• No results found

Focus group interview met OUDERS BASISSCHOOL DE PUNT (5) NAAM INTERVIEWER: Margreet Rutten

DATUM TRANSSCRIPTIE: 22-04-2016 DATUM INTERVIEW: 17-03-2016

WELKOM ALLEMAAL, HEEL FIJN DAT JULLIE ER KUNNEN EN WILLEN ZIJN.

JE KAN ALLES ZEGGEN, NIKS IS GOED OF FOUT, HET IS JOUW MENING EN HET IS OOK GEWOON ALLEEN VOOR HET ONDERZOEK, DUS HET BLIJFT BINNEN DEZE MUREN. IK WILDE EIGENLIJK BEGINNEN, EVEN NOG EEN KEER KORT; HET GAAT DUS OVER DE SOCIAAL-EMOTIONELE ONTWIKKELING, DUS JA HOE EEN KIND ZICH GEDRAAGT, HOE HIJ MET ANDERE MENSEN OM KAN GAAN, HOE HIJ DAT KAN LEREN, WAT JE DOET ALS JE BOOS BENT, ALS JE VERDRIETIG BENT WAT DOE JE DAN, ALS EEN ANDER KIND BOOS IS WAT DOE JE DAN? ZIJN ALLEMAAL DINGEN, KIJK VOOR ONS IS HET HEEL NORMAAL EN ZELFS VOOR VOLWASSENEN IS HET SOMS NOG WEL EENS MOEILIJK. WEET JE; JE BENT WEL EENS BOOS, JE FLAPT WEL EENS WAT VERKEERD ERUIT, JA WAT DOE JE DAN EN EEN KIND MOET DAT ALLEMAAL NOG LEREN EN DIE HEEFT DAAR NET ZO GOED BEGELEIDING BIJ NODIG ALS BIJ TAAL OF BIJ REKENEN. JA MIJN VRAAG AAN JULLIE EIGENLIJK, WAT VINDEN JULLIE BELANGRIJK DAT UW KIND MOET LEREN OM GOED TE LEREN OMGAAN MET ANDERE MENSEN, ZOWEL IN DE FAMILIE MAAR OOK BUITEN DE FAMILIE, OP DE SPORTVERENIGING OP SCHOOL, IN DE SUPERMARKT, OVERAL WAAR JE MENSEN TEGENKOMT, OP HET SCHOOLPLEIN, WAT HEEFT EEN KIND NODIG, WAT MOET HIJ LEREN?

Ouder 1: Ik denk op school leren samenwerken en het samen spelen. Dat de school daar wel een bepaalde verantwoordelijkheid in heeft om in te grijpen als het dan mis gaat en uit te leggen. JA DUS SAMEN WERKEN EIGENLIJK.

Ouder 1: Ja, samen spelen voor de jongere kinderen dan nog vooral. Daar begint het mee. JA

Ouder 1: En nou je kent het wel, samen spelen, samen delen. Ik vind dat wel belangrijk om mee te geven.

JA

Ouder 1: En dat ze gewoon respect hebben voor elkaar. JA, RESPECT

Ouder 1: Dat is de basis

Ouder 2: Ja, opzich wat zij zegt.

Ouder 3: En, niet schrikken van mijn taal

NEE NEE, MAAKT NIET UIT, HEEL GOED DAT U ER BENT Ouder 3: tips voor andere kinderen, altijd iets goed doen.

Ouder 1: positief voorbeeld

JA JA, DUS ALS OUDER EEN POSITIEF VOORBEELD GEVEN? Ouder 3: ja

OK, EN ALLEEN ALS OUDER OF SPELEN LEERKRACHTEN DAAR OOK EEN ROL IN? Ouder 3: Ja ja natuurlijk, ouder en ook leerkrachten.

MOOI, WAT WILDE JIJ ZEGGEN?

Ouder 2: Ja, het aangeven van grenzen en het respecteren van grenzen van andere kinderen. JA, DUS NIET ALLEEN EIGEN GRENZEN AANGEVEN, MAAR OOK KUNNEN RESPECTEREN DAT EEN ANDER MISSCHIEN EEN ANDERE GRENS HEEFT. JA, OK.

