• No results found

Al voor het interview vond er een kennismaking plaats en is er afgesproken om elkaar te tutoyeren. De tekst tussen aanhalingstekens betreft de CAS-arbiter, de tekst zonder

aanhalingstekens betreft de interviewster. Wanneer ‘hij’ wordt gebruikt in een zin, kan dit ook verwijzen naar een vrouw. Hier wordt zowel man als vrouw bedoeld.

Mijn naam is Eline en ik schrijf op dit moment een scriptie over geschilbeslechting bij het CAS. Roberto, mijn scriptiebegeleider, opperde het idee om een interview af te nemen met een CAS-arbiter en hij kwam met het voorstel om jou te interviewen. Dat leek mij

direct superleuk en was ik erg enthousiast over. Ik zal allereerst uitleggen hoe mijn scriptie in elkaar steekt. Het eerste hoofdstuk gaat over arbitrage in het algemeen en een uiteenzetting van het arbitragereglement van het NAI. Hoofdstuk 2 beschrijft de arbitrageprocedure bij het CAS en hoe arbitrage wordt toegepast in contracten van atleten, waarbij de reglementen van de KNVB, NBB en KNSB zijn bekeken en de arbitrageclausules met een verwijzing naar het CAS uitgewerkt. Het derde hoofdstuk is een uitwerking van de arresten

van Pechstein en Mutu. Dat zijn super interessante zaken. Daarnaast bevat hoofdstuk 3 een uitwerking van een artikel waarin artikel 6 EVRM op de arbitrageprocedure bij het CAS wordt toegepast.

‘Van wie is dat, als ik vragen mag?’

Uiteraard. Dat is J.L. Cernic. Ik weet niet of het je wat zegt, maar hij is assistent hoogleraar Mensenrechtenrecht aan de Graduate School of Gouvernement and European Studies, in Slovenië.

‘Nee, zegt mij niets.’

Ik heb dus zijn artikel uitgewerkt. Er staan al heel veel artikelen online over artikel 6 EVRM en de arbitrageprocedure bij het CAS. Ik heb uiteindelijk het artikel gekozen wat naar mijn idee de problematiek het beste en duidelijkst weergeeft.

‘Oké. Wat je sowieso kan gebruiken... Ik heb een heel uitgebreid artikel geschreven over arbitrage voor het tijdschrift van arbitrage. Er werd binnenkort een gepubliceerd in het tijdschrift voor sport en recht. Die gaat over de CAS-procedure, vanaf de

49 ontstaansgeschiedenis tot het moment dat je gaat procederen. Die zou ik naar je kunnen toesturen. Ik weet niet hoe ver je inmiddels bent met je scriptie?’

Ja, ben al redelijk ver. Ik wil hem over twee weken inleveren. Dus in principe is dit interview het laatste deel van de inhoud van de scriptie. Ik had nog wel meer artikelen willen lezen en uitwerken, maar ik mag maar 13.000 woorden gebruiken. Maar in ieder geval bedankt voor het aanbod!

‘Snap ik, helemaal prima!’

Vandaag wil ik de twijfels over het CAS betreffende de onafhankelijkheid, die ik heb beschreven in hoofdstuk 3, aan jou voorleggen en jouw mening daar over horen. Ik had daarnaast een aantal introductievragen, maar die zijn al aardig beantwoord in het gastcollege die je zojuist gegeven hebt. Je hebt nu drie jaar arbiter bij het CAS. Waar ik benieuwd naar ben... hoe verliep de benoeming tot CAS-arbiter? Je gaf aan dat je daarvoor werd benaderd?

