• No results found

Ter navolging (2004) is een roman van de hand van Kees ‟t Hart. De roman speelt zich voor het grootste deel af in het heden en beslaat ongeveer twee maanden. Ter navolging is opgezet als een briefroman waarin zowel e-mails als sms‟jes als krantenartikelen en echte brieven zijn opgenomen. In de handeling zijn drie niveaus te onderscheiden. Het eerste en belangrijkste niveau draait om het onderzoek dat hoofdpersoon Vincent Gorter doet naar de schrijfsters Betje Wolff en Aagje Deken. Gorter doet netwerkonderzoek en is op zoek naar nieuwe, nooit eerder onthulde geheimen van de twee schrijfsters. In zijn onderzoek concentreert hij zich op de verblijven van de schrijfsters in Friesland en in het Franse plaatsje Trévoux. Met zijn onderzoek heeft hij gesolliciteerd als aio-kandidaat bij het Huizinga Instituut. In de roman wordt onder andere dit sollicitatieproces en de briefwisseling van leden van de sollicitatiecommissie gevolgd.

Het tweede niveau wordt gevormd door dagboekfragmenten van de vader van Vincent, Jan Gorter. Net als zijn zoon deed Jan onderzoek naar Betje Wolff en Aagje Deken. Hij wilde in de jaren vijftig een historische roman over hen schrijven, waarbij hij zich concentreerde op de periode die ze in Trévoux doorbrachten. Voor zijn onderzoek bracht Jan Gorter daar ook tijd door en de dagboekfragmenten in Ter navolging hebben betrekking op deze periode in zijn onderzoek. In Ter navolging zijn ook door Jan Gorter overgeschreven archiefstukken opgenomen. Deze stukken bieden een historische context bij het leven van de twee schrijfsters.

Jan Gorter heeft zijn historische roman nooit voltooid. Hij heeft slechts een aantal losse fragmenten geschreven, die in Ter navolging zijn opgenomen. Deze romanfragmenten vormen het derde niveau binnen de roman Ter navolging. Ze zijn het enige deel van de roman dat echt een historische roman genoemd kan worden, zij het een onvoltooide en fragmentarische.

Het onderzoek van zijn vader was voor Vincent Gorter één van de redenen om met zijn onderzoek naar Betje Wolff en Aagje Deken te beginnen. Een tweede reden is de nazatendag die zijn familie jarenlang bij het graf van Betje Wolff en Aagje Deken organiseerde. De schrijfsters hadden zelf geen kinderen, maar de familie beschouwde zich wel als hun nazaten. Met zijn onderzoek wil Vincent Gorter onder andere dit raadsel

52

oplossen. Vincent correspondeert over de nazatendag met zijn moeder en tante, die een nieuwe nazatendag willen organiseren.

Om aan nieuwe informatie over de schrijfsters te komen heeft Vincent Gorter een advertentie in de Telegraaf geplaatst. Daarop krijgt hij verschillende reacties, onder andere van een student aan de universiteit van Wageningen. Deze student is de namen van de twee schrijfsters in een document over aardappelsmokkel tegengekomen. Een andere reactie komt van een man die in eerste instantie alleen maar in vieze rijmpjes schrijft. Na een tweede advertentie geplaatst te hebben, krijgt Vincent contact met de man, die Houttuin heet. Houttuin is een verzamelaar van pornografie en laat Vincent fragmenten zien van door Betje Wolff geschreven porno.

Vincent krijgt ook een reactie van een mevrouw Drumhoff. Haar bejaarde moeder blijkt kostbare eerste drukken van romans van Betje Wolff en Aagje Deken en een brief van hun hand te hebben weggegeven aan een meneer Rijkman. Die had gezegd dat de boeken niets waard waren en heeft ze zonder betaling meegenomen. Vincent is verontwaardigd, achterhaalt het adres van Rijkman, breekt daar vervolgens in en laat een geheimzinnige boodschap achter die hij ondertekent met de naam Pretty. Pretty was het hondje van Betje Wolff en Aagje Deken, maar Rijkman weet dat natuurlijk niet.

