• No results found

toelichting variabelen Afhankelijke variabelen

Honoraria voor audit diensten (AF)

In dit onderzoek bestaat de afhankelijke variabele honoraria voor audit diensten (AF) uit de honoraria voor onderzoek van de jaarrekening.

Honoraria voor niet-audit diensten (NAF)

In dit onderzoek bestaat de afhankelijke variabele honoraria voor niet-audit diensten

(NAF) uit de som van de honoraria voor andere controle opdrachten,

adviesdiensten op fiscaal terrein en andere niet-controlediensten.  

Onafhankelijke variabelen

   

  Effectiviteit van de auditcommissie (ACEFF)

De onafhankelijke variabele is de effectiviteit van de auditcommissie (ACEFF). In lijn met Zaman et al (2011) is de effectiviteit gemeten aan de hand van de vier variabelen grootte (ACGRT), onafhankelijkheid (ACO), expertise (ACEX) en aantal bijeenkomsten (ACB). Van een effectieve auditcommissie is sprake indien aan de commissie aan de volgende criteria voldoet: (1) maximaal één lid mag afhankelijk zijn (onafhankelijkheid); (2) uit drie of meer leden bestaat (grootte); (3) ten minste drie keer per jaar bijeenkomt (aantal bijeenkomsten); (4) ten minste één lid van de auditcommissie een financieel expert is (expertise). Deze criteria zijn in lijn met de Nederlandse Corporate Governance Code (2003), daar waar de code de aanbeveling doet dat slechts één lid afhankelijk mag zijn en ten minste één lid over financiële expertise dient te beschikken. Afwijkend van de code is, waarin staat dat een auditcommissie ten minste één keer per jaar bijeen dient te komen, bepaald dat een auditcommissie ten minste drie keer per jaar bijeen dient te komen. In paragraaf 2.3.3.4 is naar voren gekomen dat veelal de aanbeveling is gedaan dat een auditcommissie ten minste drie maal per jaar dient bijeen te komen en de auditcommissie actief dient te zijn om haar taken goed te kunnen vervullen (Collier en Gregory, 1999). Hiertoe is er toch voor gekozen om, overeenkomstig met deze aanbevelingen, een minimum van drie bijeenkomsten te hanteren. Voor de variabele grootte is geen aanbeveling gedaan in de Nederlandse Corporate Governance Code (2003) en is gekozen om dezelfde criteria te eisen als Zaman et al (2011). Voor deze variabele (ACEFF) is een dummyvariabele opgesteld. Een auditcommissie die voldoet aan alle vier criteria en daarmee beschouwd wordt als effectief neemt de waarde 1 aan. Indien niet aan de criteria is voldaan neemt de dummyvariabele de waarde 0 aan.

Onafhankelijkheid van de auditcommissie (ACO)

Aan de hand van de gegevens in de jaarverslagen is bepaald of de leden van de auditcommissie onafhankelijk zijn. Hierbij is een lid onafhankelijk indien het voldoet aan practice III 2.2. van de Nederlandse Corporate Governance Code (2003). Voor elk bestuurslid is bepaald of deze onafhankelijk is. Na dit van elk lid te hebben bepaald is de onafhankelijkheid van de gehele auditcommissie bepaald. Hiertoe mag maximaal één lid afhankelijk zijn. Voor de onafhankelijkheid van de gehele auditcommissie is een dummyvariabele opgesteld. Indien maximaal één lid

afhankelijk is zal de dummyvariabele de waarde 1 aannemen, indien meer leden afhankelijk zijn neemt de variabele de waarde 0 aan.

Grootte van de auditcommissie (ACG)

De grootte van de auditcommissie wordt bepaald door het aantal leden dat in de auditcommissie zit. Voor de grootte van de auditcommissie een continue variabele opgesteld. Dit ligt in lijn met het onderzoek van Zaman et al (2011).

Expertise van de auditcommissie (ACEX)

De Nederlandse Corporate Governance Code (2003) doet de aanbeveling dat ten minste één lid van de auditcommissie financieel expert dient te zijn. Overeenkomstig met de practice III 3.2 in de Nederlandse Corporate Governance Code (2003) wordt een lid van de auditcommissie aangemerkt als een financieel expert indien de persoon “relevante kennis en ervaring heeft opgedaan op financieel administratief/accounting gebied bij beursvennootschappen of bij andere grote rechtspersonen.” In de jaarverslagen van de Nederlandse beursgenoteerde ondernemingen is de werkervaring/achtergrond van de leden van de auditcommissie weergeven. Omdat in jaarverslagen niet altijd duidelijk is weergeven of een lid financieel expert is of niet is ook gebruik gemaakt van Management Scope (managementscope.nl). Deze website verschaft informatie over managers, directeuren en commissarissen. Voor deze variabele is een dummy variabele aangemaakt. Een auditcommissie waarvan ten minste één lid een financieel expert is neemt de waarde 1 aan en de waarde 0 indien geen lid over financiële expertise beschikt.

