• No results found

Synthese van de analyses van de besprekingen van De kus

7. Syntheses

7.3 Synthese van de analyses van de besprekingen van De kus

In november 1977 verscheen De kus in een oplage van negentigduizend exemplaren bij uitgeverij Meulenhoff. De oplage waarin De kus verscheen, was ongekend groot. Van geen enkele auteur verscheen in Nederland ooit een eerste druk van een roman in zo’n grote oplage. De roman telt bijna vierhonderd bladzijden, dat aantal is aanzienlijk meer dan in het geval van het vroege werk van Wolkers. Alleen De walgvogel (1974), de roman die direct vooraf aan De kus verscheen, heeft een vergelijkbare omvang. De bekendheid van Wolkers uitte zich niet alleen in een goede boekenverkoop, het aantal besprekingen groeide ook. Enkele critici schrijven in hun besprekingen dat zij door hun redacties gedwongen worden om vrij snel een recensie te schrijven over een betrokken auteur. Dat verschijnsel wordt door die critici niet bejubeld. Voordat De kus verscheen, was in Elsevier reeds een tekst die bestaat voor een deel uit een interview met Wolkers en in het andere deel wordt de roman besproken. Wim Zaal schreef dat artikel. Wolkers was niet content met het artikel van Zaal. Volgens hem moest er binnen uitgeverij Meulenhoff een iemand zijn geweest, die het manuscript van De kus aan Zaal had gegeven. Het interview heeft volgens Wolkers nooit plaatsgevonden, is voor een deel door Zaal verzonnen en voor een ander deel geplagieerd uit andere interviews.17

Wolkers besloot op te stappen bij uitgeverij Meulenhoff en zou spoedig in het fonds van uitgeverij De Bezige Bij opgenomen worden. De onenigheid tussen Wolkers en zijn uitgever wordt door critici in enkele besprekingen opgemerkt. Later verschijnt er wel een echt interview met Wolkers in Haagse Post, getiteld ‘De wraak van Jan Wolkers’, dat door Jan Brokken werd afgenomen.

Er verschenen 26 besprekingen van de roman. LiteRom bevat er negen, in het Letterkundig Museum zijn zeventien extra besprekingen uit dag- en weekbladen te vinden. De bundel van Boomsma levert geen verdere aanvulling op.

De publicatie van De kus ging dus gepaard met nogal wat opschudding. Na de publicatie van de roman verschijnen er 26 besprekingen. De laatste bespreking verschijnt - als enige - in een literair tijdschrift. In die bespreking lijkt de tekst van Zaals artikel integraal te zijn overgenomen.

Enkele critici noemen meer van die zaken uit de context waarin de roman verscheen. In zeven besprekingen noemen de recensenten de kwestie met Elsevier. Hoewel twee recensenten uiteindelijk een positief oordeel over de roman vellen, zijn de andere vijf negatief. Vaak klinkt er reeds een negatieve toon wanneer zij schrijven over de breuk met Meulenhoff en over de grote oplage waarin de roman verscheen. Ook schrijven zij met een negatieve toon over de omvangrijke publiciteit waarmee het verschijnen van de roman gepaard ging. Verder schrijven enkele recensenten met een kritische toon over de urgentie waarmee het werk van bekende schrijvers volgens redacties in dag- of weekbladen besproken moet worden. Bij een nieuw werk van Wolkers is er uiteraard deze urgentie, Wam de Moor en Ab Visser gaan daarop in. Niet iedere criticus blijkt gediend te zijn van de opdracht om snel en veel aandacht te besteden aan een nieuw

17 Hans Dütting, Jan Wolkers; De Rubens van de literatuur (Soesterberg: Uitgeverij Aspekt, 2009) p. 179-180.

77

werk van een bekende schrijver, zeker niet wanneer het een roman betreft, zoals deze van Wolkers, die bij het bespreken niet zo’n goed werk blijkt te zijn.

Enkele recensenten besteden in hun bespreking niet alleen aandacht aan de roman, maar reageren ook op eerder verschenen kritieken over De kus. Vier recensenten brengen de bespreking van Maarten ’t Hart van 25.11.1977 in NRC Handelsblad ter sprake. Twee van hen, te weten Wim Vogel en Ab Visser, schrijven expliciet over enkele bevindingen en oordelen van ’t Hart en uiten daarbij kritiek. Over De kus oordelen ze verschillend: Vogel geeft een matig negatief oordeel en Visser is positief over de roman. Bovendien uit Visser ook kritiek op de recensie van De Moor. Die, en die van ’t Hart, vindt hij te rancuneus. Gerrit Komrij verwijt Wolkers dat hij letterlijk als een

beeldhouwer te werk gaat. Met dat verwijt beoordeelt hij zo te zien niet alleen de roman, vermoedelijk reageert hij daarmee impliciet ook op de bespreking van Frank van Dijl, die schrijft dat Wolkers prachtige beelden houwt uit de taal.

