• No results found

Het grote aantal beschikbare OAT’s en de hierdoor vereiste uitbreiding van de counselingsfunctie vormt voor de ziekenhuisapotheek van het UZ Gent organisatorisch een uitdaging. Indien bijvoorbeeld meerdere patiënten tegelijk medicatie afhalen, kan maar 1 patiënt per keer gecounseld worden. Hierdoor worden wachttijden voor patiënten langer, wat het risico op weigeren van een counseling vergroot. Het zou optimaal zijn om bij uitbreiding van het aantal te counselen OAT’s tegelijk een uitbreiding van het counselend team in de apotheek te realiseren. Ook apotheekassistenten zouden hierin een rol kunnen spelen door bijvoorbeeld de GMA uit te voeren of een prescreening

de apotheekassistent en ziekenhuisapotheker nodig. Dergelijk scenario vergt echter wel een architectonische aanpassing van de apotheek met een uitbreiding van het aantal counselingsruimten.

Om meer patiënten te bereiken voor een counseling kunnen herhalingsgesprekken eventueel telefonisch doorgaan, op een moment dat het voor de patiënt en apotheker schikt.

De interne multidisciplinaire samenwerking kan verder uitgewerkt worden zodat een counseling door de ziekenhuisapotheker standaard geïntegreerd wordt na een consultatie bij de behandelende arts en oncologisch verpleegkundige en zodat het uitwisselen van klinisch relevante informatie vlotter verloopt. Ook de mogelijkheid om digitaal gegevens over de thuismedicatielijst uit te wisselen met de eerstelijnszorg moet verder bekeken worden. Er zijn mogelijkheden om via internet of een smartphone een project op te starten over OAT’s en frequent gestelde vragen hierover, zodat specifieke informatie snel en gemakkelijk voorhanden is voor de patiënt. Er kan ook een systeem ingebouwd worden waarbij het voor de patiënt mogelijk is om een afspraak te maken met de counselende apotheker en bijvoorbeeld kan aangeven waarover hij of zij informatie wenst en wanneer hij of zij langskomt in de apotheek. Zo kan de apotheker de informatie reeds voorbereiden om patiënten sneller en gerichter te kunnen begeleiden. Hierbij moet rekening gehouden worden met het feit dat bepaalde patiënten, zoals ouderen of patiënten zonder computer of smartphone, hier geen gebruik van kunnen maken.

6 CONCLUSIE

In deze studie kwamen 88,93% van de OAT-contacten in aanmerking voor een counseling en hiervan werd 44,44% effectief gecouneld. De voornaamste redenen om niet te counselen waren een afhaling van de medicatie door familie of vrienden en geen tijd voor een gesprek. Een gesprek duurde gemiddeld 15,67 min ± 8,01 min waarbij een eerste counseling ongeveer 3 minuten langer duurde. Gezien deze tijd is een uitbreiding van de counseling naar andere indicaties enkel mogelijk mits een uitbreiding van het team of aanpassing van het takenpakket.

Door middel van het gestructureerd observatieblad verloopt een OAT-counseling in de apotheek van het UZ Gent op een gestandaardiseerde manier waarbij een aantal vaste items dienen nagekeken te worden. De GMA werd bij 96% van de gecounselde OAT-contacten uitgevoerd en de interacties bij deze OAT-contacten werden standaard opgevolgd, waardoor de meerwaarde van de apotheker met betrekking tot detectie van medicatie gebonden problemen duidelijk werd. Het missen van data zorgde er echter voor dat het nemen van een duidelijke conclusie moeilijk was. Het correct en volledig ingevuld observatieblad geeft aanleiding tot het verzamelen van patiënt-specifieke informatie, waardoor opvolging beter mogelijk is. Patiënten hebben via de counseling ook een extra aanspreekpunt om vragen te stellen over de medicatie, wat zich niet enkel beperkt tot de OAT.

Het percentage correcte antwoorden op de kennistest was hoger na een counseling. Om meer zekerheid te krijgen over de kennis van de patiënt over de OAT na een counseling met de ziekenhuisapotheker is een grotere studiepopulatie nodig. De tevredenheidsenquête had een Cronbach’s alfa score van 0,926 en bleek hierdoor een betrouwbare methode te zijn om de tevredenheid te meten. De gemiddelde globale tevredenheid van gecounselde patiënten over het verloop van de begeleiding met de ziekenhuisapotheker was hoog. Tevens kan een grotere studiepopulatie hierover uitsluitsel geven.

