• No results found

Radicalisering binnen de PvdA

2.2 Tien over Rood, de voorloper van het Keerpunt

Tien over Rood is het bekendste werk van Nieuw Links. Dit manifest verscheen in het najaar

van 1966. De ondertitel luidde ‘Uitdaging van Nieuw Links aan de PvdA’ en hierin stond omschreven wat volgens Nieuw Links de uitgangswaarden van de PvdA moesten zijn, dit waren volgens Nieuw Links Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap. Volgens Nieuw Linkser Van der Zwan was voor deze driedeling van de Franse revolutie gekozen om het radicale en vernieuwende karakter van het manifest weer te geven.105 Nieuw Links publiceerde het

manifest eind september, net voordat het partijbestuur op 8 oktober met een eigen

basisprogramma op de proppen kwam, genaamd het Socialistisch Bestek 1967. Door eerder met deze publicatie te verschijnen kon de beweging veel aandacht van het werk van het partijbestuur afleiden. De reden dat speciale aandacht wordt gewijd aan dit werk is omdat de

102 Ibidem

103 Zuijdam, Tussen wens en werkelijkheid, 147 104 Ibidem, 179

punten hieruit revolutionair waren die veel reacties opleverden. Omdat de uitgangspunten veel aandacht kregen, kreeg Nieuw Links hierdoor meer naamsbekendheid. De belangrijkste reden dat dit boek wordt uitgelicht is echter dat de punten uit dit boek voorlopers waren van de parafen over vrede en veiligheid in het Keerpunt. De reden voor de publicatie van het manifest is volgens de auteurs drieledig, namelijk omdat de PvdA:

a. wat betreft haar principiële uitgangspunten onduidelijk is

b. voor zover er van duidelijkheid sprake is, vaak conservatieve kenmerken vertoont, c. in haar doen en laten intern zowel als naar buiten de democratie onvoldoende laat

wedervaren.106

Dit was de eerste keer sinds de oprichting van de partij dat een significante groep kritiek uitte in een manifest op de te rechtse koers van de partij. De punten die opzienbarend waren op het gebied van buitenlands beleid waren punt 5 en 6:

5. Onvoorwaardelijke erkenning van de DDR en Vietcong is noodzakelijk. De PvdA dient het initiatief te nemen tot een Europese veiligheidsconferentie met de landen van het

Warschaupact.

6. Nederland behoort uit de NATO te treden, wanneer Spanje lid van de NAVO (sic) wordt of wanneer Portugal bij de herziening van het verdrag als lid wordt gehandhaafd.107

Tien over Rood bevatte een soort ‘tien geboden’, maar gaf ook aandacht aan specifiekere

richtlijnen. Zo ook over hoe volgens hun het buitenlandse beleid van de PvdA eruit moest zien. Nieuw Links wilde dat Nederland het NAVO-lidmaatschap moest gebruiken om: ontwapening te bevorderen, verspreiding van kernwapens te voorkomen en een

veiligheidsconferentie op te richten met leden van het Warschaupact.108 Deze zinnen zien we

later bijna letterlijk terug in het Keerpunt, ook hierin werd Nederland namelijk geacht het NAVO-lidmaatschap aan te wenden voor dezelfde doeleinden. Hoewel in het Keerpunt niet op zo’n rigoureuze manier wordt geëist het beëindigen van het NAVO-lidmaatschap, was Nieuw Links wel de groep die binnen de PvdA een kritisch NAVO-lidmaatschap op de agenda zette. Dit was destijds een controversieel punt en het was daarom niet verwonderlijk dat veel oudgedienden van de PvdA zich ongemakkelijk voelden bij dergelijke uitlatingen. Voor hen was de NAVO en het Atlantische bondgenootschap vanzelfsprekend, niet in de minste plaats door de hulp die de VS Nederland had geboden na de Tweede Wereldoorlog en de angst die nog steeds bestond voor de communisten. Nieuw Links had verschillende

bezwaren tegen de NAVO. Zo zou het bondgenootschap niet de ontspanning bevorderen tussen Oost en West. Aangezien de NAVO atoomwapens had droeg het instituut volgens de radicalen bij aan de wapenwedloop.