Ouder 3: En dat is juist het mooie van kinderen, want die zijn grenzeloos en om daar dan die balans in te vinden. Ze blijven nooit binnen de ondergrens, maar altijd een beetje erboven en als ouder zijnde om een beetje binnen die balans te blijven. En dat is opzich al een grote uitdaging.

EEN UITDAGING JA

Ouder 2: En daar komen ook al die vaardigheden als samenwerken en samen spelen weer bij kijken. Die grenzen komen overal terug. Als een kind vraagt wil je spelen en hij wil niet spelen. Ja ik heb zelf dan twee kinderen. De een wil dan graag spelen en de ander heeft zoiets van nee, ik ben lekker aan het tekenen. Stoor me niet. Ja dat moet je ook kunnen respecteren.

Ouder 1: De grens van een ander kunnen respecteren, ja.

JA EN HOE MOET JE DAAR DAN IN BEGELEIDEN ALS OUDER OF LEERKRACHT? HOE ZORG JE ERVOOR DAT EEN KIND DAT LEERT?

Ouder 3: Nou, hoe ik het thuis doe en dan wil ik de streep doortrekken naar de leerkracht ook. Naja, je hoort het als ouder zijnde. En je hoort het nog een keer. Aanspreken: He, je hoort het, ga maar even iets anders doen. En op school gebeurt eigenlijk hetzelfde, denk ik, dat kinderen worden afgeleid als de een gaat praten en dan de ander.

JA DUS DAT DE LEERKRACHT VOOR IEDER KIND APART EIGENLIJK DE GRENS AAN MOET GEVEN.

Ouder 3: En, wat ik ook gehoord heb. Eerst proberen, als er gekletst wordt, worden ze uit elkaar gezet. En dat is eigenlijk wat ik wel een beetje heb meegekregen.

JA, DAT JE HET OP DIE MANIER OP KAN LOSSEN. EN PROBEER JE HET THUIS DAN OOK WEER ZO OP DIE MANIER TE DOEN?

Ouder 3: Ja, thuis zijn ze met z’n tweeën dan en dan is het ook of samen spelen of ga aan de andere kant spelen.

JAJA, DUS U HEEFT DAT EIGENLIJK VAN SCHOOL MEEGEKREGEN. Ouder 3: Nee, vanuit huis uit en van school meegekregen.

[=!OUDER 4 KOMT BINNEN]

HI, WAT LEUK DAT U ER BENT. GA SNEL ZITTEN. WE WAREN VAST BEGONNEN, WANT ZIJ MOESTEN WIL SNEL WEG. WILT U UW NAAM OPSCHRIJVEN, DAN KAN IK U

MAKKELIJK AANSPREKEN.

Ouder 1: Ja en wat ik ook doe is reflecteren. Ik heb drie kinderen en dan zegt mijn zoontje bijvoorbeeld: Ja, ik heb lekker ijsje. Dat heb ik hem afgeleerd. En dan doe ik eigenlijk precies hetzelfde maar dan andersom. Dat het kind ziet van oh ja dat is eigenlijk helemaal niet leuk als ik dat zeg.

DAT JE HET SPIEGELT.

Ouder 1: Spiegelen ja. En en dat werkt heel goed. DAT WERKT HEEL GOED, OK.

Ouder1: Met slaan kan dat natuurlijk niet. Maar wel bijvoorbeeld wel met woordje, met lekker dit of lekker dat.

OJA

[=HERHALING VAN WAAR WE MEE BEZIG ZIJN VOOR OUDER 4]

WE HEBBEN HET OVER WAT NODIG IS VOOR EEN GOEDE SOCIAAL-EMOTIONELE ONTWIKKELING VAN EEN KIND. DUS WAT MOET EEN KIND LEREN OM GOED MET ANDERE MENSEN OM TE LEREN GAAN. DUS IN DE FAMILIE, ALS ER RUZIES ZIJN OF GEWOON VRIENDSCHAPPELIJK, MAAR OOK DAARBUITEN OP DE SPORTCLUB OF OP HET SCHOOLPLEIN. WAAR DAN OOK. MAAR WAT VINDT U BELANGRIJK DAT UW KIND LEERT?

Ouder 4: Als kind, na 7 of 8 jaar, moet zich volwassen gedragen, ook leren, ook school en ook thuis. En goede gedrag ook met de kinderen van zelfde leeftijd.