Piet Buijnsters, schrijver van een biografie over Betje Wolff en Aagje Deken, komt erachter dat Vincent Gorter onderzoek doet naar Betje Wolff en Aagje Deken. Buijnsters is daar niet blij mee en gaat zich vanaf de zijlijn met Vincents onderzoek bemoeien. Vincent is hier niet van gediend en brengt Buijnsters eenzelfde bezoekje als de heer Rijkman. Wanneer de politie een connectie ziet tussen de twee inbraken stuurt Vincent de situatie nog verder in de war door geheimzinnige briefjes naar Rijkman, Buijnsters en de politie te sturen die Buijnsters in discrediet moeten brengen.

Vincent vertrouwt niet alleen op de advertentie om aan informatie te komen. Hij maakt onder andere een reis naar Friesland en ontdekt daar dat Betje Wolff en Aagje Deken betrokken waren bij een orangistisch complot. Hij gaat ook op bezoek bij de familie van drukker Van der Plaats, waar de schrijfsters gelogeerd hebben, maar die familie wil hem niets vertellen. Later blijkt dat Van der Plaats de door de dames geschreven pornografie heeft gedrukt en verspreid. Ook maakt Vincent een reis naar Trévoux, waar zijn vader ook al onderzoek had gedaan. Hier bezoekt hij archieven, maar probeert hij ook oude bekenden van zijn vader en bronnen van mevrouw Ghijsen, die

53

ook een biografie over de schrijfsters schreef, te bezoeken. Hij ontdekt dat de Franse revolutionair Albitte, een man naar wie zijn vader ook al veel onderzoek deed, pornografie schreef die door Wolff en Deken werd vertaald en naar Nederland werd gesmokkeld. Ook ontdekt hij dat de gezelschapsdame van de schrijfsters in Trévoux is bevallen van een kind. Dit kind was de eerste van Betje Wolff en Aagje Dekens „nazaten.‟

Ter navolging bevat brieven en e-mails waarin Vincent Gorter van dit onderzoek verslag uitbrengt aan zijn begeleider, Hans Halbertsma. Ook schrijft hij brieven, e-mails en sms‟jes aan diens dochter Mies, zijn vriendin. Ook hierin heeft hij het over zijn onderzoek. Mies schrijft niet alleen terug aan Vincent, ze schrijft ook naar haar verzonnen penvriendin Polly. In haar brieven aan Polly heeft ze het onder andere over haar relatie met Vincent.

In een andere verhaallijn worden de voorbereidingen voor een grootse herdenking van de sterfdagen van Betje Wolff en Aagje Deken gevolgd. Dat wordt gedaan in de vorm van brieven en notulen van vergaderingen. Wanneer de commissie die de herdenking voorbereidt over Vincent Gorter en zijn onderzoek hoort vragen ze hem mee te werken aan de herdenkingsdag. Vincent zal plaats nemen in een commissie waarin ook Buijnsters zitting heeft.

Uiteindelijk vindt de nazatendag die door Vincents moeder en tante wordt georganiseerd plaats en worden Vincents voorlopige onderzoeksresultaten gepubliceerd in een krant. Vincent krijgt ook de aio-plaats aan het Huizinga Instituut toegekend.

Uit de opzet van Ter navolging zoals die hier is weergegeven is al wel op te maken dat het geen traditionele historische roman is. De roman bevat verschillende tijdlagen, waarvan er maar één echt kan worden aangemerkt als historische roman, en veel verschillende vertellers. Ook opvallend zijn de bestaande, bekende Neerlandici die ‟t Hart als romanpersonages opvoert en de twijfelachtige rollen die hij Betje Wolff en Aagje Deken toebedeelt. Ter navolging is duidelijk een postmoderne historische roman.

Dat komt tot uitdrukking in verschillende metafictionele middelen die hier kort benoemd en in het vervolg verder uitgewerkt zullen worden. Historisch onderzoek, het proces van kennisvergaring, neemt in deze roman een centrale plaats in. Er komen bekende Neerlandici in de roman voor en er worden voorbeelden gegeven van historisch onderzoek. Op de historische gebeurtenissen wordt gereflecteerd door het beeld dat Kees ‟t Hart van Betje Wolff en Aagje Deken geeft. De schrijfsters in de roman verschillen

54

radicaal van de historische Wolff en Deken. Door de fragmentarische opzet van de roman illustreert ‟t Hart dat het verleden chaotisch is, in tegenstelling tot het coherente beeld van de geschiedenis dat uit traditionele historische romans en geschiedenisboeken naar voren komt. De traditionele historische roman neemt ook een belangrijke plaats in in Ter navolging. Door middel van de fragmenten van de roman die Jan Gorter schrijft wordt gereflecteerd op de conventies van de historische roman. De lijsten en bijlagen die zijn opgenomen in de roman dienen eenzelfde doel.

