• No results found

TIJDSCHRIFT- EN D AGBLAD ARTIKELEN

In document w js&mg- (pagina 68-112)

ROTTERDAM, 15 December 1923.

I N H O U D

De hervorming der agrarische toestanden in de Vorstenlanden. — De fiscus en de kunst. — De draadlooze en het telegraafgeheim. — Wat te voorzien was. — Indische cultures. — Het staalbedrijf op Borneo. — Djambi's ifjkdommen. — Goudmijnbedrijf.

Ned.-Iud. Eegeering. Teleurstellende resultaten. — Uitbreiding van de oliepalmcultuur in Ned.-lndië. Eenige cijfers. — De juiste vorm? — De poenale sanctie gehandhaafd. — Scheidsgerechten. — De golf van corruptie. — Komedie-vertoon? — Verzachtende om-standigheden! — B.B.-avontuur. — Pessimisme — Een interview met Dr. Moresco. — Een interview met de directie van de Koninklijke. — Ja^aansche architectuur. — Buffalo Bill en A. B. C. — Kunstnijverheidschool. — Vermomde fascisten. — De bommen-werper«. - Het politieschandaal.

De hervorming der agrarische toestanden in de Vorstenlanden- De November-aflevering vam h e t Tijdschrift voor Economische Geographie b e v a t eem a r t i k e l v a n P . de Roo de la F a i l l e , cud-lid v a n den R a a d v a n N e d . - l n d i ë , over Hervorming der agrarische toestanden in de Vorstenlanden op Java, w a a r t o e i n 1909, in overleg m e t .den soesoehoenan v a n Soeirakarta, .den s u l t a n van D j o k j a k a r t a en eenige P a n g e r a n » , besloten was. Deze h e r v o r m i n g , welke sedert geleidelijk v o r d e r t , heeft t e n doel de .bevolking dezeir vorsten-dommen i n h e t algemeen agrarisch-ceconomisch op t e heffen en zooveel moge-lijk tot hetzelfde peil t e b r e n g e n als i n h e t gouvernemeints^gebied van de omliggende gewesten, w a a r d a t door de h i e r t o t s t a n d gekomen h e r z i e n i n g der a g r a r i s c h e wetgeving s e d e r t 1870 en d e d a a r m e d e v e r b a n d h o u d e n d e r e o r g a n i s a t i e v a n h e t landelijk stelsel geschiedde. De Vorstemlamdsehe h e r

-vorming k o m t feitelijk neer op d e invoering der moderne b e s t u u r sopivatting m de nog ouderwetsch g e r e g e e r d e l a n d e n , waar, volgens h e t b e s t a a n d b e g r i p , h e t rijk eigenlijk n i e t s a n d e r s was d a n een g r o o t landgoed, d a t d e opge-zetenen h a d d e n v r u c h t b a a r t e m a k e n t e n behoeve v a n den vorst-landheer.

Om d a a r h e t doel t e b e r e i k e n moest de oude heerschers-idee worden ver-a n d e r d .

D i t alles betrof een gebied van 9175 K.M.2 ( N e d e r l a n d b e s l a a t m e t cle kustwateiren 6643 K.M.2) m e t 3,300,000 zielen. D i t gebied b e s t a a t u i t de rijken S o e r a k a r t a en D j o k j a k a r t a benevens een p a a r onbelangrijke p r i n s -dommen. Deze v o r s t e n l a n d e n zijn, behalve h e t eigen gebied v a n genoemde vorsten en p r i n s e n , a a n wie h e t zelfbestuur is g e l a t e n , tegelijk h e t bedrijfs-gebied van 130 Europeosche landbouwomderneimingen. Deze m a k e n d a t bedrijfs-gebied t o t eem c u l t u u r c e n t r u m v a n den e e r s t e n r a n g , w a a r a a n s u i k e r f a b r i e k e n , t a b a k s l a n d e n , koffie- en a n d e r e c u l t u r e s voor millioenen is belegd. Die onder-nemingen, w a a r v a n ettelijke al meer d a n eem h a l v e eeiuw b e s t a a n , e r l a n g e n m e t de h u u r v a n h u n g r o n d t e v e n s 'beschikking over d e n arbeid h u n n e r opgezetenen, hebben d a a r d o o r eem d i e p g a a n d e r ! invloed op den oeoonomi-schen' t o e s t a n d . Men v i n d t d a a r s t r e k e n m e t d e d r u k s t e bevolking v a n J a v a , t o t 083 bewoners p e r K.M.2