‘Ja, dat klopt. Ik werd benaderd door de European Club Association (ESA). Ik denk dat het te maken had met het feit dat ik hen in een aantal zaken had bijgestaan... In ieder geval casussen die zij aan mij voorlegden, heb ik aangegeven hoe ik die zaak juridisch zag. Ik had daar ook een analyse van gemaakt. Dat heb ik een aantal keer gedaan, dus we hadden al wat contact de afgelopen jaren, voor 2015, toen ik benoemd werd. Eind 2014, in september ongeveer, hebben zij mij benaderd en gevraagd of ik het leuk vond om CAS-arbiter te worden. Zij gaven aan dat ze mij graag wilden voordragen als CAS-arbiter. Of ik interesse had. Ik zei: ja, dat heb ik. Vervolgens moest ik een CV met nog wat stukken indienen. Je wordt dan soort van gescreend, althans, een grove screening vindt dan plaats. Je wordt vervolgens intern besproken bij het CAS of er sprake is van gedegen kennis van het sportrecht en de reputatie. Bepaalde voorwaarden worden bekeken en beoordeeld. Dat was positief uitgevallen. Ik ben toen per 1 januari 2015 benoemd. Maar ik ben dus op voordracht van de ESA benoemd. Een aantal actoren in de sport, in het voetbal in dit geval, mogen arbiters voorstellen waarvan zij denken dat het goede arbiters zijn, bijvoorbeeld omdat zij meer vertegenwoordigen in de belangen van de clubs. Zodoende hebben zij mij voorgedragen.’

Ok, duidelijk verhaal. Hoe verloopt de procedure als je als arbiter voor een partij wordt gekozen? Elke partij mag natuurlijk een arbiter voordragen.

50 ‘Ja, dat klopt.’

Hoe gaat dat te werk?

‘Ik krijg een zaak binnen en vervolgens ben ik ofwel benoemd door één van de partijen ofwel door het CAS zelf aangesteld. Dat kan bijvoorbeeld zijn in een ‘sole arbitrator case’, waarbij er één arbiter is die de zaak oplost. Als er een zaak is en ik word benoemd door een partij, dan krijg ik een brief van het CAS waarin staat welke partij mij voorgedragen heeft om arbiter te zijn. Ik moet vervolgens aangeven of ik een ‘conflict of interest’ heb... ik moet alles ‘disclosen’ wat ik kan. Dan doe ik een check, ik kijk altijd even de EBA-rules na. Dat zijn een soort van richtlijnen voor een wrakingsverzoek of wanneer je jezelf moet terugtrekken uit een zaak etc. Die kijk ik altijd even na en check de voorwaarden. Er staat bijvoorbeeld iets in over een ‘closely friendly relationship’ met een van de partijen. Dat mag niet en staat op de rode lijst. Je mag de zaak dan niet doen. Maar het kan bijvoorbeeld ook zo zijn dat er sprake is van een ‘friendly relationship’ en dan sta je, even uit mijn hoofd, op de oranje lijst. Dat moet ik kenbaar maken aan de partijen. De partijen kunnen vervolgens, als ik dat heb aangegeven, beslissen of zij wel of niet een wrakingsverzoek willen indienen. Het CAS checkt dat dan nog even, benoemt je vervolgens officieel tot arbiter en dan krijg je het dossier.’

Als ik je goed begrijp is het dus verplicht om een band met een partij aan te geven. Wat gebeurt er als je dat niet zou doen?

‘Als je dat niet zou doen en ze komen erachter, dan heb je gewoon een probleem. Het CAS zal dat niet al te leuk vinden en je hebt het probleem in de zaak zelf dat je je moet

terugtrekken. Ja, dan heb je gewoon een probleem, klaar.’ Daar zit natuurlijk niemand op te wachten...

‘Nee, precies.’

Oké. Hoeveel zaken per jaar beoordeel je ongeveer?

‘Ik moet het even goed zeggen. In 2018 zat ik op zo’n 13 à 14 zaken.’ Dat verschilt natuurlijk als gevolg van het aantal keer dat je gekozen wordt.

51 ‘Ja, precies Het kan zijn dat er een zaak wordt ingetrokken omdat er geschikt wordt. Het kan zijn dat een zaak om een andere reden ervan af gaat.’

Word je ook wel eens benoemd als voorzitter van een arbitragepanel?

‘Ik ben nog niet benoemd tot voorzitter, nee. Wel in ‘sole arbitration’ zaken, dan word je als sole arbitrator benoemd. Maar niet als derde partij vanuit het ICAS.’

Wat zijn in jouw ogen de voordelen van arbitrage bij het CAS ten opzichte van de gewone overheidsrechtbank?

