• No results found

THEMA: Onderwijs

In document Kinderen in Tel Databoek 2012 (pagina 75-82)

Kinderrecht IVRK

Artikel 28, 29

Elk kind heeft recht op verplicht en gratis basisonderwijs. De staat bevordert dat voortgezet onderwijs beschikbaar en toegan-kelijk is voor ieder kind, dat hoger onderwijs toeganstaat bevordert dat voortgezet onderwijs beschikbaar en toegan-kelijk is naar gelang de capaciteiten, dat school- en beroepskeuzevoorlichting beschikbaar is en dat schooluitval aangepakt wordt. De handha-ving van de schooldiscipline moet in overeenstemming zijn met de menselijke waardigheid en met dit Verdrag. Internationale samenwerking op onderwijsgebied is van groot belang.

Indicator: Percentage 4- t/m 12-jarige leerlingen in het primair onderwijs met een leerlinggewicht hoger dan 0

In Nederland krijgen scholen met een gewichtstoekenning extra personele en materiële faciliteiten. Uitgangspunt hierbij is dat leerlingen met een hoger gewicht meer voorzieningen nodig hebben, omdat zij een groter risico op achterstand hebben. Scholen in Nederland zijn verplicht om het aantal gewichtleerlingen per klas aan de gemeente door te geven. Deze verstrekt de gegevens vervol-gens aan de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). DUO rubriceert alle gegevens. Kinderen in Tel gebruikt deze data. Het gaat bij deze data om het aantal leerlingen in het primair onderwijs met een leerling-gewicht hoger dan 0, ten opzichte van het totale aantal leerlingen in het primair onderwijs.

De gegevens

Zoals we in deel 1 toonden, is er vanaf 2000 een sterk dalende trend te zien in het aantal achterstandsleerlingen. Waren er in 2000 nog 447.171 achterstandsleerlingen, in 2010 zijn dit er 196.026.

De provincierangorde lijkt behoorlijk op die in het vorige databoek met de gegevens van 2008, er doen zich slechts kleine veranderingen voor. Zuid-Holland en Noord-Holland staan, net als in 2008, ook in 2009 en 2010 weer bovenaan. Het valt op dat de sterke daling van het percentage achterstandsleerlingen van de afgelopen jaren tussen 2009 en 2010 minder sterk doorzet. Zo daalt het percentage van Zuid-Holland van 20.31% in 2008, naar 17.64% in 2009 en 16.54% in 2010. Hetzelfde geldt voor de provincie Friesland, helemaal onder-aan in de rangorde, hier daalt het percentage van 10,74% in 2008, naar 8,17% in 2009 en 7,97% in 2010. Wat betreft de volgorde in de rangorde valt op dat de provincie Zeeland, hoewel ook daar de lichte daling te zien is, in de rangorde stijgt. In 2008 (databoek 2010) stond Zeeland nog op de zesde plaats, in 2010 is dat de derde plaats.

Op gemeentelijk niveau is Rotterdam in 2009 en in 2010 opnieuw, net als in 2008, koploper in het percentage achterstandsleerlingen.

Daar moet wel bij vermeld worden dat Rotterdam een sterkere daling meemaakt in vergelijking met gemeenten die lager in de top 10 staan. Rotterdam had in 2008 nog een percentage van 38,76%

achterstandsleerlingen, in 2010 is dat gedaald naar 30,89%.

Enkele gemeenten uit de top 10 van 2009 zijn in de top 10 van 2010 weer verdwenen. Dit zijn de gemeenten Rucphen en Ameland.

Bunschoten en Barneveld zijn nieuw in de top 10 van 2010.

Percentage achterstandsleerlingen per provincie, 2010

Rangorde Provincies, 2010 en 2009

2010 2009

Provincie Percentage Provincie Percentage

Zuid-Holland 16,65 Zuid-Holland 17,64

Noord-Holland 13,16 Noord-Holland 13,70

Zeeland 12,73 Noord-Brabant 13,25

Noord-Brabant 12,71 Zeeland 13,19

Limburg 12,32 Limburg 12,53

Gelderland 11,30 Groningen 11,91

Groningen 11,24 Gelderland 11,75

Flevoland 11,23 Overijssel 11,71

Overijssel 11,08 Flevoland 11,68

Utrecht 10,88 Utrecht 11,32

Drenthe 10,11 Drenthe 10,88

Friesland 7,97 Friesland 8,17

Percentage achterstandsleerlingen per gemeente, 2010

Tien hoogst scorende gemeenten, 2010 en 2009

2010 2009

Gemeente Percentage Gemeente Percentage

Rotterdam 30.89 Rotterdam 33,49

Schiedam 27,13 Amsterdam 28,01

Amsterdam 26,52 Schiedam 27,89

‘s-Gravenhage 24,73 `s-Gravenhage 26,42

Staphorst 24,30 Staphorst 25,60

Vlaardingen 22,14 Vlaardingen 25,53

Roermond 22,12 Rucphen 24,18

Bunschoten 20,58 Boekel 23,10

Boekel 20,47 Ameland 22,34

Barneveld 20,44 Roermond 22,06

Indicator: het aantal voortijdige schoolverlaters (vsv’ers) als percentage van het totaal aantal leerlingen van het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs

Voortijdige schoolverlaters zijn leerlingen uit het voortgezet onder-wijs en het middelbaar beroepsonderwijs die op 1 oktober van het volgende schooljaar het (bekostigd) onderwijs hebben verlaten en niet in het bezit zijn van een startkwalificatie (dat wil zeggen mini-maal een havo- of vwo-diploma, of een diploma op mbo 2-niveau).