Aantal bijeenkomsten van de auditcommissie (ACB)

Het aantal bijeenkomsten is voor elke onderneming bepaald aan de hand van de jaarverslagen van de desbetreffende onderneming. Hiertoe is voor het aantal bijeenkomsten een continue variabele opgesteld. Dit is overeenkomstig met eerder onderzoek (e.g. Abott et al, 2003; Zaman et al, 2011; Rustam et al, 2013).

Controlevariabelen

Ondernemingsgrootte (LOGsales)

Ondernemingsgrootte is veelvuldig als een controle variabele opgenomen in onderzoeken waarbij is gekeken naar de relatie tussen auditcommissies en accountantshonoraria (e.g. Abott et al, 2003; Zaman et al, 2011; Rustam et al, 2013). De meta-analyse van Hay et al (2006) toont aan dat de ondernemingsgrootte een dominante variabele is in het bepalen van de accountantshonoraria. Zaman (2011) benoemt dat grotere ondernemingen complexer zijn en daarom een grotere behoefte zouden hebben aan niet-audit diensten. Daarnaast zouden grotere ondernemingen een hogere audit kwaliteit behoeven en daarmee dus een grotere behoefte aan audit diensten. Overeenkomstig met voorgaand onderzoek wordt gebruik gemaakt van de logaritme van de verkopen van de onderneming om de ondernemingsgrootte te bepalen (Rustam et al, 2013). De meta-analyse van Hay et al (2006) tonen aan dat de ondernemingsgrootte in voorgaande studies in grootte mate is gemeten aan de hand van de totale activa. Echter benoemt Rustam et al (2013) dat voorgaand onderzoek heeft aangetoond dat er een correlatie bestaat tussen de totale activa en de industrie waarin de onderneming opereert. Daartoe is gekozen voor de sales om de ondernemingsgrootte te meten. Dit geeft een indicatie van de activiteiten van een

onderneming (Rustam et al, 2013). Eerder onderzoek toont een positieve relatie aan tussen de ondernemingsgrootte van de cliënt en de accountantshonoraria voor audit diensten en niet-audit diensten (Rustam et al, 2013). De veronderstelling is dat een toename in de ondernemingsgrootte leidt tot een toename in de accountantshonoraria voor audit diensten en voor niet-audit diensten.

 

Rendament op de activa (ROA)

Overeenkomstig met eerder onderzoek is de ROA opgenomen als controlevariabele (Rustam et al, 2013). De ROA bepaalt de winstgevendheid van een onderneming (Hay et al, 2006; Rustam et al, 2013), als gevolg van de efficiency van het management om inkomsten te genereren middels bezittingen (Rustam et al, 2013). De meta-analyse van Hay et al (2006) toont een negatieve associatie tussen ROA en de accountantshonoraria voor audit diensten. Rustam et al (2013) tonen tevens een negatieve associatie tussen ROA en de accountantshonoraria voor audit diensten. De veronderstelling die Rustam et al (2013) hierbij aanhalen is op basis van het onderzoek van Pratt en Stice (1994) waarin naar voren komt dat de accountant de winstgevendheid van de onderneming in verband brengt met het risico dat een accountant loopt bij een bepaalde cliënt, waarbij een hoge winstgevendheid tot een verlaagd risico zou leiden. Hierdoor zouden minder controlewerkzaamheden benodigd zijn. Hiertoe is de verwachting een grotere efficiency van het management resulteert in een negatieve associatie tussen de ROA en accountantshonoraria voor audit diensten en voor niet-audit diensten. De rendement van de activa wordt bepaald door de formule:

ROA = Nettowinst / Totale Activa

Leverage (LEV)

Zaman et al (2011) doet de veronderstelling dat ondernemingen met een hoge leverage een groter bedrijfsrisico en financieel risico lopen waardoor meer audit diensten en niet-audit diensten benodigd zijn. De meta-analyse van Hay et al (2006) toont een positieve associatie tussen de leverage en de accountantshonoraria voor audit diensten. Hiertoe is de verwachting dat een grotere leverage resulteert in een hogere accountantshonoraria voor audit diensten en niet-audit diensten. De leverage wordt bepaald door de formule:

LEV = Totaal Vreemd Vermogen / Totale Activa

Verlies (LOSS)

  Volgens Zaman et al (2011) zouden ondernemingen die niet winstgevend zijn eerder problemen hebben met de interne controle en daarom om meer externe diensten vragen. Oftewel audit diensten en niet-audit diensten. Hiertoe zou de accountantshonoraria toenemen (Zaman et al, 2011). Overeenkomstig met het onderzoek van Zaman et al (2011) is voor deze variabele een dummy variabele aangemaakt. Indien de onderneming de laatste twee jaar een verlies heeft gerapporteerd neemt de variabele een 1 aan en anders een 0.