Het proces van kennisvergaring

Waar in traditionele historische romans de geschiedenis wordt getoond als een afgerond product vestigen postmoderne historische romans de aandacht op het proces waardoor dat product tot stand komt. Door dat proces te tonen krijgt een auteur de kans impliciet of expliciet kritiek uit te oefenen op dat proces.

In Ter navolging is het proces van kennisvergaring in de vorm van Vincent Gorters onderzoek één van de centrale onderwerpen van de roman. Kees ‟t Hart laat verschillende aspecten van het onderzoeksproces zien. Hij introduceert in de roman verschillende onderzoeken, wetenschappers en manieren van omgaan met bronnen.

Wetenschappelijk onderzoek en wetenschappers

Zoals al gezegd is historisch onderzoek één van de centrale onderwerpen in Ter navolging. Doordat de correspondentie tussen Vincent Gorter en zijn begeleider, tussen de verschillende leden van de sollicitatiecommissie, en tussen Buijnsters en Oppelaar, wordt gevolgd, komt er een heel aantal wetenschappers in de roman voor. Kees ‟t Hart gebruikt voor deze personages de namen van bestaande wetenschappers.

Al genoemd is Piet Buijnsters, die door zijn bemoeienissen met Vincents onderzoek niet bepaald positief overkomt, maar het zijn de leden van de sollicitatiecommissie die er echt van langs krijgen. Voorzitter van de commissie is Hans Halbertsma. Frits van Oostrom, Ankersmit, J. Smeding en Tanja van Dijk zijn de leden. Frappant is dat Halbertsma zowel voorzitter is van de commissie als begeleider van Vincents onderzoek. Uit de correspondentie tussen de verschillende leden blijkt dat er over en weer toezeggingen worden gedaan in ruil voor het doorlaten van bepaalde aio-kandidaten. Daarbij wordt niet gekeken naar de kwaliteit van het onderzoek, maar staan

55

de persoonlijke belangen van de individuele leden centraal. Goede voorbeelden van het onderlinge gekonkel zijn te vinden in een brief van Hans Halbertsma aan Frits van Oostrom.

Beste Frits, vrijdag dus uit eten geweest met Tanja van Dijk. Ze was volgens mij een beetje aangeschoten toen ze aankwam, ze was eerst bij een borrel geweest. Ik vond het een mooie meid. En jong ook nog. Nou goed, een jaar of 45. Het werd gezelliger en gezelliger, ze vertelde openhartig dat ze dat onderzoek van Gorter helemaal niks vond maar dat het haar geen bal kon schelen als hij het werd, als ik dan haar kandidaat zou steunen. Zo unverfroren zei ze dat, niets geen mooie praatjes, gewoon hupla, laten we een deal sluiten. Dat ben ik niet gewend in onze kringen, zal ik maar zeggen.

Dus waren we het gauw eens. De kandidaat uit Groningen kan zijn borst natmaken, want die hebben we op zijn zwakke punten zitten doornemen. „Dus,‟ zei ze. „Dus, we zijn het eens,‟ zei ik. Ze zegt steeds „dus‟. Dus dit, dus dat.

Ze zou ook bij Maria, de minister zelve dus, een goed woordje doen voor de nieuwe gelden voor de kleinere afdelingen geesteswetenschappen. Volgens haar hoeven we ons geen zorgen te maken, ze kent een hoge ambtenaar op het ministerie, die haar onder grote geheimhouding vertelde dat historisch onderzoek hoge ogen gooit bij de minister.106

Halbertsma is het wellicht niet gewend zo direct een deal te sluiten, maar het sluiten van een deal is hem niet vreemd. Hij is gewend dat het maken van een dergelijke afspraak omhuld wordt door „mooie praatjes.‟ In het fragment is goed te lezen hoe Van Dijk en Halbertsma ieder hun persoonlijke belangen behartigen. Van Dijk wil dat Halbertsma haar kandidate ondersteunt. Halbertsma krijgt in ruil daarvoor haar steun voor zijn kandidaat, Vincent, en een goed woordje bij de minister.

