_______________________________________________________________
Algemene introductie:
- Mezelf voorstellen, reden voor het interview benoemen en uitleggen.
- Opbouw interview en deelonderwerpen benoemen.
- Geschatte tijdsduur benoemen.
- Uitleggen anonimiteit en gebruik van de gegevens/resultaten.
- Bedanken voor deelname aan het interview.
Achtergrondkennis over respondent: - Leeftijd
- Beroep (ervaringsdeskundige?)
- Officieel gediagnosticeerd met een depressieve stemmingsstoornis? Wanneer?
- Hoe lang heeft de periode waarin u de depressie en suïcidale gedachten hier vanuit heeft ervaren geduurd? Hoe lang is dit geleden?
- Bent u tijdens de depressie onder begeleiding van hulpverlening geweest?
o Zo ja: Wie was de behandelaar? Psychiater/psycholoog/maatschappelijk werker? o Welke vorm van hulpverlening? Klinisch (opname), poliklinisch, ambulant (thuis),
dagbehandeling, etc.? o Hoeveel contactmomenten? o Hoe lang onder behandeling?
Deelvraag 1: Ervaring van de problematiek:
- Waar werd naar uw mening de depressie door veroorzaakt/uitgelokt?
- Hoe ervaarde u deze periode in uw leven? Wat kenmerkte die periode?
- En u heeft aangegeven dat u hierbij ook suïcidale gedachten heeft ervaren. Wanneer begonnen ze? Wanneer speelden de gedachten op? Wat was hier de oorzaak van?
- Wat kenmerkte deze suïcidale gedachten als u erop terug kijkt? Wat was de rode draad? Was er een bepaald iets dat steeds terug kwam?
- Hoe beïnvloedde de suïcidale gedachten u in het dagelijks leven? Hoe handelde u hierop?
- Heeft u ooit een suïcidepoging gedaan? Zo ja: Hoe heeft u de aanloop hier naartoe ervaren? Hoe heeft u het moment zelf ervaren? Hoe heeft u de periode na de poging ervaren? Wat of wie heeft hier een grote rol in gespeeld?
Deelvraag 1: Toetsing van begrippen vanuit literatuur: - 1: Eenzaamheid
o In hoeverre heeft u eenzaamheid ervaren?
o Wat was de oorzaak van deze ervaren eenzaamheid? o Wat was het effect van deze ervaren eenzaamheid? o Hoe ging u hiermee om?
- 2: Onbegrip
o In hoeverre heeft u onbegrip ervaren vanuit uw omgeving? o Wat was de oorzaak van dit ervaren onbegrip?
o Heeft u ook onbegrip ervaren vanuit uw hulpverlener? o Wat was het effect van dit ervaren onbegrip?
Op relatie met omgeving/belangrijke anderen. Op mate van delen van problematiek.
Op mate van delen met hulpverlener. o Hoe ging u hiermee om?
- 3. Hopeloosheid
o In hoeverre heeft u hopeloosheid ervaren?
o Wat was de oorzaak van deze ervaren hopeloosheid? o Wat was het effect van deze ervaren hopeloosheid?
- 4: Negatief zelfbeeld
o In hoeverre heeft u een negatief zelfbeeld ervaren tijdens deze periode?
o Zou u zeggen dat het negatieve zelfbeeld een oorzaak is geweest van de depressie en suïcidale gedachten, of een gevolg daarvan? Of beide?
50
o Wat was de inhoud van het negatieve zelfbeeld? Hoe dacht u over uzelf? o Wanneer speelde dit negatieve zelfbeeld op?
- 5: Piekeren
o In hoeverre heeft u piekeren ervaren (steeds terugkerende suïcide/depressieve gedachten)?
o Wat was de oorzaak van hiervan?
o Hoe heeft u dit ervaren? Wat deed dit met u en uw functioneren in het dagelijks leven?
o Wat was het effect van deze ervaren uitzichtloosheid?
- 6. Ambivalentie
o In veel literatuurbronnen kwam ambivalentie naar voren op het gebied van suïcidaliteit, hier betekenend dat iemand constant de gedachten heeft om door middel van zelfmoord te ontsnappen aan datgene wat als ondraaglijk wordt ervaren, maar zichzelf toch op de een of andere manier tegenhoudt om het daadwerkelijk te doen. Een soort heen en weer geslinger tussen hoop en hopeloosheid. Heeft u dit ervaren?
o Hoe werkte dit bij u?
Introductie restcategorie: Hebben nog andere factoren bestaan die u heeft ervaren en die een rol hebben gespeeld in deze periode in uw leven?
- 8. Restcategorie
o 8.1: Overige aspecten van ervaren problematiek. o 8.2: Oorzaak van het ervaren aspect.
o 8.3: Effect van het ervaren aspect.
Deelvraag 3 en 4: Ervaringen bij hulpverlening.
- Is er voldoende aandacht geweest voor uw beleving en uw behoeften in de behandeling?
- Wat heeft u als meest helpend ervaren in het proces van hulpverlening?
- Wat heeft u als minst helpend ervaren in het proces van hulpverlening?
- Wat had u graag anders gezien tijdens/in de behandeling?
- Wat heeft u nodig gehad van betrokken hulpverleners tijdens depressieve episodes waarin u suïcidale gedachten ervaarde? Heeft u deze behoeften in kunnen brengen?
- Wat heeft u gemist in het hulpverleningsproces?
- In hoeverre is er voldoende aandacht geweest voor de suïcidale gedachten? In welke vorm? Hoe heeft u dit ervaren?
- Wat zijn overwegingen in het delen van suïcidegedachten?
o Wat houdt u tegen? Wat zet u aan om het juist wel te doen? o Wat is de rol van de hulpverlener in deze bereidheid?
o Wat kan de hulpverlener doen om het delen makkelijker te maken? o Wat moet de hulpverlener vooral niet doen?
- Wat zou u hulpverleners die betrokken zijn bij cliënten met een depressie en suïcidale gedachten mee willen geven ter behoud/verbetering van de hulpverlening die zij cliënten kunnen bieden vanuit uw eigen ervaringskennis?
- Tipping point: Is er/zijn er factoren die ervoor kunnen zorgen dat de emmer overloopt
(negatieve factoren) of dat de emmer juist weerhouden wordt van overlopen (positieve factoren)? Als er daarvan net iets meer was geweest, dan had ik het niet meer aan gekund. Of: dat hier net iets meer van was, heeft me gered.
Afsluiting:
- Samenvatting van het gesprek.
- Hoe is het gesprek ervaren door interviewer en respondent?
- Mogelijkheid tot vragen of opmerkingen vanuit respondent betreffende het onderwerp.
- Mogelijkheid tot feedback op het interview vanuit de respondent. Wat kan beter?
51
Bijlage 4: Weergave feedback praktijkbegeleider op beroepsproduct