• No results found

Suggesties van de afgelopen decennia

Deelonderzoek 4: Inbedding in het Nederlandse bestel

2 De politieke context

2.2 Suggesties van de afgelopen decennia

De afgelopen decennia is verschillende keren aandacht gevraagd voor het idee om jongeren, al dan niet verplicht, zich een periode te laten oriënteren op of zich te laten inzetten voor de samenle-ving. Soms gaat het om mondelinge of schriftelijke vragen of naar voren gebrachte meningen in debatten zonder systematische uitwerking. Ideeën vanuit de politiek:

• 1966: bespreking van het voorstel om sociale dienstplicht van vrouwen in te voeren als tegenhanger van militaire dienst-plicht voor mannen.

• 1978: Ria Beckers van de PPR vroeg om een onderzoek naar de mogelijkheden om sociale dienstplicht in te voeren.

• In 1981 lanceert André van der Louw het plan werkloze jongeren te verplichten maatschappelijk nuttig werk te ver-richten. Hij moet zijn pleidooi voor sociale dienstplicht beko-pen met omploeging van zijn tuin door jongeren.

• 1992: Tijdens de Algemene Beschouwingen voor het begrotingsjaar 1993 werd aandacht besteed aan het thema sociale dienstplicht; een door kamerlid Brinkman van het CDA ingediende motie viel bij premier Lubbers in slechte aarde; WVC/OC&W vraagt een advies over het onderwerp aan de Raad voor het Jeugdbeleid.

• 1996: belangrijk was het besluit van de Tweede Kamer tot afschaffing van dienstplicht zonder invoering van sociale dienstplicht (confessionele partijen en D’66 voorstander invoering; PvdA, GroenLinks tegen omdat andere oplossin-gen voor personeelstekort en JWG zouden worden

bemoei-lijkt; ook VVD tegen omdat ze tegen maatschappelijke ver-plichting waren en vanwege economische schade voor dienstplichtigen).

• 2000: motie Atsma (CDA) en Middel (PvdA) waarin wordt gepleit voor het mogelijk maken van maatschappelijke stage binnen het onderwijs. De regering neemt de motie over in de variant ‘een activiteit die weliswaar plaatsvindt buiten de school, maar onder de verantwoordelijkheid van de school en passend in het leerprogramma’.

• 2002: verschillende partijen (CDA en LPF) pleiten in hun verkiezingsprogramma voor een maatschappelijke stage voor jongeren. De LPF vindt de stage van belang voor de integra-tie van allochtonen; De LPF pleit verder voor een maatschap-pelijk vormingsjaar voor alle jongeren in het onderwijs; In

‘De Puinhopen van paars’ (maart 2002) toont Pim Fortuyn zich voorstander van een twee jaar durende militaire dienst-plicht met een jaar sociale dienstdienst-plicht in groepsverband als alternatief.

• November 2002: De Graaff (LPF) pleit tijdens de begrotings-behandeling voor invoering van een sociale stage voor schoolverlaters, o.a. in de zorg vanwege personeelstekort.

• November 2002: Gerdi Verbeet (PvdA) stelt tijdens het Algemeen Overleg Sport voor om jongeren van 18 jaar het recht te verlenen om een jaar lang vrijwilligerswerk in de sport te doen, dit in verband met het gebrek aan vrijwilligers (waaronder scheidrechters) in de sport en ‘de behoefte bij jongeren om vrijwilligerswerk te doen’.

• Maart 2003: Kamerlid Gerda Verburg (CDA) bepleit uitdrukkelijk de invoering van een maatschappelijke stage voor jongeren.

• Maart 2003: Rob Oudkerk (PvdA) stelt dat er een debat over een jaar sociale dienstverlening voor jongeren gevoerd zou moeten worden; onder enige dwang zou jongeren gemeen-schapszin bijgebracht moeten worden.

• Maart 2003: Naima Azough (kandidaat kamerlid voor GroenLinks) pleit in de Balie voor sociale dienstplicht voor voortijdige schoolverlaters; ‘jongeren kiezen nu uitsluitend voor zichzelf’; jongeren zouden te weinig tijd hebben zich te ontplooien en betrokken bij de samenleving te zijn; sociale dienstplicht zou hen leren ‘dat solidariteit een belangrijk principe is in onze samenleving’.

