• No results found

TCO: Laadkosten voor verschillende laadoplossingen

hoofdstuk 4. Voor het opladen hanteren we een menukaart van private en publieke

3.4 Laadpalen en -infra

3.4.3 TCO: Laadkosten voor verschillende laadoplossingen

De kosten van een laadpaal bestaan uit een vast gedeelte dat in principe onafhankelijk is van de mate van gebruik en variabele kosten die wel hiermee fluctueren. De vaste kosten bestaan uit investeringskosten zoals aankoop van de laadpalen en de installatie ervan, en de operationele kosten zoals servicekosten, netaansluitingskosten en verzekeringen. De variabele kosten bestaan voor het overgrote gedeelte uit de inkoop van elektriciteit. Hierbinnen hebben de belastingen een groot aandeel. Overigens, voor de kostenberekeningen is het belangrijk te melden dat het belastingaandeel sterk daalt naarmate het jaarlijkse elektriciteitsverbruik groter is.

Kostenelementen die bijdragen aan een realistische elektriciteitsprijs per kWh omvatten (i) hardware kosten, (ii) plaatsingskosten, (iii) operationele kosten, en (iv) elektriciteitskosten. Het vaststellen van het niveau van ieder van deze kostencategorieën gaat gepaard met aannames. In bijlage 3.4.B wordt hierop dieper ingegaan.

De algemene formule voor de berekening van de kostprijs per kWh is de variabele kosten per kWh plus de vaste kosten gedeeld door het jaartotaal in kWh. Om de laadkosten per kWh vast te kunnen stellen, is dus een schatting van de totale afzethoeveelheid per jaar voor de laadoplossing noodzakelijk.

Het toepassen van de in bijlage 3.4.C geschatte afzethoeveelheden levert vervolgens de (integrale) kostprijs per kWh op. De resultaten zijn weergegeven in de onderstaande tabel 3.12. Ook in deze tabellen is gebruik gemaakt van drie scenario’s. Bij de kostprijsberekeningen is een aantal uitgangspunten gebruikt (zie bijlage 3.4.D).

Enige constateringen zijn:

• Over het algemeen geldt dat een kWh geladen bij een publieke paal vanuit het perspectief van de aanbieder, tot bijna tweemaal zo duur is dan een kWh bij een private ('eigen') laadpaal.

Voor de aankoper van een kWh kan een fors ander tarief gelden. Dit (commerciële) tarief kan veel hoger zijn dan het kostprijstarief of lager als er sprake is van subsidies.

• De kostprijs van een kWh ligt bij zwaardere laadpalen over het algemeen lager dan die van de lichtere uitvoeringen. Echter, de mate waarin de verwachte jaarlijks afgezette hoeveelheid kWh’s ook gerealiseerd wordt, heeft hierop een sterke invloed. Als deze hoeveelheid niet wordt gehaald, dan loopt de kostprijs per kWh van zware laadpalen snel op.

De totale kosten van een laadpaal wordt uitgedrukt in een vast bedrag per jaar én een variabel bedrag per geleverde kWh. De TCO loopt voor de lichtste laadpaal (3,7 kW) van € 147,- per jaar en € 0,21 per kWh naar de hier onderscheiden zwaarste laadpaal (350 kW) bijna € 37.000,- per jaar en € 0,10 per kWh. De kostprijs per kWh loopt van € 0,14 (de AC20 bij privaat gebruik) tot € 0,42 (zie tabel 3.12 hieronder).

Tabel B.3.7 in bijlage 3.4.F toont de resulterende TCO van de verschillende typen laadpalen, en een voorbeeld van TCO verloop is weergegeven in figuur 3.13 hieronder. Bijlage 3.4.E toont nog diverse overwegingen bij de getoonde TCO berekening. De linkerkant van de tabel (TCO vast en variabel) is ook verder toegelicht in bijlage 3.4.F. De rechterkant (kostprijs bij gegeven jaarverbruik) is verder toegelicht in bijlage 3.4.G.

Bijlage 3.4.H geeft tot slot nog een beeld van de ontwikkelingen die verwacht worden met betrekking tot laadpalen.

Tabel 3.12

Overzicht van de TCO en de kostprijs per kWh bij een gegeven jaarverbruik. * De publieke laadpalen

hebben een door de lokale (Amsterdamse) overheid vastgesteld maximum tarief. Tussen haakjes is het kostprijstarief weergegeven.

