• No results found

Deel 1 - Airconditioners

2. Tabellen

Tabel 1

Gegevensblad voor airconditioners met uitzondering van eenheden met één of twee luchtkanalen ( 5 ) Informatie ter bepaling van het model waarop de informatie betrekking heeft:

Functie (aangeven welke functie op de informatie van toepassing is)

Wanneer de informatie betrekking heeft op verwarming: vermeld het verwarmingsseizoen waarop de informatie betrekking heeft. De aangeduide waarden mogen telkens slechts op één verwarmings­

seizoen betrekking hebben. Neem hierin in ieder geval het verwarmingsseizoen „Gemiddeld” op.

Item symbool waarde eenheid Item symbool waarde eenheid Ontwerpbelasting Seizoensgebonden efficiëntie

Koeling Pdesignc x,x kW Koeling SEER x,xx

Verwarming/

gemiddeld Pdesignh x,x kW Verwarming/

gemiddeld SCOP (A) x,xx

Verwarming/warmer Pdesignh x,x kW Verwarming/warmer SCOP (W) x,xx

Verwarming/kouder Pdesignh x,x kW Verwarming/kouder SCOP (C) x,xx

Opgegeven vermogen (*) voor koeling bij een binnen­

temperatuur van 27(19) °C en buitentemperatuur Tj Opgegeven vermogen (*) voor koeling bij een binnentem­

peratuur van 27(19) °C en buitentemperatuur Tj

Tj = 35 °C Pdc x,x kW Tj = 35 °C EERd x,x

Tj = 30 °C Pdc x,x kW Tj = 30 °C EERd x,x

Tj = 25 °C Pdc x,x kW Tj = 25 °C EERd x,x

Tj = 20 °C Pdc x,x kW Tj = 20 °C EERd x,x

Opgegeven vermogen (*) voor verwarming / seizoen "Ge­

middeld" bij een binnentemperatuur van 20 °C en bui­

tentemperatuur Tj

Opgegeven prestatiecoëfficiënt (*) /seizoen "Gemiddeld"

bij een binnentemperatuur van 20 °C en buitentempera­

tuur Tj

Tj = – 7 °C Pdh x,x kW Tj = 7 °C COPd x,x

Tj = 2 °C Pdh x,x kW Tj = 2 °C COPd x,x

_____________

( 5 ) Voor multisplit-apparaten dienen gegevens te worden verstrekt bij vermogensverhouding 1

Functie (aangeven welke functie op de informatie van toepassing is)

Wanneer de informatie betrekking heeft op verwarming: vermeld het verwarmingsseizoen waarop de informatie betrekking heeft. De aangeduide waarden mogen telkens slechts op één verwarmings­

seizoen betrekking hebben. Neem hierin in ieder geval het verwarmingsseizoen „Gemiddeld” op.

Item symbool waarde eenheid Item symbool waarde eenheid

Tj = 7 °C Pdh x,x kW Tj = 7 °C COPd x,x

drijfstemperatuur COPd x,x

Opgegeven vermogen (*) voor verwarming / seizoen

"Warmer" bij een binnentemperatuur van 20 °C en bui­

tentemperatuur Tj

Opgegeven prestatiecoëfficiënt (*) / seizoen "Warmer" bij een binnentemperatuur van 20 °C en buitentemperatuur Tj

drijfstemperatuur COPd x,x

Opgegeven vermogen (*) voor verwarming / seizoen

"Kouder" bij een binnentemperatuur van 20 °C en bui­

tentemperatuur Tj

Opgegeven prestatiecoëfficiënt (*) / seizoen "Kouder" bij een binnentemperatuur van 20 °C en buitentemperatuur Tj

drijfstemperatuur COPd x,x

Tj = – 15 °C Pdh x,x kW Tj = 15 °C COPd x,x

Functie (aangeven welke functie op de informatie van toepassing is)

Wanneer de informatie betrekking heeft op verwarming: vermeld het verwarmingsseizoen waarop de informatie betrekking heeft. De aangeduide waarden mogen telkens slechts op één verwarmings­

seizoen betrekking hebben. Neem hierin in ieder geval het verwarmingsseizoen „Gemiddeld” op.