JA, DUS NAAR VOLWASSENEN TOE EIGENLIJK BELEEFD ZIJN, MAAR OOK NAAR KINDEREN TOE. BEDOELT U DAT?

Ja, ja

OK, IK SCHRIJF HET ERBIJ. WE WAREN NET AL BEZIG MET SCHRIJVEN.

EN, WAT, JULLIE HEBBEN DEZE NORMEN EN WAARDEN EIGENLIJK VAN WAT JULLIE BELANGRIJK VINDEN. EN ZIEN JULLIE DAT NOU OOK WEER TERUG IN DE SCHOOL? WAT DE SCHOOL ZEGMAAR AANBIEDT, DUS DE AANPAK VAN DE SCHOOL, HEBBEN JULLIE DAAR EEN BEETJE ZICHT OP? WETEN JULLIE WAT DE SCHOOL DOET IN DE BEGELEIDING VAN KINDEREN.

Ouder 3: De school geeft sowieso mailtjes. A4’tjes met van welke thema’s ze bezig zijn. En dat zijn toch wel landelijke thema’s. Ja, toch wel, zoals vandaag dan is de afsluiting van euroverseel. Uhm, omgaan met geld en ja dat je dan ook leert he, dat als je iets verkoopt dan krijg je geld terug. En dat geld gaan we besteden aan iets anders. Ja, ook een beetje sociaal-emotionele ontwikkeling. En, kinderen zien het dagelijks. En ze hebben het zelf gemaakt en zelf geld kunnen sparen.

OHJA EN OP DIE MANIER KUNNEN ZE HET DAN LEREN. EN OMGANG MET GELD DUS OP DIE MANIER GAAN WE DAARMEE OM.

Ouder 3: Ja en met mensen eigenlijk.

Ouder 4: Ja, dit jaar is heel goed idee voor thema. Goed gedaan thema’s

OJA, DAT IS WEL FIJN. EN ZIJN JULLIE HET EENS MET DE THEMA’S OF HEBBEN JULLIE WEL EENS VAN NOU DIT VIND IK EIGENLIJK NIET ZO BELANGRIJK.

Ouder 4: Nee, das echt belangrijk. WEL BELANGRIJK, OK.

Ouder 2: Bij de thema, de juf geeft uhm, hoe kan kinderen samen in de klas gedragen en goed omgaan. Ook handig tips voor ouders thuis, vorige thema met boos verdrietig, vier emoties. Ouder 3: Emoties ja.

EN HOE JE DAARMEE OMGAAT ALS EEN KIND BOOS IS EN DAN WEET JE MISSCHIEN OOK HOE JE DAT THUIS KAN DOEN ALS JE WEET HOE ZE DAT OP SCHOOL DOEN. Ouder 2: Ja, ja

OK, MOOI. IK KAN U WEL GOED VERSTAAN HOOR. Ouder 2: Ik woon alleen twee jaar in Nederland, beetje moeilijk. JA MAAR GAAT HARTSTIKKE GOED.

Ouder 4: Ik vind Nederlandse mensen eigenlijk echt u, ja hoe zeg je dat. Praat je met de dokter of huisarts of iedereen. Als je niet begrijpen, gebruiken ze makkelijke woorden voor mij. Maar is alleen in Nederland, in Frankrijk is heel moeilijk. Gelukkig hier iedereen helpen. Dan heb ik zin om te leren, te durven.

Ouder 2: Nederlanders geven altijd compliment.

[=! OUDER 1 GAAT WEG, VANWEGE HUILEND KIND.]

Ouder 1: Sorry, dit is heel storend. Mail de vragen maar naar mij, dan beantwoord ik ze graag. UHM, EVEN KIJKEN HOOR. JA, IK HEB EEN PAAR STELLINGEN, DUS UITSPRAKEN WAAR JE ONEENS OF EENS MEE KAN ZIJN. DUS IK GA DIE EVEN VOORLEZEN EN VRAGEN OF JULLLIE ER MEE ONEENS OF EENS ZIJN.

