8. Conclusie
8.3 Toekomstig onderzoek
Con
cl
us
ie
49
Verder kan het maatschappelijk verkeer de leesbaarheid problematiek onder de aandacht brengen van de ondernemingen en/of de politiek. Hierdoor wordt er druk uitgeoefend op de beursgenoteerde ondernemingen om ervoor te zorgen dat er goed leesbare verslagen worden uitgebracht.
8.3 Toekomstig onderzoek
Met dit onderzoek is niet alles onderzocht met betrekking tot impressie-management, het bestuursmodel en diversiteit. Er zijn nog verscheidene onderwerpen waar onderzoek naar gedaan kan worden. Hieronder enkele suggesties.
Als eerste zou er een groter onderzoek naar impressie-management moeten komen. Mijn onderzoek gaat alleen over manipulatie van de leesbaarheid. Uit hoofdstuk 2 blijkt dat er meerdere manieren zijn om impressie-management te gebruiken. In een groter onderzoek zou men bij elke onderneming meerdere methodes van impressie-management kunnen onderzoeken. Wanneer er verschillende methodes worden toegepast in een onderneming, kan men met meer zekerheid zeggen dat er bewust gebruik wordt gemaakt van impressie-management.
Een andere mogelijkheid voor onderzoek naar impressie-management is een onderzoek onder ondernemingen met een Raad van Commissarissen (of niet-uitvoerende bestuurders) met meer dan 50% vrouwelijke leden. Hierdoor is de invloed van de vrouwen groter en kan men een betere vergelijking maken met betrekking tot het gebruik van impressie-management tussen een Raad met een meerderheid vrouwen en een Raad met een meerderheid mannen. Als laatste zou men kunnen onderzoeken of er verschillen zijn tussen sectoren in het gebruik van impressie-management. Zo zou door de recente maatschappelijke onrust de financiële sector meer dan andere sectoren gebruik kunnen maken van impressie-management.
Refer
enties
50
Referenties
Abu Bakar, A. S. & Ameer, R. (2011), “Readability of Corporate Social Responsibility communication in Malaysia”. Corporate Social Responsibility and Environmental
Management, 18: p. 50–60.
Adams, R. & Ferreira, D. (2009), “Women in the boardroom and their impact on governance and performance”. Journal of Financial Economics, 94 (2): p. 291-309.
Bloomfield, R., (2002), “The Incomplete Revelation Hypothesis: Implications for Financial Reporting”. Accounting Horizons 16 (3): p. 233–244.
Brändle, U.C. & Noll, J. (2004), “The power of monitoring”. German Law Journal 5 (11): p. 1349-1371.
Carter, D. A., Simkins, B. J. & Simpson, W. G., (2003), “Corporate Governance, Board Diversity, and Firm Value”. Financial Review, 38: p. 33–53.
Clatworthy, M. & M.J. Jones. (2001). “The effect of thematic structure on the variability of annual report readability”. Accounting, Auditing and Accountability Journal 14 (3): p. 311-326.
Code 2009 (2009), “Belgische Corporate Governance Code 2009”. Code Tabaksblat (2008), De Nederlandse corporate governance code.
Courtis, J. K. (1986), “An Investigation into Annual Report Readability and Corporate Risk-Return Relationships”. Accounting & Business Research, 16(64): p. 285-294.
Courtis, J. K. (1995), “Readability of annual reports: Western versus Asian evidence”.
Accounting, Auditing & Accountability Journal, Vol. 8 Iss: 2: p. 4 – 17.
Courtis, J.K. (1998), “Annual report readability variability: Tests of the obfuscation hypothesis”. Accounting, Auditing and Accountability Journal 11 (4): p. 459-471. Courtis, J.K. (2004), “Corporate report obfuscation: artifact or phenomenon?”. The British
Accounting Review, Vol. 36: p. 291-312.
Couwenbergh, P. (2012, 8 september), “Vrouw rukt op in het old boys network bij uitstek: de Raad van Commissarissen”. Het Financieele dagblad: p. 21.
Refere
nties
51
Dale, E., & Chall, J. S. (1948), “A formula for predicting readability”. Education Research
Bulletin, 27, 11-20: p. 37-54.
Davis, J.H., Schoorman F.D. & Donaldson L. (1997), “Toward a stewardship theory of management”. The Academy of Management Review, vol. 22, no. 1: p. 20-47.
Donaldson, L. & Davis J.H. (1991), “Stewardship theory or agency theory: CEO governance and shareholder returns”. Australian Journal of Management, vol. 16, no. 1: p. 49-64.