De MARS-5-vragenlijst voor het meten van de therapietrouw is een onderdeel geworden van het counselingsgesprek. De meerderheid van de patiënten had een score van ≥ 23/25, hetgeen betekent dat ze therapietrouw zijn, maar een overeenkomst met de MPR was moeilijk te besluiten. Aangezien het niet realistisch is om de werkelijke therapietrouw te bepalen, lijkt het aangewezen om de therapietrouw na te gaan aan de hand van een vragenlijst (zoals de MARS-5), gecombineerd met een logistieke controle op de hoeveelheid resterende medicatie én afgeleverde medicatie bij elke

7 BRONNEN

[1] F. Bray, J. Ferlay, I. Soerjomataram, R. L. Siegel, L. A. Torre, en A. Jemal, “Global cancer statistics 2018: GLOBOCAN estimates of incidence and mortality worldwide for 36 cancers in 185 countries”, CA. Cancer J. Clin., vol. 68, nr. 6, pp. 394–424, 2018, doi: 10.3322/caac.21492.

[2] “Stichting tegen kanker. Kanker in cijfers.” [Online]. Beschikbaar op: https://www.kanker.be/alles-over- kanker/kanker-cijfers. [Geraadpleegd: 24-feb-2020].

[3] Kankerregister, “Kankerregister. Statistieken”. [Online]. Beschikbaar op: https://kankerregister.org/Statistieken_cijfers). [Geraadpleegd: 24-feb-2020].

[4] IARC, “The Global Cancer Observatory (GCO)”. [Online]. Beschikbaar op: https://gco.iarc.fr. [Geraadpleegd: 24- feb-2020].

[5] Stichting tegen kanker, “No Title”, 2017. [Online]. Beschikbaar op: https://www.kanker.be/alles-over- kanker/jongeren-en-kanker/behandelingen/chemotherapie. [Geraadpleegd: 24-feb-2020].

[6] P. May en B. Figgins, “Assessment of Patient Perceptions and Challenges”, J. community Support. Oncol., vol. 14, nr. 3, pp. 112–116, 2016, doi: 10.12788/jcso.0226.112.

[7] V. J. O’neill en C. J. Twelves, “Oral cancer treatment: Developments in chemotherapy and beyond”, Br. J. Cancer, vol. 87, nr. 9, pp. 933–937, 2002, doi: 10.1038/sj.bjc.6600591.

[8] Stichting tegen kanker, “No Title”, 2017. [Online]. Beschikbaar op: https://www.kanker.be/alles-over- kanker/behandelingen-van-kanker. [Geraadpleegd: 24-feb-2020].

[9] Stichting tegen kanker, “Doelgerichte behandelingen”, 2017. [Online]. Beschikbaar op: https://www.kanker.be/alles-over-kanker/behandelingen-van-kanker. [Geraadpleegd: 24-feb-2020].

[10] Farmacotherapeutisch Kompas, “Proteïnekinaseremmers”, 2020. [Online]. Beschikbaar op: https://www.farmacotherapeutischkompas.nl/bladeren/groepsteksten/proteinekinaseremmers.

[Geraadpleegd: 24-feb-2020].

[11] J. Aisner, “Overview of the changing paradigm in cancer treatment: Oral chemotherapy”, Am. J. Heal. Pharm., vol. 64, nr. 9 SUPPL., pp. 4–7, 2007, doi: 10.2146/ajhp070035.

[12] Stichting tegen kanker, “Hormoontherapie”. [Online]. Beschikbaar op: https://www.kanker.be/alles-over- kanker/behandelingen/hormoontherapie. [Geraadpleegd: 24-feb-2020].

10.2147/PPA.S106629.

[14] G. L. Banna e.a., “Anticancer oral therapy: Emerging related issues”, Cancer Treat. Rev., vol. 36, nr. 8, pp. 595– 605, 2010, doi: 10.1016/j.ctrv.2010.04.005.

[15] G. Liu, E. Franssen, M. I. Fitch, en E. Warner, “Patient preferences for oral versus intravenous palliative chemotherapy.”, J. Clin. Oncol., vol. 15, nr. 1, 1997.

[16] K. Thanki, R. P. Gangwal, A. T. Sangamwar, en S. Jain, “Oral delivery of anticancer drugs: Challenges and opportunities”, J. Control. Release, vol. 170, nr. 1, pp. 15–40, 2013, doi: 10.1016/j.jconrel.2013.04.020.

[17] C. Gassmann, N. Kolbe, en A. Brenner, “Experiences and coping strategies of oncology patients undergoing oral chemotherapy: First steps of a grounded theory study”, Eur. J. Oncol. Nurs., vol. 23, pp. 106–114, 2016, doi: 10.1016/j.ejon.2016.06.001.