‘Toch wel een bepaalde snelheid van kennis in de zin dat partijen al snel weten waar het over gaat waardoor er snel gehandeld kan worden. De kennis die aanwezig is bij partijen... zij weten er heel veel van af. Je kent elkaar vaak wel, wat een voordeel kan zijn. Je weet een beetje hoe partijen erin staan, je hebt wat achtergronden en wat ideeën over de zaak. Dat helpt soms ook wel om een zaak goed te kunnen beoordelen. Bij een gewone rechter heb je wat meer kans dat er minder sport specifieke kennis is van die branche. Hierdoor kunnen bepaalde uitspraken komen waarvan de hele sportbranche zegt: nou, deze uitspraak is belachelijk en zij snappen er helemaal niets van!’

Dat het bijvoorbeeld helemaal niet overeenkomt met de praktijk.

‘Ja, dat het niet overeenkomt met de praktijk. Er wordt iets meer rekening gehouden met de praktijk door de CAS-arbiters. Ik denk met name dat de sport specifiteit een verschil is met de gewone rechtspraak.’

Oké, helder. Dan wil ik nu over de arresten van Pechstein en Mutu gaan praten. Ben je bekend met de arresten?

‘Ja, ik ben bekend met de arresten.’ Wat kan je erover vertellen?

‘Ik weet niet wat je wil vragen... Ik kan er genoeg over verstellen maar het zijn zulke omvangrijke arresten.’

52 Ja, dat is waar. Laat ik het anders stellen... Ben je bekend met het gevoegde arrest van hen bij het EHRM?

‘Oh ja, zij zijn samengevoegd.’

Precies. Het Hof bij het EHRM bestond uit zeven rechters. Twee daarvan zijn zich gaan scheiden van de rest, ik noem het even de meerderheid.

‘Ja, dat was ook een Zwitserse rechter.’

Ja klopt. Zij zijn van mening dat de structuur en de samenstelling van het CAS niet voldoet aan de eisen van onafhankelijkheid en onpartijdigheid als bedoeld in artikel 6 EVRM. Daarnaast zijn zij niet zeker over het feit of het CAS een rechtbank is ‘opgesteld bij wet’. Hoe sta jij tegenover deze twee opmerkingen van de twee rechters?

‘Moeilijk, omdat de andere vijf rechters vinden dat wel. Ik ken de argumenten onvoldoende waarom zij dat vinden.’

Ik ga die argumenten hierna één voor één met je bespreken.

‘Oké. Dan zou ik mij eerder bij die vijf aansluiten. Ik heb wat achtergrondkennis. Er zat een Zwitserse rechter bij die ook geoordeeld heeft, misschien wel om aan te tonen van; hé, ik ben helemaal onafhankelijk en objectief in die zaak. Hij heeft de zaak misschien wel onnodig, maar extra kritisch bekeken om aan te tonen: ‘kijk, ik kom wel uit Zwitserland, maar ik sta helemaal los van het CAS en daar heb ik niets mee te maken.’ Ik hoor dat ook wel wat geluiden van. Ik weet niet of je deze informatie precies zo moet gaan gebruiken maar ik geef het even mee als achtergrondinformatie.’

Hoorde de Zwitserse rechter bij de twee of bij de vijf rechters?

‘Bij de twee die tegen hadden gestemd. En ze zeggen ook wel dat dat misschien komt omdat hij zich onder druk gesteld voelde van: hé, ik ben een Zwitserse en als ik vóór stem, dan geloven ze mij niet. Of dit echt zo is weet ik allemaal niet maar dit soort sentimenten spelen wel mee. Ik baseer mij altijd heel erg op de feiten en die ken ik eigenlijk onvoldoende om nu te zeggen of de wijze van samenstelling wel of niet juist is. Ik heb nog geen geluiden dat het

53 niet op een juiste manier is samengesteld. Ik heb mij daar nog niet van laten overtuigen. Vooralsnog niet.’

Misschien hierna, nu wij alle argumenten gaan bespreken. ‘Haha, ja wie weet.’

Ik heb eigenlijk voor dit arrest nog nooit gehoord dat twee rechters zich qua mening scheiden van de rest van de rechters. Komt dat vaker voor?