Het rijk in de vorstenlanden is als het ware een onoverzienbaar dorpsland, niet in het midden de hofstad, waar de vorst zetelt, aan welks voeten het omliggend gebied als zijn domein zich ontrolt. De vorst is de spil, waarom zich hier alles -beweegt, uit wien alle macht en recht voortkom*, dien ieder moet dienen, en aan hem behoort alle grond toe, bebouwd of onbebouwd, en aan hem staat de beschikking daarover, ten einde zijn dienaren loon naai-werk te gaven, Alleon de tot het vorstelijk huis behoorende Pangerans hebben ook eenige gronden ter beschikking, die hun zijn toegestaan als apanage, doch welke grand na het derde geslacht voor 4/5 weer terugkeert tot den vorst.

Dit dcimeinrecht was een schier onuitputtelijke bron om al den vorsten-dienaren een staatsie en ruim bestaan te verzekeren. Dit legde aan den kleinen man echter zware lasten op, doch die werden als vorstemslaven be-schouwd.

De schrijver zet het kunstig en ingewikkeld agrarisch stelsel uiteen, dat in de Vorstenlanden bestond, en hetwelk zijn verklaring vindt m de merk-waardige Hindoe-Javaansche maatschappij van eeuwen geleden, toen het geld sehaarsch was, heffingen in natura en verplichte diensten de volkshuis-houding beheeirsohten, en toen door de beschikking over een reusachtig do-mein, waardoor de diensten van hoogere en lagere dignitarissen konden be-loond worden en de leden der vorstelijke en andere aanzienlijke fanmliën met beschikking over gronden begunstigd werden, zich machtige heerschappijen kenden ontwikkelen. De bebouwde eu woeste gronden, waarover de vorst beschikte, waren uitgedrukt in djcengs, d.i. zulke eenheden land als in ver-band niet bewoning, geaardheid van den bodem., bevloeiïng, veebezit geacht werden jaarlijks zooveel rijst op te brengen, als voldoende was om den vorst te waarborgen, dat hij daarvoor per jaar en per djoeng de beschikking zou hebben over vier weerbare mannen. Van dit totaal aantal djoengs was een gedeelte bezwaard met speciale bardiensten, bij een andere groep trad

hier-door in de plaats de heffing van rijst, De grondslag van het stelsel was, dat de desabevolking als bewerker van het domein niet meer genoot dan precies het loon. De grond werd daarom uitgegeven in deelbouwpaeht, welke den vorst-eigenaar van vruchtbaar land de helft van den oogst, van schrale gronden een derde opleverde. Aldus is het gebleven in de Vorstenlanden tot de hervorming toe.

Behalve deze gronden, direct domein van den vorst, waren giroote gedeelten door den vorst afgestaan aan de .dienaren van den vorst, de geestelijkheid en familieleden. Deze gronden, apanages, verkregen zij tot

levensonder-houd in leem en zij hadden ten opzichte van de opgezeteiien gelijksoortige rechten en plichten'als de vorst. Zelf beheerden zij dit niet, doch zij. droegen Jiet beheer over aan een vertegenwoordiger, den hekel, die de opbrengsten van den grond inde. Er waren greote en kleine apanagehouders, maar alle apanages dienden cm een bron van inkomsten te zijn, en de kleine werden het zwaarst gedrukt. En op vele plaatsen was in den laatsten tijd. het geld-stelsel zco doorgedrongen, dat schier alle heffingen, diensten en leveringen in geld werden omgezet. De apanages vormden een verbrokkeling van het land op groots schaal ; als eem ingewikkelde legkaart was alles door elkander geworpen, alle deeleii y,aa verschillende apanagehouders, of dieeren door elkander.'En dit legde veel moeilijkheden in den weg voor politie en justitie, aan den aanleg van dorpswegeii, bevloeiïngen enz.