ZOWEL SCHOLEN ALS OUDERS ZIJN BEIDE VERANTWOORDELIJK VOOR DE

OPVOEDING VAN HET KIND. DUS NIET ALLEEN OUDERS OF NIET ALLEEN DE SCHOOL, MAAR ALLEBEI ZIJN VERANTWOORDELIJK VOOR HET KIND. ZIJN JULLIE HET DAAR MEE EENS OF MEE ONEENS.

Ouder 3: Mee eens. Ouder 4: Mee eens Ouder 2: Eens

MEE EENS, OK. KUNNEN JULLIE UITLEGGEN WAAROM. [=!OUDER 3 EN 4 BEGINNEN TEGELIJK MET PRATEN.]

Ouder 4: Ja, want de kind blijft niet de hele dag thuis. Dus als de deur gaat open, dan beginnen andere opvoeding. Dus hij op school, hij in andere school, hij in sport, dus alles in opvoeding, hij moet ook leren. Niet alleen thuis. Ja mijn kind heeft heel veel dingen over opvoeding ik heb niet voor hem geleerd, hij heeft hier geleerd. Dus ja ik vind dat, uh, uh.

EN IS HET DAN WEL EENS LASTIG. JE ZEGT SOMMIGE DINGEN KAN IK HEM NIET LEREN OVER ZIJN OPVOEDING, WANT DAT GEBEURT OP SCHOOL.

Ouder 4: Ja, ik kan voor hem, maar blijft op school makkelijker.

JA EN IS HET WELEENS DAT HET DAN VERSCHILT, VAN WAT DE SCHOOL WIL DAN WAT U THUIS WILT?

Ouder 4: Nee, de manier van leren vind ik beter denk ik, op school. Voor sommige dingen, niet voor alles.

OK, KUNT U EEN VOORBEELD NOEMEN?

Ouder 4: Nou, eigenlijk u over de geloof, voor mij is beter. Hij leert hier iets, hij komt mama, ik heb wat geleerd over het geloof. Ik zeg nee, ons geloof is anders, maar als iets anders over bijvoorbeeld met gedragen met kinderen, beter leren op school.

MM, OK. JA EN IS HET DAN WEL EENS LASTIG DAT ER OP SCHOOL ANDERE DINGEN WORDEN GEZEGD OVER HET GELOOF OF ANDERE DINGEN?

Ouder 4: Ja, soms leerkrachten in groep 7 en 8, zeggen, is niet u, bij ons is niet helemaal ok, is niet waar, maar ja ze geloven zo, maar hij moet mijn geloven.

JA, VINDT HIJ DAT LASTIG OF ZIJ?

Ouder 4: Ja, maar ik zeg niet dat uh mensen weten niet of uh.. Nee hun geloof en wij geloven anders. JA, DAT DUS DAT IS GEWOON VERSCHILLEND EN NIET GOED OF SLECHT.

Ouder 2: Ja respect.

Ouder 4: Maar van school kan wel leren informatie van bijvoorbeeld Christelijk of Joden, maar wij zijn moslims. Wij zijn dat geloof.

JA, DUS MAG WEL LEREN OVER ANDERE GELOVEN. Ouder 4: Ja, mag wel leren.

MAAR HOEFT HET NIET AAN TE NEMEN. Ouder 4: Ja, ja.

Ouder 2: Ja, ook Nederland echt bijzonder voor dit uh geloven. Nederland is heel goed. Anders dan, respect met geloven is heel goed. Beter dan andere landen met Europa.

JA.

Ouder 2: Hier heel goed, je bent vrij met jouw geloof. JA, FIJN.

Ouder 2: Ja echt fijn.

EN EVEN TERUG NAAR DE VRAAG VAN NET. WE HADDEN HET EROVER DAT SCHOOL EN OUDERS ALLEBEI VERANTWOORDELIJK ZIJN. DUS ALLEBEI KINDEREN MOETEN LEREN HOE TE GEDRAGEN. U ZEI OOK IK BEN HET ER MEE EENS.

Ouder 2: Uhm ja, ja PROBEER MAAR

Ouder 2: Ja over pesten. School beter dan ouders. School altijd thema over pesten, in televisie ook. Hoe kan kinderen samen praten, uh gedragen. Het goed maken of zo. Ik denk school beter. JAJA, EN U?