Een ander punt dat eerst in Tien over Rood stond en vervolgens terugkwam in het gezamenlijke verkiezingsprogramma, heeft te maken met de erkenning van de Vietcong. In het Keerpunt staat namelijk dat Noord-Vietnam erkent moet worden en een hulpprogramma moet krijgen. Ook moet Nederland volgens Tien over Rood bemiddelen om vrede tot stand te brengen in het land, in het Keerpunt staat in feite hetzelfde: Nederland moet de VS overtuigen hun strijdkrachten uit het land terug te trekken.109 De erkenning van de DDR was eveneens

een punt dat afkomstig was van Nieuw Links dat terug was te vinden in het Keerpunt. Deze paraaf wordt in 2.3 uitgebreid besproken.

106 H. van den Doel, e.a., Tien over Rood (Amsterdam 1966), 7 107 Ibidem, 9

108 Ibidem, 73

Ook werd in Tien over Rood gepleit voor het terugbrengen van de krijgsmacht, en dan voornamelijk de omvang van de marine. Letterlijk stond er: ‘De Nederlandse marine wordt teruggebracht tot de omvang die nodig is voor een aantal taken in de territoriale wateren. De land- en luchtmacht worden op hun nuttig effect getoetst.’ Dit zou bovendien volgens het manifest leiden tot een vermindering van uitgaven.110 In het Keerpunt stond een soortgelijke

paraaf: ‘Een voortgaande afremming van de defensieuitgaven [sic] moet worden gerealiseerd door het proces vergezeld te laten gaan van politieke ontspanning, en te beïnvloeden door een verminderde militaire inspanning.’111 Dat Nieuw Links veel invloed had met Tien over Rood

op deze paraaf uit het Keerpunt bleek des te meer in 1974 toen de Defensienota werd gepubliceerd. Tijdens debatten betreffende deze nota toonden voornamelijk de Nieuw

Linkssympathisanten zich voorstanders van verregaande bezuinigingen en een inkrimping van het defensieapparaat. De rest van de PvdA hield hier een minder felle mening op na. In 2.3 wordt deze discussie gedetailleerder besproken.

Hoewel de standpunten van Nieuw Links werden afgedaan door partijgenoten als Den Uyl als ideeën van weinig kwaliteit, verschenen de standpunten pas na het verschijnen van

Tien over Rood in het verkiezingsprogramma van de partij.112 Het is waar dat reeds voor de

opmars van Nieuw Links de PvdA kleur bekende en iets linksere standpunten koos. Toch veranderde de inhoud van de het partijprogramma drastisch na 1967. In 1963 was de taal van de PvdA wat betreft het NAVO-lidmaatschap vaag:’ Nederland zal alle pogingen, die tot een wederzijdse ontwapening kunnen bijdragen, kritisch moeten steunen.’ In 1967 werd dit iets uitgebreider geformuleerd en werd het woord ontspanning gebruikt, net als in Tien over Rood. Nog opvallender is dat de Vietcong als serieuze gesprekspartner moest worden behandeld om de Vietnamoorlog te eindigen. Het idee van de erkenning van de Vietcong stond juist veel PvdA’ers tegen, maar was een punt waar Nieuw Links achter stond. In 1971 lag de nadruk voornamelijk op het stimuleren van vredesoverleg en ontspanning tussen Oost en West. Hier hoorde ook de erkenning van de DDR bij, ook één van de hoofdpunten uit Tien over Rood. In 1972 verschenen vervolgens al deze parafen in het Keerpunt.113

