• No results found

Deel 1 - Airconditioners

3. Airconditioners, uitgezonderd éénkanaals en tweekanaals

3.2. SCOP

De SCOP is de seizoensgebonden prestatiecoëfficiënt voor verwarming. De berekening van de SCOP moet van toepassing zijn op een bepaald verwarmingsseizoen (gemiddeld/warmer/kouder) aangezien de toepasselijke bins, de referentie-ontwerptemperatuur en de ontwerpbelasting voor een specifiek verwarmingsseizoen gelden. De onderstaande berekeningen tonen de generische aanpak die voor elk specifiek verwarmings­

seizoen herhaald moeten worden.

De seizoensgebonden prestatiecoëfficiënt voor verwarming wordt berekend als:

SCOP = Q H / Q HE Vergelijking 18 waarin:

Q H de jaarlijkse referentieverwarmingsvraag [kWh/a], berekend als volgt:

Q H = Pdesignh * H HE Vergelijking 19

waarin:

Pdesignh de ontwerpbelasting voor verwarming [kW], berekend met het opgegeven bivalente punt Tbiv (Tbiv geeft pl(Tj) voor Tj = Tbiv) en het opgegeven vermogen Pdh(Tj) bij Tj = Tbiv. Als zodanig vertegen­

woordigt Pdesignh, als opgegeven in tabel 1 de warmtebelasting bij Tj = Tdesignh, waarbij pl(Tj) = 1,00;

H HE is de equivalente uren in actieve modus voor verwarming [h], als gegeven in tabel 8;

Q HE het seizoensgebonden elektriciteitsverbruik voor verwarming [kWh/a], berekend als volgt:

Q HE = (Q H / SCOP on ) + H TO · P TO + H CK · P CK + H OFF · P OFF + H SB · P SB Vergelijking 20 waarin:

Q H als hierboven;

H TO , H CK , H OFF , H SB het aantal seizoensgebonden bedrijfsuren (h/a) voor verwarming in resp. thermostaat- uitstand, carterverwarmingstand, uitstand en standby-stand uit tabel 8;

P TO , P CK , P OFF , P SB het opgenomen vermogen [kW] in resp. thermostaat-uitstand, carterverwarmingstand, uitstand en standby-stand;

SCOPon de gemiddelde seizoensgebonden prestatiecoëfficiënt van bin-specifieke prestatiecoëfficiënten gewo­

gen bij het aantal uren per seizoen dat de bin-conditie zich voordoet, met inbegrip van het elektriciteits­

verbruik bij backupverwarming voor bins bij Pdh(Tj) < Ph(Tj):

SCOP on ¼

Xn

j¼1

hj ä PhðTjÞ Xn

j¼1

hj ä PhðTjÞ – elbuðTjÞ

COPbinðTjÞ þ elbuðTjÞ

Vergelijking 21

waarin:

Tj, j, n, en hj als hierboven gedefinieerd;

Ph(Tj) de verwarmingsbelasting bij bin j, berekend als volgt:

Ph(Tj) = Pdesignh*pl(Tj) Vergelijking 22

waarin:

pl(Tj) = (Tj – 16) / (Tdesignh – 16 ) Vergelijking 23 Tdesignh de referentie-ontwerptemperatuur in °C uit tabel 5, die afhankelijk is van het aangegeven ver­

warmingsseizoen;

elbu(Tj) het vermogen van de backupverwarming [kW] voor bin j die nodig is om aan de verwarmings­

deellast te voldoen wanneer het opgegeven vermogen onvoldoende is, berekend als:

indien Pdh(Tj) < Ph(Tj): elbu(Tj) = Ph(Tj) - Pdh(Tj) Vergelijking 24

indien Pdh(Tj) > Ph(Tj): elbu(Tj) = 0 Vergelijking 25

Pdh(Tj) is het opgegeven verwarmingsvermogen van toepassing op j dat berekend moet worden met de opgegeven waarden van Pdh(Tj) op de testpunten Tj = – 15, – 7, 2, 7, 12 °C en/of Tbiv, waarvan de beschikbaarheid afhankelijk is van het aangegeven verwarmingsseizoen (zie tabel 6 voor de vereiste opgave­

punten per verwarmingsseizoen). Pdh(Tj) voor andere dan gespecificeerde bins moet berekend worden middels lineaire interpolatie van de opgegeven vermogens Pdh(Tj) bij de meest nabij gelegen buitentempe­

raturen.