Koeling J/N Gemiddeld

(verplicht) J/N

Verwarming J/N Warmer

(indien aangewezen) J/N Kouder

(indien aangewezen) J/N

Item symbool waarde eenheid Item symbool waarde eenheid

Bivalente temperatuur Uiterste bedrijfstemperatuur

Verwarming/

gemiddeld Tbiv x °C Verwarming/

gemiddeld Tol x °C

Verwarming/warmer Tbiv x °C Verwarming/warmer Tol x °C

Verwarming/kouder Tbiv x °C Verwarming/kouder Tol x °C

Elektriciteitsverbruik bij cyclisch in- en uitschakelen Efficiëntie van cyclisch in- en uitschakelen

Koeling Pcycc x,x kW Koeling EERcyc x,x

Verwarming Pcych x,x kW Verwarming COPcyc x,x

Verliescoëfficiënt koe­

ling (**) Cdc x,x — Verliescoëfficiënt

verwarming (**) Cdh x,x

Elektrisch opgenomen vermogen in andere standen dan

de "actieve modus" Seizoensgebonden elektriciteitsverbruik

Uitstand P OFF x,x W Koeling Q CE x kWh/a

Standby-stand P SB x,x W Verwarming/

gemiddeld Q HE /A x kWh/a

Thermostaat-uitstand P TO x,x W Verwarming /

warmer Q HE /W x kWh/a

Carterverwarmings­

tand P CK x,x W Verwarming/kouder Q HE /C x kWh/a

Vermogenscontrole (duid een van de drie mogelijkheden

aan) Andere items

Vast J/N Geluidsvermogens­

niveau (binnen/

buiten)

L WA x,x/x,x dB(A)

Getrapt J/N Aardopwarmingsver­

mogen GWP x kgCO 2 eq.

Functie (aangeven welke functie op de informatie van toepassing is)

Wanneer de informatie betrekking heeft op verwarming: vermeld het verwarmingsseizoen waarop de informatie betrekking heeft. De aangeduide waarden mogen telkens slechts op één verwarmings­

seizoen betrekking hebben. Neem hierin in ieder geval het verwarmingsseizoen „Gemiddeld” op.

Koeling J/N Gemiddeld

(verplicht) J/N

Verwarming J/N Warmer

(indien aangewezen) J/N Kouder

(indien aangewezen) J/N

Item symbool waarde eenheid Item symbool waarde eenheid

Variabel J/N Nominaal lucht­

debiet (binnen/

buiten)

— x/x m 3 /h

Contactgegevens voor

nadere informatie Minimaal naam en adres van de fabrikant of van zijn gemachtigde.

(*) Voor eenheden met getrapt vermogen moeten in elk vakje in het gedeelte "Opgegeven vermogen van de eenheid" en "Opgegeven EER/COP van de eenheid" twee waarden met een schuine streep ("/") ertussen worden opgegeven. Het aantal decimalen in het vakje wijst op de nauwkeurigheid van de vermelding.

(**) Indien standaardwaarde Cd=0,25 wordt gekozen, zijn (resultaten van) cyclische-variatietests niet vereist. Anders is de waarde van de cyclische-variatietest voor verwarming of voor koeling vereist.

Tabel 2

Gegevensblad voor éénkanaals- en tweekanaalsairconditioners Identificatie van de model(len) waarop de gegevens van toepassing zijn [invullen waar nodig]

Omschrijving Symbool Waarde Eenheid Nominaal outputvermogen voor koeling P rated voor koeling [x,x] kW

Nominaal outputvermogen voor verwarming P rated voor verwarming [x,x] kW

Nominaal opgenomen vermogen voor koeling P EER [x,x] kW Nominaal opgenomen vermogen voor verwarming P COP [x,x] kW

Nominale energie-efficiëntieverhouding EERrated [x,x]

Nominale prestatiecoëfficiënt COPrated [x,x]

Elektriciteitsverbruik bij thermostaat-uitstand P TO [x,x] W

Elektriciteitsverbruik bij standby-stand P SB [x,x] W

Seizoensgebonden elektriciteitsverbruik

voor tweekanaalsairconditioners (DD): Elektriciteitsverbruik

per uur DD: kWh/60 min.

voor éénkanaalsairconditioners (SD): Elektriciteitsverbruik

per uur Q [x,x] SD: kWh/60 min.

Geluidsvermogensniveau (alleen binnenshuis) L WA [x] dB(A) Aardopwarmingsvermogen van het koelmiddel GWP [x] kgCO 2 eq.

