• No results found

Hoofdstuk 3: Afbakening in de literatuur en rechtspraak

3.6 Het lot en de afbakening van de invloed van een trendsetter

3.6.1 De trendsetter in de juridische literatuur en arresten van de Hoge Raad

Een baanbrekend ontwerp bevindt zich op een tweesprong. De eerste weg geeft het stijlicoon een ruime beschermingsomvang, omdat het rechtvaardig zou zijn dat baanbrekende ontwerpen beloond worden met een ruime beschermingsomvang.262 De andere weg leidt juist naar het vrije

domein, omdat een stijl ‘school’ zou moeten kunnen maken.263 Vormgevers moeten zich kunnen

ontwikkelen en laten inspireren door stijlen. Voor een ontwerp moet het mogelijk zijn om inspiratie te halen uit andere algemene en persoonlijke stijlen.264 Het Nederlandse recht wijst

een baanbrekend ontwerp niet in een bepaalde richting.265 Het is aan rechters om te bepalen of

de trendsetter een ruime beschermingsomvang verdient of dat juist baanbrekende stijlelementen onbeschermd zijn. De meeste rechters zouden van mening zijn dat nabootsing niet slecht is, omdat kopiëren de menselijke ontwikkeling ook verder brengt.266

Het uitgangspunt is dat bij de beoordeling of een ontwerp een eigen, oorspronkelijk karakter heeft en een persoonlijk stempel draagt, de situatie van de totstandkoming beslissend moet zijn. Dit volgt uit het arrest Bigott/Doucal.267 Hoewel een rechter misschien pas tientallen jaren later

moet oordelen over de oorspronkelijkheid van het werk, zorgt dit wel voor een houvast.268

Volgens Visser vindt in de praktijk echter niet altijd een beoordeling plaats naar het moment van totstandkoming. Hij verwijst naar de ‘verwording’. Het auteursrecht zou volgens hem een verwatering van werken aannemen, die van invloed kan zijn op de beschermingsomvang.269

Stijlelementen zullen namelijk op het moment van totstandkoming niet uitgekristalliseerd zijn, waardoor het werk een ruimere bescherming zou kunnen krijgen. De verwatering van de beschermingsomvang zou dit recht kunnen trekken door geleidelijk opgekomen stijlelementen niet langer te beschermen.

Dit is van belang voor het stijlicoon. Bepaalde werken zullen namelijk stijlpotentie hebben. De Hoge Raad overweegt in het arrest Decaux/Mediamax dat enkel het inzetten of ontwikkelen van een stijl geen bescherming van het auteursrecht krijgt.270 Volgens Quaedvlieg zou een

trendsettend ontwerp wel een ruime beschermingsomvang krijgen vanwege de duidelijke

260 Quaedvlieg 1996, p. 197.

261 Deze vraag stelt Hugenholtz zichzelf ook in zijn noot onder het arrest HR 16 april 1999, NJ 1999, 697, m.nt. Hugenholtz (Bigott-Batco/Doucal).

262 Quaedvlieg 2004, p. 488.

263 Onder andere Verkade wijst hierop, zie Verkade 1984, p. 677. 264 Van Maaren 1988, p. 97.

265 Quaedvlieg noemt het Nederlandse recht niet helder op het stuk of er juist een bescheidener of een ruimere beschermingsomvang moet zijn voor de trendsetter. Zie Quaedvlieg 2004, p. 488.

266 Visser 2008, p. 1924.

267 HR 16 april 1999, NJ 1999, 697, m.nt. Hugenholtz (Bigott-Batco/Doucal), r.o. 3.4. Zie ook paragraaf 3.4.1. 268 Quaedvlieg 2004, p. 492 en 493.

269 Visser 2004, p. 35.

270 HR 29 december 1995, NJ 1996, 546 (Decaux/Mediamax), r.o. 3.4. 32

afstand van de markt. Als de stijlpotentie blijkt uit nieuwe productvormgeving, waar geleidelijk aan de invloed van de trendsetter in valt te ontdekken, dan steekt vervolgens de onbeschermde stijl de kop op.271 De beschermingsomvang zal dan slinken.272

Als elementen van een trendsetter geleidelijk aan onbeschermd worden, dan graaft de trendsetter eigenlijk zijn eigen graf. Volgens Quaedvlieg is dit om drie redenen niet het geval. Allereerst wijst hij erop dat het ontwerp in de aanvangsfase juist een ruime beschermingsomvang krijgt. Ten tweede vindt hij dat de concurrentie inderdaad dichterbij mag komen, maar de bescherming niet in zijn geheel mag vervallen. Tegen vrijwel identieke namaak zal het design altijd op moeten kunnen komen. Tenslotte vindt hij dat als een ontwerp de ruimte heeft gehad om bekendheid op te bouwen, het ontwerp ook kan profiteren van zijn populariteit als het originele ontwerp.273 Quaedvlieg vindt dat voor het ‘biologisch afbreekbaar auteursrecht’

alleen ruimte is bij de beschermingsomvang, en niet bij de afbakening van een werk.274 Zo kan

het uitgangspunt gehanteerd blijven dat het eigen oorspronkelijk karakter van het werk getoetst wordt naar het moment van totstandkoming.275