Ook de paraaf uit Tien over Rood betreffende het verlaten van de NAVO indien Spanje en Portugal lid bleven kwam terug in het partijprogramma. In 1963 was het uitgangspunt van de partij betreffende dictaturen in een bondgenootschap als volgt: ‘In Europees en Atlantisch verband dienden geen landen te worden toegelaten waar een dictatuur heerst’. Vanaf ’67 werden specifieke landen genoemd die geen lid van de NAVO hoorden te zijn volgens de PvdA, zoals Portugal en Griekenland.114 Nieuw Links vond dat de rest van de

PvdA zich te weinig uitsprak tegen de deelname van niet-democratische landen aan de NAVO. De beweging uitte kritiek op Den Uyl voor het gebrek aan daadkracht en Den Uyl schreef op zijn beurt een brief aan Nieuw Links waarin stond dat de uittreding van Nederland uit de NAVO Griekenland niet democratischer zou maken.115 Toch koos de PvdA voor het

Nieuw Linksstandpunt. In 1971 was het uitgangspunt van de partij namelijk dat Spanje niet mocht toetreden tot de NAVO en de verwijdering van Portugal en Griekenland werd aan de NAVO voorgelegd.116 In het Keerpunt werd dit overgenomen. Hierin stond dat de toetreding

van Spanje tot de NAVO werd afgewezen en een taak van de NAVO was het oefenen van druk op Portugal en Griekenland om daar ‘de demokratische verhoudingen te bevorderen’. Nederland ging bovendien tezamen met andere NAVO-leden verwijdering van deze landen

110 Van den Doel, Tien over Rood, 73 111 Keerpunt ’72, 43

112 Boivin, e.a., Een verjongingskuur voor de Partij van de Arbeid, 69 en Van Praag, Strategie en Illusie, 96 113 Boivin, e.a., Een verjongingskuur voor de Partij van de Arbeid, 66

114 Boivin, e.a., Een verjongingskuur voor de Partij van de Arbeid, 67 115 Van der Louw, De razendsnelle opmars van Nieuw Links, 64 116 Boivin, e.a., Een verjongingskuur voor de Partij van de Arbeid, 67

aan de orde stellen.117

Kortom, de parafen uit het Keerpunt hadden veel overeenkomsten met het manifest van Nieuw Links. Het argument Nieuw Links slechts een onderdeel was van ontwikkelingen binnen de partij die sowieso zouden doorzetten ben ik het niet mee eens. Zonder Nieuw Links waren deze parafen niet opgenomen in het partijprogramma. Deze ideeën vonden namelijk vooral vlak na het ontstaan van Nieuw Links nog geen steun in de partij. Pas nadat de ‘oude garde’ merkte dat voornamelijk veel jongeren zich aanmeldden voor de partij zag deze groep de electorale waarde van de linkse standpunten in. Dat de parafen eerst geen weerklank vonden bleek tijdens een groot partijcongres in november 1967. Van der Stoel sprak zich daar uit tegen de erkenning van de DDR en hij presenteerde een vredespolitiek die Pro-NAVO was. Hier werd massaal voor gestemd. Van der Louw kwam met het volgende voorstel: indien in ’69 Portugal en Griekenland niet de NAVO hadden verlaten, werd het NAVO-verdrag niet verlengd. Dit voorstel overleefde de stemronde niet.118 De partij maakte dus tussen 1967 en

1972 een ommezwaai naar links. In die periode groeide de macht van Nieuw Links en wisten steeds meer leden door te dringen tot het Partijbestuur. Dit resulteerde in het feit dat zij meer invloed hadden op het partijprogramma.