[18] A. Sparreboom, M. J. A. De Jonge, en J. Verweij, “The use of oral cytotoxic and cytostatic drugs in cancer treatment”, Eur. J. Cancer, vol. 38, nr. 1, pp. 18–22, 2002, doi: 10.1016/S0959-8049(01)00322-7.

[19] V. Foulon, P. Schöffski, en P. Wolter, “Patient adherence to oral anticancer drugs: An emerging issue in modern oncology”, Acta Clin. Belg., vol. 66, nr. 2, pp. 85–96, 2011, doi: 10.2143/ACB.66.2.2062525.

[20] A. Birner, “Safe administration of oral chemotherapy.”, Clin. J. Oncol. Nurs., vol. 7, nr. 2, pp. 158–162, 2003, doi: 10.1188/03.CJON.158-162.

[21] B. A. Given, S. L. Spoelstra, en M. Grant, “The Challenges of Oral Agents as Antineoplastic Treatments”, Semin. Oncol. Nurs., vol. 27, nr. 2, pp. 93–103, 2011, doi: 10.1016/j.soncn.2011.02.003.

[22] C. Ma, “Role of pharmacists in optimizing the use of anticancer drugs in the clinical setting”, Integr. Pharm. Res. Pract., p. 11, 2014, doi: 10.2147/iprp.s40428.

[23] S. Goodin e.a., “Safe Handling of Oral Chemotherapeutic Agents in Clinical Practice: Recommendations From an International Pharmacy Panel”, J. Oncol. Pract., vol. 7, nr. 1, pp. 7–12, 2011, doi: 10.1200/jop.2010.000068. [24] F. E. Stuurman, B. Nuijen, J. H. Beijnen, en J. H. M. Schellens, “Oral anticancer drugs: Mechanisms of low

bioavailability and strategies for improvement”, Clin. Pharmacokinet., vol. 52, nr. 6, pp. 399–414, 2013, doi: 10.1007/s40262-013-0040-2.

[27] R. W. F. Van Leeuwen e.a., “Prevalence of potential drug-drug interactions in cancer patients treated with oral anticancer drugs”, Br. J. Cancer, vol. 108, nr. 5, pp. 1071–1078, 2013, doi: 10.1038/bjc.2013.48.

[28] BCFI, “Belgisch Centrum voor Farmacotherapeutische Informatie”. [Online]. Beschikbaar op: https://www.bcfi.be/nl/start. [Geraadpleegd: 11-jan-2020].

[29] D. Tadic, I. B. Spasojevic, Z. I. Tomasevic, en S. D. Dejanovic, “Oral administration of antineoplastic agents: The challenges for healthcare professionals”, J. B.U.ON., vol. 20, nr. 3, pp. 690–698, 2015.

[30] G. Paolella, A. Boyd, S. Wirth, S. Cuellar, N. Venepalli, en S. Crawford, “Adherence to Oral Anticancer Medications: Evolving Interprofessional Roles and Pharmacist Workforce Considerations”, Pharmacy, vol. 6, nr. 1, p. 23, 2018, doi: 10.3390/pharmacy6010023.

[31] C. Streicher en A. Daulange, “Implementation of pharmacist consultations as part of a multidisciplinary consultation program for patients with oral anticancer agent A descriptive study”, Eur. J. Oncol. Pharm., vol. 1, nr. 2, 2018, doi: 10.1097/OP9.0000000000000003.

[32] G. Arthurs, J. Simpson, A. Brown, O. Kyaw, S. Shyrier, en C. M. Concert, “The effectiveness of therapeutic patient education on adherence to oral anti-cancer medicines in adult cancer patients in ambulatory care settings: a systematic review”, JBI database Syst. Rev. Implement. reports, vol. 13, nr. 5, pp. 244–292, 2015, doi: 10.11124/jbisrir-2015-2057.

[33] S. Kav, L. Schulmeister, A. Nirenberg, C. Rittenberg, L. Barber, en J. Johnson, “Development of the MASCC teaching tool for patients receiving oral agents for cancer”, Support Care Cancer (, vol. 18, pp. 583–590, 2010.

[34] E. Oyeken, “The B-SMART Appropriate Medication-Use Process: A Guide for Clinicians to Help Patients-- Part 2: Adherence, Relationships, and Triage”, Perm. J., vol. 13, nr. 4, pp. 50–54, 2009, doi: 10.7812/tpp/09-079. [35] E. Oyekan, “The B-SMART Appropriate Medication-Use Process: A Guide for Clinicians to Help Patients— Part 1:

Barriers, Solutions, and Motivation”, Perm. J., vol. 13, nr. 1, pp. 62–69, 2009, doi: 10.7812/tpp/07-057.

