• No results found

THEMA: Jeugdcriminaliteit

Kinderrecht IVRK Artikel 37, 40

Kinderen die de strafwet hebben overtreden of daarvan verdacht worden, hebben recht op een eerlijk proces en juridische

bijstand. Er wordt naar gestreefd om kinderen zo mogelijk buiten de strafrechtelijke procedures te houden en met respect voor de mensenrechten van het kind naar mogelijkheden te zoeken.

Indicator Jeugdcriminaliteit: Percentage 12- t/m 21-jarigen dat een delict heeft gepleegd waarvoor ze voor de rechter zijn verschenen.

Bij jeugdcriminaliteit gaat het om het aantal 12- tot en met 21-jarigen dat een delict heeft gepleegd, waarvoor ze door de politie als verdachte zijn gehoord en van wie de zaak door het Openbaar Ministerie is afgehandeld. Dat aantal zetten we af tegen het totale aantal jongeren tussen de 12 en 21 jaar dat in een gemeente woont. We maken gebruik van de ‘zakenregistratie’ van het Openbaar Ministerie, uitgevoerd door het Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatiecentrum (WODC). Aan elke zaak of delict is een persoon of bedrijf gekoppeld. Dit kan betekenen dat één persoon het delict heeft begaan maar het kunnen ook meerdere personen zijn. Ook dan staat elke persoon als unieke zaak geregi-streerd. Van de gedaagde persoon worden achtergrondvariabelen geregistreerd, evenals kenmerken van het delict en de afdoening

van de zaak. Speciaal voor Kinderen in Tel hebben we de betref-fende data op leeftijd en woonplaats gegenereerd. In ons overzicht Jeugdcriminaliteit gaat het dus om de woonplaats van de jongere, niet om de gemeente waar het delict is gepleegd.

De gegevens

Tot en met 2007 was er landelijk een stijgende lijn te constateren in de jeugdcriminaliteit, na dat jaar is er een daling ingezet die ook in 2011 en 2012 doorzet. Het percentage jongeren, van het totaal aantal 12- tot en met 21-jarigen, dat voor een rechter is verschenen vanwege een delict, is vanaf 2000 tot en met 2007 gestegen van 2,8%

naar 3,5%. Na 2007 zet de daling in, in 2012 bedraagt het landelijke percentage 2,6%. Dit betekent dat er in 2012 52.000 jongeren zijn die vanwege een delict voor de rechtbank zijn verschenen, terwijl dat er in nog 2007 69.500 waren, een afname van 17.500 criminele jongeren.

Als we kijken naar de provincies is het meest opvallende dat in 2012 alle percentages zijn gedaald tot onder de 3%, dit is nog nooit eerder voorgekomen. Wel is het zo dat Zuid-Holland nog altijd het hoogste scoort in beide jaren, net als in vrijwel alle jaren ervoor trouwens (alleen in 2004 en 2008 was de jeugdcriminaliteit in Flevoland iets hoger). Ook de positie van Noord-Holland (tweede) is heel constant over de jaren, meestal op de tweede of derde plek. Flevoland schommelt iets meer, maar de laatste twee jaar staat ze redelijk vast op de derde plek. Onderaan zien we meer variatie, waarbij gezegd moet worden dat de jeugdcriminaliteit in de onderste vier provincies, Limburg, Friesland, Utrecht en Noord-Brabant lager is dan we ooit gemeten hebben vanaf het jaar 2000.

Op gemeentelijk niveau in de top 10 zien we in 2011 dat

Appingedam, als relatief kleine gemeente, bovenaan staat. Deze

gemeente staat al jaren in de top 10, maar in 2012 is de jeugdcrimi-naliteit daar aanzienlijk gedaald en zien we de gemeente pas terug op plek 15. Ook Vlissingen staat in 2011 en 2012 nog altijd heel hoog in de top 10, maar is in Zeeland ondertussen voorbijgestreefd door Noord-Beveland, de koploper van 2012. We zien ook andere, relatief kleine gemeenten terug in de top 3 van 2012, namelijk Pekela en Lingewaal. De drie grote steden Amsterdam, Rotterdam en Den Haag die altijd hoog in de top 10 staan, vanaf 2007 vast in de top 4, beho-ren in 2012 ineens niet meer top de absolute top. Dit betekent dat de daling van de jeugdcriminaliteit ook daar duidelijk zichtbaar is.