TCO (VAST EN VARIABEL) KOSTPRIJS BIJ GEGEVEN JAARVERBRUIK TYPE LAADPAAL VASTE KOSTEN VARIABELE KOSTEN KOSTPRIJS TOTAAL JAARVERBRUIK PER JAAR € PER KWH € PER KWH € IN KWH

AC3,7 Thuis 147 0,21 0,22 7.500 AC10 Publiek*) 982 0,11 0,28 (0,31) 5.000 AC20 Publiek 1.677 0,11 0,28 (0,45) 5.000 AC20 Privaat 447 0,13 0,14 30.000 FC50 Publiek 6.838 0,11 0,37 (0,26) 45.000 FC50 Privaat 6.370 0,12 0,19 87.500 HPC150 Publiek 14.625 0,10 0,37 (0,26) 90.000 HPC150 Privaat 13.146 0,08 0,23 90.000 HPC350 Publiek 36.575 0,10 0,42 (0,30) 180.000 HPC350 Privaat 33.429 0,08 0,27 180.000 Figuur 3.13

Verloop van de TCO voor laadpalen bij oplopend jaargebruik (perspectief van de aanbieder c.q. laadpaaleigenaar). 4,00 3,50 3,00 2,50 2,00 1,50 1,00 0,50 0,00 1,0 3,0 5,0 7,0 9,0 11,0 13,0 15,0 17,0 19,0 21,0 23,0 25,0 MWh/jaar E/kWh AC20 Publiek FC50 Publiek

3.4.4 Conclusies

• Publiek laden kan veel duurder zijn dan privaat laden. Stel iemand is service monteur, rijdt per jaar 24.000 km, laadt per jaar 6.000 kWh op het publieke laadnetwerk: dan betaalt men ca. € 2.100,- per jaar aan laadkosten. Uitsluitend laden bij snelladers kan oplopen tot bijna € 3.200,- per jaar;

• Thuisladen is dan aanzienlijk goedkoper, waarbij je profiteert van de gunstige afschrijving op de investering van de laadpaal. Totale kosten per jaar bedragen dan ca. € 1.600,- (aanname dat de beschikbaarheid van het laadpunt gegarandeerd is);

• Eigen (bedrijfs-)terrein: op eigen terrein laden is nog een stap goedkoper. Zowel een reguliere lader (AC20) als een snellader (FC50/HPC150) drukken de kosten als hier dagelijks wordt geladen. Met lage energiekosten en energiebelasting en geen extra netaansluitings-kosten, zijn de laadkosten de helft van publiek laden. Dit is per jaar een besparing tot € 1.000,- per voertuig. Deze besparing geldt echter alleen als de laadpaal op het bedrijfs- terrein voldoende9 gebruikt wordt. Dat wil zeggen: volgens de afzetprognose bijvoorbeeld uitdrukt in aantal werkdagen vermenigvuldigd met de bezettingsgraad. Hoe hoger het gebruik c.q. energievraag des te gunstiger wordt een zware laadpaal.

• Medegebruik voor laadpalen is zeer aan te bevelen. Bij hogere volumes neemt het belang van de investering snel af terwijl er een lagere inkoopprijs van elektriciteit kan worden bedongen. Dit komt niet in de laatste plaats door de gunstige (lagere) belastingtarieven voor grootverbruikers.

• De vraag kan naar boven komen: is snelladen en supersnelladen met zware laadpalen (FC50, HPC150/350) een serieuze optie? Dit hangt van een aantal factoren af, zoals de noodzaak van een kort oponthoud, het laadvermogen van de batterij en de totale energievraag uitgedrukt in kWh per jaar. Dus: Hoe korter de gewenste laadtijd, hoe zwaarder de te laden batterij en hoe hoger de totale energievraag, des te gunstiger is de installatie van een zware laadpaal. Een ander punt is deze laadpalen (misschien is het beter te spreken van laadoplossingen) nog volop in ontwikkeling zijn, niet zo breed beschikbaar en daardoor mogelijk nog relatief duur.

Dit hoofdstuk geeft een samenvatting van de toelichting van de werking van het gebruikte wiskundige model (4.1) en de hoofdconclusies (4.2). In hoofdstuk 4.3 volgt dan de

sensitiviteitsanalyse.