[36] B. Bergman-Evans, “AIDES to Improving Medication Adherence in Older Adults”, Geriatr. Nurs. (Minneap)., vol. 27, nr. 3, 2006.

[37] E. Gould en E. Mitty, “Medication Adherence is a Partnership, Medication Compliance is Not”, Geriatr. Nurs. (Minneap)., vol. 31, nr. 4, pp. 290–298, 2010, doi: 10.1016/j.gerinurse.2010.05.004.

[38] L. Noens e.a., “Prevalence, determinants, and outcomes of nonadherence to imatinib therapy in patients with chronic myeloid leukemia: The ADAGIO study”, Blood, vol. 113, nr. 22, pp. 5401–5411, 2009, doi: 10.1182/blood-

[39] D. Marin e.a., “Adherence is the critical factor for achieving molecular responses in patients with chronic myeloid leukemia who achieve complete cytogenetic responses on imatinib”, J. Clin. Oncol., vol. 28, nr. 14, pp. 2381–2388, 2010, doi: 10.1200/JCO.2009.26.3087.

[40] H. A. W. van Onzenoort, “Therapietrouw”, 2012. [Online]. Beschikbaar op: https://www.ge- bu.nl/artikel/therapietrouw-2#definities_van_therapietrouw. [Geraadpleegd: 15-mrt-2020].

[41] WHO, “Adherence to long-term therapies”, 2003. [Online]. Beschikbaar op: https://apps.who.int/medicinedocs/pdf/s4883e/s4883e.pdf. [Geraadpleegd: 25-feb-2020].

[42] M. R. Schaefer e.a., “Subjective Versus Objective Measures of Medication Adherence in Adolescents/Young Adults with Attention-Deficit Hyperactivity Disorder”, J. Dev. Behav. Pediatr., vol. 40, nr. 1, pp. 54–59, 2019, doi: 10.1097/DBP.0000000000000602.

[43] W. Y. Lam en P. Fresco, “Medication Adherence Measures: An Overview”, Biomed Res. Int., vol. 2015, 2015, doi: 10.1155/2015/217047.

[44] National Institute for Health and Clinical Excellence, “Medicines adherence: Involving patients in decisions about prescribed medicines and supporting adherence.”, NICE Guidel., nr. January, pp. 1–31, 2009.

[45] Agentschap Zorgt & Gezondheid, “Koninklijk Besluit van 4 maart 1991 houdende vaststelling van de normen waaraan een ziekenhuisapotheek moet voldoen om te worden erkend”, 1991. [Online]. Beschikbaar op: https://www.zorg-en-gezondheid.be/koninklijk-besluit-van-4-maart-1991-houdende-vaststelling-van-de- normen-waaraan-een. [Geraadpleegd: 26-feb-2020].

[46] Jane H. Barnsteiner, Patient Safety and Quality: An Evidence-Based Handbook for Nurses. Agency for Healthcare Research and Quality, 2008.

[47] J. Saelens, “Interactiescreening bij patiënten behandeld met orale antitumorale therapie”, Faculteit Farmaceutische Wetenschappen, UGent, 2017.

[48] D. Leveque, A. Delpeuch, en B. Gourieux, “New anticancer agents: Role of clinical pharmacy services”, Anticancer Res., vol. 34, nr. 4, pp. 1573–1578, 2014.

[51] UZ Gent, “Thuismedicatie, medicatieverificatie en ontslagmedicatie (interne richtlijn)”.

[52] T. B. Mégane Jermini, Julie Dubois, Pierre-Yves Rodondi, Khalil Zaman en C. C. A. O. & L. E. . Rothuizen, “Complementary medicine use during cancer treatment and potential herb-drug interactions from a cross- sectional study in an academic centre”, Sci. Rep., vol. 9, 2019.

[53] C. A. Buckner, R. M. Lafrenie, J. A. Dénommée, J. M. Caswell, en D. A. Want, “Complementary and alternative medicine use in patients before and after a cancer diagnosis”, Curr. Oncol., vol. 25, nr. 4, pp. e275–e281, 2018, doi: 10.3747/co.25.3884.

[54] K. Hartigan, “Patient education: the cornerstone of successful oral chemotherapy treatment.”, Clin J Oncol Nurs, vol. 7, 2003.

