• No results found

4. geVolgeN gewaSbeSCherMINg Voor boDeM eN waTer

4.2 ecologische kwaliteit oppervlaktewater

4.2.1 Toestand normoverschrijding

Voor de ecologische kwaliteit van het oppervlaktewater geldt als einddoel dat wateror- ganismen geen risico mogen lopen doordat het water te hoge concentraties van resten van gewasbeschermingsmiddelen bevat. De ambitie die hiervoor op dit moment geldt, is het Verwaarloosbaar Risico (VR). Het Nationaal Milieubeleidsplan 4 (VROM, 2001) stelt dat het VR in 2030 moet zijn bereikt. Op dit streven is de tussentijdse milieudoel- stelling voor 2010 uit de nota Duurzame gewasbescherming gebaseerd: de concentra- ties van stoffen uit gewasbeschermingsmiddelen mogen dan niet hoger zijn dan het Maximaal Toelaatbaar Risico (MTR) (zie tekstbox).

Figuur 4.1 laat zien hoe vaak het MTR in Nederlands oppervlaktewater wordt over- schreden. Op de linkerkaart is per ruimtelijke eenheid te zien welk percentage van de metingen het MTR overschrijdt ten opzichte van het aantal metingen dat is ver- richt. Op de rechterkaart is het percentage stoffen zichtbaar dat de norm overschrijdt ten opzichte van het aantal stoffen waarnaar metingen zijn verricht. In 2003 en 2004 kwamen ongeveer twintig stoffen regelmatig en op meerdere meetlocaties voor in concentraties boven het MTR.

Op ongeveer de helft van de ruimtelijke eenheden van 25 km2 (Figuur 4.1, linker-

kaart) zijn in de metingen in 2003 en/of 2004 concentraties van stoffen uit gewasbe- schermingsmiddelen gevonden boven het MTR. Overschrijdingen komen in het hele land voor. De meeste en hoogste overschrijdingen zijn er in de provincie Zuid-Holland, deels als gevolg van emissies uit glastuinbouw en bloembollenteelt (Teunissen, 2005; Landelijk Milieuoverleg Bloembollen, 2006).

Het Maximaal Toelaatbaar Risico (MTR) is een algemene milieukwaliteitsnorm. Er zijn normen voor water, lucht en bodem, gericht op bescherming van de menselijke gezondheid of het ecosysteem. De voorliggende evaluatie gebruikt het ecotoxicologi- sche MTR als minimale ambitie voor de ecolo- gische kwaliteit van het oppervlaktewater. Elke werkzame stof heeft zijn eigen MTR. Het MTR is de maximale concentratie van een stof in het milieu waarbij 95% van de soorten in het ecosysteem beschermd is.

De Stuurgroep (Inter)nationale Normstelling Stof- fen (INS), met daarin de Ministeries van VROM, VenW en LNV, stelt MTR’s vast. Het INS neemt zo veel mogelijk risicogetallen of normen over uit de Europese Unie. Als die er niet zijn, leiden Nederlandse onderzoeksinstituten de normen af uit beschikbare wetenschappelijke literatuur over (eco)toxicologisch onderzoek naar de mogelijke effecten van een stof op organismen. Als er slechts van een beperkt aantal organismen toxiciteitsgege- vens uit laboratoriumtoetsen beschikbaar zijn, wor- den veiligheidsfactoren gebruikt, die uiteenlopen van 10 tot 10000. Als er meer en betere gegevens beschikbaar zijn over de toxiciteit, kan het MTR dus hoger uitvallen. Als voor minstens acht verschillen- de groepen organismen chronische toxiciteitgege- vens beschikbaar zijn, dan wordt het MTR berekend met een statistische methode. Het is rekenkundig niet mogelijk een niveau van 100% bescherming te bepalen, daarom wordt een ‘cut-off-value’ gekozen

van 95% bescherming.

Voor gewasbeschermingsmiddelen zonder formele MTR is in deze evaluatie een ad hoc MTR gebruikt. Dit is een voorlopige, indicatieve waarde. Er is gecontroleerd of deze ad-hoc-MTR’s in lijn zijn met de meest recente dossierinformatie van het CTB (Dorgelo, 2006).