Dit oude grondenrecht volgens de adat is in do Javaansche Vorsten-landen saniengekoppeld geworden met het groot, modern landbouwbedrijf.

Een merkwaardig samengaan van oud en nieuw. Het systeem, dat de

land-hum- h i e r toepast,, ie een v e r v o r m i n g van de op J a v a vanouds b e k e n d e ver-u m m g van desa's, waardoor J a v a a n s c h e g r o o t e n zieh van geld voorzien en Hun r e c h t op toekomstige oogsten, leveringen e n d i e n s t e n overdroegen a a n vreemde geldschieters, d i e i n h u n p l a a t s h e t dorpslandrje exploiteerden. Deze d e s a v e r h u r i n g werd in d e Vorstemlandeii h e t middel voor Europeesohe indigo-en .koffieplaiiters, om J a v a ' s rijkdom t e o n t g i n n e n . I n m i n d e r d a n eindigo-en eeuw heet* d e Vorstenlandsche landfauur h e t oude M a t a m a r a m e u h e t Solosche P a -d j a n g met t a l v a n bloeien-de kof tiefen-den, u i t m u n t e n -d i n g e r i c h t e suikerfabrieken en een m e t alle h u l p m i d d e l e n van landfoouwkeinnis g e d r e v e n t a b a k s -c u l t u u r , o v e r d e k t . E e n ©e-conomis-ch belangen-complex v a n d e n e e r s t e n r a n g een Europeesch e l e m e n t van g r o o t e maatschappelijke b e t e e k e n i s i n h e t h a r t d e r J a v a a n s c h e \'oirstenlanden. D j o k j a k a r t a bezit (cijfers v a n 1918) 33 b u u r l a n d e n van t o t a a l 101,352 bouws, waarover a a n p a c h t jaarlijks a a n d e a p a n a g e h o u d e r s of vorsten wordt b e t a a l d f 1,065,352, en S o e r a k a r t a bezit zelfs 96 b u u r l a n d e n , t o t a a l 242,514 bouws, w a a r v a n f 1,762,127 p a c h t p e r j a a r w o r d t b e t a a l d . E n niet te s c h a t t e n , m a a r neg veel aanzienlijker is h e t -geen de opgezetenen d e r b u u r l a n d e n t e z a m e n o n t v a n g e n op h u n aandeel i n d e arbeid1 0l e™ m i n g s g r o n d e n , of a n d e r e n veldarbeid of

fabrieks-E r zijn allerlei soorten v a n landverhuurdei'S ; a a n h e t eene einde s t a a n een-voudige Indo-Euiropeesche b u r g e r s , in h e t b e z i t v a n e e n i g e d u i z e n d e n g u l d e n s s t e u n e n d e op vriendschappelijke r e l a t i e s , waardoor zij een rijsTlandje weten t e vormen, en d i t op ouderwetsche wijze bebeeiren, m a a r a a n h e t a n d e r e e i n d e d e r reeks l a u d h u u r d e r s s t a a n d e k r a c h t i g e c u l t u u r m a a t s c h a p p i i e n , welke s u i k e r f a b r i e k e n elk m e e r d a n een millioeii g u l d e n a a n k a p i t a a l vertegenwoordigen en jaarlijks voor t o n n e n g o u d s o m z e t t e n , of op wier t a b a k s -l a n d e n voorname -l a n d h u i z e n en etab-lissementen g e t u i g e n v a n de aanzien-lijke positie d e r landbouwiiijverheid t e r p l a a t s e . E n deze s u i k e r - en