Alleen in het geval waarbij het verwarmingsseizoen "gemiddeld" en het verwarmingsseizoen "kouder" niet tot de aangewezen seizoenen behoren (d.w.z. COP(-15) is niet beschikbaar) kan een uitzondering op deze regel worden gemaakt waarbij de waarden COPbin(Tj) voor buitentemperaturen – 8, – 9 en – 10 °C lineair geïnterpoleerd mogen worden tussen COPd(Tj) van de ankerpunten bij – 7 °C en 7 °C voor eenheden met vast vermogen. Voor eenheden met variabel vermogen moet deze waarde geëxtrapoleerd worden tussen COPd(– 7) en COPd(Tbiv). Wanneer Tbiv = – 7 °C, moeten COP(– 8), COP(– 9) en COP(– 10) gelijk worden gesteld aan COP(– 7);

Wanneer het aangewezen verwarmingsseizoen "kouder" is en de laagste Pdh – 15 °C, moeten de vermogens Pdh met Tj< – 15 °C gebaseerd worden op extrapolaties met de waarden voor Tj = – 15 °C en – 7 °C.

COPbin(Tj) is de bin-specifieke prestatiecoëfficiënt van toepassing op bin j, berekend aan de hand van de onderstaande vergelijkingen voor hetzij vaste, getrapte of variabele vermogens, waarin:

3.2.1. Voor eenheden met vast vermogen

Bereken de ankerpunten COPbin(Tj) voor de hieronder gespecificeerde bin- temperaturen die bij inter- en extrapolaties voor COPbin(Tj) waarden bij andere bins gebruikt moeten worden.

Bereken voor Tj = 12, 7, 2, – 7, – 15 °C ( 6 ), ( 7 )), Tbiv:

Indien Pdh(Tj) ≥ Ph(Tj) (onder deze conditie zal de eenheid met vast vermogen cyclisch worden in- en uitgeschakeld)

COPbin(Tj) = COPd(Tj)* [1 – Cdh * (1 – Ph(Tj)/Pdh(Tj))] Vergelijking 26 In andere gevallen: indien Pdh(Tj) < Ph(Tj) (dit komt overeen met een situatie waar backupverwarming nodig

is om aan de warmtebelasting te voldoen):

COPbin(Tj) = COPd(Tj) Vergelijking 27

waarin:

COPd(Tj) de prestatiecoëfficiënt bij de gespecificeerde buitentemperatuur Tj, zoals opgegeven door de fabrikant in tabel 1;

Pdh(Tj) het verwarmingsvermogen bij de gespecificeerde buitentemperatuur Tj, zoals opgegeven door de fabri­

kant in tabel 1;

Ph(Tj) de deellast in kW bij de gespecificeerde buitentemperatuur Tj, als bepaald met vergelijking 5.

Cdh de verliesfactor voor verwarming, die hetzij de standaardwaarde 0,25 bezit, of gelijk is aan Cdc (voor koeling), dan wel proefondervindelijk is bepaald en voor Tj = 12 °C berekend wordt als volgt:

Cdc = (1 – COPcyc/COPd(Tj))/(1 – Pcych/Pdh(Tj)) Vergelijking 28 waarin:

COPcyc de gemiddelde prestatiecoëfficiënt over het cyclisch-testinterval (actieve modus + uitstand), berekend als het geïntegreerde verwarmingsvermogen over het interval [kWh] gedeeld door het geïntegreerde elek­

trisch opgenomen vermogen over datzelfde interval [kWh];

Pcych het (tijdgewogen) gemiddelde verwarmingsvermogen [kW] over het cyclisch testinterval (actieve modus + uitstand);

De waarden voor COPbin(Tj) bij andere bins moeten als volgt worden berekend:

— voor bins j met buitenluchttemperaturen Tj tussen 12, 7, 2, – 7, – 15 °C (zie voetnoot 6, 7) en Tbiv, COPbin(Tj) middels lineaire inter- en extrapolatie tussen de twee meest nabij gelegen ankerpunten;

— alleen in het geval waarbij het verwarmingsseizoen "gemiddeld" en het verwarmingsseizoen "kouder"

niet tot de aangewezen seizoenen behoren (d.w.z. COP(– 15) is niet beschikbaar) mag een uitzondering op deze regel worden gemaakt waarbij de COPbin(Tj)-waarden voor buitentemperaturen – 8, – 9 en – 10 °C lineair geïnterpoleerd mogen worden tussen de COP van de ankerpunten bij – 7 °C en 7 °C;

( 6 ) Tj = – 7 °C is niet nodig voor het verwarmingsseizoen "warmer".

( 7 ) Tj = – 15 °C is is niet nodig voor de verwarmingsseizoenen "warmer" en "gemiddeld".

— voor bins j met een buitentemperatuur Tj hoger dan 12 °C wordt COPbin(Tj) berekend middels lineaire extrapolatie met de buitentemperatuur beginnend bij de ankerpunten COPbin(Tj) met Tj = 7 en Tj = 12;

— voor bins j met een buitentemperatuur Tj lager dan Tol, is COPbin(Tj) gelijk aan 1 om een nuldeling te voorkomen, maar in feite is de waarde irrelevant omdat [Ph(Tj)-elbu(Tj)] in de vergelijking voor SCOPon (verg. 20) gelijk is aan nul.