Ondernemingsjaar (YEAR)

  In lijn met Zaman et al (2011) is het ondernemingsjaar opgenomen als controlevariabele. Het onderzoek heeft betrekking op de jaren 2008 tot en met 2013. Het jaar 2008 is als controlejaar genomen.

 

Bijlage 4: beschrijvende statistiek (2008-2013)

 

TABEL 5

Continue variabelen

N Minimum Maximum Gemiddelde Std. afw.

AF 219 70.000 40.983.000 4.269.831 6.990.741 Log (AF) 219 1,845 4,402 3,243 ,576 NAF 219 0 14.000.000 1.177.008 1.758.557 Log (NAF) 219 0 3,810 2,622 ,787 AC onafhankelijkheid 222 1 6 2,869 ,9155 AC grootte 222 2 6 3,050 ,8306 AC expertise 222 0 6 1,491 ,9260 AC bijeenkomsten 221 2 9 4,511 1,400 Log (omzet) 221 2,525 8,223 6,354 ,857 ROA 221 -1,430 ,676 ,022 ,171 Leverage 221 ,067 1,454 ,632 ,162 Valid N 219 TABEL 6 Dummy variabelen

N Minimum Maximum Gemiddelde Std. afw.

AC onafhankelijk max 1 af 222 0 1 ,982 ,1333

AC onafhankelijk >50% 222 0 1 ,964 ,1868

AC onafhankelijk all 222 0 1 ,838 ,3694

AC expertise 222 0 1 ,973 ,1625

Bijlage 5: accountantshonoraria

TABEL 7

Verhoudingscijfers accountantshonoraria

Periode N Audit diensten

(gem, x1000) Niet-audit diensten (gem, x1000) Totale honoraria (gem, x1000) Verhouding NAF:AF (%) Verhouding NAF:TAF (%) 2008-2013 219 4.270 1.177 5.894 27,56:72,44 19,97:80,03 2008 34 4.825 1.497 6.761 31,03:68,97 22,14:77,86 2009 34 4.541 966 6.121 21,27:78,72 15,78:84,22 2010 34 4.657 1.184 5.840 25,42:74,58 20,27:79,73 2011 34 4.083 1.182 5.266 28,95:71,05 22,45:77,55 2012 34 4.453 1.212 5.665 27,22:21,39 21,39:78,61 2013 34 4.403 1.467 5.905 33,32:66,68 24,84:75,16 0   500   1.000   1.500   2.000   2.500   3.000   3.500   4.000   4.500   Audit  

diensten   Niet-­‐audit  diensten  

Ho no ra ri a   (x 1 0 0 0 )   Gehele periode (2008-2013) 0   500   1000   1500   2000   2500   3000   3500   4000   4500   5000   2008   2009   2010   2011   2012   2013   Audit  diensten   Niet-­‐audit  diensten  

Bijlage 6: correlatiematrix (Hypothese 1 en 2)

 

TABEL 7

Correlatiematrix hypothese 1 en 2  

AF NAF ACE Log(sales) ROA LEV LOSS

Afhankelijke variabelen Log (AF) 1 ,612** ,532** ,851** ,229** ,088 -,166* Log (NAF) 1 ,342** ,610** ,156* ,157* -,187** Onafhankelijke variabelen ACE 1 ,363** -,075 ,163* -,001 Log(sales) 1 ,447** -,032 -,383** ROA 1 -,454** -,488** LEV 1 ,306** Loss 1

Bijlage 7: correlatiematrix (Hypothese 1a-d en 2a-d)

 

TABEL 8

Correlatiematrix hypothese 1a-d en 2a-d  

AF NAF ACO ACG ACEX ACB Log(sales) ROA LEV LOSS

Afhankelijke variabelen Log (AF) 1 ,612** -,124 ,505** ,179** ,464** ,851** ,229** ,088 -,166* Log (NAF) 1 -,151* ,140* ,015 ,322** ,610** ,156* ,157* -,187** Onafhankelijke variabelen ACON 1 -,155* -,023 ,001 -,098 -,032 -,010 ,046 ACGRT 1 ,211** ,196** ,323** -,004 ,083 ,015 ACEX 1 ,041 ,081 ,011 -,010 ,057 ACBIJ 1 ,334** -,051 ,180** ,106 Log(sales) 1 ,447** -,032 -,383** ROA 1 -,454** -,488** LEV 1 ,306** Loss 1