tafoaksonder-nemingen zijn h e t geweest, welke bij de h e r v o r m i n g bijzondere a a n d a c h t heb-ben vereischt om d e wijze, waarop zij in d e n voorvaderlijken p a d i b o u w hebheb-ben ingegrepen, en h e t l a n d metamorphoseerdeii. H i e r werden t i e n t a l l e n , soms over d e h o n d e r d a p a n a g e s t u k k e n i n één bouw vereetnigd onder één landheer i n een o n d e r n e m i n g . W a a r eens eon onaanzienlijke desa stond, verrees nu een modern landbouw-etablissemeiit, h e t c e n t r u m v a n beheer. V a n h i e r u i t werden moderne wegen d w a r s door de l a n d e n aangelegd, b r o n n e n , w a t e r l e i d i n g e n onder geregeld beheer g e b r a c h t . H e t l a n d v e r a n d e r d e zoozeer, d a t n a j a r e n de g r e n z e n der oude a p a n a g e s slechts m e t m o e i t e op e e n oude k a a r t terug t e v i n d e n w a r e n . Do padibouw d e r bevolking wordt n a a s t deze Europeesohe c u l t u r e s n i e t v e r g e t e n ; d e grond is hier voor d e n landbouw zooveel w a a r d d a t er m e d e gewoekerd wordt.

Bij die o n t w i k k e l i n g van d e n g r o o t e n landbouw waren ook m i s s t a n d e n in-geslopen, vooral wat b e t r e f t de arbeidsverpliohting d e r opgezetenen. E r werd t e veel t e r r e i n door d e g r o o t e landbauwnijverheid bezet. E n een be-z w a a r was, d a t bij h e t stelsel d e r V o r s t e n l a n d e n in h e t ondernemersbedrijf de plichten en r e c h t e n d e r bevolkng n i e t v a n meet af in geld waren u i t g e -d r u k t , miaar -d a t zij, in n a t u r a verschul-dig-d, l a t e r -door berekenino- m erel-d werden herleid. " ° D e j u i s t e kijk op d e verhouding g i n g h i e r d o o r verloren, en enkele onder-nemers k w a m e n er t o e d e wet t e veel van h u n s t a n d p u n t en belangen t e bezien. Kleinzielige l a u d h u u r d e r s beheerden h u n land op bijna t y r a n n l e k e wijze, en er werd so,ms g e w e r k t onder den d w a n g d e r poenale s a n c t i e die h i e r niet t e huis behoorde.

Die ingeslopen verkeeirdheden gaven aanleiding tot ontevredenheid der bevolking, tot klachten, vooral in 1905, waardoor het denkbeeld veld won, dat er hervorming moest können. Het was al lang gebleken, dat het onraad-zaam was de overheid bij. voortduring te doen optreden als opperbeschikker over den landbouw en de arbeider »verhoudingen. Doch hiermede k waan men op het gebied der Vorstenlandsche instellingen, en hun zelfbestuur. Het bleek nu, dat het Javaansche zelfbestuur een blok archaïsme was, en dat het herziening behoefde. Er was gemis van een behoorlijke desa-instelling ; op de landerijen" onder Javaamsch beheer bestond overal de druk fvan zware Pacht en bijkomende heffingen; op de buurlanden der Europeesche

onder-nemers rustte een maximum verplichte diensten, naast en behalve verplichten cultuuirarbeid, met karigen bijslag en vergoedingen. Een landsbegrooting ontbrak; van de rijiksinkomsten was ongeveer de helft gereserveerd voor vorst, Kraton en 's vorsten dienaren, terwijl voor wegen, bruggen, bestuurs-verbeteiring, onderwijs, bevloeiïng de middelen zoo goed als ontbraken. Het

:volk lag onder zwaren druk, voor de welvaartszorg was g;een geld, controle ontbrak. Toen is de hervorming ingevoerd, die de toestanden grondig gewijzigd heeft. De vorst beeft een civiele lijst aanvaard, de apanages zijn afgeschaft, het domein is overgedragen aan het rijk als zoodanig, de rijkslnlvomsten eu uitgaven geschieden in geld, een rekenplAchtig helieer is ingesteld, het be-lastingstelsel geregeld, en jaarlijks wordt een begrooting opgemaakt, die met Europeesch bestuur wordt behandeld.