3.2.2. Voor eenheden met getrapt vermogen

Bereken de ankerpunten COPbin(Tj) voor de hieronder gespecificeerde bintemperaturen die bij inter- en extrapolaties voor COPbin(Tj) waarden voor andere bins gebruikt moeten worden.

De fabrikant moet voor elke vereiste testconditie (met buitentemperaturen Tj = 12, 7, 2, – 7, – 15 °C (zie voetnoot 6, 7) en Tbiv, afhankelijk van het aangegeven verwarmingsseizoen) het verwarmingsvermogen (Pdh(Tj)) en de prestatiecoëfficiënt (COPd(Tj)) van de apparatuur bij beide mogelijke instellingen aangegeven met "_ hi " voor de instelling resulterend in het hoogste vermogen en "_ lo " voor de instelling resulterend in het laagste vermogen. De ankerpunten COPbin(Tj) worden berekend met de waarden van Pdh hi , Pdh lo en/of COP hi en COP lo voor vermogen en efficiëntie, en wel als volgt:

Bereken voor Tj = 12, 7, 2, – 7, – 15 °C (zie voetnoot 6, 7), Tbiv:

Indien Pdesignh*pl(Tj)*(1 – tolerantie)£ Pdh lo ≤ Pdesignh*pl(Tj)*(1 + tolerantie), dan

COPbin(Tj) = COPd lo Vergelijking 29 waarin de tolerantie zoals hierboven gedefinieerd;

Indien Pdesignh*pl(Tj)*(1 – tolerantie)£ Pdh hi ≤ Pdesignh*pl(Tj)*(1 + tolerantie), dan

COPbin(Tj) = COPd hi Vergelijking 30 waarin de tolerantie zoals hierboven gedefinieerd;

In andere gevallen: indien Ph(Tj) > Pdh(Tj) lo en Ph(Tj) < Pdh(Tj) hi dan

COPbinðTjÞ ¼ PhðTjÞ

PdhðTjÞhi ä ðPhðTjÞ – PdhðTjÞloÞ

ðPdhðTjÞhi – PdhðTjÞloÞ ä COPdðTjÞhi þ PdhðTjÞlo ä ðPhðTjÞhi – PhðTjÞÞ ðPdhðTjÞhi – PdhðTjÞloÞ ä COPdðTjÞlo

Vergelijking 31

In andere gevallen:

COPbin(Tj) = COP(Tj) lo · [1 – Cdh lo · (1 – Ph(Tj) / Pdh(Tj) lo ) ] Vergelijking 32 waarin:

COPd(Tj) hi en COPd(Tj) lo de opgegeven prestatiecoëfficiëntwaarden in tabel 1;

Pdh(Tj) hi en Pdh(Tj) lo de opgegeven waarden in tabel 1;

Ph(Tj) de verwarmingsbelasting voor bin j met Tj gelijk aan 7, 2, – 7, – 15 °C (zie voetnoot 6, 7);

Cdh lo de verliesfactor voor verwarming, die hetzij de standaardwaarde 0,25 bezit, hetzij gelijk is aan Cdc (voor koeling), dan wel proefondervindelijk bepaald is en voor Tj = 12 °C berekend wordt als volgt:

Cdc = (1 – COPcyc/COPd(Tj) lo )/(1 – Pcych/Pdh(Tj) lo ) Vergelijking 33 waarin:

COPcyc en Pcych zoals hierboven gedefinieerd;

COPbin(Tj)-waarden voor bins j met buitentemperaturen Tj anders dan Tj = 7, 2, -7, -15 °C (zie voetnoot 6, 7) worden berekend volgens dezelfde regels die gelden voor eenheden met vast vermogen.

3.2.3. Voor eenheden met variabel vermogen

Bereken de ankerpunten COPbin(Tj) voor de hieronder gespecificeerde bintemperaturen die bij inter- en extrapolaties voor COPbin(Tj)-waarden voor andere bins gebruikt moeten worden.

Indien de capaciteitsregeling van de eenheid het mogelijk maakt te werken met een opgegeven vermogen van Pdh(Tj) overeenkomstig de vereiste deellast Pdesignc*(pl(Tj)± tolerantie), moet COPbin(Tj) voor bin j gelijk aan COPd(Tj) worden genomen);

Bereken voor Tj = 12, 7, 2, – 7, – 15 °C (zie voetnoot 6, 7):

Indien Pdesign*pl(Tj)*(1 – tolerantie) <Pdc(Tj) < Pdesign*pl(Tj)*(1 + tolerantie), dan is:

COPbin(Tj) = COPd(Tj) Vergelijking 34

waarin:

tolerantie, Pdh(Tj), Pdesignh, pl(Tj), COPbin(Tj) en COPd(Tj) zoals hierboven gedefinieerd;

In andere gevallen moet de berekeningsmethode voor eenheden met getrapt vermogen worden gebruikt.

GERELATEERDE DOCUMENTEN