Eagly, A. H. (1987), “Sex differences in social behavior: A social-role interpretation”. Hillsdale, NJ: Erlbaum.
Edmonds, T.P., Tsay, B.Y. & Olds, P.R. (2009), “Fundamental Managerial Accounting”. New York, NY: McGraw-Hill 5th edition.
Eisenhardt, K. M. (1989), “Agency theory: An assessment and review”. Academy of
Management Review, 14: p. 57-74.
Epstein, M. J. & Freedman, M., (1994), “Social Disclosure and the Individual Investor”.
Accounting, Auditing & Accountability Journal, Vol. 7 Iss 4: p. 94 – 109.
Europese Commissie (2012), “Directive of the European parliament and of the council on improving the gender balance among non-executive directors of companies listed on stock exchanges and related measures”. Verkregen van:
http://ec.europa.eu/justice/gender-equality/files/womenonboards/directive_quotas_en.pdf
Fama, E. F., (1980), “Agency problems and the theory of the firm”. Journal of Political
Economy, 88(2): p. 288-307.
Fama, E. F., & Jensen M.C. (1983), “Separation of ownership and control”. Journal of Law
and Economics, 26(2): p. 301-325.
Flesch, R. F. (1948), “A New Readability Yardstick”. Journal of Applied Psychology, 32: p. 221-233.
Guadagno, R.E. & Cialdini, R.B. (2007). “Gender differences in impression management in organizations: A qualitative review”. Sex Roles 56: p. 483-494.
Gunning, R. (1952). “The technique of clear writing”. New York, NY: McGraw-Hill International Book Co.
Hopt, K. J. & Levens, P. C. (2004), “Board models in Europe – Recent developments in internal corporate governance structures in Germany, the United Kingdom, France and Italy”. European Company and Financial Law Review: p. 135– 168.
Refere
nties
52
Hossain, F. & Siddiquee, M. (2008), “Readability of Management Reviews in the Annual
Reports of Listed Companies of Bangladesh”. Verkregen op 13-9-2012 van:
http://ssrn.com/abstract=1079695.
Hutchins, H. R. (1994). “Annual reports (...who reads them?)”. Communication World, 11(9): p. 18.
Irwin, J.W. & Davis, C.A. (1980), “Assessing Readability: The Checklist Approach”. Journal
of Reading, Vol. 24, No. 2: p. 124-130.
Jansen, C. & Lentz, L. (2008), “Hoe begrijpelijk is mijn tekst? De opkomst, neergang en terugkeer van de leesbaarheidsformules”. Onze taal 2008-1: p. 4-7.
Jansen, T. & Tomic, D (2012), “Beloning topmannen blijft stabiel ondanks lagere bonus”.
Effect 5 (VEB), 2012: p. 10-17.
Jensen, M. & W. Meckling (1976), “Theory of the Firm: Managerial Behavior, Agency Costs and Ownership Structure”. Journal of Financial Economics 3: p. 305–360.
Jones, E. E. & Pittman, T. S. (1982). “Toward a general theory of strategic self-presentation”.
In J. Suls (Ed.), Psychological perspectives on the self: Vol. 1: p. 231–262. Hillsdale,
NJ: Lawrence Erlbaum.
Jungmann, C. (2006), “The Effectiveness of Corporate Governance in One-Tier and Two-Tier Board Systems”. European Company and Financial Law Review, Volume 3, Issue 4: p. 426–474.
Kalles, B. van (2007, 19 oktober), “Politiek accepteert zakken vullen bij fusies en overnames niet langer”. Het Financieele dagblad: p. 3.
Klare, G.R. (1964), “The Measurement of Readability”. Iowa State University Press, Iowa. Klare, G.R. (1974-75), “Assessing readability”. Reading Research Quarterly, Vol. 10, No. 1:
p. 62-102.
Leary, M. R., & Kowalski, R. M. (1990). “Impression management: A literature review and two-component model”. Psychological Bulletin, 107(1): p. 34-47.
Li, F. (2008), “Annual report readability, current earnings, and earnings persistence”. Journal
of Accounting and Economics, Volume 45, Issues 2–3: p. 221-247.
Lückerath-Rovers M. & Smits E. (2010), “Onafhankelijke commissarissen en de relatie met performance in One-Tier en Two-Tier bestuur”. Maandblad voor Accountancy en
Refere
nties
53
McCall, W. A., & Crabbs, L. M. (1925; 1950; 1961), “Standard test lessons in reading”. New York: Bureau of Publications, Teachers College, Columbia University, 1925; 1950 Edition, 1950; 1961 Edition, 1961.
