• No results found

Eigen initiatief; kinderen en jongeren stimuleren om eigen initiatieven te ontplooien en om ongevraagd advies te geven

THEMA: Jeugdparticipatie

5. Eigen initiatief; kinderen en jongeren stimuleren om eigen initiatieven te ontplooien en om ongevraagd advies te geven

(Mak, J., Steketee, M., Rutjes, L. & J. Bauer (2010) Stichting Alexander en het Verwey-Jonker Instituut ontwikkelen instrumenten ter bevordering van jeugdparticipatie: Be Involved (zie www.be-involved.nl). Eén van de instrumenten is de Kwaliteitsmeter Jongerenparticipatie Gemeenten waarmee een gemeente kan achterhalen hoe het staat met de mogelijkheden van jongeren om

mee te denken en mee te beslissen op lokaal niveau en waarom jongeren wel of niet participeren.

In 2009/2010 is met subsidie van VWS een quick scan uitgevoerd onder alle gemeenten in Nederland: 177 gemeenten (41%) vulden de vragenlijst in. Anno 2009 had een meerderheid van de gemeen-ten jeugdparticipatie als beleidsdoel geformuleerd en in de meeste gevallen ook opgenomen in de beleidsnota jeugd. Twee derde van de gemeenten gaf jongeren inspraak in het beleid of stimuleerde jonge-ren om zelf met ideeën of initiatieven te komen (Vandenbroucke et.

al., 2010). De resultaten beschreven we in de databoeken Kinderen in Tel 2010 en 2012. Nadien is er echter nooit meer zo’n grootschalig onderzoek naar jeugdparticipatie uitgevoerd; we kunnen daarom geen recentere gegevens presenteren.

Wel heeft het Verwey-Jonker instituut in 2013 een onderzoek onder alle gemeenten verricht in opdracht van het Landelijk Cliëntenforum Jeugdzorg naar hoe jongeren, ouders en cliënten betrokken worden bij de huidige gemeentelijke taken rond jeugdzorg en bij het vorm-geven van de stelselwijziging. Een groot deel van de 135 reage-rende ambtenaren stelde participatie van jeugdigen en ouders bij de huidige gemeentelijke taken als beleidsdoel of speerpunt te hebben; nog eens bijna een derde vertelde hier het voornemen toe te hebben. De figuur laat zien op welk niveau op de genoemde participatieladder gemeenten jongeren, ouders en cliënten betrek-ken of gaan betrekbetrek-ken bij de gemeentelijke tabetrek-ken en de transitie van de jeugdzorg. De figuur laat zien dat informeren - en raadple-gende meest gebruikte vormen zijn bij de huidige gemeentelijke taken. Groepen echt invloed geven blijkt moeilijker. Minder dan een vijfde van de gemeenten geeft ouders inspraak en invloed bij belangrijke beslissingen rond de huidige gemeentelijke taken of is van plan dit te gaan doen. Voor jeugd en cliënten ligt dit percentage nog lager. Jeugd vormt wel een belangrijke groep bij het stimuleren van eigen initiatief. Meer dan de helft van de gemeenten zegt dit te

stimuleren bij deze groep. Iets minder dan de helft van de gemeen-ten doet dit ook bij ouders. De transitie is een ander verhaal. Veel gemeenten geven aan groepen intensiever te (willen) betrekken bij de transitie dan zij bij de huidige gemeentelijke taken doen. Dit geldt vooral voor inspraak en voor cliënten jeugdzorg ook voor het stimuleren van eigen initiatief Ongeveer een vijfde van de gemeen-ten betrekt in 2013 een of meerdere doelgroepen, vier vijfde van de gemeenten doen dit dan (nog) niet.