• December 2003: motie van Gerdi Verbeet (PvdA), zie november 2002, is aangenomen.

Ook buiten de politiek presenteerden individuen en groepen (vooral vanuit vakbondskringen) ideeën. Enkele voorbeelden:

• In 1993 geven verschillende groeperingen, waaronder jongeren van CNV en FNV, RPF-jongeren en JOVD, de FNV, Jonge Socialisten, Landelijke Studentenvakbond, een reactie op een concept-advies van de Raad voor het Jeugdbeleid.

CNV- en FNV-jongeren zijn onder meer beducht voor verlies van reguliere arbeidsplaatsen, en de Jovd wil de marktwer-king niet laten verstoren.

• Doekle Terpstra, voorzitter van de CNV bepleit een verplichte dienstverlenende stage van enkele weken voor jongeren in het kader van hun schoolloopbaan (persbericht CNV 14 jan 2001).

• Cardioloog Haalboom (UMC Utrecht) pleit voor half jaar sociale dienstplicht na schoolloopbaan.

• Maart 2003: Kitty Roozemond (FNV) pleit tegen sociale dienstplicht, maar voor zorgverlof en mogelijkheden werk-nemers-vrijwilligerswerk.

• Esther Tromp (JOVD) pleit voor een jaar sociale dienstplicht.

• Maart 2003: Jan Post (Ned. Rode Kruis) pleit voor vrijwillige en eventueel verplichte sociale dienstverlening na schoolop-leiding (3 tot 6 maanden).

Er zijn enkele studies over het onderwerp (sociale dienst-plicht/maatschappelijke stage/maatschappelijke oriëntatie, etc.) verricht, al dan niet in opdracht:

• 1978: de regering gaf opdracht voor een studie naar de mogelijkheden van sociale dienstplicht (geen publicatie).

• 1980: CNV-jongeren presenteerden een voorstel voor maatschappelijke dienstplicht.

• 1991: onderzoek NIPO (betrekkelijk veel mensen bleken voorstander van algemene maatschappelijke dienstplicht als alternatief voor militaire dienstplicht).

• 1992: commissie Meyer onderzocht inrichting dienstplicht nieuwe stijl en wees ook op alternatieve dienstplicht; tevens onderzoeksrapport SCP (Burgerdienst: een beschouwing over maatschappelijke dienstplicht en vrijwillige dienstverlening) over o.a. relatie dienstplicht en tekort personeel in de zorg.

• 1994: Raad voor het jeugdbeleid: ‘Verder kijken dan de horizon. Advies over maatschappelijke oriëntatie van jonge-ren’ op verzoek van WVC en OC&W; Dit is het meest uitge-werkte advies tot nu toe, en het betreft een voorstel voor zowel oriëntatie tijdens als na het voorgezet onderwijs; Te-vens zijn commentaren van partijen (landelijk bestuur FNV-Jongeren; Contact Commissie Jongeren FNV; RPF-jongeren;

CNV-Jongeren; Socialistische Jongeren en Landelijke Stu-denten Vakbond; JOVD) op een eerdere versie van het advies opgenomen als bijlage.

• 2002: ‘Een burgerinitiatief’(o.a. Dake, Gijsbers, Hofstede, Kieboom; onderbouwing KUB, Erasmus-Universiteit) aange-boden aan kabinetsinformateur Donner: ‘Pittige werkstage voor schoolverlaters als maatschappelijke introductie’; twee maanden fysieke survival training en twee maanden maat-schappelijke stage in de buurt van de eigen woning; in 2003 uitgebracht vanuit de Promenadegroep.

De verschillende suggesties en (vooral) adviezen kunnen worden vergeleken op een aantal dimensies. We gaan nu wat verder in op de soorten doelen of motieven die achter de suggesties schuil-gaan; de aard van de activiteiten en het werkterrein waarop het Sociaal Jaar wordt gericht; de vorm waarin het gegoten wordt en de prikkels waarmee jongeren worden gemotiveerd; de organisa-tie van de activiteiten en de ondersteuning.