• No results found

THEMA: Kinderen in achterstandswijken

In document Kinderen in Tel Databoek 2012 (pagina 63-68)

Kinderrecht IVRK

Artikel 6, 27

De staat erkent het recht op leven en ontwikkeling.

Indicator: Percentage 0- t/m 17-jarigen dat in een achterstands-wijk woont

Vanaf 1994 voert het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) een vierjaarlijks terugkerend onderzoek uit naar de achterstand in viercijferige postcodegebieden. Het unieke van dit onderzoek is dat het volledig landsdekkend is. Elk viercijferig postcodegebied in Nederland krijgt een score op een sociale achterstandsmaat.

Deze is opgebouwd uit het inkomen van de bewoners, het oplei-dingsniveau en de werkloosheid. Als deze score hoger is dan een bepaalde waarde, bepaalt het SCP dat dit viercijferige postco-degebied als achterstandswijk te typeren is. Voor Kinderen in Tel hanteren we exact dezelfde definitie als het SCP (SCP, ‘Sociale staat van Nederland 2005’, p. 284). De op deze manier omschreven achterstandswijken komen lang niet altijd overeen met de door de gemeente aangegeven buurten en wijken. Deze beslaan meestal een kleiner gebied dan een viercijferig postcodegebied. In de SCP-definitie kan het gebeuren dat een typische achterstandsbuurt de viercijferige postcode deelt met een betere buurt. Met als gevolg dat het gemiddelde zo uitvalt dat we het gebied niet als achter-standswijk kunnen typeren.

De indicator bij kinderen in achterstandswijken is als volgt: ‘Het percentage kinderen dat woont in een viercijferig postcodegebied dat op basis van de achterstandsmaat zoals berekend door het SCP kan worden getypeerd als achterstandswijk.’

Het SCP berekent deze indicator eens in de vier jaar. Om toch tot een achterstandsmaat voor 2009 en 2010 te komen, voeren wij de berekening sinds een aantal jaren zelf uit. We gebruiken daarvoor dezelfde achtergrondgegevens en berekeningswijze als het SCP (met dank aan Frans Knol van het SCP). De achterstandsmaat is een getal tussen -3,2 en +3,8. Elk viercijferig postcodegebied heeft een waarde, alle wijken met een waarde hoger dan 1 noemen wij een achterstandswijk. Op basis van de achtergrondgegevens van het jaar 2009 kwamen wij tot 586 achterstandswijken, in 2010 kwamen wij tot 568 achterstandswijken, van de in totaal 4038 wijken (viercijfe-rige postcodegebieden). Dit zijn er dus achttien minder dan bij onze berekening over het jaar 2009.

De gegevens

De situatie voor kinderen in achterstandwijken is in 2009 en 2010 niet veel veranderd ten opzichte van de gegevens uit 2008 die werden beschreven in het vorige databoek. In 2008 bedroeg het landelijke percentage kinderen in een achterstandswijk 16,54%, in 2009 was dat 16,86% en in 2010 16,59%. In absolute aantallen gaat het in heel Nederland om 583.141 kinderen die in 2010 in een achterstandswijk wonen.

Wanneer we naar het provinciale niveau kijken, zien we in dat er in 2010 weinig veranderd is in vergelijking met 2009, alleen de vier provincies die onderaan staan (Noord-Brabant, Zeeland

Gelderland en Utrecht) zijn iets verschoven, maar die verschil-len zijn minimaal. De overige provincies staan in 2009 op dezelfde plek als in 2008. In 2010 staan dezelfde vier provincies (Groningen,

Friesland, Drenthe en Limburg) weer bovenaan, waarbij Groningen met 42,06% opnieuw bovenaan staat.

Op gemeentelijk niveau maakt vooral de gemeente Pekela een opvallende verandering door. In 2008 staat deze gemeente met 99,89% op nummer 1 in de top 10 hoogst scorende gemeenten. In 2009 is Pekela verdwenen uit de top 10 en in 2010 staat Pekela weer bovenaan met 99,96%. Het feit dat de twee wijken in Pekela in 2008 en 2010 beide als achterstandwijk gezien worden en in 2009 niet, betekent dat ze in 2008 en 2010 waarschijnlijk net boven de grenswaarde van 1 scoren en in 2009 net eronder. De gemeenten Heerlen en Bellingwedde blijven net als in 2008 ook in 2009 en 2010 hoog scoren in de top 10. In 2010 heeft Heerlen een percentage van 89,47% kinderen in achterstandswijken en Bellingwedde staat op nummer drie met 84,76%.

Percentage kinderen in achterstandswijken per provincie, 2010

Rangorde Provincies, 2010 en 2009

2010 2009

Provincie Percentage Provincie Percentage

Groningen 42,06 Groningen 39,54

Friesland 34,48 Friesland 33,55

Drenthe 29,70 Drenthe 31,27

Limburg 23,50 Limburg 25,18

Zuid-Holland 19,70 Overijssel 22,21

Overijssel 18,59 Zuid-Holland 20,09

Noord-Holland 16,88 Noord-Holland 16,66

Noord-Brabant 10,25 Flevoland 12,44

Flevoland 9,77 Noord-Brabant 9,18

Gelderland 8,08 Zeeland 8,61

Zeeland 7,40 Gelderland 7,85

Utrecht 6,36 Utrecht 6,38

Percentage kinderen in achterstandswijken per gemeente 2010

Tien hoogst scorende gemeenten, 2010 en 2009

2010 2009

Gemeente Percentage Gemeente Percentage

Pekela 99,96 Heerlen 89,40

Heerlen 89,47 Bellingwedde 84,52

Bellingwedde 84,76 Oldambt 82,55

het Bildt 84,31

Hoogezand-Sappemeer 79,90

Hoogezand-Sappemeer 79,57 De Marne 77,45

Vlagtwedde 78,21 Vlagtwedde 77,23

Appingedam 74,84 Appingedam 75,24

Stadskanaal 74,35 Vaals 70,89

Vaals 73,22 Dongeradeel 70,57

Loppersum 73,15

Ooststelling-werf 70,57

Kinderen in achterstandswijken

Jongen van 12, Stichting Pet´je af:

‘Ik ben twaalf jaar oud, zit in de eerste klas van de middelbare school en kom uit de wijk Amersfoort Kruiskamp,’

‘Sommige mensen hebben minder geld dan anderen, dat vind ik niet eerlijk, iedereen heeft evenveel rechten. De één moet nu eenmaal in een lelijk huis wonen, terwijl anderen in een villa wonen. Aan de ene kant van de stad zijn er zeg maar veel flats en aan de andere kant meer huizen. Die huizen zouden eigenlijk overal moeten komen. Ook zou ik graag meer kunstgrasvelden en pannakooitjes zien.

Voor mijn broertjes en zusjes is er wel genoeg, er zijn genoeg speeltuinen, maar voor mijn leeftijd is er niet altijd iets.’

‘Als ik de baas van Nederland zou zijn of de burgemeester van Amersfoort, dan zou ik meer geld geven aan arme gezinnen, zoals kinder-bijslag. Maar ik zie geen arme kinderen op straat, ook de kinderen die in wijken met veel flats wonen, zie ik met hele dure schoenen rondlopen.’

Stichting Pet’je af doet er alles aan om kinderen in achterstandssituaties wat te leren en hun kansen in de toekomst te vergroten. Zie www.stichtingpetjeaf.nl.

In document Kinderen in Tel Databoek 2012 (pagina 63-68)