Hoewel het Keerpunt een gezamenlijk verkiezingsprogramma was had de PvdA de meeste invloed op de vredes- en veiligheidsparafen. Volgens Wil Klaassen was de PvdA zelfs de overheersende factor binnen de progressieve samenwerking.119 Het was dan ook de

grootste en langst bestaande partij binnen dit verbond. Klaassen zegt dat hoewel de PPR en D’66 in 1971 en 1972 veel stemmen wonnen, ze in strategisch opzicht te afhankelijk waren van de bekendheid van de PvdA.120 Inhoudelijk werden voornamelijk de punten van de PvdA

overgenomen. De partij zat qua politieke oriëntatie tussen de PPR en D’66 in waardoor haar uitgangspunten het meest aantrekkelijk waren. Zo wilde de PPR eigenlijk een nog radicaler standpunt aannemen wat betreft het NAVO-lidmaatschap en D’66 twijfelde juist aan de verlaging van de defensie-uitgaven.121 Op 7 oktober 1971 werden de voorgestelde punten door

de drie progressieve partijen aanvaard. Er waren nauwelijks tegenstemmen vanuit de PPR en de PvdA. Vanuit D’66 stemde echter 16 procent van de afgevaardigden tegen het

programma.122 Tijdens het kabinet-Den Uyl verloor D’66 ook aan identiteit en stonden zij

steeds minder vaak achter hun eigen regering.

Het idee om kleur te bekennen en meer toe te trekken naar de progressieve partijen was in eerste instantie afkomstig van Nieuw Links. Dit was onderdeel van de

polarisatiestrategie waarmee zij de verschillen tussen links en rechts duidelijker wilden maken zodat de kiezer één van beide kanten moest kiezen. De beweging hoopte dat middels deze strategie een progressieve meerderheid kon worden behaald. Nieuw Links had een grote rol in de polarisatie die van 1968 tot 1980 plaatsvond. De beweging zette zich namelijk sterk af tegen de confessionele partijen en belangrijk kenmerk van dit verzet was de anti-KVP motie die de beweging succesvol introduceerde. Van der Louw was het naar eigen woorden zat dat de KVP rechts tegen links uitspeelde en vond dat de partijen zich duidelijker moesten uitlaten over hun positie.123 Nieuw Links vond de KVP te conservatief en door de nacht van

Schmelzer in 1966 voelde de PvdA zich bedrogen door de partij. Den Uyl voelde in eerste

117 Keerpunt ’72, 41

118 Van der Louw, De razendsnelle opmars van Nieuw Links, 100 119 Klaassen, De progressieve samenwerking, 85

120 Ibidem 90

121 Werkgroep Verkiezingsprogramma 1972. Concepttekst voor een Regeerakkoord Aan het permanent overlegorgaan en de besturen van de PvdA, D’66 en PPR (Den Haag 1972), voorpagina (ongenummerd) 122 Van Praag, Strategie en Illusie, 120

123 J. Amsenga (tekst en research) en P. Ruigrok (samenstelling),(20 mei 2003) ‘De anti-KVP motie’, Andere

instantie weinig voor de anti-KVP-resolutie maar zou het later volgens Van der Louw

verwoorden alsof het zijn eigen idee was geweest.124 Het voorstel voor de resolutie werd op 6

maart 1969 tijdens het twaalfde PvdA-congres aangenomen. Dat de Nieuw Links sympathisanten ver gingen in hun queeste om de kiezer kleur te laten bekennen met een dergelijke motie bleek uit de woorden van Nieuw Linkser Marcel van Dam, één van de initiatiefnemers achter de anti-KVP motie: ‘Zo gek was het allemaal niet. Met zo’n resolutie dwong je de mensen die een andere politiek wilden om te kiezen. […] De sfeer was ook: nou, dat betekent dan dat we de komende vier jaar waarschijnlijk niet zullen regeren. Maar so

what.[…] Het midden zou opgedeeld worden.’125 Nieuw Links was dusdanig bezig met

vernieuwen en de partij inhoudelijk te radicaliseren dat meeregeren op de tweede plek kwam. Hoewel de motie in 1971 werd teruggedraaid, was de kloof tussen rechts en links al vergroot. Geen wonder dat de formatieperiode in 1972 moeizaam verliep.

