• No results found

Toeleiden van anderstalige nieuwkomers naar de scholen

In document Vlaanderen is onderwijs & vorming (pagina 84-88)

In 2019 werden verschillende collectieve opvanginitiatieven geopend, heropend (Gent, Zoutleeuw, Leopoldsburg, Zaventem, Deurne, Lommel, Bredene…) of uitgebreid (Sint-Truiden, Arendonk, Broechem…). De komst van minderjarigen in opvanginitiatieven is steevast een grote uitdaging voor de scholen in de omgeving van het opvanginitiatief. Een snelle toeleiding van deze minderjarigen naar de scholen is immers belangrijk:

- Scholen binnen LOP-gebied kunnen rekenen op de ondersteuning van het LOP. Het toeleiden van anderstalige nieuwkomers naar de scholen is een decretale opdracht van het LOP. Het LOP kan telkens rekenen op de ondersteuning van een LOP-deskundige van AGODI.

- Buiten de LOP-gebieden kunnen scholen beroep doen op het ondersteuningsaanbod van AGODI. Zo bood AGODI onder andere ondersteuning naar aanleiding van de openingen van de opvanginitiatieven van Zaventem, Lommel en Bredene.

In 2019 zette AGODI ook in op het proactief opvolgen van ontwikkelingen in het opvanglandschap en het tijdig informeren van onderwijs-, opvang- en beleidspartners:

- Sinds het schooljaar 2017-2018 bestaat er een structureel overleg tussen AGODI en Fedasil. De voornaamste doelstellingen van dat overleg zijn het tijdig uitwisselen van informatie, het van nabij opvolgen van signalen en het maken van afspraken. Het structureel overleg kwam in 2019 negen keer samen.

- Op 18 maart 2019 vond ook een nieuw coördinerend overleg over vluchtelingen en onderwijs plaats. Dat overleg wordt voorgezeten door de minister en AGODI verzorgt het secretariaat. Aan het overleg nemen volgende partners deel: de opvangpartners (Fedasil, Rode Kruis), onderwijspartners (GO! en onderwijskoepels), VCLB, VVSG, Kinderrechtencommissariaat, AGODI, AHOVOKS, Departement Onderwijs en Vorming, Departement Mobiliteit en Openbare werken. De klemtoon van dat overleg ligt op informatie-uitwisseling, het nabij opvolgen van signalen vanuit het onderwijsveld en het opvangnetwerk en het maken en opvolgen van afspraken.

- Op 3 mei 2019 werd voor de derde keer een uitwisselingsmoment georganiseerd tussen het onderwijsveld en de opvangsector. Opzet van dat uitwisselingsmoment is dat de onderwijssector de logica waarbinnen de opvanginitiatieven opereren, leert kennen en omgekeerd de opvangsector kennis neemt van de logica waarbinnen het onderwijsveld functioneert. Met dat uitwisselingsmoment wil AGODI bijdragen tot een beter wederzijds begrip en samenwerking tussen de verschillende partners. Naast de LOP-deskundigen, LOP-voorzitters en medewerkers van Fedasil en het Rode Kruis namen ook vertegenwoordigers van het GO! en de onderwijskoepels, schooldirecteurs, CLB-medewerkers, medewerkers van het Agentschap voor Integratie en Inburgering, het Kinderrechtencommissariaat en de Vlaamse Onderwijsraad deel aan dat moment.

- AGODI publiceert op zijn website periodieke overzichten van het aantal anderstalige nieuwkomers in het gewoon en buitengewoon onderwijs en bezorgt deze overzichten ook aan het GO! en de onderwijskoepels.

Door hun lokale verankering hebben LOP’s snel zicht op de knelpunten bij de toeleiding van anderstalige nieuwkomers naar de scholen. Zo ontving AGODI in 2019 van verschillende LOP’s signalen met betrekking tot de heropening van opvanginitiatieven en de problemen die hierbij rijzen rond het leerlingenvervoer, de hervestiging en de organisatie van een zinvolle kortstondige opvang ... AGODI nam deze signalen ook telkens mee naar de

2

Leerlingenvervoer

Buitengewoon onderwijs

In het buitengewoon onderwijs bestaat het recht op leerlingenvervoer wanneer de dichtstbijzijnde school van de gewenste groepering met het gepaste type en opleidingsaanbod wordt bezocht. Dat recht kan op collectieve of individuele wijze ingevuld worden.

Collectief kunnen leerlingen opgehaald worden door een schoolbus met een busbegeleider, georganiseerd door De Lijn.

Individueel kunnen leerlingen gesubsidieerd gebruikmaken van het openbaar vervoer of het vervoer met de eigen wagen. Leerlingen kunnen vrij kiezen welke gesubsidieerde vervoersvorm zij gebruiken, op voorwaarde dat het recht op collectief of individueel vervoer werd toegekend.