Meerdere recensenten vergelijken De kus uitvoerig met De walgvogel. Bij die

vergelijking benadrukken zij ten eerste dat de romans even dik zijn. Ten tweede halen zij naar voren dat beide romans zich in Indonesië afspelen. Ten derde zijn sommige critici van mening dat de hoofdpersoon in De kus een samenklontering is van de hoofdpersonages uit De walgvogel. Over het algemeen vindt men De walgvogel beter. Een enkele recensent vindt juist dat die roman enkele zwakheden bezit, die in De kus niet meer voorkomen. Het ‘ziekte en verval-thema’ in De kus vergelijkt een aantal recensenten met de thematiek van Turks fruit en Een roos van vlees. Een ander element in het nieuwe werk van Wolkers, het opzien van de ‘ik’ tegen een grote persoonlijkheid, vergelijken enkelen met Kort Amerikaans. Een verhouding tussen twee mannen komt, zo signaleren enkele critci, tevens voor in Horrible tango en één recensent mist in De kus de subtiliteit die Wolkers demonstreerde in Terug naar Oegstgeest. Verder noemen enkele critici Werkkleding, het autobiografische werk dat ten grondslag zou liggen aan De kus, omdat foto’s en andere aantekeningen in het eerstgenoemde werk erop wijzen dat Wolkers in 1970 zelf een reis maakte naar Indonesië die te vergelijken is met de in De

kus beschreven reis.

Enkele critici vergelijken de roman niet alleen met eerder werk van Wolkers, ook romans of verhalen van andere auteurs gebruiken zij als vergelijkingsmateriaal. Twee keer vergelijkt men de roman met het verhaal ‘Wat gebeurde er met Sergeant Massuro?’ van Harry Mulisch, dat zich ook in Indonesië afspeelt. Jan Verstappen vergelijkt de roman in zijn bespreking met drie grote Nederlandse romans: De avonden van Gerard Reve, Nooit meer slapen van W.F. Hermans en Het stenen bruidsbed van Harry Mulisch. En wel, omdat er aspecten van deze werken ook zouden voorkomen in De kus. Voorts vergelijkt E.E. de roman met werk van Couperus, meer specifiek diens roman Van oude

mensen, de dingen, die voorbijgaan, omdat beide werken iets hebben met het mystieke

Indonesië. De laatstgenoemde vijf vergelijkingen maken de critici om een indruk te geven van Wolkers’ roman, zonder dat ze daarbij waarderen.

Enkele critici spreken wel een waardering uit als ze de roman vergelijken met werk van anderen. Zo vergelijkt Maarten ’t Hart de erotische driehoeksverhouding in De kus met die van The Sound and the Fury van Faulkner en de poging van Wolkers om twee verschillende verhalen met elkaar in de roman te verbinden, komt, zo signaleert hij, ook voor in The Monk van Matthew Gregory Lewis. Overigens, dat laatste boek wordt door Bob in De kus gelezen. Met beide vergelijkingen maakt ’t Hart duidelijk dat De kus op bepaalde punten van vorm en inhoud niet zeer origineel is. Carel Peeters vergelijkt de roman met De Toverberg van Thomas Mann, hij vindt dat Wolkers het wat betreft de

78

uitwerking van de personages een heel stuk slechter doet. Ten slotte verwijt Helma Wolf-Cats Wolkers min of meer dat hij duidelijke voorgangers heeft als het gaat om de doorbreking van seksuele taboes: Jack Kerouac en Henry Miller. Zo origineel zou hij op dit punt dus niet zijn, volgens haar. Dus als recensenten De kus vergelijken met werk van anderen en daarbij ook oordelen, dan valt dat steeds in het nadeel van Wolkers’ werk uit.

Hoewel de recensenten de roman grotendeels negatief beoordelen, zijn er ook critici die een positieve waardering uitspreken. Van de 26 besprekingen geven negen

recensenten een positief oordeel, zestien een negatief oordeel en in één bespreking geeft de recensent een matig negatief oordeel over De kus. Voor dat verschil in waardering zijn er diverse oorzaken. De critici die de roman positief waarderen, vinden de

uitbreiding van de thematiek in dit werk ten opzichte van eerdere werken van Wolkers een groot pluspunt. De critici die de roman negatief waarderen, erkennen ook die uitbreiding van de thematiek, maar vinden dat die thematiek niet voldoende is

uitgediept. Een ander punt is dat enkele critici verandering zien in Wolkers’ houding: die is in hun ogen minder vulgair, wat zij positief beoordelen. Ook op het gebied van de vorm verschillen de besprekingen die een positief waardeoordeel hebben van die met een negatief waardeoordeel. Een enkele recensent is positief over de voor Wolkers nieuwe vorm. De meeste critici zijn echter van mening dat die nieuwe vorm alles behalve geslaagd is. Recensenten die een positief eindoordeel geven, zijn vaak van mening dat De kus één van de beste boeken van Wolkers is. Critici die een negatief eindoordeel geven, vinden over het algemeen dat de roman eerder werk niet overtreft. De nieuwe elementen van de roman vinden zij mislukt.