Het platteland werd geleidelijk nieuw ingedeeld in behoorlijk begrensde desagebieden, berekend voor den beperkten gezichtskring van eetn Vorsten-landsoh nieuw gemeentehoofd. De m,W0 hekels hebben nu hun tijd gehad;

uit hen worden bij voorkeur de loerah's en bestuursleden der pas geschapen gemeenten gekozen, ten-wijl de overigen desa'sgewijs worden ingesmolten J n den stand der volle desagenooten. In het hervormd agrarisch stelsel blijft alle grond domein, zoodat vervreemding aan desagrond buiten bet rijk niet kan plaats hebben. Vervreemding van Inlandsche gronden zal in de hand worden gehouden. Vrij domein is alleen de woeste grond. Het rijk heeft zijn eigen domeinreoht beperkt, door het bezitsreebt van sawah's, droge gronden en woonerven der bevolking weg te schenken aan de desa, welker bewoners de gronden in gebruik hebben. De desa heeft het recht die gronden te ver-deden, maar het gebruiksrecht voorwaardelijk te verbinden, in verband met de aan de desa opgelegde lasten.

Bij de hervorming heeft men de nieuwe zooveel mogelijk bij de bestaande toestanden aangepast. Een vijfde van het desa-areaal is in beginsel afge-zonderd ter bezoldiging van het desafoestuur.

Aan de bevolking heeft de hervorming gebracht : een eenvoudig gemeente-wezen, een versterking van haar grondenrecht en omzetting van den cleel-bouw in een eenvoudige landiremte. De nieuwe Vorstenlandsche desa gelijkt sterk op de desa's in Bengalen en Kedoe, waar het grondenreclit voor een belangrijk deel ook den vorm draagt van communaal bezit met vaste aan-deelen.

Dit zijn de hoofdtrekken in de ontwikkeling van toestanden in de Vorsten-landen door de hier ingevoerde hervormingen op agrarisch gebied.

* * *

De fiscus en de hunst. Er is over geklaagd, dat het Nederlandsche

tooneel-?ezelschap van Verheyen te Batavia al dadelijk zoo hardhandig door den gouvernementeellen en gemeentelijken fiscus werd aangepakt. De man had nog niets verdiend en moest al betalen.

Verheven is niet de eenige endernemer van publieke „vermakelijkheden"

— schrijft nu de N. ISo'er. Gt. — wien dit overkomt. Uit den vreemde komende circussen en opera-gezelschappen enz. worden hier ook zoo behandeld Maar ook de mheemsche ondernemers op dit gebied moeten hun belasting vooruit betalen. Dit is slechte een maatregel van voorzichtigheid en het te veel be-taalde kan altijd worden opgeëischt. Erger is, dat de autoriteiten blijkbaar tot betaling ivan de belastingen dwingen, door te dreigen met liet inhouden van de vergunning tot spelen.

Hier heeft men, dunkt ons, weer te doen met een onrechtmatige daad van ambtenaren, zooals wij er kortgeleden ook enkele signaleerden.

Dat ondernemers van vermakelijkheden een vergunning behoeven van het hoofd van plaatselijk bestuur, werd niet ingesteld om fiscale redenen maar wel om een preventief toezicht op zulke vermakelijkheden te kunnen uit-oefenen. De redenen, waarom een voorstelling kan warden verhinderd zijn vele, bijv. onzedelijkheid, kinder-exploitatie, dieren mishandeling, ontoelaat-bare politieke propaganda, en ook wel bescherming van de inlanders tegen de eigen zucht tot geiduitgeven, - maar de belasting-inning staat daar of behoort daar o.i. buiten te staan.

Ook wij zijn van oordeel, dat goede kunst in Indië door de overheid be-hoort te worden gesteund en bevorderd, al behoeft men hier daarmede niet 7° I f ' t •l g a a n a k l n I n d o-a h i n a> « * " • het gouvernement een opera onder-houdt. Die officiede steun, geboden met het oog op de volksontwikkeling kan bestaan m het opheffen van de fiscale duitenpleiterij, welke de goede

kunst hier -dood drukt, ten aanzien ivan alles wat zich verheft hoven het karakter van vermakelijkheid.