Percentage jeugdcriminaliteit per provincie, 2012

2,8 tot 3 (1) 2,6 tot 2,8 (2) 2,4 tot 2,6 (1) 2,2 tot 2,4 (4) 2 tot 2,2 (4)

Rangorde provincies, 2011 en 2012

2012

Provincie Percentage

2011

Provincie Percentage

Zuid-Holland 2,83 Zuid-Holland 3,37

Noord-Holland 2,77 Noord-Holland 3,36

Flevoland 2,67 Flevoland 3,14

Zeeland 2,41 Drenthe 2,65

Drenthe 2,35 Groningen 2,65

Overijssel 2,21 Zeeland 2,63

Gelderland 2,21 Utrecht 2,61

Groningen 2,20 Friesland 2,51

Limburg 2,17 Gelderland 2,37

Friesland 2,16 Limburg 2,35

Utrecht 2,06 Noord-Brabant 2,29

Noord-Brabant 2,04 Overijssel 2,20

Percentage jeugdcriminaliteit per gemeente, 2012

3,2 tot 5,9 (33) 2,4 tot 3,2 (53) 1,6 tot 2,4 (138) 0,8 tot 1,6 (164) 0 tot 0,8 (20)

Tien hoogst scorende gemeenten, 2011 en 2012

2012

Gemeente Percentage

2011

Gemeente Percentage

Noord-Beveland 5,87 Appingedam 6,34

Pekela 4,76 Amsterdam 5,37

Lingewaal 4,58 Rotterdam 5,21

Vlissingen 4,52 s-Gravenhage 5,08

Rotterdam 4,38 Noord-Beveland 4,77

Amsterdam 4,35 Vlissingen 4,54

Oost Gelre 4,27 Vlagtwedde 4,52

s-Gravenhage 4,18 Spijkenisse 4,41

Heerhugowaard 4,18 Oost Gelre 4,38

Assen 4,13 Heerhugowaard 4,22

Jeugdcriminaliteit

Herstelrecht in Nederland

Dennis* woont in Bos en Lommer. In de avonduren ‘chillt’ hij met zijn vrienden in een jeugdhonk in de buurt. Dat het er soms luid-ruchtig aan toegaat, vindt Dennis logisch. “We draaien muziek, maken een lolletje, we zijn jong.” De buurt is hier niet blij mee en spreekt de jongeren op de overlast aan. Dit maakt weinig indruk op de groep. Het wordt van kwaad tot erger. Van kleine pesterij-tjes, scheldpartijen, bedreigingen tot aan een vechtpartij vorig maand, als Dennis plots op straat oog in oog komt te staan met de buurman.

Dennis vertelt: ‘We kregen opnieuw een woordenwisseling. Toen hij ‘rot op’ zei, heb ik hem een klap gegeven.’ Dennis komt via zijn jeugdhulpverlener in contact met Magouz, die inzet op herstelbemiddeling. ‘Een voorwaarde voor bemiddeling is dat de dader, in dit geval Dennis, het delict bekent, berouw toont, de schade wil vergoeden en excuus wil aanbieden’, legt Magouz uit.

Dennis is blij met de herstelbemiddeling: ‘Ik heb de buurman kunnen zeggen dat ik zeer emotioneel was toen ik hem tegenkwam, maar dat ik het niet zo bedoeld had. Ik heb hem mijn excuus aangeboden. Ik was het vertrouwen kwijt in mijzelf, de maatschappij en ook de slachtoffers. Door herstelbemiddeling in het bijzijn van mijn ouders en de slachtoffers heb ik het vertrouwen enigszins teruggekregen. Ik ben nu weer een vrije buurtbewoner, zonder dat ik mij aangekeken voel.’

En tegen zijn chill-vrienden gaat hij zeggen dat ze zich minder negatief moeten opstellen ten opzichte van de buurt.

* Omwille van de privacy is Dennis een fictieve naam.

Citaten uit ‘Herstelrecht in Nederland, een mediationhuis in iedere wijk’, Right! Tijdschrift voor de Rechten van het Kind, uitgave van Defence for Children.