Binnen de roman zijn er delen of elementen die afzonderlijk positief of negatief gewaardeerd worden. Zo vinden de meeste critici de natuurbeschrijvingen saai en zonder functie. Behalve Ab Visser, hij is er positief over. Recensenten die de ‘ik’ van het verhaal verbinden met Jan Wolkers zelf, komen tot een negatief eindoordeel, mede doordat Wolkers in hun ogen wéér een autobiografisch verhaal heeft geschreven. Andere recensenten merken juist op dat Wolkers niet meer autobiografisch schrijft. Enkele recensenten vinden dat De kus Wolkers’ meest ambitieuze roman is. Die recensenten geven op basis daarvan een positief eindoordeel. Andere recensenten menen juist dat Wolkers te ambitieus is geweest en dat hij zich daardoor overspeeld zou hebben. Zij geven een negatief eindoordeel.

Aan de diversiteit van deze oordelen op afzonderlijke delen of elementen van de roman, kunnen meerdere zaken ten grondslag liggen. Zo verschilt de opzet van deze roman met die van het vroegere werk. In De kus wordt al in het eerste hoofdstuk de titelverklaring gegeven. In vergelijking met het vroegere werk telt deze roman veel meer bladzijden en besteedt Wolkers veel woorden aan de reisbeschrijving. Ook vindt er een uitbreiding plaats van de voor hem gebruikelijke thematiek. Tevens heeft Wolkers zich als auteur ontwikkeld. Een enkele recensent noemt in dat verband: hij citeert minder Bijbelse teksten en houdt zich niet meer bezig met het losmaken van het ouderlijk huis waar het christelijke geloof centraal stond. Andere recensenten vinden dat er nog steeds teveel vunzigheden in De kus staan, zij zien op dit punt dus maar beperkt een

verandering in het oeuvre.

Er zijn twee zaken die vrijwel iedereen positief beoordeelt. Het betreft, ten eerste, een nieuw thema bij Wolkers: een latente homoseksuele relatie tussen twee vrienden.

Vervolgens vindt vrijwel iedereen die dat thema onderkent, dat thema niet voldoende uitgediept. Ten tweede vinden vrijwel alle recensenten, ook zij die de roman in zijn

79

geheel negatief beoordelen, dat de roman enkele ontroerende passages bevat. Hierbij noemen de meeste critici de passage waarin de ‘ik’ platjes uit het schaamhaar van Bob haalt.

Een grote hoeveelheid andere zaken beoordelen de critici negatief. Wat de houding van Wolkers betreft, is men niet content met de wijze waarop hij als auteur telkens zichtbaar is in de publiciteit, zoals eerder gezegd. Diverse besprekingen wekken de indruk dat men op voorhand, op basis van alleen publiciteit vóór het verschijnen van de roman, al een oordeel gevormd heeft.

De meeste critici vinden de roman te lang. De vele reisbeschrijvingen maken het verhaal naar hun mening te saai en langdradig. Tevens oordelen de meeste uit diezelfde groep critici dat de reis- of landschapbeschrijvingen niet functioneel zijn. De meeste recensenten vinden dat er na 250 pagina’s geen spanning meer is in het verhaal. Een ander negatief punt is de aanwezigheid van de bij Wolkers vertrouwde elementen, ook al komen die in een gewijzigde vorm of samenstelling voor.

Voorts valt op dat de meeste kritieken vlak na elkaar verschijnen en direct nadat de roman gepubliceerd werd. In november en december 1977 is er in landelijke en regionale dagbladen de meeste aandacht voor de roman. De piek is op zaterdag 26 november 1977. In zes dagbladen en in één tijdschrift verschijnt op die dag een

bespreking van de roman. Het ‘interview’ van Wim Zaal verschijnt weliswaar voordat de roman gepubliceerd werd, maar verschijnt nogmaals in Knack in november 1978. Vier critici die toentertijd veel gezag hadden binnen de literatuurkritiek - te weten Kees Fens, Wam de Moor, Carel Peeters en Tom van Deel - geven een negatief oordeel over de roman. Fens hanteert in zijn bespreking de term ‘spiegeling’ en ‘afspiegeling’. A.O. gebruikt in zijn bespreking ook de term ‘spiegeling’. A.O. geeft tevens een negatief oordeel over de roman.

Eén Vlaamse krant besteedt aandacht aan de roman. Clem Schouwenaars van De

Nieuwe Gazet geeft een negatief oordeel over de roman, maar interessanter is dat hij als

enige het koloniale aspect sterk benadrukt in zijn bespreking. Helma Wolf-Catz is de enige vrouwelijke recensent in de reeks. Zij legt het accent in haar bespreking op de seksualiteit in Wolkers’ werk. Tevens schrijft zij dat Wolkers’ boeken vooral voor mannen zijn geschreven. Zij geeft een positief oordeel over de roman.

80

7.4 Synthese van de analyses van de besprekingen van Kort