• No results found

Erwin Huizenga, nlcm, Universiteit Leiden

2. Toelichting bij de bibliografie

De bibliografie bestaat uit twee delen. Het eerste deel richt zich op de

medioneerlandistiek in meer algemene zin, en de Middelnederlandse artes-literatuur in het bijzonder, het tweede op wat er internationaal gezien is gedaan aan onderzoek naar artes-traktaten en teksten die daaraan verwant zijn. Dit tweede gedeelte heeft betrekking op zowel de Latijnse situatie als die van de overige volkstalen. Voor deze dichotomie is een reden. Iedereen die zich met de artes heeft beziggehouden, weet maar al te goed hoezeer de paden van het nationale en internationale onderzoek zich geregeld kruisen, en dat er vaak sprake is van een intensieve en vruchtbare

samenwerking. Bovendien valt het artes-onderzoek uit de aard van de teksten ook niet los te zien van het bredere kader van de algemene wetenschapsgeschiedenis, waarin zij ten dele ingebed ligt. Eerdere bibliografieën op het gebied van de wetenschapsgeschiedenis laten dit overtuigend zien.6

Het komt daarnaast soms ook voor

5 Recentelijk heeft bijvoorbeeld William Crossgrove het Middelnederlandse taalgebied bestempeld als één van de best ontsloten terreinen voor wat betreft de artes, en het Repertorium aangeduid als een ‘extremely valuable tool’: W. CROSSGROVE, ‘The Vernacularization of Science, Medicine, and Technology’.

6 Zie bijvoorbeeld C. KREN, Medieval Science and Technology. A Selected, Annotated

Bibliography. New York [etc.], 1985. Bibliographies of the History of Science and Technology

11.

dat auteurs uit andere landen over Middelnederlandse artes-traktaten publiceren. Wanneer dat het geval is, zijn ze opgenomen in de Míddelnederlandse lijst. Omdat het perspectief zich voornamelijk op de medioneerlandistiek richt, is deze bibliografie substantiëler in omvang dan de lijst met internationale literatuur.

Het artikel beoogt geenszins een aanspraak op volledigheid te maken; dat zou binnen dit kader ook onmogelijk zijn. Er is daarom noodgedwongen een selectie gemaakt. Daar komt bij dat een bibliografie als deze een afspiegeling is van de interesses en de onderzoeksvelden van de betrokken onderzoeker. In mijn geval betekent dat, dat ik geleidelijk aan steeds meer in de medische, en in het bijzonder in de chirurgische hoek terecht ben gekomen. Andere velden, zoals het trivium of de

artes magicae, konden binnen het onderzoek noodzakelijkerwijze veel minder worden

bestreken. Er ligt dan ook in deze bibliografie veel nadruk op de astronomie, de astrologie en vooral de geneeskunde. Die nadruk kan echter gerelativeerd worden door erop te wijzen dat het overgrote deel van de overgeleverde Middelnederlandse artestraktaten betrekking heeft op juist dit soort onderwerpen.

Het is binnen de medioneerlandistiek, in navolging van andere disciplines waar dergelijke processen al eerder op gang zijn gekomen, ten gevolge van de alsmaar toenemende publicatie- en informatiestromen zelfs voor specialisten steeds moeilijker om alleen maar ‘bij te blijven’ op je eigen vakgebied. Daarom stelt deze bibliografie zich tevreden met het per jaar bijeenbrengen wat de belangrijkste publicaties leken, of in ieder geval het vermelden waard. Doel is om onderzoekers van buiten de medioneerlandistiek titels, die voor hun van belang kunnen zijn, onder de aandacht te brengen, evenals het omgekeerde, dat wil zeggen medioneerlandici te wijzen op artikelen en monografieën over artesliteratuur die voor hun nog grotendeels onbetreden terrein zijn.