Ook Vincent Gorter handelt uit persoonlijke motieven. Hij is aan zijn onderzoek naar Betje Wolff en Aagje Deken begonnen omdat zijn vader ook onderzoek naar hen heeft gedaan. Bovendien wil hij uitzoeken hoe het kan dat hij een nazaat van de schrijfsters is. Dat Vincent zo persoonlijk betrokken is bij zijn onderwerp wordt in de

56

correspondentie tussen leden van de sollicitatiecommissie als een negatief punt genoemd. Halbertsma adviseert Vincent dan ook de connectie met het onderzoek van zijn vader niet meer zo expliciet te noemen.

Dat de leden van de commissie een probleem hebben met Vincents persoonlijke motieven is hypocriet, zij laten zich namelijk ook leiden door persoonlijke belangen. Ze weten dat echter goed te verbergen achter de „mooie praatjes‟ waar Halbertsma het al over had. De commissieleden doen dat ook in de vergadering waarin over de toekenning van de aio-plaatsen beslist zal moeten worden. De leden die onderlinge afspraken gemaakt hebben gebruiken inhoudelijke argumenten om hun beslissing, die op persoonlijke motieven gebaseerd is, aan de andere leden te verkopen.

Door de wetenschappers zo te portretteren prikt Kees ‟t Hart door het beeld van de objectieve wetenschapper heen. ‟t Hart onthult dat wetenschappers mensen zijn die slechts geïnteresseerd zijn in zichzelf en hun eigen onderzoek. Die belangen behartigen ze door het onderling sluiten van deals. Het objectieve en wetenschappelijke is hierin niet meer dan een vorm, die moet verdoezelen hoe het er in werkelijkheid aan toegaat.

Vincent hecht niet aan die vorm en pretentie. Hij vindt het heel normaal om een advertentie in de Telegraaf te zetten om aan materiaal voor een wetenschappelijk onderzoek te komen en maakt gebruik van de controversiële, poststructuralistische methodiek van Streppolt. Vincent als jonge-generatie-onderzoeker staat tegenover de oude generatie wetenschappers die bestaat uit de leden van de sollicitatiecommissie en Buijnsters. Zij gedragen zich niet altijd even netjes, maar ze pretenderen wel objectief en wetenschappelijk te zijn.

Door de verschillende wetenschappers en manieren van onderzoek die Kees ‟t Hart in Ter navolging opvoert laat hij verschillende zaken zien. Hij laat zien dat wetenschappers handelen vanuit persoonlijke motieven en dus niet objectief zijn. Aan een universiteit of instituut uitgevoerd onderzoek blijkt niet altijd correct en hoogstaand te zijn. Ook laat ‟t Hart het verschil tussen twee generaties onderzoekers zien. De oude generatie hecht aan gedegen onderzoek en wetenschappelijke pretentie, de jongere generatie heeft die pretentie niet. Een duidelijk oordeel geeft ‟t Hart niet, al hoort hij met zijn postmoderne historische roman in de jongere generatie thuis.

57

Bronnen

Een derde aspect van het onderzoeksproces, naast de wetenschappers en het wetenschappelijk onderzoek, is de omgang met bronnen. Bronnen zijn essentieel, op de informatie uit de bronnen wordt het gehele wetenschappelijke onderzoek gebaseerd. Ze zijn echter niet altijd betrouwbaar, want net als wetenschappers zijn ook bronnen subjectief. Bovendien is het vaak onmogelijk om authentieke bronnen van vervalsingen te onderscheiden.

Van dat laatste maken Vincent en zijn vader allebei gebruik. Wanneer Jan Gorter in Trévoux op een namenlijst van inwoners de namen van Betje Wolff en Aagje Deken niet terug kan vinden, voegt hij zelf een naam aan de lijst toe. Later wordt die aantekening door Buijnsters bij het schrijven van zijn biografie over de schrijfsters overgenomen als een legitieme bron. Vincent vervalst ook bronnen. In een brief aan zijn vriendin vertelt hij over het oefenen van zijn achttiende-eeuwse handschrift en het stelen van oud papier.

Voor ik volgende week naar Leeuwarden ga, wil ik oefenen met die nieuwe inkt, volgens mij is deze precies goed, ik krijg krulletters er ook helemaal goed mee op. hoe vind je de letters? Of kun je ze op de fax niet goed zien?