Merkl-Davies, D. M. & Brennan, N. (2007), “Discretionary Disclosure Strategies in
Corporate Narratives: Incremental Information or Impression Management?”.
Journal of Accounting Literature, Vol. 26: p. 116-194.
Millet-Reyes, B. & Zhao, R. (2010), “A Comparison Between One-Tier and Two-Tier Board Structures in France”. Journal of International Financial Management & Accounting, 21: p. 279–310.
Needles, B.E. & Powers, M. (2007), “Financial Accounting”. 9th edition, Houghton Mifflin Company.
Neu, D., Warsame, H. & Pedwell, K. (1998), “Managing Public Impressions: Environmental Disclosures in Annual Reports”. Accounting, Organizations and Society, Volume 23, Issue 3: p. 265-282.
Nicholson, G. J. & Kiel, G. C. (2007), “Can Directors Impact Performance? A case-based test of three theories of corporate governance”. Corporate Governance: An International
Review, 15: p. 585–608.
Officiële bekendmakingen, (2012, 18 juli), “Verslag van een wetgevingsoverleg 25 juni 2012”. Verkregen op 12-9-2012 van:
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/32873/kst-32873-22?resultIndex=3&sorttype=1&sortorder=4.
Peij, S.C. (2008a), “Handboek Corporate Governance”. 2e druk, Kluwer.
Peij, S.C. (2008b), “Toekomst aan de eenlaagse board”. de Commissaris 2008 (juni): p. 12-18.
Peij, S.C. (2010), “Waarom wel en waarom niet? De ‘One-Tier Board’”. Finance & Control, Augustus 2010: p. 38-41.
Rijksoverheid (2008), “ ‘One-Tier model' in wet vastgelegd”. Verkregen op 12-9-2012 van:
http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/persberichten/2008/10/31/One-Tier-model-in-wet-vastgelegd.html.
Rijksoverheid (2012), “Bedrijfsleven profiteert van ‘one tier’ model”. Verkregen op
10-12-2012 van: http://www.rijksoverheid.nl/nieuws/2012/09/26/bedrijfsleven-profiteert-van-one-tier-model.html.
Rutherford, B.A. (2003), “Obfuscation, Textual Complexity and the Role of Regulated Narrative Accounting Disclosure in Corporate Governance”. Journal of Management
Refere
nties
54
Rudman, L. A. (1998). “Self-promotion as a risk factor for women: The costs and benefits of counter stereotypical impression management”. Journal of Personality and Social
Psychology 74: p. 629–645.
Schoenmakers, J. (2008), “One-Tier en Two-Tier verschillen wezenlijk”. Goed Bestuur 2008 (1): p. 22-26.
Scott, W. (2009). “Financial Accounting Theory”. 5th edition, Prentice Hall, 560p.
Smith, N., Smith, V. & Verner, M. (2006), “Do women in top management affect firm performance? A panel study of 2,500 Danish firms”. International Journal of
Productivity and Performance Management, Vol. 55 (7): p.569 – 593.
Smith, M. & Taffler, R. (1992). “Readability and understandability: Different measures of the textual complexity of accounting narrative”. Accounting, Auditing and Accountability
Journal 5 (4): p. 84-98.
Subramanian, R., Insley, R. G., & Blackwell, R. D. (1993), “Performance and Readability: A Comparison of Annual Reports of Profitable and Unprofitable Corporations”. Journal
Of Business Communication, 30(1): p. 49-61.
Standaard (2011, 16 juni), “Kamer stemt in met quota voor vrouwen”. Verkregen op
27-10-2012, via: http://www.standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=DMF20110616_179&word=vrouwen
Sydserff, S. & Weetman, P. (1999), “A texture index for evaluating accounting narratives: An
alternative to readability formulas”. Accounting, Auditing & Accountability
Journal, Vol. 12 Iss. 4: p.459 – 488.
Telenet (2010), “Jaarverslag 2010”.
Tillman, W.S. & Carver, C. S. (1980), “Actors' and observers' attributions for success and failure: A comparative test of predictions from Kelley's cube, self-serving bias, and positivity bias formulations”. Journal of Experimental Social Psychology, Volume 16, Issue 1: p. 18-32.
TNT (2010), “Jaarverslag 2010”.
Uffelen, X. Van, (2012, 14 juli). “De economie zit tegen: Nieuwe contracten versoberd; De (nieuwe) topbestuurder verdient veel minder; Bankiers aan de ketting”. De Volkskrant: p. 22-23.