Beide bibliografische overzichten zijn in principe chronologisch geordend. Daarbij is ook het jaar 1989 betrokken, het jaar waarin het Repertorium verscheen. Voor elk jaar is een opsplitsing gemaakt in vier onderdelen. Drie daarvan zijn de hierboven genoemde drie artes-reeksen artes liberales, mechanicae en magicae. Maar er is ook nog een vierde onderdeel. Veel publicaties zijn namelijk vlees noch vis, maar vormen meteen de hele hoofdmaaltijd, dat wil zeggen dat ze onderwerpen aansnijden die de grenzen van de artes-reeksen overschrijden, en daardoor een meer encyclopedisch karakter krijgen. Dit is de categorie ‘Medioneerlandistiek/Artes algemeen’. Soms zijn hier ook zaken ondergebracht die evident van belang zijn voor de studie naar de Middelnederlandse artes-literatuur, maar die daar desondanks niet

103

direct aan gerelateerd zijn. Een voorbeeld hiervan is de actuele belangstelling die er bestaat voor de materiële overlevering van de tekstdragers waarin de artes-teksten meestal voorkomen, de verzamelhandschriften. Binnen elk onderdeel zijn de titels alfabetisch geordend op naam van de auteur of editeur. Wanneer er bij één van de artes-categorieën in een bepaald jaar geen titels bekend waren, is die categorie voor dat jaar weggelaten.

Zoals bekend is één van de problemen bij het ordenen van een bibliografische lijst dat het niet altijd even gemakkelijk is om een titel in de ene of in de andere categorie onder te brengen, en dit geldt zeker voor de artes. Niet alleen is het soms lastig te bepalen wat Middeleeuwse artes-literatuur is en wat niet, zowel in enge zin als in de meer uitgebreide die in het Repertorium wordt gehanteerd, maar dit gaat evenzeer op voor dat wat wij er vandaag de dag over schrijven. Zoals in de inleiding van het Repertorium reeds is aangestipt, is dit een probleem dat samenhangt met het afbakenen van de grenzen tussen de genres fictie en niet-fictie binnen de middeleeuwse literatuur. Wat moet je wel en wat moet je niet opnemen? Hoe ver moet je gaan met de interdisciplinariteit, waarop het artes-onderzoek zo sterk berust? Voor dit

bibliografisch overzicht moesten daarom soms subjectieve knopen worden doorgehakt. Om maar wat te noemen: Dromen van Cocagne van Herman Pleij, dat in 1997 verscheen, gaat dat nou wel over artes? Vanzelfsprekend niet in directe zin, maar naar mijn mening in de prachtige belichting van onder andere de laatmiddeleeuwse eet- en kookcultuur meer dan voldoende om in de bibliografie gerechtvaardigd vermeld te worden. Ook de chronologische grens is niet altijd even scherp getrokken: hoewel de nadruk ligt op de middeleeuwse periode, worden met enige regelmaat ook titels vermeld die betrekking hebben op de Renaissance en de zestiende of zeventiende eeuw, als bekend in veel opzichten nog nauw verwant aan het middeleeuwse wereldbeeld.

Aandacht is er in de bibliografie ook voor de vele congres- en huldebundels die sinds 1989 verschenen zijn. Wanneer daar uit de aard van het onderwerp aanleiding voor is, worden voor deze bundels in een kleinere letter ook de titels van de

individuele artikelen vermeld, en wel in de volgorde waarin ze in de bundel voorkomen. Daarbij zijn alleen díe titels vermeld die in meer of mindere mate gerelateerd zijn aan de studie naar de artesliteratuur. In een enkel geval is extra aandacht op een titel gevestigd, bijvoorbeeld wanneer in een internationaal getinte bundel (vermeld in het tweede deel van de bibliografie) een artikel voorkomt dat specifiek is gericht op de Middelnederland-se situatie; in dat geval is die titel ook in het eerste deel genoemd. Alle namen en titels die in het vervolg van deze

inleiding in vogelvlucht besproken worden, zijn in één van beide onderdelen van de bibliografie terug te vinden.

3. De studie naar de (Middelnederlandse) artesliteratuur sinds de