• No results found

Om het regelgerichte toezicht te analyseren is er gebruik gemaakt van de SWOT-analyse. In deze analyse is er gekeken naar de sterktes, zwaktes, de kansen en de bedreigingen van het regelgerichte toezicht.

Uit de SWOT-analyse is gebleken dat een regelgerichte controle eenvoudig is, het is een bekende methode en er wordt gecontroleerd op basis van de vigerende wet- en regelgeving. De risico’s van een gebouw worden niet inzichtelijk gemaakt, het is een passieve manier van werken met een controle op zeventien controlepunten en het is moeilijk toepasbaar bij complexe gebouwen. Dit zijn ook meteen de kansen het beter inzichtelijk maken van de risico’s en het verder kijken dan de regelgeving. Kijk ook eens naar de BIO aspecten van het gebouw. Het gevaar van regelgericht toezicht is dat het negatief effect kan hebben op een ontruiming in een gebouw waar niet zelfredzame personen aanwezig kunnen zijn.

Sterktes

- Controleert op basis van de vigerende wetgeving

- Eenvoudig werkmethode - Bekende werkmehtodiek

Zwaktes

- Risico's worden niet goed in kaart gebracht - Methode beperkt zich tot zeventien controle punten

- Moeilijk toepasbaar bij toezicht op complexe gebouwen

Kansen

- Beter inzichtelijk maken wat de risico's zijn - Verder kijken dan de regels

- Controle punten beter uitwerken - Gebruik maken van gelijkwaardigheid

Bedreigingen

- Negatief effect op een ontruiming (niet) zelfredzaamheid van patiënten

- Onbekende risico's

- Bio aspecten worden niet volledig meegenomen

Risicogericht

Risicogericht toezicht houden betekent een afweging maken tussen het naleefgedrag van wet- en regelgeving op het gebied van brandveiligheid, de kans op een incident (een brand of een ongeval met gevaarlijke stoffen) en de gevolgen van een incident. (Hagen & Witloks, 2017)

Er zijn verschillende methodes voor risicobenaderingen. De methodes die zijn onderzocht in deze literatuurstudie zijn Fire safety engineerging, de Hot100 methodiek, het stuurwiel risicogestuurde brandveiligheid en het convenant brandveiligheid in de zorg, om zo een beter beeld te geven en een goede vergelijking te kunnen maken van de verschillende methodes.

4.1 Risicogerichte brandpreventie (Fire safety engineering)

Fire Safety Engineering (hierna: FSE) is een methode om aan de hand van risico’s brandpreventie toe te passen. In 1918 is er gestart met de ontwikkelingen van FSE in Engeland, waarna halverwege vorige eeuw het ontwerp van de grond is gekomen. Bij FSE wordt er gekeken naar de doelen om aan de prestatie-eisen te voldoen en niet alleen naar de strikte regelgeving. Door deze methode toe te passen wordt er op een andere manier nagedacht over brandveiligheid, waardoor er zich

alternatieven kunnen aanbieden in plaats van traditionele oplossingen (Obex, z.d).

Wet- en regelgeving

De FSE methodiek is gebaseerd op de vigerende wet- en regelgeving. De methodiek wordt vaak toegepast bij gelijkwaardigheden. Dit kan bijvoorbeeld een te groot brandcompartiment zijn doormiddel van gelijkwaardigheid kan er toch worden voldaan aan de regels die zijn opgenomen in het Bouwbesluit 2012.

Bekende werkmethode

FSE is een bekende methodiek om toe te passen bij gelijkwaardigheden. Alleen heeft niet iedereen ervaring met de toepassing hiervan. De betrokken partijen dienen wel conceptueel te kunnen denken dit vereist analytisch en strategisch vermogen. Dit houdt ook in dat er vaak een expert bij betrokken is.

Toepasbaar op complexe bouwwerken

De methodiek is geschikt voor complexe gebouwen, omdat het zich leent voor

gelijkwaardigheidstoepassingen. Bij het toepassen van FSE is er een goede samenwerking nodig tussen de gebruiker / adviseur, brandweer en Omgevingsdienst. Met het toepassen van

gelijkwaardigheden is het belangrijk om goed te communiceren. De ontwikkelingen op de markt voor FSE oplossingen blijven zicht ontwikkelen. Daarom is het belangrijk dat de overheidsorganen zoals de brandweer mee worden genomen in het proces zodat deze aangehaakt blijven.

Bij de methode FSE gaat het om ‘toegepaste brandveiligheidskunde’. Dit is de wetenschappelijke beoordeling van brandveiligheid, waarbij gekeken wordt naar:

• de typische kenmerken van een brand (brandfysica) • een gebouwontwerp (bouwtechniek en architectuur) • het gedrag van de mens (gedragskunde)

De term wetenschappelijke beoordeling c.q. onderbouwing betekent hier een zorgvuldige, verifieerbare en systematische onderbouwing.

De invloed van de omgeving moet worden meegenomen in de beoordeling van de brandveiligheid, de omgevingskenmerken, de interventie bij brand door de respons van de brandweer en de BHV- organisatie, dit wordt ook wel interventiekenmerken genoemd.

Bij FSE moet er conceptueel worden gedacht. Een expertoordeel speelt hier een bepalende rol in. Een belangrijk onderdeel van conceptueel denken is dat betrokkenen zich verdiepen en inzicht vormen over brandveiligheid. De betrokkenen moeten in staat zijn problemen en situaties in een omvattend en/of abstracter kader te plaatsen. Betrokkenen moeten ook de grote lijnen en

voornaamste implicaties van een idee in beeld hebben en in beeld houden. Het conceptueel kunnen denken vereist analytisch en strategisch vermogen om problemen van meerdere kanten te bekijken. Uitvoering geven aan het conceptueel denken voor de brandveiligheid van gebouwen vereist een brede kijk op en inzicht in de aspecten van brandveiligheid, de daaraan verbonden risico’s en de (on)mogelijkheden van brandbeveiligingsopties. Voorwaarden zijn kennis van de ontwerptechnische uitgangspunten van het gebouw, de (wettelijke) voorschriften, waaronder de doelen, subdoelen en uitgangspunten en kennis over interventie door bedrijfshulpverlening en brandweer.

De brandveiligheid (fire safety) is onder te verdelen in drie segmenten, namelijk die van de

wetenschap (fire safety science), de toepassing van de wetenschap (fire safety engineering) en het gereedschap (fire safety tools). Fire safety science is onder meer de wetenschappelijke kennis van chemische en fysische aspecten van brand en de aspecten van het menselijk gedrag bij brand. Deze wetenschap gaat bijvoorbeeld over brandgedrag en de relatie ervan tot de omgeving, het menselijk gedrag bij brand in samenhang met ontvluchting bij brand. De kennis van de wetenschap biedt de basis voor de ontwikkeling van fire safety tools (FS-tools) en op onderdelen ook voor de wetgeving. (Hagen & Witloks, 2017)

Bij risicogericht toezicht houden op basis van de FSE wordt er dus gekeken naar de brandrisico’s, de (on)mogelijkheden van brandbeveiligingsopties en de (chemische en fysische) aspecten van de brandveiligheid in relatie tot de omgeving, het menselijk gedrag bij brand in samenhang met ontvluchting bij een brandsituatie.