Als dit echter voorloopig met het oog op de bestaande bepalingen niet kan geschieden, dan zou m elk geval al veel gewonnen zijn, wanneer hier

kunste-naars niet werden behandeld als vogelvrij verklaarden

* « *

7Je draadlooze en het telegraafgeheim,. De Sum-. Post wijst, in verband met de dagbladconferentie inzake de radio-situatie op de bizondere bestem-ming ivan de draadlooze.

We gelooven, dat de toekomst deze zal zijn, dat de radiotelegrafie als terrein van werkzaamheid zal vinden al datgene, wat aan de geheeie wereld kan worden toevertrouwd zender particuliere belangen te schaden. Daar-onder vallen natuurlijk vanzelf de berichten van het wereldnieuws, in 't algemeen alles wat geschikt is voor onvoorwaardelijke publicatie, door middel van de dagbladpers bijvoorbeeld. De draadlooze zal daarentegen niet tot zich trekken de particuliere telegrafische correspondentie gaande over zakelijke belangen.

't Is niet de regeoring, welke den handel moet beveiligen tegen de moge-lijkheid, dat particuliere handelstelegramimen, voor een bepaald adres be-stemd, gemeengoed zouden kunnen werden. Deze beveiliging van zakenbe-langen kan ' t best overgelaten worden aan den handel zelf.°De 'verhouding

tusschen draadlooze en draadtelegrafie zal er een zijn als tusschen telegrafie en telefoon. Ook het telefoongeheim is niet geheel veilig, ivianwege contacten ivelke op de lijn kunnen ontstaan, en daarom zijn er ook altijd nog imede-deelmgen, welke do handel niet per locale of interlocale telefoon aan den betrokkene doet voorkomen, doch per brief of per telegram. Zoo zal ' t ook met de draadlooze gaan. Voor eon deel dar correspondentie zal de handel ge-bruik maken van tie draadlooze, voor een ander deel niet. Maar dit kan de

handel zelf 't best beoordeelen, en wij gelooven, dat de handel geen ver-trouwen zal of kan hebben in liet werkelijk effect van door de regeering vast te stellen beperkende bepalingen, daar deze waarschijnlijk toch niet zullen kunnen beletten dat deze of gene', voor wie de imededeeling niet is; 'be-stemd, haar afluistert,

D'e radictelegrafie toch ontwkkelt zich klaarblijkelijk in deze richting, dat t'en ieder door tie aanschaffing van een goedkoop apparaat alles t e weten kan komen wat er ter wereld per draadlooze wordt verteld.

De universelle natuur der draadlooize correspondentie bepaalt haar toe-komst doch inroest tevens bepalen de houding van alle regeeringen t e hsuren aanzien. En die houding: kan slechts zijn een volstrekte onthouding. Niemand menge zich in de uitwerking van -deze nieuwe wetenschappelijke vondst, die aan een iegelijk de gelegenheid geeft zich op elk gewild o-ogenblik in ge-meenschap te stellen met de gansohe buitenwereld.

De regeeiring verschuilt zich achter een bestaande voorloopige internatio-nale regeling, waaraan echter niemand zich meer houdt omdat zulks een onmogelijkheid is.

* * *

Wat te voorzien was. De heet Bodenhausen, -directeur van financiën, heeft, schrijft, de Sum. Post, aan het Saer. Hbl. een verklaring gedaan, welke ons bizonder frappeert.

Hier is ziji :

„De gewone middelen, behalve dan de opbrengsten van de inkomsten-belasting en oorlcgiswinstinkomsten-belasting, vallen heelemaal niet mee.

,,De opbrengsten der douanerechten, spoorwegen, opiumdienst, post-, tele-graaf- en telefoondienst e.d. blijven in zeer belangrijke mate ten achter. Zij halen de ramingen niet !

„Op de eerstvolgende vergadering van de bezuinigingscomimissie in October a.s. zullen de daaruit voortvloeiende mogelijkheden met betrekking tot de begrcoting voor 1026 onder de oogen worden gezien.

„Over een kloppende begrooting voor 1926 ben ik minder optimistisch gestemd dan eenigen tijd geleden.

„Wij zullen ook nog hebben af te wachten, wat de commissie tot herziening van het belastingstelsel uitwerkt.