Het gaat bovendien om leerlingen die jonger zijn dan 23 jaar en ingeschreven staan in de Gemeentelijke Basisadministratie.

Het aantal voortijdige schoolverlaters is afgezet tegen het totaal aantal deelnemers in het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs.

De gegevens

We zien dat er de laatste vijf jaar een gestage daling is van het aantal leerlingen dat voortijdig stopt met school. In 2010 verlieten 45.689 kinderen voortijdig de school. De provincies Flevoland, Zuid-Holland en Noord-Zuid-Holland staan, net als in 2008, in 2009 en 2010 bovenaan in de rangorde. Noord-Holland stijgt van de derde plek in 2009 met 4,14% naar de eerste plek in 2010 met een lichte stij-ging naar 4,18%. Verder zijn er weinig schommelingen te zien in de provinciale rangorde, sommige provincies maken een lichte stijging mee, andere een lichte daling.

In de top 10 van gemeenten zien we dat Amsterdam in 2009 op de zevende plaats staat met 5,30% voortijdig schoolverlaters en in 2010 naar de eerste plaats stijgt met 6,07%. Er vinden dalingen plaats voor de gemeenten Weesp, 's-Gravenhage en Heerhugowaard: deze gemeenten zijn in 2010 niet meer in de top 10 te vinden. Nieuw in

jaren altijd in de top 10 stonden, terwijl in 2010 Utrecht en’s-Gravenhage niet in de top 10 terug te vinden zijn.

Percentage vsv’ers per provincie, 2010

Rangorde Provincies, 2010 en 2009

2010 2009

Provincie Percentage Provincie Percentage

Noord-Holland 4.18 Flevoland 4.27

Flevoland 4.17 Zuid-Holland 4.18

Zuid-Holland 4.05 Noord-Holland 4.14

Limburg 3.53 Utrecht 3.47

Utrecht 3.53 Limburg 3.33

Zeeland 3.28 Noord-Brabant 3.28

Noord-Brabant 3.26 Gelderland 3.24

Groningen 3.15 Groningen 3.14

Gelderland 3.13 Zeeland 3.14

Friesland 2.74 Friesland 2.88

Overijssel 2.69 Drenthe 2.65

Drenthe 2.58 Overijssel 2.60

Percentage vsv’ers per gemeente, 2010

Tien hoogst scorende gemeenten, 2010 en 2009

2010 2009

Gemeente Percentage Gemeente Percentage

Amsterdam 6.07 Rotterdam 6.29

Rotterdam 5.99 Weesp 5.61

Oisterwijk 5.93 Laren 5.53

Laren 5.64 Alkmaar 5.51

Lelystad 5.47 's-Gravenhage 5.36

Maastricht 5.47 Lelystad 5.35

Heerlen 5.45 Amsterdam 5.30

Dordrecht 5.38 Oisterwijk 5.29

Alkmaar 5.27 Dordrecht 5.15

Noord-Beveland 5.12 Heerhugowaard 5.15

Jongen van 12, Stichting Pet´je af:

‘Van Kinderen in Tel heb ik nog nooit gehoord, maar kinderrechten ken ik wel.’

‘Zelf woon ik niet in een flat, maar als ik de baas van Nederland zou zijn, dan zou ik meer mooie huizen laten bouwen, want ik vind flats niet zo mooi. Mijn ideale wijk heeft daarom mooie huizen, veel kunstgrasveldjes en veel scholen. Er zijn nu wel genoeg scholen in de wijk. Er zijn er al vier of vijf, maar het zou misschien beter zijn als er twee scholen weggaan en er één grote voor terugkomt.

Zo waren er bijvoorbeeld twee locaties voor onze basisschool, één voor de bovenbouw en één voor de onderbouw. Daar is er één van weggegaan en bij de andere locatie aangebouwd. De school lijkt nu wel op een middelbare school, zo groot is hij nu. Deze school is nu mooier en moderner.’

‘Als ik de baas van Nederland zou zijn zou ik aparte gangen in de school voor de brugklassers laten maken, nu wordt je steeds geduwd en moet je terugduwen als je daar loopt. De kinderen die in wijken wonen met armere mensen blijven meestal arm, daar kunnen de juffrouw en meester niets aan doen.’

‘Pet´je af vind ik goed, omdat we kunnen zien wat we allemaal later kunnen doen.’

Stichting Pet’je af doet er alles aan om kinderen in achterstandssituaties wat te leren en hun kansen in de toekomst te vergroten.

Zie www.stichtingpetjeaf.nl.

In document Kinderen in Tel Databoek 2012 (pagina 75-82)