Waterkwaliteitsbeheerders toetsen de gemeten concentraties aan het MTR. VenW (2006) geeft een overzicht van actuele MTR’s. Volgens de Vierde Nota Waterhuishouding (VenW, 1999) had het MTR in 2000 gerealiseerd moeten zijn, maar dat was voor veel gewasbeschermingsmiddelen nog niet het geval. De nota Duurzame gewasbescherming stelt het halen van MTR in 2010 als doel, en er moet een eerste stap zijn gezet naar het halen van het verwaarloosbaar risico (VR) in 2030. Het VR is gedefinieerd als één procent van het MTR. Met de invoering van de Kaderrichtlijn Water is een Europees kader geschapen voor het afleiden van normen, de zogenoemde Environmental Quality Standards (MilieuKwaliteitsnormen). Deze normen worden op vrijwel dezelfde manier afgeleid als MTR’s. Er kunnen verschillen zijn, waardoor er een (lichte) verschuiving zal plaatsvinden in de lijst met problematische gewasbeschermingsmiddelen in het oppervlaktewater. Het proces om de EQS vast te stellen loopt nog.

In Figuur 4.2 staat de gesommeerde normoverschrijding. Dit is een milieukwaliteits- maat waarin niet alleen meetelt hoeveel stoffen de norm overschrijden, maar ook in

welke mate dit gebeurt (zie verder Van der Linden et al., 2006). De methode om de ge-

sommeerde normoverschrijding vast te stellen gaat uit van het Verwaarloosbaar Risico (VR). Op ongeveer 80% van de meetlocaties wordt het VR overschreden. Ook hier is het beeld dat overschrijdingen in het hele land voorkomen, met relatief veel en hoge over- schrijdingen in Zuid-Holland. In Figuur 4.2 (rechterkaart) staat de verandering sinds 1997-1998: er zijn plaatsen met een verslechtering, maar meer locaties met een ver- betering. Op veel plekken kon geen verschil worden bepaald, omdat er onvoldoende gegevens waren in één van beide periodes.

Figuur 4.1 Het aantal metingen dat het MTR overschrijdt, gedeeld door het aantal metingen dat is verricht, respectievelijk het aantal stoffen dat het MTR overschrijdt, gedeeld door het aantal stoffen waarnaar metingen zijn verricht.

Gegevens: www.bestrijdingsmiddelenatlas.nl (versie 24 mei 2006, MTR’s najaar 2005).

Een stof wordt als normoverschrijdend beschouwd als de 90-percentielwaarde van de reeks gemeten concentraties (in een ruimtelijke eenheid van 5x5 km) boven de norm ligt.

Overschrijding Maximaal Toelaatbaar Risico (MTR)

gewasbeschermingsmiddelen in oppervlaktewater 2003/2004

Percentage overschrijdende metingen per gridcel (5x5 km)

0 < 5 5 - 10 > 10

Minder dan 10 metingen / geen data Minder dan 15 stoffen / geen data Percentage overschrijdende

stoffen per gridcel (5x5 km) 0

< 10 10 - 25 > 25

Gesommeerde normoverschrijding (SNO) gewasbeschermingsmiddelen in oppervlaktewater

SNO per gridcel (5x5 km) Verandering SNO per gridcel (5x5 km)

2003/2004 Verandering 2003/2004 t.o.v. 1997/1998

Geen Laag Hoog

Minder dan 10 stoffen / geen data

Afgenomen Gelijk Toegenomen Minder dan 10 stoffen Geen data

Figuur 4.2 Algemeen beeld van de overschrijding van het Verwaarloosbaar Risico in 2003-2004, respectievelijk de verandering ten opzichte van 1997-1998.

Gegevens: www.bestrijdingsmiddelenatlas.nl (versie 24 mei 2006, MTR’s voorjaar 2006). Methode: gesommeerde normoverschrijding (SNO), zie Van der Linden et al. (2006).