• No results found

Toelichting op de staat van baten en lasten

In document JAARVERSLAG EN JAARREKENING (pagina 78-81)

Rijksbijdrage en collegegelden

Ongeveer 95 procent van de baten van de hogeschool zijn studentgerelateerd. De rijksbijdrage is grotendeels gekoppeld aan de bekostigde studenten jaar t-2 en de behaalde diploma’s tussen t-3 en t-2. De collegegelden zijn gerelateerd aan het aantal ingeschreven studenten jaar t-1 (8/12e deel) en jaar t (4/12e deel).

De rijksbijdrage voor de jaren 2015 en 2016 is dan ook al grotendeels te prognosticeren. Een deel van de collegegeldopbrengsten voor het jaar 2015 is ook al bekend, omdat het aantal ingeschreven studenten per 1 oktober 2014 is vastgesteld.

Om een prognose van de te verwachten rijksbijdrage voor de jaren na 2016 en van de verwachte

collegegeldopbrengsten voor de jaren 2016 en verder te bepalen is een raming van het verwachte verloop van de (bekostigde)studentenaantallen gemaakt. Deze raming is door de hogeschool opgesteld waarbij trends uit het verleden en toekomstige verwachting rond de instroom en rendement zijn meegenomen. Voor de instroom is met name gekeken naar de mogelijke invloed van het sociale leenstelsel (studievoorschot). Door SEO Economisch Onderzoek is een verkenning uitgevoerd naar het effect studievoorschot op de instroom. Uit dit onderzoek komt naar voren dat de verwachting is dat, zonder aanvullende maatregelen, zo’n 2 procent minder studenten zich zullen inschrijven ten opzichte van de instroom per 1 oktober 2014. Dit betreft een landelijke verwachting en is niet nader uitgewerkt naar regio’s. In deze prognose is, vanwege het ontbreken van regionale verwachtingen, uitgegaan van een daling in de instroom van 2 procent. Daarnaast is geconstateerd dat het percentage

onbekostigde studenten zowel landelijk als bij de hogeschool is toegenomen ten opzichte van voorgaande jaren. In de meerjarenprognose van de hogeschool zijn bovenstaande twee verwachtingen meegenomen in de raming van de (bekostigde) studentenaantallen.

Voor de rijksbijdrage is daarnaast rekening gehouden met een compensatie voor stijging van de loonkosten.

Voor de collegegelden is rekening gehouden met een tariefstijging gekoppeld aan de verwachte consumentenprijsindexstijging.

Ondanks een verwachte structurele daling in de instroom ten opzichte van 2014 wordt door het doorwerkingseffect van eerdere instroom verwacht dat het totaal aantal ingeschreven studenten de komende jaren nog licht blijft stijgen. Daarna stabiliseert het aantal zich in 2019 op circa 27.000 studenten.

Ook het aantal bekostigde studenten en diploma’s vertonen de komende jaren nog een stijging, waarna ook deze aantallen zich zullen stabiliseren op circa 24.500. Het verwachte verloop van de (bekostigde) aantallen en diploma’s en van de ingeschreven studenten ziet er als volgt uit.

0 2013

Ontwikkeling aantal gewogen bekostigde inschrijvingen en diploma’s t.b.v. begrotingsjaar

23.500

Baten werk in opdracht van derden

De opbrengsten zoals opgenomen onder de baten werk in opdracht van derden zijn gerelateerd aan de activiteiten van de Academie voor Masters & Professional Courses. Deze academie verricht contractonderwijs en contractonderzoek. De verwachting is dat de omzet jaarlijks met circa 1 á 2 procent zal stijgen.

11. ONZE TOEKOMST/CONTINUÏTEITSPARAGRAAF

Personele lasten

De verwachting is dat de loonkosten personeel voor 2015 relatief sterk zullen toenemen ten opzichte van 2014. Grotendeels is dit een gevolg van een toename van het aantal studenten, een verwachte structurele loonkostenstijging met name als gevolg van de afgesloten cao, hogere kosten voor zwaartepunten en onderzoek en een structureel hogere inzet voor IT-projecten. Voor de jaren daaropvolgend zijn de voor 2015 begrote lasten als basis genomen. Vanaf 2016 zijn in dit perspectief de loonkosten 2015 doorgetrokken op basis van de geprognosticeerde toename van het aantal ingeschreven studenten waarbij rekening is gehouden met een jaarlijkse loonkostenontwikkeling van 2,38 procent.

Zowel landelijk als bij de hogeschool is het afgelopen jaar de ratio bekostigde/onbekostigde studenten afgenomen. Dit is een zorgelijke ontwikkeling en vormt een risico. Door een afname van de ratio neemt de rijksbijdrage af terwijl de personele bezetting welke gebaseerd is op het totaal ingeschreven studenten niet zal afnemen. De personele lasten zullen dan een relatief groter beslag op de beschikbare middelen leggen.

— Kwaliteit en werkdruk, efficiencyeffect

De Haagse Hogeschool zet in op het verhogen van de kwaliteit van het onderwijs. Daartoe zijn in de kaderbrief voor de komende jaren extra middelen oplopend tot structureel € 15 miljoen. in 2017 beschikbaar gesteld voor kwaliteitsimpuls en werkdrukvermindering. In dit meerjarenperspectief zijn deze middelen voor de komende jaren als personele lasten geprognosticeerd.

Als onderdeel van de herinrichting van de organisatie en de kwaliteitsverbetering zal worden ingezet op efficiencyverbetering in management en bedrijfsvoering. De verwachting is dat het financiële effect hiervan vanaf 2017 gerealiseerd zal worden. De effecten zijn in het meerjarenperspectief in mindering gebracht op de verwachte loonkosten personeel.

— Kosten sociaal fonds

De voor 2015 geprognosticeerde incidentele lasten voor het sociaal fonds zijn gerelateerd aan de in gang gezette herinrichting van de organisatie. De verwachting is dat deze kosten voor de jaren na 2015 niet meer zullen voor komen. De jaarlijkse mutatie aan de voorziening sociaal fonds wordt niet als voorziening begroot, maar als mutatie in de personele lasten.

— Overige personele lasten

Naast de gebruikelijke kosten zijn structureel extra lasten opgenomen in het kader van

leiderschapsontwikkeling en professionalisering van het personeel. Ook dit is een uitvloeisel van het instellingsplan waarin ingezet gaat worden op het verhogen van de kwaliteit van het onderwijs.

— Huisvestingslasten en afschrijvingen

De afschrijvingen en de huisvestingslasten nemen de komende jaren toe als gevolg van de (voorgenomen) investeringen komend uit de nieuwbouw van de Sportcampus Zuiderpark en het Masterplan Huisvesting.

Daarnaast is rekening gehouden met het speerpunt ‘ICT in het onderwijs’ welke benoemd is in het instellingsplan.

— Overige instellingslasten

Ook wordt verwacht dat de overige instellingslasten de komende jaren zullen toenemen. Mede als gevolg van verwachte extra kosten die samenhangen met de instellingsplanthema’s ’internationalisering’ en ‘ICT in het onderwijs’.

Deze financiële ontwikkelingen kunnen, zoals blijkt uit het eerder genoemde verloop van de ratio’s, worden opgevangen binnen de financïele positie van de hogeschool.

B1 RISICOMANAGEMENT EN

In document JAARVERSLAG EN JAARREKENING (pagina 78-81)