Ouder 3: Ja, mijn gelijk heb je, want op school zit je met meerdere kinderen. Thuis gebeurt dat eigenlijk niet. Als je drie vier of vijf kinderen hebt, dat gebeurt niet. Misschien soms, maar op school veel erger.

JA, DUS JE LEERT ANDERE VAARDIGHEDEN OP SCHOOL MET ANDERE MENSEN. Ouder 3: Ja, thuis is misschien theorie en hier is praktijk. Ja.

[=! LACHEN IEDEREEN]

SOORT AUTORIJDEN, OK JA, LEUK.

EVEN KIJKEN, IK WILDE NOG IETS VRAGEN. JA, ZOU U MEER INVLOED WILLEN HEBBEN. BIJVOORBEELD OP HET PESTEN. ZE PAKKEN DAT OP EEN BEPAALDE MANIER AAN. ZE ZEGGEN VAN UH, WE GAAN MET KINDEREN OP EEN BEPAALDE MANIER OM. JIJ MOET ZO DOEN EN JIJ MOET ZUS OF ZO DOEN. ZOU U VAKER DAAROVER WILLEN PRATEN MET SCHOOL. VAN WIJ DOEN HET ZO, OF ZOU U DAT EENS WILLEN PROBEREN. ZOU U DAAROVER MEER IN GESPREK WILLEN GAAN. Ouder 3: Ik zou in gesprek willen gaan, maar ik heb nog niet zoveel aan, wat de een is drie de ander is 5. Maar ik wou weten van voorbeelden van de school, hoe zij dat oplossen.

JA.

Ouder 3: Van ons, ja wij weten het niet en op school, ja de juf heeft misschien 20 of 25 kinderen. Ik wil wel weten van als de juf ziet he die twee zijn aan het pesten.

Ouder 3: Dan de juf, wat doen zij er eigenlijk aan. Ik vind ja. Wat kunnen wij, dat je niet weet wat er op school gebeurt. Voor hetzelfde geld worden onze kinderen gepest en hebben wij niks in de gaten, totdat we een bepaald gedrag zien van een kind.

Ouder 4: Ja ik vind ook, aan de juf gevraagd en ze zegt: ik weet het niet, ik heb niks gezien. En komt ouders en ouders met elkaar en dan komt ruzie. Mijn kind heeft dat niet gedaan, mijn kind zegt dat. En komt helemaal geen oplossing. Ja dat gebeurt vaak.

JA GEBEURT DAT VAAK.

Ouder 3: Ik heb toevallig wel een gehad. Maar die ouders zijn gewoon twee vriendinnen en wij zijn gewoon niet zo snel van ruzie maken enzo. En die had mijn kind gebeten in de wang en je kan niet zeggen, is niet gedaan. Je ziet gewoon tandafdrukken. En toen gesproken en netjes opgelost en de juf wist er niks van.

Ouder 4: Ja juf zegt ik heb 27 kinderen.

Ouder 3: Ja en dan denk ik ja kijk dan hier. Dan had ik zoiets had je wel moeten zien. En hoorde ook zoiets van een andere ouder. De juf had het niet gezien.

JA. DUS DAN KOMT HET UITEINDELIJK BIJ DE OUDERS TERECHT EN DIE KUNNEN HET EIGENLIJK NIET OPLOSSEN.

Ouder 3: Ja net zoals jij zegt. De ouders moeten het eigenlijk niet mee bemoeien. Moeten het wel zeggen en verder niet mee bemoeien wat dan krijg je ruzie. Mij kind is heilig en..

JA, DUS DAT IS EIGENLIJK TAAK VAN DE SCHOOL.

Ouder 3: En snap je. Dus eigenlijk terugkoppeling van de leerkrachten zelf. Wat zijn hun verhalen en hoe gaan zij ermee om. Want, hoe gaan wij ermee om. Bij ons is het meer, is op school gebeurt, gaat buiten ons om.

JA, HET IS MOEILIJK OMDAT HET SUBJECTIEF IS. ALS HET JE EIGEN KIND IS IS HET MOEILIJK OM GOED TE KIJKEN.

Ouder 3: Ja, kinderen kunnen nog als eens jokken. Snap je. OK.

Ouder 2: Ja, mag ik iets zeggen. ZEKER JA.