[55] C. C. L. M. Boons e.a., “Patient satisfaction with information on oral anticancer agent use”, Cancer Med., vol. 7, nr. 1, pp. 219–228, 2018, doi: 10.1002/cam4.1239.

[56] F. Djebbari, N. Stoner, en V. T. Lavender, “A systematic review of non-standard dosing of oral anticancer therapies”, BMC Cancer, vol. 18, nr. 1, 2018, doi: 10.1186/s12885-018-5066-2.

[57] “Wolters Kluwer. UpToDate.”, 2020. [Online]. Beschikbaar op: https://www.uptodate.com/contents/search. [Geraadpleegd: 07-mrt-2020].

[58] “Elsevier. Clinical Pharmacology.”, 2020. [Online]. Beschikbaar op: https://www.clinicalkey.com/pharmacology/. [Geraadpleegd: 07-mrt-2020].

[59] “Medicines Complete. Stockley’s Drug Interactions.”, 2020. [Online]. Beschikbaar op: https://www.medicinescomplete.com/#/. [Geraadpleegd: 07-mrt-2020].

[60] “Arizona Center for Education and Research on Therapeutics.”, 2013. [Online]. Beschikbaar op: https://www.crediblemeds.org/index.php/drugsearch. [Geraadpleegd: 07-mrt-2020].

[61] “Wegwijzer voedingssupplementen”. [Online]. Beschikbaar op: https://www.kanker.be/voedingssupplementen. [Geraadpleegd: 07-mrt-2020].

[62] “Memorial Sloan Kettering Cancer Center”, 2020. [Online]. Beschikbaar op: https://www.mskcc.org/cancer- care/diagnosis-treatment/symptom-management/integrative-medicine/herbs/search. [Geraadpleegd: 07- mrt-2020].

[63] Complete Dissertation by Statistics Solutions, “Cronbach’s Alpha”, 2020. [Online]. Beschikbaar op: https://www.statisticssolutions.com/cronbachs-alpha/. [Geraadpleegd: 07-mrt-2020].

https://data.library.virginia.edu/using-and-interpreting-cronbachs-alpha/. [Geraadpleegd: 07-mrt-2020]. [65] V. De Marre, “BEPALEN EN EVALUEREN VAN DE THERAPIETROUW BIJ PATIENTEN IN BEHANDELING MET ORALE

ANTITUMORALE MIDDELEN”, Faculteit Farmaceutische Wetenschappen, UGent, 2019.

[66] B. C. Kieseier en D. R. Jeffery, “Chemotherapeutics in the treatment of multiple sclerosis”, Ther. Adv. Neurol. Disord., vol. 3, nr. 5, pp. 277–291, 2010, doi: 10.1177/1756285610379885.

[67] A. Ribed e.a., “Pharmaceutical care program for onco-hematologic outpatients: safety, efficiency and patient satisfaction”, Int. J. Clin. Pharm., vol. 38, nr. 2, pp. 280–288, 2016, doi: 10.1007/s11096-015-0235-8.

[68] G. Tokdemir en S. Kav, “The Effect of Structured Education to Patients Receiving Oral Agents for Cancer Treatment on Medication Adherence and Self-efficacy”, Asia Pac J Oncol Nurs, vol. 4, nr. 4, pp. 290–298, 2017. [69] A. Bulsink, A. L. T. Imholz, J. R. B. J. Brouwers, en F. G. A. Jansman, “Characteristics of potential drug-related

problems among oncology patients”, Int. J. Clin. Pharm., vol. 35, nr. 3, pp. 401–407, 2013, doi: 10.1007/s11096- 012-9747-7.

[70] J. S. L. Kloth e.a., “Incidence and relevance of QTc-interval prolongation caused by tyrosine kinase inhibitors”,

Br. J. Cancer, vol. 112, nr. 6, pp. 1011–1016, 2015, doi: 10.1038/bjc.2015.82.

[71] A. Liekweg, M. Eckhardt, S. C. M. Taylor, E. Erdfelder, en U. Jaehde, “Psychometric assessment and application of a questionnaire measuring patient satisfaction with information on cancer treatment”, Pharm. World Sci., vol. 27, nr. 2, pp. 96–103, 2005, doi: 10.1007/s11096-004-5337-7.

[72] G. Riu e.a., “Implementation of a pharmaceutical care programme for patients receiving new molecular- targeted agents in a clinical trial unit”, Eur. J. Cancer Care (Engl)., vol. 27, nr. 1, pp. 1–9, 2018, doi: 10.1111/ecc.12447.

8 BIJLAGEN