Contactgegevens voor nadere informatie Naam en adres van de fabrikant of van zijn gemachtigde.

Tabel 3

Parameters voor de berekening van de seizoensgebonden efficiëntie SEER/SCOP

Omschrijving Symbool Waarde Eenheid NB Bin-parameters

Bin-index j 0

2 cijfers achter de komma Buitentemperatuur in bin j Tj 0 °C

Koellast in bin j Pc(Tj) 0,00 kW

Verwarmingslast in bin j Ph(Tj) 0,00 kW

Koelvermogen in bin j Pdc(Tj) 0,00 kW

Verwarmingsvermogen in bin j Pdh(Tj) 0,00 kW

Verwarmingsvermogen elektrische backupverwar­

ming in bin j elbu(Tj) 0,00 kW

CONSTANTEN

Referentie-ontwerpbuitentemperatuur koeling: Tdesignc

verwarming: Tdesignh 0 °C Voor waarden, zie tabel 5

Equivalente uren per seizoen in actieve modus koeling: H CE

verwarming: H HE 0 h Voor waarden, zie tabel 8

Uren per seizoen in de thermostaat-uitstand H TO 0 h Voor waarden, zie tabel 8

Uren per seizoen carterverwarmingstand H CK 0 h Voor waarden, zie tabel 8

Uren per seizoen in standby-stand H SB 0 h Voor waarden, zie tabel 8

Uren per seizoen in uitstand H OFF 0 h Voor waarden, zie tabel 8

Binnenluchttemperatuur voor koelmodus Tin 0 °C Voor waarden, zie tabel 6

Tabel 4

Nominale standaardomstandigheden (temperaturen in °C drogebol/nattebol)

Apparaat Functie Binnentemperatuur

Tin Buitentemperatuur Tj

Airconditioners uitgezonderd één­

kanaals (inclusief tweekanaals)

koeling 27 / 19 35 / 24

Verwar-ming 20 / max. 15 7 / 6

Eénkanaals

koeling 35 / 24 35 / 24 (*)

Verwar-ming 20 / 12 20 / 12 (*) (*) Bij airconditioners met één luchtkanaal wanneer de condensor (verdamper) bij het koelen (verwarmen) niet met buitenlucht, maar

met binnenlucht wordt gevoed.

Tabel 5

Referentieontwerpvoorwaarden (temperaturen in °C drogebol/nattebol)

Functie/seizoen Binnentemperatuur

Tin Buiten- temperatuur

Tdesignc / Tdesignh Bivalente temperatuur Tbiv

Uiterste bedrijfs- tempera­

tuur Tol Koeling 27 °C/Nb: 19 Tdesignc = 35 / 24 n.v.t. n.v.t.

Verwarming /

gemiddeld 20 °C Tdesignh = – 10 / – 11 max. 2 max. 7

Verwarming /

warmer /Nb: max. 15 Tdesignh = 2 / 1 max. 7 max. 2

Verwarming /

kouder Tdesignh = – 22 / – 23 Max. 7 max. 15

Tabel 6

Testomstandigheden voor deellast

Koeling Binnentemperatuur Buitentemperatuur A

27 °C /Nb: 19

35 °C

B 30 °C

C 25 °C

D 20 °C

Verwarming Binnentemperatuur (Tin)

Buitentemperatuur (Tj) voor het aangewezen seizoen in °C Gemiddeld Warmer Kouder A

20 °C /Nb: max. 15

– 7 n.v.t. – 7

B + 2 + 2 + 2

C + 7 + 7 + 7

D + 12 + 12 + 12

G n.v.t. n.v.t. – 15

Tabel 7

Bins voor koel- en verwarmingsseizoen j = binindex, Tj = buitentemperatuur, hj = uren per bin per jaar)

KOELSEIZOEN

Totaal aantal uren: 2 602

VERWARMINGSSEIZOEN

Tabel 8:

Bedrijfsuren per type airconditioner per werkingsmodus (h/a)

Type airconditioner / functie Eenheid Verwarmingsei­

zoen

Airconditioners, uitgezonderd tweekanaals en éénkanaals

Koelmodus, indien apparaat al­

paraat alleen verwarming biedt h/60 min 1 n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.

Eénkanaals

Koelmodus h/60 min 1 n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.

Verwarmingsmodus h/60 min 1 n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.

GERELATEERDE DOCUMENTEN