„Ik zal al heel blij zijn, als -de gouvernementsbedrijven de cijfers der ramingen halen I Tot nu lijkt -dat er nog niet op !

„Het tekort is -wel niet zoo groot, dat het niet zou zijn te overbruggen.

Doch de onzekere toestand-, de achterblijvende ramingen, heel de algemeene situatie, -maken het minder gewenscht, nu r«cds te zeggen; er komt een kloppende begrooting voor 1025 ! Wij zullen trachten, die, naar onze wen-sehen, te verwezenlijken !"

Deze verklaring frappeert de Svrni. Post minder als een soort verrassing dan wel integendeel als een bevestiging van wat dezerzijds voorzien werd.

J a , Ave hebben zelfs mecinmalen gewaarschuwd tegen het opvoeren der dou-ane-rechten en vooral de tarieven van post- en telegraafdienst. Bovendien hebben wij er op gewezen, aan de hand ivan de jaarverslagen, dat inderdaad de tarievenverhoogingen instede van voordeel nadeel berokkenden aan de regeelring.

Br komt nu eenmaal, een grens aan de draagkracht van ieder publiek, ook het Indische, en het is een fout, die grens te willen overschrijden.

Die fout is blijkbaar door de regeering begaan, en wat wij- dan ook missen m de verklaring van den heer Bodenhausen, is die bekentenis.

B

En, volgend op die bekentenis, een toevoeging, dat de regeering tot het inzieht gekomen is, dat de diverse tarief-verlioogingen niet het verwachte resultaat hebben opgeleverd en zij dies overweegt, terug te keeren op de gevaarlijke schreden baars weegs in de plausibele verwachting, dat met de verlaging der douanerechten de invoeren zullen toenemen, met een opleving van den handel als gevolg, en dat de vermindering der post- en telegraaf-tarieven in minstens even 'groot© mate het geld, vloeiend in 's lands laad je, zal vermeerderen.

Maar bet erkennen van een misrekening, een fouit, is moeilijk.

En zoo zullen dus wel de tarieven boog en 's lands inkomsten laag blijven.

* *

Indische cultures. De beer J. S. C. Kasteleijn, die vroeger ter Oostkust jaren lang in de oaltures is werkzaam geweest en laatstelijk hoofd-admini-strateur was van de Amsterdam Deli Compagnie, is op een reis door Sumatra en Java. Toen hij: de Oostkust van Sumatra bezocht, heeft de Deli Ct. hem naar zijn bevindingen gevraagd, en daarover het een en ander in het nummer van 7 Nov. j.1. medegedeeld.

Het onderhoud liep 'voornamelijk over de rubbercuUwiur. Dat de invloed der malaise ook den heer Kasteleijn niet ontgaan is biji zijn bezoeken, spreekt van zelf.

Hem was daarbij het nuttig effect van maatregelen waartoe de malaise noopte ten duidelijkste gebleken. Dat geld vooral voor de rubbereultuur, die op «economischer basis ingericht werd. Met de tabak staat het eenigszins anders, daar kon die «economische inperking van het bedrijf lang niet in die mate plaats hebben, door den aard van het bedrijf en de eisenen, welke daardoor aan -de cultuur gesteld werden. Het arbeids-systeeim, dat bij de tabak door den eisoh van vlug afplanten gevolgd moest warden, maakt het product duur, daarvoor is n.1. iinéér volk noodig, wat allerlei andere hoogere uitgaven met zich brengt. Feitelijk meet men er steeds eem arbeids-coTps onderhouden berekend op de drukste periode in de cultuur.

Bij de rubbercultuMr kon men de inkrimping van den bedrijfsopzet, onder tie noodzaak der malaise veel verder doorvoeren. Daar is dan ook van be-drijfsorganisatorisch standpunt beschouwd de crisis van groot nut geweest,

Bij de rubbercultuMr kon men de inkrimping van den bedrijfsopzet, onder tie noodzaak der malaise veel verder doorvoeren. Daar is dan ook van be-drijfsorganisatorisch standpunt beschouwd de crisis van groot nut geweest,

In document w js&mg- (pagina 68-112)