Toenadering zocht Nieuw Links juist tot de PPR en de PSP aangezien de denkbeelden van die partijen sterk overeenkwamen met die van Nieuw Links. De anti-KVP motie werd door de PPR met grote vreugde ontvangen aangezien deze partij was opgericht door oud-KVP leden. Dit zorgde ervoor dat de motie de PvdA en de PPR dichter bij elkaar bracht.126 Den Uyl

was in eerste instantie geen fan van het politiek spel dat Nieuw Links speelde. Hij vond de polarisatiestrategie niet geschikt. Bovendien vond hij het onnodig om de KVP als eventuele coalitiepartner buiten te sluiten.127 Later omarmde hij de strategie volgens Willem Breedveld

onder het motto: ‘baat het niet, dan schaadt het ook niet’.128 Ik denk dat deze verklaring niet

voldoende is. Volgens Van der Louw deed Den Uyl zelfs alsof de motie zijn eigen idee was. Ik denk dat Den Uyl merkte hoe populair Nieuw Links was en dat de polarisatiestrategie electoraal werkte. Zodra hij dit door had omarmde hij de strategie volledig. Ook het feit dat Den Uyl zich in de pers steeds minder vaak negatief uitsprak over Nieuw Links na 1969 sprak boekdelen. Hij wist dat Nieuw Links populair was onder de kiezers en lette daarom op zijn woorden. Kritiek op de beweging uitte hij daarom voornamelijk binnenshuis.129

Niet alleen de vanuit Nieuw Links afkomstige motie was het begin van de progressieve samenwerking, maar ook de toenadering die de beweging zocht tot andere partijen. Reeds in 1967 speelden de Nieuw Linkers met het idee om de opstandige, jonge tak van de KVP en de ARP te benaderen. Ook de mogelijkheid van een bondgenootschap met de PSP en de vakbeweging werd besproken.130 Veel PvdA’ers, waaronder Den Uyl, zagen niks in

een samenwerking met de PSP, deze vonden zij te radicaal. Toch bleef Nieuw Links contact zoeken met deze partij. Zo voerde Jan Nagel tijdens een demonstratie op 1 mei 1967 tegen de Vietnamoorlog samen met PSP-er Fred van der Spek het woord. Dit tot grote woede van de partijleiding die ook in Amsterdam was maar dan in het Concertgebouw om de Dag van de Arbeid te vieren.131 De PSP verliet de werkgroep Progressief Akkoord in 1969 na grote

ergernis over de houding van de PvdA-top, in het bijzonder die van Den Uyl, betreffende de Maagdenhuisbezetting. Nieuw Links stelde zich solidair op tegenover de demonstranten terwijl Den Uyl en consorten de bezetting sterk veroordeelden. Samenwerken met andere linkse partijen was in feite onderdeel van de polarisatiestrategie waarbij het doel was om een progressieve meerderheid te vormen. Met een gezamenlijk verkiezingsprogramma kwam dat

124 Louw, van der, De razendsnelle opmars van Nieuw Links, 201 125 Bootsma en Breedveld, De verbeelding aan de macht, 13

126 Amsenga, J. (tekst en research) en Ruigrok, P. (samenstelling),(20 mei 2003) ‘De anti-KVP motie’, Andere

Tijden (tv-uitzending), NPO

127 Wentholt, Den Uyl en het oproer van Nieuw Links, 10

128 W. Breedveld, ‘Joop den Uyl, die tijd keert nooit wederom’, in: F. Becker ed., e.a., Van Troelstra tot Den

Uyl het vijftiende jaarboek voor het democratisch socialisme (Amsterdam 1994), 154

129 Kingma, Nieuw Links in de Partij van de Arbeid, 123 130 Van der Louw, De razendsnelle opmars van Nieuw Links, 47 131 Ibidem, 50

doel dichterbij. Kortom, middels Tien over

Rood en de polarisatiestrategie wist Nieuw Links de PvdA te ‘verlinksen’. Met radicale

standpunten en de anti-KVP motie werd het verschil tussen rechts en links groter. Met deze strategie lukte het de vernieuwingsbeweging om jongeren aan te spreken en als gevolg daarvan groeide de partij.