien binnengaan. De nieuwe wacht kent mij niet. Dan trekt u om acht uur mijn

142 Dolle Hans H a n s. Daar speelt de militaire rechter niet mee, Tiemersma I "W anneer een ge-arresteerde is aan de wacht ontkomen ...• ", dat zou je tien of vijftien jaar kunnen kosten, ouwe jongen.

Tie mer sm a. Geen kwestie van, luit' nt.

Dat loopt wel los. Toe nou, luit'nt, zeg u nou aan den commandant van de wacht, dat u mij vanavond tegen acht uur nog spreken wilt.

Ha n s (geeft hem de hand.) Ik dank je, mijn goeie vrind en kameraad. Laten wij mekaar nou maar de hand geven en goeien dag zeggen. (Legt hem de handen op den schouder.) Het ga je goed, Tiemersma. Denk nog eens ' n enkele maal aan den drifkop terug, die jou altijd graag heeft mogen lijden.

Tiemersma. Toe, luit'nt, doe het. Doe het, luit' nt.

H a n s. Kerel, zeg me nou goeien dag, laten we er een eind aan maken. /ij wilt toch ook dat ik flink blijf?

Ti e mer s m a (knikt.)

Ha n s. Nou dan. Blijf de goeie onder-officier, die je altijd geweest bent. Dag, Tiemersmal

Dolle Hans 143

Tie mer sm a (gebroken.) Dag, luit'nt.

(Dan in uitbarstende woede.) Ik wil er mor-genvroeg bij staan, dat ze u neerschieten!

(Dan in uitbarstende woede.) Ik wil er mor-genvroeg bij staan, dat ze u neerschieten!

In document SIGNATUUR MICROVORM: (pagina 63-80)

GERELATEERDE DOCUMENTEN