• No results found

Kinderrecht IVRK

Artikel 5, 18, 20, 25

Het recht van het kind om bij de eigen ouders op te groeien en het daaraan gekoppelde recht van ouders op ondersteuning van de overheid bij de verzorging en opvoeding.

Indicator Jeugdzorg: Percentage 0- t/m 17-jarigen dat in 2011 en 2012 een nieuwe indicatie voor jeugdzorg heeft gekregen

In Nederland is het niet mogelijk rechtstreeks te verwijzen naar de geïndiceerde hulpverlening, dit doet het Bureau Jeugdzorg.

Jeugdzorg registreert het verzoek om hulp en stelt vervolgens de juiste zorg vast. Het gaat om het beoordelen of een jongere zorg of hulp nodig heeft en zo ja, welke. Het beoordelen van de vraag van de cliënt staat feitelijk los van het aanbod van de jeugdzorg. Bureau Jeugdzorg dient vast te stellen of de jongere:

jeugdzorg nodig heeft, verleend door een jeugdzorgaanbieder;

geestelijke gezondheidszorg nodig heeft;

zorg voor licht gehandicapte jeugdigen nodig heeft.

De indicator bij dit thema geeft het percentage 0- t/m 17-jarigen weer dat van Bureau Jeugdzorg in 2011 en 2012 een nieuwe indica-tie voor hulp kreeg. Om tot deze indicator te komen, zijn - net als

in de vorige jaren - gegevens van de Bureaus Jeugdzorg gebruikt.

Vervolgens zijn die berekend naar het gemeentelijke niveau. Voor de organisaties die verenigd zijn in Kinderen in Tel is het belangrijk om te weten hoeveel jongeren met dusdanige problemen kampen, dat hulp - al dan niet gedwongen - van buitenaf nodig is. In vergelijking met de vorige keer is besloten om deze indicator iets te wijzigen.

Eerder werden namelijk ook de AWBZ-indicaties die door de Bureaus Jeugdzorg werden gegeven, meegerekend. Maar vanwege het feit dat de AWBZ-indicaties door de verschillende Bureaus Jeugdzorg niet op dezelfde manier worden afgehandeld ontstonden hier eerder discussies over. Vandaar dat deze indicaties voor 2011 en 2012 niet zijn meegenomen. Dit geeft een zuiverder beeld wat er speelt in gemeenten en provincies ten aanzien van jeugdzorg.

De gegevens

Na een jarenlange stijging van het aantal indicaties voor jeugdzorg is er in 2011 voor het eerst sprake van een aanzienlijke daling.

Deze daling wordt doorgezet in 2012. Zowel inclusief de AWBZ als exclusief de AWBZ is de daling ruim 10%. In 2012 heeft 1,52% van de kinderen een indicatie voor jeugdzorg gekregen (ruim 53.000 kinderen).

De hoogste percentages kinderen met een jeugdzorgindicatie vinden we in Noord-Brabant (2011) en Flevoland (2012). In vergelijking met de eerdere manier van gegevensverzameling (2005-2010) scoren Drenthe en Zuid-Holland nu veel hoger (net als Utrecht onderaan de lijst). Zeeland en ook Noord-Brabant scoren relatief lager. Het weglaten van de AWBZ-indicaties heeft de meeste invloed in deze provincies. De verschillen tussen de hoogst scorende provincies en de laagst scorende provincies zijn nu ook veel kleiner geworden.

Op gemeentelijk niveau zien we in 2011 vooral gemeenten uit Limburg en Noord-Brabant in de top 10. Heerlen staat heel hoog zowel in 2011 als 2012, maar de daling in 2012 ten opzichte van 2011 in Heerlen is aanzienlijk. In 2012 ziet het beeld er heel anders uit, we zien nu vooral gemeenten uit Zuid-Holland in de top 10.