‘Ja, dat zou bijvoorbeeld in een CAS-procedure ook kunnen voorkomen. Je bent met z’n drieën, maar je moet met een meerderheid beslissen. Het kan zijn dat één van de drie arbiters vindt dat de zaak anders ligt.’

De twee rechters van het arrest Pechstein en Mutu hebben dus ook een advies toegevoegd achter de uitspraak waarom zij dat vinden. Die argumenten ga ik dus zo benoemen. Maar dat vond ik eigenlijk wel een beetje gek. Ik had zo’n advies bij de uitspraak nog niet eerder gezien.

‘Zo ver gaat het niet bij het CAS hoor. Dan wordt er niet aangegeven wat de reden is waarom diegene die aan de kant van de minderheid zit, tegen heeft gestemd. Dat doen zij niet. Er staat alleen dat er bij ‘marjoity’, dus bij meerderheid, besloten is. Als

voorbeeld: by marjority, the panel finds that... daaruit kan je opmaken dat het dus geen unanieme beslissing is geweest. Maar bij deze procedure gaat het kennelijk nog wat verder dan dat... Ik weet ook niet exact hoe dat in elkaar steekt.’

Ja, de zaak was natuurlijk bij het Europese Hof.

‘Ja precies. Misschien is de zaak om die reden wat anders.’

Oké. Ik heb een aantal argumenten uit het arrest gehaald en ik zou graag willen weten wat je ervan vindt. De eerste luidt als volgt: ‘’Allereerst geeft de meerderheid toe dat er een verschil is tussen de belangen van organisaties aan de ene kant en atleten aan de andere kant. De organisaties die de arbiters aanwijzen, vertegenwoordigen de sportorganisaties. De

meerderheid merkt hierbij op dat deze organisaties zich waarschijnlijk tegen de atleten zullen verzetten in geschillen die bij het CAS aanhangig worden gemaakt.’’

54 ‘Ik vind dit per definitie niet het geval. Kijk, het gaat soms ook om schijn. Ik snap dat je daarvan de schijn kan wekken. Dat kan ik mij dus voorstellen. Maar dat het per definitie is, geloof ik niet. Ik heb vaak genoeg meegemaakt dat juist de partij waarvan je verwacht dat hij voor zal stemmen, tegen stemt. Of juist andersom. Dus dat het per definitie is, vind ik niet. Maar dat het de schijn daarvan heeft, bijvoorbeeld als de samenstelling niet helemaal gelijk is, dan is dat niet helemaal handig.’

Het komt dus wel eens voor een partij vóór stemt terwijl je dat niet verwacht. Gebeurt het voor je gevoel vaker dat een partij de kant kiest die hij vertegenwoordigt?

‘Over het algemeen... In mijn zaken is het vaker wel voorgekomen dan niet. Dus in die zin klopt dat. Maar dat betekent niet per definitie dat er dingen niet in de haak zijn. Ik ben benoemd vanuit de clubs omdat ik tien jaar lang voor clubs heb gewerkt. Ik weet dus hoe clubs werken. Als ik een geschil zit waarbij een club betrokken is, ken ik veel beter de achtergronden dan een andere arbiter die optreedt namens een speler. Die zegt bijvoorbeeld: ‘belachelijk, de vordering van de speler moet worden toegewezen!’ Terwijl, als je gaat uitleggen hoe vanuit de gedachte van de club iets tot stand is gekomen, kan het zijn dat hij daardoor omgaat. Je gebruikt wel je ervaringen die je hebt vanuit je verleden om zaken in een bepaald daglicht te zien.’

Arbiters worden daar natuurlijk ook op gekozen? ‘Ja, precies. Daar worden zij op gekozen!’