Ik heb gisteren in het archief weer een paar bladen losgesneden, die zijn goed bruikbaar. Ik moet ze aan de rand nog een beetje rafelen, dat lukt wel. Het viel niemand op, ze hebben hun handen vol aan genealogen.107

Hoewel vader en zoon allebei bronnen hebben vervalst, is hun houding ten opzichte van archieven fundamenteel verschillend. Jan Gorter schreef de naam alleen maar op de namenlijst omdat hij al zeker wist dat de schrijfsters in Trévoux verbleven hadden. Hij heeft ontzag voor archieven, zoals blijkt uit het grote aantal bronnen dat hij letterlijk overschreef.

Vincent is van een andere generatie en heeft geen enkel ontzag voor archieven. Hij heeft er geen probleem mee om papier uit archieven te stelen of om bronnen te vervalsen. Wanneer hij succesvol iemand bedrogen heeft met een vervalste bron is hij daar trots op. Vincent heeft ook geen vertrouwen in archieven, omdat hij weet dat het maken van een vervalsing niet moeilijk is. Wanneer een student uit Wageningen hem een bron

107 Ibid., 30-31.

58

presenteert waarin Wolff en Deken als aardappelsmokkelaars voorkomen is hij skeptisch. “Ik vertelde hem niet dat ik dit soort bronnen niet al te erg zou vertrouwen. Een vervalsing is gauw gemaakt.”108 Vervolgens bedriegt Vincent de student met een vervalsing die de eerste bron bevestigt, en neemt hij zelf het aardappelsmokkelverhaal ook in zijn onderzoek op. Vincent is een postmoderne, poststructuralistische onderzoeker. Voor hem bestaat objectiviteit niet, waardoor hij geen probleem heeft met vervalsingen.

Kees ‟t Hart maakt zich ook schuldig aan het vervalsen van bronnen. In Ter navolging presenteert hij valse en authentieke bronnen naast elkaar, zonder onderscheid te maken. Als postmoderne auteur vormt hij de tegenhanger van Jan Gorter die traditionele historische romans schrijft.

Vincents houding ten opzichte van bronnen ondermijnt de betrouwbaarheid van wetenschappelijk onderzoek. Wanneer vervalste bronnen niet te onderscheiden zijn van authentieke bronnen en ze opgenomen worden in wetenschappelijk onderzoek is dat onderzoek niet objectief meer.

De historische gebeurtenissen

De klassieke historische roman is een fictieve aanvulling op historische feiten. De romans zullen geen radicaal ander beeld van de geschiedenis introduceren, het gaat slechts om een aanvulling op punten die niet gedocumenteerd (kunnen) zijn. Postmoderne historische romans nemen de gecanoniseerde geschiedenis niet zomaar aan. Volgens hen is die namelijk geen goede weergave van het verleden.

Deze kritiek op de gecanoniseerde geschiedenis komt in Ter navolging tot uiting in verschillende metafictionele middelen. Door de fragmentarische opbouw van de roman laat de auteur zien dat de geschiedenis niet een mooi geordend geheel is, en ook niet zo gerepresenteerd zou moeten worden. Een tweede middel wordt gevormd door de schokkende ontdekkingen die Vincent over Betje Wolff en Aagje Deken doet. Uit zijn onderzoek komt een radicaal ander beeld van de schrijfsters naar voren dan uit de biografieën van Buijnsters en Ghijsen, de gecanoniseerde geschiedenis.

108 Ibid., 174.

59

Fragmentarisch

Traditionele historische romans vormen een geordend geheel, met een begin, een midden en een einde. De gebeurtenissen in de roman lopen door logische verbanden in elkaar over. Auteurs van postmoderne historische romans zien deze geordende weergave van de geschiedenis als een illusie. Volgens hen is de historische werkelijkheid chaotisch. Dit laten ze zien door in hun romans van een fragmentarische opzet gebruik te maken. De chaos binnen de roman illustreert de chaos in de werkelijkheid.

Ter navolging is opgezet in de vorm van een briefroman. Dit is een traditionele romanvorm die ook al door Betje Wolff en Aagje Deken werd gebruikt. De manier waarop Kees ‟t Hart van deze romanvorm gebruikmaakt, verleent de roman een