Meest verrassend in 2012 is Delfzijl met het hoogste percentage kinderen met een indicatie voor jeugdzorg. Delfzijl scoorde voor-heen ook altijd wel redelijk hoog, maar in 2012 is daar sprake van een aanzienlijke stijging, net als in Pekela, de andere Groningse gemeente in de top 10. Ook Lelystad keert terug in de top van de lijst, maar deze gemeente staat al jaren heel hoog bij deze indica-tor (in 2011 op plaats 11). Maastricht, Goirle en Uden, gemeenten die voorheen altijd hoog in de lijst stonden, zijn nu iets weggezakt (respectievelijk plaats 15, 17 en 18 in 2012).

Percentage kinderen met indicatie jeugdzorg per provincie, 2012

1,8 tot 2 (5) 1,6 tot 1,8 (1) 1,4 tot 1,6 (1) 1,2 tot 1,4 (1) 1 tot 1,2 (4)

Rangorde provincies, 2011 en 2012

2012

Provincie Percentage

2011

Provincie Percentage

Flevoland 1,98 Noord-Brabant 2,27

Zuid-Holland 1,95 Drenthe 1,99

Drenthe 1,88 Zuid-Holland 1,99

Groningen 1,83 Flevoland 1,97

Noord-Brabant 1,81 Limburg 1,96

Limburg 1,68 Groningen 1,77

Zeeland 1,44 Zeeland 1,74

Gelderland 1,25 Gelderland 1,47

Friesland 1,09 Noord-Holland 1,23

Utrecht 1,07 Utrecht 1,18

Overijssel 1,05 Friesland 1,06

Noord-Holland 1,00 Overijssel 1,03

Percentage kinderen met indicatie jeugdzorg per gemeente, 2012

2,4 tot 3,1 (19) 1,8 tot 2,4 (57) 1,2 tot 1,8 (133) 0,6 tot 1,2 (164) 0 tot 0,6 (35)

Tien hoogst scorende gemeenten, 2011 en 2012

2012

Gemeente Percentage

2011

Gemeente Percentage

Delfzijl 3,04 Heerlen 3,78

Heerlen 3,03 Maastricht 3,38

Lelystad 2,97 Zoetermeer 3,16

Roosendaal 2,86 Goirle 3,10

Gouda 2,84 Kerkrade 3,08

Kerkrade 2,73 Roosendaal 3,03

Zoetermeer 2,73 Uden 3,02

Strijen 2,66 Helmond 2,90

Pekela 2,60 Eindhoven 2,86

Alphen aan den Rijn 2,57 Oss 2,86

Jeudgzorg

Maurice* is eindelijk weer thuis

Maurice (17) woont na zes jaar eindelijk weer thuis. Dat wilde hij al heel lang maar kostte hem veel strijd. Maurice staat sinds 2006 onder toezicht van een gezinsvoogd en in augustus 2007 zijn hij en zijn broertjes uit huis geplaatst. Het was thuis voor hen niet meer veilig door de problemen die zijn ouders hadden. Nadat zijn ouders in 2008 uit elkaar gingen, wou Maurice weer thuis wonen bij zijn moeder. Hij en zijn moeder hebben er alles aan gedaan om dat weer mogelijk te maken. Toch werd de uithuis-plaatsing elke keer weer verlengd.

Defence for Children vond dat er niet goed naar de mogelijkheden is gekeken om Maurice weer thuis te laten wonen en sprong voor hem in de bres. Begin 2013 besliste de kinderrechter uiteindelijk dat Maurice weer bij zijn moeder mocht wonen.

Maurice is blij dat hij weer thuis woont. Maar hij is ook boos omdat hij zo lang in instellingen heeft gezeten, terwijl dat volgens hem niet nodig was. Hij heeft daar veel nare dingen meegemaakt. ‘De gezinsvoogd luisterde niet genoeg naar mij’, zegt Maurice.

Het maakt hem nog steeds kwaad. Maurice pikt zijn leven langzaam weer op. Zijn moeder vindt het erg fijn dat hij weer thuis is:

‘Maurice is weer vrolijk en blij’.

*Omwille van de privacy is Maurice een fictieve naam.

Citaat uit ‘All Right!’, Right!, Tijdschrift voor de Rechten van het Kind, uitgave van Defence for Children.