Oké. Dan ga ik door naar het volgende argument. Het is een lang argument over de

benoeming van de leden van het CAS: ‘’De meerderheid van de leden van ICAS en CAS zijn vertegenwoordigers van zojuist genoemde organisaties. Wat de ICAS betreft, wordt drie vijfde (12) van de leden benoemd door de organisaties die op hun beurt weer een vijfde (4) van de leden benoemd. Deze zestien leden kiezen de overige vier leden. Hieruit blijkt dat de organisaties een behoorlijke invloed hebben op de samenstelling van de ICAS.8 Wat het CAS betreft, heeft de ICAS drie vijfde van de leden gekozen op basis van een lijst die haar

rechtstreeks door de organisaties is voorgelegd. De overige twee vijfde van de CAS-leden waren verantwoordelijk voor de behartiging van de belangen van de atleten (een vijfde) en onafhankelijke deskundigen (een vijfde). Hieruit kan geconcludeerd worden dat slechts een vijfde van de CAS-leden als onafhankelijk kan worden beschouwd.’’ Deel jij deze mening?

55 ‘Ik snap het. Als ik heel eerlijk ben zou ik willen dat het wat gelijker en eerlijker

vertegenwoordigd is. Dan kom ik weer op die schijn. Ik zeg niet per definitie dat daarmee de uitkomst in die zaken gekleurder is in de richting van de sportorganisaties, maar je hebt wel de schijn waar je mee te maken hebt. Het wekt de schijn dat de uitspraak eerder zal uitvallen in het voordeel van de sportorganisaties. Ik stel dus wel: waarom wordt dat niet wat gelijker getrokken? Dat de vertegenwoordiging volledig gelijk is.’

Waarom denk je dat nu nog steeds op deze manier gaat en er nog geen aandacht aanbesteed is?

‘Dat weet ik niet. Daar heb ik geen antwoord op. Misschien heeft dat met machtspolitiek te maken. Buiten de sport geldt natuurlijk ook dat bepaalde partijen meer zeggenschap hebben binnen een raad of binnen organisatie, omdat de natuurlijke verhoudingen zo zijn.

Sportbonden zijn enorme instanties en hebben veel power en macht. Dus hebben zij daarom misschien meer vertegenwoordiging in de arbitragepanels.’

Wie zou moeten zorgen voor een gelijkere en eerlijkere vertegenwoordiging? ‘Uiteindelijke de publieke opinie.’

Niet het CAS zelf?

‘Nee, dat vraag ik mij af. Mijn ervaring is altijd een beetje dat door de druk van buitenaf dingen veranderen. Dus er zullen mensen zijn, zoals Pechstein, die dat hebben aangekaart in hun zaak en aangegeven hebben dat het niet kan. Alleen dan ga je via een individuele zaak proberen... Zij willen hun individuele gelijk krijgen en gaan daarom omstandigheden erbij halen die wellicht interessant zijn en waar zij een punt hebben, maar de vraag is of je dat in je individuele zaak moet aanvoeren. Ik denk dat dat niet werkt. Je hebt bijvoorbeeld nu met een Zuid-Afrikaanse atlete, waar een bepaalde uitspraak is gedaan en naar mijn mening best verassend is. Door dat soort mensen komt de publieke opinie erbij. Er komt druk en twijfel aan de CAS-instantie: is het CAS wel een betrouwbare partij? De geloofwaardigheid gaat er een beetje aan en dan moeten er dingen veranderd worden.’

56 ‘Ja, dat is bij Pechstein inderdaad gebeurd. Daar zijn de reglementen en bepaalde dingen veranderd. Misschien kan je zeggen dat er nog wat meer veranderd moet worden, want straks komen ze weer met andere dingen. Maar het komt dus voor de druk van buitenaf.’

Duidelijk. Het volgende punt luidt als volgt: ‘’De meerderheid eist dat de invloed van de organisaties wordt bewezen op individuele basis, dus voor elke arbiter afzonderlijk. De twee rechters stellen echter dat een dergelijke eis verder gaat dan wat het Hof verlangt in gevallen van onpartijdigheid en onafhankelijkheid.’’ Zij stellen dus dat je heel de organisatie aan de kaart stelt, en niet per arbiter kijkt hoe of wat. Per arbiter werd bijvoorbeeld gekeken in de zaak Mutu, terwijl in de zaak van Pechstein aan het CAS in zijn algemeenheid werd getwijfeld. Wat vind jij hiervan?

‘Kijk, het gaat om de zaak van Mutu en de zaak van Pechstein, dus moet je naar die arbiters kijken. Het argument dat je naar algemene zin moet kijken vind ik wel een goed argument,