• No results found

37

Discussie

Het doel van dit onderzoek was om de effecten van de WG training Cogmed op het WG, de intelligentie en de schoolprestaties na te gaan. Van de Cogmed training WG werd verwacht dat de WG taken, de aandacht en het IQ zouden verbeteren en dat dit op termijn zou leiden tot betere schoolresultaten (Buschkuehl & Jaeggi, 2010;

Klingberg, et al, 2005; Sternberg, 2008). Een actieve controlegroep kreeg een training in begrijpend lezen. De verwachtingen voor deze trainingsgroep was dat begrijpend lezen zou verbeteren in vergelijking met de no-training controle groep en de Cogmed trainingsgroep.

De kwalitatieve randvoorwaarden bij dit onderzoek

Vanwege de vele kritieken rondom de Cogmed-studies zijn er bij deze studie vooraf een aantal maatregelen genomen, waaronder de keuze voor een actieve training controlegroep en een passieve no training controlegroep. Verder werden de deelnemers random over de trainingsgroepen en de no-training controlegroep verdeeld. Ook coaches werden random toegewezen, evenals de te testen leerlingen aan de testleiders.

Het verloop van de (booster) trainingsprocedure

Bij de trainingen is uitgegaan van de Cogmed Coaching methodiek. Deze bleek al heel snel ontoereikend voor deze doelgroep. De school- en leefsituatie bij deze kansarme VMBO kinderen, veelal van allochtone herkomst en uit een milieu met een lage SES, is anders dan bij de gemiddelde Cogmed deelnemer. Waarschijnlijk is de Cogmed Coach methodiek geënt op trainingen van deze gemiddelde Cogmed deelnemer, kinderen uit gezinnen met een normale of hoge SES, waar in ieder geval één van beide ouders een MBO of hogere opleiding genoten heeft. Zodat ouders daadwerkelijk een belangrijke rol bij de coaching kunnen spelen, alsmede dat de deelnemer inzicht heeft waarom hij of zij het programma volgt. Bij deze doelgroep was dit geen van beide het geval.

Over dit uitgangspunt qua coaching is geen concreet materiaal te vinden binnen de theorie en/of methodiek opgesteld door Cogmed. In de handleiding voor coaches, van Gerrits et al. (2012), is geen profiel van de gemiddelde deelnemer opgenomen. De deelnemer is daarin de persoon, het kind of de volwassene, die de training volgt.

Cogmed is een programma dat een aantal jaren geleden deels vergoed werd door zorgverzekeraars, momenteel niet meer. Dit leidt ertoe dat degenen die nu gebruik maken van Cogmed, gemiddeld gezien, kunnen beschikken over een redelijk tot ruim budget. Dit kan de opzet van de coaching methodiek en de bewezen werking ervan bij de gemiddelde cliënt, waarschijnlijk afkomstig vanuit een grotendeels autochtone bevolkingsgroep, met een gemiddelde of hoge SES en dito opleiding, verklaren. Het is dan ook niet vreemd dat met de deelnemers uit dit onderzoek (risicowijken; een lage SES; laag opgeleide ouders, “zwarte” scholen) de trainingsprocedure zich zo anders heeft ontwikkeld. De behoeften in de mate van uitleg, sturing en structuur zijn duidelijk hoger bij deze doelgroep.

Concreet, het overgrote deel van de leerlingen was niet in staat zelfstandig te werken en de belangrijke ouder, nodig bij de training, was niet aanwezig. Als er in dit onderzoek was vastgehouden aan de Cogmed coach methodiek zoals aangeleerd aan de coaches en al eerder omschreven, dan was dit onderzoek grotendeels mislukt.

38

Om dit te voorkomen is gaandeweg het onderzoek het coaching- en trainingsmodel geleidelijk aangepast naar een begeleidingsmodel met meer structuur, aandacht en sturing vanuit de coach voor het individu, al naar gelang de behoefte van dat individu. Zo nodig werd de frequentie van trainen aangepast van vijf keer per week naar vier keer of soms zelfs naar drie keer per week. Deze aangepaste coaching- en trainingsprocedures hebben ongetwijfeld hun invloed doen gelden op de resultaten (zie Bijlage 1, Mate van begeleiding en Interventietrouw).

Zo ook bij de boostertrainingsprocedure; omdat gedurende de trainingsprocedure zichtbaar was dat

klassikaal trainen met persoonlijke aandacht van de onderzoeker een positief effect had op het aanwezig zijn voor de training en het uitvoeren van de training, is besloten de boostertraining op school te geven. In de boosterlesuren was dan de onderzoeker aanwezig evenals één andere coach. Dit werkte positief en heeft daardoor ook een effect gehad op de inzet en motivatie bij de boostertraining en daardoor waarschijnlijk ook hier op de resultaten.

Deze boostertraining als extra trainingstijd binnen het onderzoek is nieuw binnen het bestaande Cogmed onderzoek. Helaas kunnen we niet het extra effect op het eindresultaat van de IQ stijging meten, omdat er na de eerste trainingstijd van 25 dagen geen IQ meting heeft plaats gevonden. Dit is dus een aanbeveling bij vervolg onderzoek. We gaan ervan uit dat de boostertraining een positieve invloed heeft gehad op het eindresultaat, gestoeld op de theorie dat herhaling ervoor zorgt dat lesstof en/of vaardigheden beter beklijven ofwel dat meer oefening een beter eindresultaat geeft (Drillster, 2013; Augustin, 2014).