0,686

0,209

0,351

0,731

0,044

0,209

0,164

0,321

0,187

0,104

0,105

0,627

0,328

0,082

0,851

De gemeente faciliteert  jeugdigen, ouders en/of jeugdzorgcliënten om te kunnen meepraten

De inrichting van de gemeentelijke jeugdzorg is voor jeugdigen, ouders en/of jeugdzorgcliënten te ingewikkeld om over mee te praten

De burger is opdrachtgever van de jeugdzorg

De mening en behoeften van jeugdigen, ouders en/of jeugdzorgcliënten vormen het uitgangspunt bij de inrichting van de gemeentelijke jeugdzorg

Het is niet nodig om jeugdzorgcliënten te betrekken om tot een kwalitatief goede gemeentelijke jeugdzorg te komen

Eens Neutraal Oneens

Wat is de houding van gemeenten ten opzichte van participatie? Uit onderstaande figuur valt af te lezen dat veel gemeenten proberen jeugdigen, ouders en/of jeugdzorgcliënten te faciliteren om mee te praten (69%) en vinden dat deze groepen ook heel goed in staan zijn om mee te praten en dat de inrichting van de gemeentelijke jeugdzorg dus niet te complex is (63%). Ook zien veel gemeenten de meningen en behoeften van deze groepen als basis voor de inrichting van de gemeentelijke jeugdzorg (73%). Het overgrote deel van de gemeenten denkt bovendien dat het betrekken van jeugdzorgcli-enten nodig is om tot een goede kwaliteit van jeugdzorg te komen (85%). Alleen over de burger als opdrachtgever zijn de meningen verdeeld: ruim een derde van de gemeente ziet de burger als opdrachtgever van de jeugdzorg, en ook een derde is het hier niet mee eens (van der Gaag et. al., 2013).

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70%

Cliënten jeugdzorg Ouders Jeugdigen Cliënten jeugdzorg Ouders Jeugdigen Cliënten jeugdzorg Ouders Jeugdigen Cliënten jeugdzorg Ouders Jeugdigen

Stimuleren van eigen initiatief Inspraak en/of invloed bij beslissingen (dialoog of inspraak)Raadplegen Op de hoogte houden/ informeren

Huidige gemeentelijke taken Transitie Jeugdzorg

Bijna alle 135 ondervraagde gemeenten hechten dus aan partici-patie! Tegelijkertijd ervaren veel gemeenten flinke drempels in het betrekken van de jeugd en hun ouders. Het meest genoemde knelpunt is onduidelijkheid over de transitie. Het denken over hoe daarmee om te gaan was in veel gemeenten nog volop in ontwikke-ling. Maar ook representativiteit en diversiteit zijn veel genoemde knelpunten. Veel gemeenten vinden het lastig om participatie zoda-nig te organiseren dat je de visie van een representatieve diverse groep ouders/cliënten/jongeren krijgt (van der Gaag et. al. 2013).

Dit laatste komt overeen met de resultaten uit de eerder aange-haalde quick scan uit 2010, daar waar het de doelgroep jongeren betreft. In het algemeen worstelen gemeenten met het van de grond krijgen of in stand houden van jeugdparticipatie. Jeugdparticipatie vraagt het nodige van gemeenten. Het moeilijkste is om de jongeren gemotiveerd en betrokken te houden. Dit heeft vooral te maken met de verschillen tussen de jeugd- en beleidscultuur. Beleidsvorming is vaak een langdurig proces. Het tempo, de cultuur en taal van jonge-ren wijken af van die van de overheid. Bovendien vergen jeugdparti-cipatieprojecten een lange adem, terwijl de doelgroep snel wisselt.

Het is dan ook niet vreemd dat in beide genoemde onderzoeken gemeenten aangeven meer informatie en ondersteuning nodig te hebben en dat zij behoefte hebben aan goede voorbeelden van beproefde methodieken en van tools hoe jeugdparticipatie aan te pakken. In het onderzoek uit 2013 geeft maar liefst drie kwart van de gemeenten dit aan. Stichting Alexander en het Verwey-Jonker instituut ontwikkelde de Toolkit Jeugdparticipatie Gemeenten: www.

toolkit-jeugdparticipatie.nl. Ook ontwikkelde het Verwey-Jonker Instituut samen met de NJR een handreiking positief jeugdbeleid met concrete tips betreffende het bevorderen van jeugdparticipatie in gemeenten.