Ouder 2: Ja sommige school hebben, heeft elke dinsdag of ja soms een keer per maand, ja uh, zelf te vergaderen, maar ouders, samen praten over opdracht ofzo. Voor kinderen, het is belangrijk voor kinderen. Deze school, nooit gehoord. [=! STEM VERHEFFEN] Nooit, Ik weet niet waarom, het is belangrijk!

MET MEERDERE OUDERS TEGELIJKERTIJD? Ouder 2: Ja!

Ouder 4: Hoeft niet iedere week. Heel veel ouders hebben de probleem met oplossen, zelfde ouders als ons, die niet de nederlands kennen, levensstijl.

[=! LACHEN]

Ouder 4: Ja, we willen graag praten, maar is moeilijk.

EN WAAR ZOUDEN JULLIE HET OVER WILLEN HEBBEN?

Ouder 2: Ja over opvoeding, opvoeding heeft vele dingen. Of voor school of voor iets buiten de school, spulletjes ofzo. Geef tips voor ouder. Wij hebben weinig informatie. Iemand moet meer informatie geven.

Ouder 4: pesten

DUS EIGENLIJK ZEGGEN JULLIE: DE SCHOOL DOET HET EIGENLIJK HEEL ERG GOED, MAAR WE WETEN NIET PRECIES WAT ZE DOEN. DUS WE WILLEN MEER UH

DAAROVER HOREN.

Ouder 4: Ja, de school doet het goed, maar problemen maken sommige ouders en sommige leerkrachten ook.

JA JA, OK, MOOI.

UHM, WEER EEN ANDERE STELLING. SCHOLEN MOETEN ZICH AANPASSEN AAN DE WENSEN EN OPVOEDINGSIDEEEN VAN OUDERS. DUS SCHOLEN MOETEN ZICH AANPASSEN AAN WAT OUDERS WILLEN.

OF IS HET MEER DAT DE SCHOOL GEWOON MOET BEPALEN WAT ER MOET GEBEUREN EN DAT OUDERS DAAR GEWOON IN MEE MOETEN GAAN. OF MOET SCHOOL

REKENING HOUDEN.

Ouder 3: Eigenlijk een beetje wat jij net ook zei over het geloof. Ik vind, beide partijen moeten aanpassen en natuurlijk school heeft de opvoedende taak.

MMM MMM

Ouder 3: He, daarom is het wettelijk verplicht dat wij onze kinderen naar school brengen. Maar toch wel met respect worden behandeld. En dit is een openbare basisschool, dus wij hebben ervoor gekozen dat we respect voor elkaar hebben. Dat vind ik goed van uh, je hebt je eigen beleid, voer het uit. Maar houdt wel rekening met ieders geloof en dat je bepaalde onderwerpen als je die bespreekt dat je het neutraal bespreekt. En niet dat je een goed geloof hebt, of meer de nadruk op Christendom of Jodendom. Gewoon dat het wel dynamisch is en wel gevoelig kan liggen.

MEER RESPECT EN REKENING HOUDEN MET.

Ouder 3: Het werkt van beide kanten. Wij weten niet wat de school moet doen. De school is een organisatie en die doen het al jaren. Wij zijn misschien afgelopen 10 a 15 jaar zijn we ouders geworden. Jullie hebben meer kennis en know how. Dus jullie zijn dealing. Enigszins wel rekening houden met bepaalde culturele achtergronden. En dat is het.

DENKEN JULLIE ER HETZELFDE OVER OF HEBBEN JULLIE ANDERE. Ouder 4: Is eigenlijk mijn uuh mening.

Ouder 2: Ja

DE SCHOOL MOET DAN DUS EIGENLIJK WEL IETS WETEN VAN DE THUISSITUATIE? TOCH VAN HOE HET THUIS, REKENING MOET HOUDEN.

Ouder 3: Nee, nee, nee, niet de thuissituatie. De thuissituatie kan je gewoon als constant

veronderstellen. Maar gewoon het beleid dat de school uitvoert, dat is goed. Maar wel enigszins rekening houden met nou ja uh, met welke doelgroepen je hier hebt. Als je een overhand hebt van 90% Nederlandse kinderen, ja dan is het fijn dat je rekening houdt met die 10% maar dat het over het