Dit alles geeft aan dat de resultaten gevonden in dit onderzoek niet goed te vergelijken zijn met reeds bestaande Cogmed onderzoeken. Mede doordat in bestaande onderzoeken zo goed als nagenoeg geen

verslaglegging bestaat over de gebruikte coaching methodiek, de mogelijke problemen daarbij en/of de invloed daarvan op de gevonden resultaten (Gerrits et al, 2012).

Motivationeel zijn er ook enkele zaken die invloed hebben gehad op het trainen en mogelijk ook daardoor op het eindresultaat. Aan het begin van de trainingsprocedure sloot Muiswerk beter aan bij het referentiekader en de schoolse vaardigheden van de leerlingen. De stof werd aangeboden in “lessen” en de doelen waren klein en overzichtelijk. De Muiswerkleerlingen starten daardoor enthousiast. Cogmed was abstracter, ondanks het spelelement, had grotere doelen en daarbij was het voor de meeste leerlingen onduidelijk wat ze ermee konden bereiken. Dit had zichtbaar een negatieve invloed op de motivatie bij de start, maar vooral ook bij hun gebrek aan motivatie aan het einde van de trainingsserie. Muiswerkleerlingen hadden zelf een meer direct effect waargenomen op hun vaardigheden gedurende de vordering van de training, bijvoorbeeld bij Nieuwsbegrip, een onderdeel van het vak Nederlands, waardoor ze in het geheel positiever waren en gemakkelijker hun trainingsafspraken nakwamen.

Een ander element wat mogelijk invloed heeft gehad op de motivatie was het feit of ze zichzelf hadden opgegeven, vrijwillig, voor deelname, of dat ze waren opgegeven door de school of hun ouders. Om hier een beeld van te krijgen is er een vergelijking gemaakt van de vooruitgang in IQ in relatie tot het eigen initiatief of het opgegeven zijn. De uitkomsten daarvan zijn terug te vinden in Figuur 12. Hieruit blijkt dat eigen initiatief van de leerlingen ten aanzien van het deelnemen aan dit onderzoek en de aan trainingen een hoger eindresultaat geeft op de stijging van het IQ.

39

Figuur 12: Initiatief versus stijging van het IQ.

Hierover valt nog op te merken dat bij Muiswerk zichtbaar lijkt te zijn dat ook leerlingen die waren opgegeven bij Muiswerk betere resultaten boekten dan de leerlingen die bij Cogmed waren opgegeven, dit zou kunnen liggen aan de toegankelijkheid en toepasbaarheid van het geleerde in Muiswerk en de meer schoolse lesstructuur, die zoals al was genoemd, het voor Muiswerk leerlingen makkelijker maakte om de lessen te volgen en gemotiveerd te blijven.

Het verloop van de testprocedure

De individuele testprocedure, één op één, is grotendeels verlopen volgens plan. De testleiders waren dezelfde personen als de coaches, het was dus een voorwaarde dat de testleiders niet de door henzelf gecoachte leerlingen ging testen na afloop van de training, maar juist de leerlingen van de andere coaches (kruislings).

De begrijpend lezen testen zijn klassikaal afgenomen. Bij aanvang van het schooljaar verliep deze

groepsgewijze testprocedure volgens plan. Echter na afloop van het schooljaar niet. Bij een groep van ongeveer 38 leerlingen (1x 20 leerlingen in een klaslokaal en 1 x 18 leerlingen in een klaslokaal) vond de test plaats onder slechte omstandigheden. Bij deze leerlingen was dit op extreem warme dag wat resulteerde in een te hoge (boven 32 graden Celsius) werktemperatuur in het klaslokaal. Daarnaast was er op dat moment een probleem op school wat de gedachten van de leerlingen beheersten. Een aantal leerlingen van de te testen groep, die zich op school slecht hadden gedragen, mochten niet mee op schoolkamp. Dit gaf veel onrust en discussie op dat moment in de klas, gedurende de afname van de begrijpend lezen testen. De observatie was dan ook dat een fors aantal leerlingen de test afraffelden en een grote mond hadden tegen de testleiders. Daarnaast is er twee keer een afdelingshoofd aan te pas gekomen om de leerlingen in de klas rustig te krijgen. Daardoor zijn de uitkomsten van de begrijpend lezen testen voor deze groep niet betrouwbaar. Daardoor ook niet, voor deze test, van de onderzoeksgroep in totaal.

Een waarneming tijdens het trainen was dat leerlingen die de Muiswerktraining volgde terug kwamen met uitspraken van “juf ik had een 10”, “juf het gaat hartstikke goed”, of “juf, we kijken bij Y af, want hij doet de Muiswerktraining waardoor hij altijd hoge cijfers haalt”. Kortom, de leerlingen zelf hadden een idee van nut van de Muiswerktraining in relatie tot hun Nederlands en Begrijpend lezen opdrachten op school zelf.

0 5 10 15

Cogmed Muiswerk Controle

Stijgin

g IQ