In twee arresten van de Hoge Raad komen twee van deze stijliconen aan bod: de Barbiepop van Mattel en de Elwood spijkerbroek van het merk G-Star. In het Elwood-arrest van de Hoge Raad wordt het verworden van vormgevingselementen tot een onbeschermde stijl verwatering genoemd. De Hoge Raad vindt dat er geen sprake is van verwatering als uitsluitend de maker zelf zijn stijlelementen in andere werken toepast.276 De vraag is of de Hoge Raad verwatering an sich na dit arrest toelaat. Volgens Cohen Jehoram komt dit arrest neer op een ‘verknoedeling van het auteurs- en merkenrecht’, maar kan de Hoge Raad hier nog op terug komen, omdat hij slechts

op een hypothetische mogelijkheid ingaat.277 Volgens Visser heeft de Hoge Raad vermoedelijk

niet de verwatering van werken erkend. Dat de Hoge Raad de verwatering door eigen toedoen afwijst, en er vervolgens geen woorden meer aan vuil maakt, zorgt er volgens Visser voor dat het arrest Bigott/Doucal nog steeds geldt.278 Voor de afbakening van een werk en van zijn eventuele

stijlelementen, zou dus het moment van totstandkoming doorslaggevend moeten zijn.

De Hoge Raad benoemt stijl niet expliciet in zijn Barbie/Sindy-arrest. Desondanks is dit arrest relevant voor de afbakening van stijlelementen.279 Barbie is namelijk een onmiskenbaar

stijlicoon en trendsetter. Toch blijft de auteursrechtelijke bescherming van de barbiepop door de Hoge Raad gehandhaafd.280 Ondanks dat er een reeks namaakproducten in omloop is, waar de

stijlelementen van Barbie in te herkennen zijn, laat de Hoge Raad auteursrechtelijke

271 Quaedvlieg 2004, p. 491. Quaedvlieg spreekt van biologisch afbreekbaar auteursrecht en niet van verwording, omdat bescherming tegen vrijwel identieke namaak in stand moet blijven en verwording zou daardoor een verkeerde benaming zijn, zie voetnoot 30 van zijn artikel.

272 Quaedvlieg 1996, p. 198. 273 Quaedvlieg 2004, p. 491 en 492. 274 Quaedvlieg 2004, p. 492.

275 Zoals in HR 16 april 1999, NJ 1999, 697, m.nt. Hugenholtz (Bigott-Batco/Doucal), r.o. 3.4.

276 Benetton voerde het argument aan dat vormgevingelementen van de Elwood spijkerbroek zijn verworden tot een onbeschermde stijl. Zie HR 6 september 2006, NJ 2006, 492 (Elwood), r.o. 3.13.

277 Cohen Jehoram 2007, p. 16. Reeskamp sluit zich aan bij het standpunt dat de verwatering erkend wordt, zie Reeskamp 2006.

278 Visser 2007, p. 17. 279 Quaedvlieg 2001, p. 445.

280 HR 21 februari 1992, NJ 1993, 164 m.nt. J.H. Spoor (Barbie). 33

bescherming van de originaliteit in stand.281 Hier wordt dus geen verwording tot een stijl

geaccepteerd, terwijl dit bij uitstek een gelegenheid was. Deze rechtspraak onderstreept de belangrijke eerste fase van een trendsettend product. De tweede, tot- stijl-verwordingsfase, wordt niet benoemd.

De auteursrechtelijke bescherming mag niet afhankelijk worden van een kwaliteitsoordeel.282

Het oordeel mag volgens Verkade niet neerkomen op een quod licet Iovi, non licet bovi.283

Grosheide vindt dat de beschermingsomvang van originele en minder originele werken gelijk is. Een werk is origineel of niet, er is geen tussenweg en werken hebben daarom dezelfde beschermingsomvang.284 Toch menen rechters – volgens Visser – dat er eerder sprake is van een

inbreuk als een werk vernieuwend en afwijkend is. De meeste rechters erkennen dat hoe meer de eiser met een baanbrekend ontwerp afstand neemt van de andere producten op de markt, hoe eerder de gedaagde inbreuk maakt op het baanbrekende ontwerp.285

Concluderend is er discussie of dat de Hoge Raad de verwatering van een auteursrecht heeft erkend, of dat het moment van totstandkoming altijd leidend moet zijn bij de beoordeling. In de literatuur wordt gesteld dat een trendsettend ontwerp eerst beloond zal worden voor zijn vernieuwende karakter door een ruime beschermingsomvang. Geleidelijk aan zal de stijlexceptie een grotere rol gaan spelen. Voor de afbakening van de beschermingsomvang zou volgens sommigen verwatering mogelijk moeten kunnen zijn, wat gevolgen kan hebben voor de beschermingsomvang. Een stijl ontstaat namelijk niet plotseling, maar geleidelijk.