Tabel 10: gesubsidieerde vervoerskeuzes – buitengewoon basisonderwijs

Aantal leerlingen 2017-2018 2018-2019 evolutie t.o.v. vorig schooljaar

Collectief vervoer 24.258 24.762 2,08%

Openbaar vervoer 204 211 3,43%

Eigen wagen 2.092 2.168 3,63%

Tabel 11: gesubsidieerde vervoerskeuzes – buitengewoon secundair onderwijs Aantal leerlingen 2017-2018 2018-2019 evolutie t.o.v. vorig

schooljaar

Collectief vervoer 11.477 11.934 3,98%

Openbaar vervoer 6.160 6.022 -2,24%

Eigen wagen 803 910 13,33%

In het buitengewoon basisonderwijs is er tijdens het schooljaar 2018-2019 een toenemend gebruik van alle gesubsidieerde vervoersvormen. De stijging is er ook in het buitengewoon secundair onderwijs, behalve voor het openbaar vervoer.

Rechthebbende leerlingen die gebruikmaken van het openbaar vervoer kunnen aanspraak maken op een gratis abonnement, dat door AGODI rechtstreeks aan de vervoersmaatschappij wordt betaald. Ouders die hun rechthebbend kind met de wagen

2

Tabel 12: subsidie voor individueel leerlingenvervoer

2018 2019 evolutie t.o.v. 2018

Openbaar vervoer c 1.387.524,17 c 1.370.599,32 -1,22%

Eigen wagen c 976.845,26 c 1.012.358,30 3,64%

Totaal c 2.364.369,43 c 2.382.957,62 0,79%

In 2019 stijgen de totale uitgaven voor individueel leerlingenvervoer licht. Dat komt omdat meer leerlingen gesubsidieerd werden en de tarieven van het openbaar vervoer gestegen zijn.

Ondanks die algemene stijging, is er in 2019 een lichte daling in het uitgegeven budget voor openbaar vervoer. Minder leerlingen kozen voor die vervoerscategorie tijdens het schooljaar 2018-2019. De stijging in het uitgeven budget voor vervoer met de eigen wagen valt op zijn beurt te verklaren door het hogere aantal leerlingen dat hiervoor koos tijdens schooljaar 2018-2019 en de gestegen tarieven van de NMBS, die gelden als basis voor de berekening van deze forfaitaire tegemoetkoming.

Gewoon onderwijs

In het kader van de vrije keuze tussen officieel en vrij onderwijs kunnen ouders aanspraak maken op een forfaitaire tussenkomst in hun vervoerskosten, wanneer zij geen school van het gewenste onderwijs vinden binnen een redelijke afstand. Dat wil zeggen 4 kilometer voor het basisonderwijs, 12 kilometer voor het lager secundair onderwijs en 20 kilometer voor het hoger secundair onderwijs. Scholen kunnen deze tussenkomst na afloop van elk trimester aanvragen bij AGODI.

Tabel 13: tussenkomst in het kader van de vrije keuze

2018 2019 evolutie t.o.v. 2018

Aantal leerlingen 607 699 15,16%

Totale subsidie c 244.032,25 c 278.900,99 14,29%

In 2019 stijgen de totale uitgaven omdat de forfaitaire tussenkomst in het kader van de vrije keuze voor meer leerlingen werd aangevraagd. Daarnaast zijn ook de tarieven van de NMBS gestegen, die gelden als basis voor de berekening van die forfaitaire tussenkomst.

2

Asielcrisis

De verhoogde instroom van vluchtelingen sinds 2015 bracht een nood aan leerlingenvervoer met zich mee, om de kinderen uit de opvangvoorzieningen zo snel mogelijk naar scholen in de buurt te kunnen brengen en daarbij een maximale spreiding te faciliteren. Met de federale overheid werd daarom begin 2016 een akkoord bereikt over de financiering van de vervoersonkosten vanuit collectieve noodopvangvoorzieningen naar gewone basisscholen:

- De kosten verbonden aan het leerlingenvervoer vanuit collectieve opvangcentra die binnen de perimeter van 4 kilometer van de school liggen, worden gedragen door de federale overheid.

- Als het collectief opvangcentrum en de school verder dan 4 kilometer van elkaar liggen, neemt de Vlaamse overheid de kosten voor het leerlingenvervoer op zich.

Wanneer nodig, kunnen collectieve opvangcentra dan ook een subsidieaanvraag indienen bij AGODI. Alle mogelijke vervoersmodi, organisatoren en de daaraan verbonden kosten komen in aanmerking, zodat per lokaliteit gezocht kan worden naar de meest efficiënte organisatiewijze en maximale synergiën met het bestaand vervoer. Het STOP-principe wordt daarbij voorop gesteld.

De Vlaamse middelen voor de subsidiëring van het leerlingenvervoer naar gewone basisscholen die verder dan 4 kilometer van het opvangcentrum gelegen zijn, worden sinds 2016 herschikt vanuit het algemeen provisioneel krediet vluchtelingenproblematiek.

Tabel 14: subsidie voor vervoer vanuit collectieve opvangstructuren

2018 2019

Aantal opvangcentra 1 2

Aantal scholen 2 7

Maximale subsidie c 20.485,50 c 92.902,16

In 2019 stijgt het budget sterk dat werd vastgelegd. Verschillende veranderlijke elementen hebben een invloed op deze uitgaven: de evolutie van de vluchtelingeninstroom, het aantal schoolgaande kinderen in de centra, de scholen waarnaar die kinderen toegeleid kunnen worden, de omgeving van de opvangcentra, ...

2

Leermiddelen voor leerlingen of studenten met

In document Vlaanderen is onderwijs & vorming (pagina 84-88)